? ? materialen ? voorschriftenir.J-W.G. van de Kuilen, TNO BouwjTU Delft, technisch rapporteur VC 39In de bouw bestaat grote behoefte aan aanvullende informatie omtrent het gedrag, hetgebruik en het hergebruik van plaatmaterialen voor bekistingsdoeleinden. Belangrijkeaspecten hierbij zijn onvoldoende kennis van het product bij de gebruikers op de bouw-plaats, onduidelijkheid over de eisen waaraan hetbetonoppervlakna ontkisten moetvol-doen, verkeerde toepassing en het ontbreken van gegevens over materiaaleigenschap-pen van hetbekistingsmateriaal.Deze behoefte heeft ertoe geleid dat gebruikers en le-veranciers van plaatmaterialen gezamenlijkeen breed gedragendocumenthebben opge-steld dat enige duidelijkheid in de materie schept. De CUR-Aanbevelingdie het resultaatvan deze inspanning is, wordt in dit artikel toegelicht.PLAATMATERIALEN VOOR BEKISTINGSDOELENProductie van Agepan-plaatmateriaalCEM ENT1997j3De door CUR ingestelde voorschriftencom-missie 39 kreeg als taak het schrijven vaneen CUR-Aanbeveling voor plaatmaterialenvoor bekistingsdoeleinden. De commissieheeft haar werk inmiddels voltooid en vast-gelegd in CUR-Aanbeveling 47 'Plaatmate-rialen voor bekistingsdoeleinden - TriplexjMultiplex'. Deze Aanbeveling geeft defini-ties, algemene materiaaleigenschappen,bepalingsmethoden (testmethoden) en ei-sen voor triplex voor bekistingsdoeleinden.Daarnaast geeft de Aanbeveling eisen be-treffende levering, verwerking, transport, op-slag en hergebruik van triplex.Een berekeningswijze van bekistingen is nietopgenomen, omdat hiervoor andere docu-menten zoals het Handboek Bekistingen be-schikbaar zijn. Onderdelen uit de Aanbeve-ling die hierna worden toegelicht, zijn: mate"riaaleigenschappen, eisen, levering, gebruiken opslag.MateriaaleigenschappenVoor de realisering van een bouwwerk moetvooraf bekend zijn aan welke oppervlaktebe-oordelingsklasse het uiteindelijke betonop-pervlak moet voldoen. Op basis daarvanmoet een bekistingsplaat worden gekozen.Deze keuze moet worden gemaakt uit eengroot aantal typen platen van verschillendeherkomst en samenstelling en als gevolgdaarvan met verschillende eigenschappen.Om een goede afweging te maken moetende volgende eigenschappen van het plaat-materiaal bekend zijn:? krimp- en lwelgedrag;? stijfheid;? sterkte;? robuustheid;? slijtvastheid.Deze eigenschappen bepalen mede het uit-eindelijke betonoppervlak. Zo is het krimp-en zWeIgedrag van belang Om te weten hoehet plaatmateriaal reageert op het vocht uitde omgeving en de consequenties daarvanvoor het betonoppervlak. Krimp kan leidentot naden tussen de platen metlokale onef-fenheden als gevolg. Het te dicht tegen ?kaar plaatsen van de platen kan leiden totongewenste spanningen aan de randen.Daarnaast kunnen verschillen in diktezwel-ling leiden tot oneffenheden in het opper-vlak. In de Aanbeveling zijn richtwaarden op-genomen met betrekking tot het krimp- enzwelgedrag in hetvlakvan de plaat, alsmedein de dikterichting.De stijfheidvan een plaat is benodigd om dedoorbuigingte kunnen berekenen ten gevol-ge van de betondruk en eventuele anderebelastingen. Vanzelfsprekend veroorzaaktde doorbuiging van een plaat een golf in hetbetonoppervlak. Indien de stijfheid van deplaat bekend is, kan deze doorbuiging voor-af worden bepaald. Gezien de richtingsaf-hankelijkheid van triplex is ook de onder-steuningsrichting van belang.53? ? materialen ? voorschriftenDestijfheidsverhouding