C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gWater b o u w k u n d ecement 2001 360De nieuwbouw heeft een bruto-vloeroppervlakvan33000m2.Hetplan voorziet in de bouw van 66woningen, winkels, horecagele-genheden en kantoorruimte.Onder de volledige bebouwingwordt een parkeerkelder gereali-seerd die ruimte biedt aan 482auto's. Het bebouwde grondop-pervlak bedraagt circa. 10 000 m2.Verschillende varianten, zoweltechnisch als financieel, zijn in deontwerpfase voor de nieuwbouwen voor de uitvoering van dekelder de revue gepasseerd. In hetonderstaande wordt respectieve-lijk ingegaan op de geotechnischeen constructieve aspecten van ditproject.G e o t e c h n i s c h e a s p e c t e nDe volgende geotechnische aspec-ten zijn beschouwd:? terrein;? bodemopbouw en grond-water;? omgeving;? bovenbouw.TerreinHet terrein is voor een deel kunst-matig opgehoogd. Ter plaatse vande Melkmarkt mondde in het ver-leden het riviertje de Kleine Aauit. Deze geul is later aangevuld.Sindsdien hebben op het terrein,vanaf het begin van de negen-tiende eeuw, gebouwen gestaanmet diverse functies zoals eenbierfabriek, een chemische was-serij, een schoolgebouw, eenmolen en woningen. Alle be-staande opstallen zijn geslooptvoorafgaand aan de nieuwbouw.ABT heeft een vooronderzoek uit-gevoerd, dat bestond uit een his-torisch onderzoek, een grond-onderzoek met sonderingen enboringen. Voorts was er een ver-kennend bodemonderzoek be-schikbaar van de gemeente.De verzamelde informatie is vast-gelegd op een inventarisatieteke-ning die als basis heeft gediendvoor de contractuele afsprakentussen de opdrachtgever en degemeente enerzijds en tussen deopdrachtgever en de aannemeranderzijds. De beschikbaarheidvan de tekening is gedurende deontwikkeling en uitvoering vanhet project zeer nuttig gebleken.Het onderzoek gaf aan dat hetterrein op diverse locaties restenbevatte van onder meer oude fun-deringen, houten palen en met-selwerk van oude loswallen.Verder moest rekening gehoudenworden met de bestaande kadelangs de stadsgracht. De kadebestaat uit een stalen damwand,verankerd met ankerschotten.Hetmaaiveldvanhetbouwterreinvarieerde aanvankelijk vrij sterkvan circa. 1,9 m + tot 5,9 m + NAP.De straat van de Jufferenwal ver-loopt van circa. 2,7 m + tot 3,6 m+ NAP.Bodemopbouw en grondwaterHet geotechnisch grondonder-zoek voor het ontwerp van debouwput, de kelderconstructie ende fundering bestond uit:? boringen met monstername;? installatie van peilbuizen;? sonderingen met meting vande plaatselijke mantelwrijving;? sonderingen met meting vande plaatselijke grondwater-spanning;? beperkt onderzoek van grond-monsters in het grondmecha-nische laboratorium, zoalsbepalingen van volumiekegewichten en zeefanalyses.Ondergrondse parkeergarage met winkelruimte MaagjesbolwerkOverwegingenkelderconstructieing. E. Smienk en ing. J.H. Weernink, ABT adviesbureau voor bouwtechniek bv, VelpAan de rand van het centrum te Zwolle wordt hard gewerkt aan de realisatievan het woon- en winkelcentrum Maagjesbolwerk. Voor dit gebied zijn in deloop der tijd verschillende bouwplannen ontwikkeld. Gekozen is voor het ont-werp van prof. ir. H.J.M. Ruijssenaars van de architectengroep. Onder denieuwbouw bevindt zich een parkeerkelder en winkelruimte. De constructieervan en de gekozen uitvoeringswijze komen aan de orde.Bovenaanzicht bouwputvanaf PeperbusC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gWater b o u w k u n d ecement 2001 3 61Eenaanvullendsondeeronderzoekis uitgevoerd voor de verkenningvan het damwandtrac? langs deJufferenwal in verband met demogelijke aanwezigheid van puinen oude stads- c.q. loswallen.Dedikte,opbouwendiepteliggingvan de verschillende lagen zijngevarieerd, waarbij het bovenstegrondpakket plaatselijk kunstma-tig is aangebracht.Globaal is de bodemopbouw alsvolgt:? vanaf het maaiveld wordt toteen diepte van circa. NAP tot7,75 m ? NAP een pakket aan-getroffen met over het alge-meen een lage conusweer-stand. Dit pakket bestaatbovenin uit overwegend zanden onderin uit kleilagen metplaatselijk een veenlaag. Lokaalworden veel puin- en funde-ringsresten aangetroffen;? tot de maximaal verkendediepte van circa. 