? utiliteitsbouw ? constructief ontwerp?ing.H.E.C.Peltenburg en ir.G.W.). van Drie, Grabowsky&PoortMiddenin het ontwikkelingsgebied Laakhaven Hollands Spoor te Den Haag diende eencentrale parkeervoorzieningteworden opgenomen voor1400auto's. Methetcre?ren vaneen tweelaagse garage onder het water van de oude Laakhaven werd het probleem ruim-telijkgoed opgelost, metbehoud van hetlevendige waterbeeld in hetgebied. De garage is350 m langen loopt vanaf het Leeghwaterplein tot aan de Rijswijkseweg met in- en uitrit-ten aan beide einden (zie tig. 3 blz. 10).PARKING LAAKHAVEN HOLLANDSSPOORCD Stappen in het denkprocesOp ongeveer een kwart van de lengte kruistde garage een bouwdeel van de Haagse Ho-geschooL In de ontwerpfase washet van be-lang de twee verschillende bouwstructurenop elkaar aan te passen. In het oorspronke-lijke ontwerp was die aanpassing sterk na-delig uitgepakt voor de overzichtelijkheid inde garage.Een tweede probleem van het oorspronkelij-ke ontwerp vormde de constructiehoogte inrelatie met het ventilatiesysteem. Een venti-latie met stuwdrukventilatoren was uit hetoogpuntvan veiligheid en economie favorietboven de voorziene dwarsventilatie via eentweetal bouwkundige kanalen langs de wan-den. De stuwdrukventilatoren vereisen ech-tereen hoogte van circa 0,5 m onderhetpla-fond. Om te voorkomen dat de verdiepings-hoogte en daarmee de ontgravingsdieptezou moeten toenemen, was een aanzienlij-ke reductie van de oorspronkelijke construc-tiehoogte van de vloeren noodzakelijk, van650 naar250mm. De Afdeling Parkeren vande Gemeente heeft Grabowsky&Poort aan-gezochteen alternatiefvoor het oorspronke-lijke ontwerp te ontwikkelen.16 ? 17 mConstructieve uitdagingGezien de opbouw van de ondergrond is degarage grotendeels ontwikkeld als perma-nente polder met een open vloer. Het oor-spronkelijke ventilatiesysteem ging uit vandwarsventilatie met een afzuigsysteem viabouwkundige schachten bij de langswandenvan de garage. Daarmee werd de garageover de volle lengte 1 m per zijde breder danvoor het parkeren noodzakelijk was.Hettotale oppervlak van de polder onder degarage werd te grootgeacht om aannemelijkte kunnen maken, dat de jaarlijkse bema-Iingslimiet niet zou worden overschreden.Om het polderoppervlak te verkleinen wasgekozen voor een oplossing, waarbij terplaatse van de Hogeschool een betonbakwerd voorzien, met debovenbouw als belas-tingtegen opdrijven en waarin alleen de restvan de garage als polder zou worden uitge-voerd.Buiten de Hogeschool was de garage ont-worpen met een blijvende damwand als dra-gende wandconstructie, met vloeren van TI"platen met druklaag (overspanningen 16 en17 m), in de middenlangsassen dragend opbalken en kolommen, de kolommen 7,2 mh.o.h.Indien het alternatieve ventilatiesysteemtoegepast zou kunnen worden, zou de ruim"te voor de bouwkundige schachten kunnenvervallen, een oppervlaktereductie van circa700 m2per bouwlaag. In dat geval zou ookhet totale garage-oppervlak als polder kun-nen worden uitgevoerd en zou circa 1200 m2damwand en 2000 m2 keldervloer kunnenvervallen, een aanzienlijke extra bezuinigingnaast de vermindering op de ventilatiekos-ten.Hierin lag de constructieve uitdaging./[0,25 m9,0 m I 3,5 ? 4,0 mDAUI
Reacties