tussen stijve enslappe richting is per plaattype verschillenden afhankelijk van het aantal fineerlagen inde plaat. Bij bepaalde plaattypen kan de ver-houding tussen de buigstijfheid in de stijveen de slappe richting 4:1 bedragen. Onjuistgebruik door onjuiste ondersteuning leidtderhalve tot een viermaal zo grote doorbui"ging als bij het ontwerp werd verwacht.Van belang is datin de Aanbeveling isaange"geven volgens welke methode de stijfheid ende sterkte moeten worden bepaald. Te vaakis in het verleden uitgegaan van sterkte- enstijfheidswaarden die niet op de juiste wijzewaren vastgesteld. Zo zijn sterkte- en stijf-heidswaarden, bepaald aan de hand van in-terne kwaliteitscontrole van fabrikanten,niet geschikt als basis voor ontwerpbereke-ningen van bekistingen. In de Aanbeveling isrekening gehouden met de meest recenteontwikkelingen op Nederlands en Europeesgebied.Het beschikken overten minste de volgendemechanische eigenschappen wordt als es-sentieelbeschouwd voor het ontwerpenvaneen bekisting:a. de buigsterkte (richting evenwijdig aanhet dekfineer) fb,o,k;b. de buigstijfheid (stijve richting) Eb,o,k/;c. de rolschuifsterkte fv,r,k'Voor het bepalen van de eigenschappen iszowel een typekeuring als een partijkeuringmogelijk. Bij een typekeuring wordt een grotesteekproef genomen uit verschillende par-tijen van een plaattype en wordt een uit-spraak gedaan over de eigenschappen er-van.Aangezien ook kleinere partijen van anderetypen platen worden aangeboden,kan ookeen partijkeuring worden uitgevoerd. Dezemogelijkheid van partijkeuring is opgeno-men in de Nederlandse norm voor bepalingvan de mechanische eigenschappen vanplaatmaterialen (NEN 6764) en wordt spe-cifiek in de Aanbeveling vermeld.Het stoppen van schroefgaten - goed werk!54In het verleden is regelmatig melding ge-maaktvan 'vermoeiing' van platen ten gevol-gevan het herhaald droogen natworden vande plaat onder het gelijktijdig belasten er-van. Het oplossen van deze problematiekvereist vooralsnog te hoge investeringen enis buiten het werkveld van de voorschriften"commissie gelaten.Andere van belang zijnde eigenschappenzijn de stootweerstand en de slijtvastheid.Deze eigenschappen kunnen weliswaarworden vastgesteld via genormeerde be-proevingsmethoden, maar kunnen nietwor-den gebruiktals waarde in een ontwerpbere-kening van een bekisting. Zij geven echtereen indicatie over het te verwachten plaat-gedrag en kunnen worden gebruikt om deprestatie van platen onderling te vergelijken.Deze eigenschappen zijn van belang wan-neer een plaat meer dan ??n keer moetwor-den ingezet.EisenIn de Aanbeveling worden eisen aan plaat-materialen geformuleerd. Dit betreft ondermeer eisen met betrekking tot maten enmaatafwijkingenen de weerstand tegenvocht.De maatafwijkingen zijn geformuleerd voorde lengte, de breedte en de dikte van deplaat. Daarnaast zijn eisen opgenomen metbetrekking tot de rechtheid en de haaksheidvan de plaat. De laatste twee eisen speleneen rol als grote oppervlakken moeten wor-den bekist en veel platen nauwkeurig op el-kaar moeten aansluiten.Het formuleren van de dikte-eisen bleekcomplex, omdat veel leveranciers hun tole-ranties afstemmen op een vooraf gedefini-eerde dikte. Dit kan de gemiddelde dikte zijnof de nominale dikte. De in de Aanbevelinggespecificeerde tolerantie is van toepas"sing op de door de leverancier opgegevenplaatdikte. Hier ligt dus een taak voor de