25 m ? NAP,een redelijk draagkrachtig,vast gepakt, zandpakket.De conusweerstanden kunnenoplopen tot waarden boven de30 MPa. Plaatselijk komen ookdunne, los gepakte, zandlagenvoor met een conusweerstandkleiner dan 2 MPa. Aaneen-gesloten waterremmendebodemlagen van klei, leem ofveen komen niet voor.Geohydrologisch gezien is sprakevan ??n watervoerend pakket meteen slecht doorlatende deklaag.Met de diepte neemt de korrel-diameter toe, waardoor de hy-draulische weerstand sterk ver-mindert.ArchiefgegevensvandegemeenteZwolle en peilbuiswaarnemingengevenaandatdegrondwaterstandin dit gebied varieert van circa.0,10 m ? tot 0,3 m + NAP. Degemiddelde grondwaterstand ligtop NAP. De grondwaterstandwordt onder meer be?nvloed doorhet peil op de stadsgracht. Dit peilligt gemiddeld op NAP, met jaar-lijks een hoogst bekende peil van0,7 m + NAP.Rekening moet verder gehoudenworden met een extreme water-stand van circa. 1,6 m + NAP inverband met de mogelijke over-vloedige regenval, gecombineerdmet opstuwing van het opper-vlaktewater bij lang aanhoudendeharde wind vanuit een bepaaldewindrichting.Gelet op de plaatselijk aanwezigelichte tot matige bodemverontrei-niging van de toplaag is de uit-voering van de bouwput afge-stemd op de bodemsanering.OmgevingVooraf is de fundering en bouw-kundige staat van de belendingenge?nventariseerd. De afstand van-af de grens van het bouwterreintot de panden langs de Jufferen-wal bedraagt 12,5 ? 14,0 m,die tot het monumentale pand`Pampus' circa. 3,0 m.In het algemeen is de oude belen-dende bebouwing opgebouwd uitmetselwerk en op staal gefun-deerd op een relatief hoog niveau.Een groot aantal panden heefttevens een kelder of souterrain.Dit betekent dat de draagkrachtwordt ontleend aan de hetero-gene, minder vaste bovenlagen.Bij veel panden komt verder lichtetot matige scheurvorming voorzodat sprake is van `gevoelige'bebouwing. De fundering van`Pampus' is recentelijk hersteldmet stalen buispalen.Uithistorischonderzoekblijktdatonder de bebouwing langs de Juf-ferenwal en in de bouwlocatie eenbestaande, ondergrondse stads-wal loopt. Tot slot moet rekeninggehouden worden met een diep-riool in de Jufferenwal op eenafstand van circa. 1,5 tot 3,0 mvanaf de bouwput.BovenbouwHet bouwpeil is vastgesteld op3,20 m + NAP, dat van deonderste keldervloer op 2,4 m? NAP.Het plan is opgezet volgens eenregelmatige stramienstructuur.Het stramien van de parkeerga-rage is afgestemd op de parkeer-indeling. Deze bestaat in langs-richting uit 2 rijbanen met aanweerszijden parkeervakken onder90?. Tussen de parkeerbanenbevinden zich de hellingbanen.Gelet op ruimtebesparing liggenin deze zone een deel van de ber-gingen voor de bovengelegenwoningen.In verband met gebruikersvrien-delijkheid is afgeweken van deGeologisch lengteprofielC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gWater b o u w k u n d ecement 2001 362richtlijnen volgens de norm NVN2443:1996 `Parkeren en stallenvan personenauto's op terreinenen in garages'. Hierin wordt eenminimalemaatvan7650mmaan-gegeven voor 3 parkeervakkeninclusief kolomplaatsing.Voor de parkeergarage is in langs-richting een stramienmaat van7800 mm toegepast. In dwars-richting is de stramienmaat af-wisselend 3200/4200 mm en7800 mm. De kolommen staan800 mm terug ten opzichte van devoorkant van het parkeervak.Hierdoor wordt het insteken bijparkeren vergemakkelijkt.Voor het winkeldeel is in langs-richting op de gevel een stra-mienmaat van 5400 mm aange-houden en volgt uit de maat-voering van de bovengelegenwoningen. In dwarsrichting iseen stramienindeling gekozen,rekening houdend met de opti-male indeelbaarheid van dewinkels.Horizontale gronddruk op