le-veranciers om duidelijk aan te geven wat dewerkelijke dikte van de platen is en tussenwelke grenswaarden de dikte zich mag be-wegen. Indien een afnemer nauwkeurigergrenzen wil, dan kan dit uiteraard met de le-verancier worden overeengekomen en kun-nen platen voordat zij worden geleverd opdikte worden gesorteerd.Ook aan het betonoppervlak worden eisengesteld. Deze zijn vastgelegd in NEN 6722(VBU 1988) en betreffen de volgende onder"werpen:? oppervlakte-oneffenheden;? aftekeningen;? plaatselijke oneffenheden;? maatafwijkingen bij hoeknaden;? luchtbellen.Van deze onderwerpen hebben er drie eenrelatie met de bekistingsplaat, te weten: op-pervlakte-oneffenheden, aftekeningen enplaatselijke oneffenheden. Hiervoor isin deAanbeveling een toelichting opgenomen,omdat deze onderwerpen na het ontkistenvaak aanleiding zijn voor discussie.Oppervlakte-oneffenheden kunnen wordenveroorzaakt doordat een plaat is toegepastmet een lagere stijfheid dan waarvan bij deberekening is uitgegaan. Daarnaast kan ookde ondersteuningsconstructie onvoldoendestijf zijn. Een combinatie van beide is ookmogelijk.Doordat hout (fineer) een natuurlijk productis, kan het voorkomen dat de natuurlijke te-kening van het materiaal (vlammen, kwas-ten, groeiringen, houtstructuur) gespiegeldop het betonoppervlak als aftekening zicht-baar wordt. In oppervlaktebeoordelings-klassen IA, IB en IIA is dit niet toegestaan.Dergelijke aftekeningen kunnen wordenvoorkomen dooreenplaatte kiezen meteenhoge volumieke massa of een zware coa-ting, danwel meteen combinatievan beide.Onder plaatselijke oneffenheden vallennaast dein de VBU genoemde plaatbescha"digingen, bramen en bekistingsnaden, ookrandzwellingen.Randzwellingen ontstaan door vochtopna"me via de randen van de bekistingsplaat.Hieronder vallen ook de randen bij center-pengaten ofandere sparingen. Randzwellin-gen treden ook op als de randen zijn afge-werkt, zij het in mindere mate. Doorhetgroteverschil in fabricagevochtgehalte, opslag-vochtgehalte en het vochtgehalte bij hetbe-tonstorten, zullen vooral bij de eerste inzetCEMENT1997/3randzwellingen kunnen optreden. Het klima-tiseren aan de buitenlucht voordat de plaatwordt ingezet, is derhalve zinvol.Naast dit klimatiseren moeten randen wor-den afgewerkt met een acrylaatverf of eenander dampdoorlatend middel ter vermin-dering van randzwellingen. De platen moe-ten bij aflevering worden gecontroleerd en.eventuele beschadigingen moeten wordenbijgewerktVoor hoge oppervlaktebeoordelingsklassen(IA en IB) en voor hogere repetitiefactoren(> 10) worden aanvullende maatregelenvoor het afwerken van zaagranden van sys-teembekistingen aangeraden. In dat gevalwordt aanbevolen ook de scherpe kantjesvan de zaagsneden af te schuren, alvorensdeze te behandelen. Fins vuretriplex: NIET voor klasse lA en 18 schoon beton!LeveringTen behoeve van de communicatie tussenafnemer en leverancier zijn afspraken ge-maakt over de specificaties die moeten wor-den opgegeven bij het bestellen en leverenvan platen. Weetde afnemerwelktype plaathij wenst, dan hoeft hij uitsluitend het soortplaatmateriaal of de merknaam, de fabri-kant of type-aanduiding, de afmetingen enhetaantal op te geven. Is het type van tevo-ren niet bekend, dan dienen meer gerichtespecificaties te worden opgegeven, zodatde leveranciereen deskundigadvies kan uit-brengen.Het gaat om de aspecten:? dikte van de coating (uitgedrukt in gfm2);? gewenste randafwerking (standaardaf-werking fabriek of aanvullende randafwer~king);? repetitiefactor;? oppervlaktebeoordelingsklasse conformNEN 6722 (VBU 1988);? sterkte-eisen: karakteristieke waardenvan de buigsterkte, de rolschuifsterkte ende buigstijfheid.Indien een partij plaatmateriaal wordt afge-leverd, dient ditte zijn voorzien van eenafle-veringsdocument waarop het volgende isvermeld:? soort plaatmateriaal of merknaam (fabri-kant en/of type-aanduiding);? afmetingen: lengte, breedte en dikte (inmm);? aantal platen.Uit de kwaliteitscontrole volgt vanzelf ofhetgeleverde overeenkomt met hetgeen is be-steld.CEMENT1997/3Bewerking en verwerkingHet zagen, boren en afwerken van bekis-tingsplaten moet zorgvuldig gebeuren. Debekistingsplaat is duur en moet worden ge-zien als een stuk gereedschap in plaats vaneen wegwerpartikel. Derhalve zijn voor hetzagen, boren en afwerken praktische aanwij-zingen opgenomen, die de kwaliteit van hetuiteindelijke betonoppervlak ten goede ko-men.Platen moeten met een fijngetande hand- ofcirkelzaag worden gezaagd, waarbij ten min-ste twee zaagtanden in werking moeten zijn.Dit lijkt te leiden tot een te veel aan regels,maar is bedoeld om het splinteren van deplaatranden zoveel mogelijk te voorkomen.lets dergelijks geldtvoorhetboren van gatenvoor bijvoorbeeld centerpennen. Dit moetgebeuren met boren met voorsnijders eneen centreerpunt Eventuele onregelmatig-heden en splinters aan de zaagrand moetenworden weggeschuurd. Eerder is reeds ver-meid hoe randen moeten worden afgewerktna bewerking.Voorafgaand aan hetgebruikmoeten depla-ten worden opgeslagen. Het beste kan ditgebeuren buiten onderdak, zoals in hout-loodsen gebruikelijk is. Dit behoortnatuurlijkniet altijd tot de mogelijkheden, maar be-langrijk is dat de platen nietworden blootge-steld aan direct zonlicht en regen.ReparatiesPlaten kunnen beschadigd raken door bij-voorbeeld trilnaalden, afstandhouders, tij-dens het plaatsen van de kist of bij het ont-kisten. In dat geval kunnen ze worden gere-pareerd met behulp van reparatiemiddelen,die over het algemeen bestaan uit eentwee-componenten-epoxy, -verf of -pasta. Hoewelreparatiemiddelen niet tot het werkgebiedvan de commissie behoren, is toch een aan-tal kwalitatieve eisen opgenomen.Het reparatiemiddel moet:? gatvullend zijn;? vochtbestendig zijn;? goed hechten op de ondergrond (hiertoezal voor het aanbrengen de ondergrondmeestal gereinigd moeten worden);? bestand zijn tegen ontkistingsolie;? geen aftekening veroorzaken.Ten slotteDit artikel is een beknopte weergave van za-ken die in de Aanbeveling worden behan-deld. Ook geeft het inzicht in enkele van deoverwegingen die bij het opstellen van deAanbeveling hebben gespeeld. DeAanbeve-Iing heeft voornamelijk betrekking op triplex- multiplex. Dit betekent echter niet, dat de~len ervan niet gebruikt zouden kunnen wor~den voor andere houtachtige plaatmateria-Jen die als bekisting kunnen worden toege-past De commissie hoopt met deze Aanbe-veling een aantal praktische zaken te heb-ben vastgelegd die in de praktijk regelmatigtot discussie leiden. Het onderwerp ver-moeiing is bewust buiten beschouwinggela-ten. Hierligtnogeen belangrijke taakvoor detoekomstDe commissie hoopt dat deze Aanbevelinghaar eigen plaats zal vinden in de reeks do-cumenten die te maken hebben met de op-pervlakte-eisen aan betonoppervlakkenenerzijds en het berekenen van bekistingenanderzijds.?55
Reacties