de kel-derwand langs de Jufferenwal ende geringe tegendruk aan de(lage)grachtzijde resulteert in eenhorizontale belasting op de kel-derconstructie in de richting vande gracht. De draagconstructieheeft onvoldoende capaciteit omdeze belasting op te nemen,omdat dwarswanden in het par-keerdeel niet zijn toegestaanvanwege het toe te passen venti-latiesysteem. Gekozen is voor hetaanbrengen van een trekveranke-ring.V a r i a n t e nk e l d e r c o n s t r u c t i eGekozen is voor een funderingop palen, enerzijds vanwege deaanwezige heterogeniteit en be-perkte draagkracht van de toplaagvan de bodem, anderzijds vanwege de vereiste verankering van-de keldervloer in verband met demogelijke hoge grondwaterstan-den.Voor uitvoering van de kelderzijn de volgende varianten onder-zocht:? betonnen kelderbak, uitge-voerd binnen een bouwputmet damwanden en een tijde-lijke diepwelbemaling of hori-zontale bemaling;? betonnen kelderbak, uitge-voerd binnen een damwand-kuip met een kunstmatigeinjectielaag als onderafsluiting;? de wanden-dakmethode, waar-bij de grondwaterstand wordtverlaagd door luchtoverdruk;? onderwaterbeton.Aanvankelijk zijn diepwandenmede overwogen. Voor dit projectbleken deze minder interessantvanwege enerzijds hogere kostenen anderzijds logistieke proble-men en mogelijke risico's vangronddeformaties nabij de belen-dingen en het diepriool.Bouwput met bemalingDoor bemaling moet de grond-waterstand minimaal 3,5 totmaximaal 5,0 m ten opzichte vande heersende grondwaterstandwordenverlaagd.Derelatiefgrovestructuur van het zand en het ont-breken van substantieel water-winkelswinkelswoningtype a&b2woningtype a&b1woningtype a&b3hellingbaanlichtkapparkeergarageparkeergaragewinkels5600-3000-peil=3,2m+napwoningtype c2woningtype c1woningtype c34200+7200+10200+13100+Dwarsdoorsnede gebouw717138177JufferenwalPampusNieuwedamwandRodetorenpleinKamperpoortenbrugMelkmarktstadsgrachtbestaande kadebestaande kadestadsgrachtbasisniveau ca 12.5m -NAPPlattegrond bouwputC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gWater b o u w k u n d ecement 2001 364? heien damwanden voor com-partimentering van debouwput;? aanbrengen wapeningskorventer plaatse van de kolommen;? storten onderwaterbeton, dikte1,0 m;? droogmaken bouwput;? realiseren kelderconstructie,kelderwand in ter plaatsegestorte beton waarbij dedamwand als verloren bekis-ting wordt gebruikt. De kelder-vloeren fungeren als stempelvoor de damwand.D a m w a n d e nDe damwanden zijn op dieptegeheid met een hoogfrequent tril-blok. Het trilblok is voorzien vaneen variabel moment om tril-lingshinder voor de omgevingtot een minimum te beperken.Het puntniveau van de damwandis maximaal 8,0 m ? NAP.In het bestek is voorgeschrevendat de damwandsloten moetenworden voorgeboord bij over-schrijding van de grenswaardevan de trillingen.De damwand langs de Jufferen-wal heeft een permanent karakteren verzorgt de horizontale stabili-teit van de kelder in verband metde ??nzijdige gronddruk. Dam-wanden worden in het algemeenhorizontaal gesteund vanwegekostenoptimalisatie van de con-structie, geringere inheidieptealsmede reductie van horizontaledeformaties.In dit project verschilt de wijzevan ondersteuning per situatie:langsdeJufferenwal:permanenteverankering met behulp vanLeeuwankers;langs de gracht: tijdelijke veran-kering door middel van horizon-tale ankerstangen, verbonden aande bestaande kadewand;in de hoek bij `Pampus': een stijveschoorconstructie.Voorts zijn kleine trajecten van dedamwand langs de gracht vrij uit-kragend uitgevoerd.F u n d e r i n gDe nieuwbouw is gefundeerdop 1400 geprefabriceerde beton-palen met afmetingen van 400 x400 mm2. Het paalpuntniveauvarieert van 12,0 m tot 13,0 m ?NAP. De rekenwaarde van demaximale druk- en trekbelastingbedraagt per paal respectievelijk1.650 kN en 320 kN.De berekening van de trekpalenen het ontgravingseffect is geba-seerd op CUR rapport 98-9 `Ont-werpregels voor trekpalen'.Het heiwerk is uitgevoerd vanuiteen gedeeltelijk ontgraven bouw-put, mede gelet op beperking vande zwaarte van het heiwerk enmogelijk be?nvloeding van deomgeving.De palen zijn over de bovenstemeters voorgeboord vanwegeaanwezigheid van obstakels enminimalisering van de trillingenvoor de omgeving.Hetpalenplanisvastgesteldmedeop basis van de uitvoeringswijzevan het onderwaterbeton volgensde Hopdobbermethode.C o n s t r u c t i e v e a s p e c t e nAlgemeenAanvankelijk is gekozen voorvierzijdig gebouchardeerde palenLeeuwanker sBij dit verankeringssysteem wordt een dikwandige buis, aan de onderzijdevoorzien van een schroefblad, in de grond geschroefd. Tijdens het inbreng-proces vindt injectie plaats. Ter plaatse van het vrije ankerdeel wordt nor-maliter ge?njecteerd met water of bentoniet. Over het traject van de draag-krachtige zandlagen (verankeringsdeel) heeft injectie plaats met grout.Deeerste4meterwordtin??ndoorlopendehandelingaangebracht.Naaan-brengenvandekoppelingwordtweer3meteropdezelfdewijzeaangebracht.HopdobbermethodeHet aanbrengen van onderwater-beton is uitgevoerd in een onafge-broken stort per compartiment.HiervoorisdeHopdobbertechniektoegepast. De dobber bestaat uiteen stalen stortbuis die aan deonderzijde is voorzien van eenschotel. De diameter van de buisis afhankelijk van de waterhoogte,de samenstelling en stortsnelheidvan de betonspecie. Aan de buis iseen drijflichaam bevestigd diehet dobbereffect geeft. Dit drijf-lichaam is zodanig gedimensio-neerd dat altijd een kleine neer-waartse druk optreedt zodat derandvandeschotelenigszinsindeverse betonspecie drukt. Waterin-sluiting en uitspoeling van betonwordt hiermee voorkomen. Hetsysteem wordt bij dit project ver-plaatstmetbehulpvanrailsdieoppontons zijn gemonteerd.Zie ook Cement 1983, nr. 12.TrillingsniveausVoorafgaand aan de werkzaamheden zijn grenswaardenvastgesteld voor trillingsniveaus. Hiervoor is SBR-richtlijn 1:"Schade aan bouwwerken door trillingen" als basis gebruikten onderscheid gemaakt in de aard c.q. gevoeligheid van debetreffende bebouwing.Degrenswaardenvandetrillingssnelheidzijnperpandbepaaldop 2,5 tot 4,0 mm/s. Gedurende het inbrengen van de dam-wandenenhetheienvandepalenheeftmonitoringplaatsgehadvandeoptredendetrillingen.Opbasishiervanzijn,volgensver-wachting, geen noemenswaardige overschrijdingen geconsta-teerd zodat geen additionele maatregelen behoefden te wordengenomen. Als gevolg van de trillingen is geen schade van bete-kenis ontstaan aan de belendingen.6 | Storten onderwater-betonC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gWater b o u w k u n d ecement 2001 3 63remmende bodemlagen, zoalsklei of veen, veroorzaken bij diep-welbemaling een fors bemalings-debiet, ongeveer 1 250 tot 1 750 m3per uur. Voor deze onttrekking iseen vergunning vereist van deprovinciale overheid.Horizontale bemaling is medeonderzocht. Hiermee kan eenzekere reductie worden gereali-seerdvandegroottevanhetbema-lingsdebiet. Haalbaarheid van eenhorizontale bemaling van dezeomvang is echter uiterst onzeker.Door een dergelijke bemalingwordt de grondwaterstand in deomgeving aanzienlijk verlaagd. Inhet verleden is dit voor het gebiednog niet eerder in deze mate hetgeval geweest. Hierdoor kunnenzakkingen ontstaan van de in detoplaag aanwezige samendruk-bare bodemlagen, mede gelet opde duur van de bemaling. Dezezakkingen leveren een risico opvoor de aanwezige, op staal gefun-deerde belendende bebouwing,vooral de panden langs de Juffe-renwal,diedeels opdeoudestads-wal zijn gefundeerd.De bemaling kan verder leiden totverplaatsing van verontreinigdgrondwater in de omgeving en totcompenserende maatregelen inde vorm van een retourbemaling.Voorts moet rekening wordengehouden met zuivering van hette lozen water en hoge additionelekosten in verband met de ver-schuldigde ecotax.Vanwege de mogelijke risico's endebouwkostenisdezevariantniettoegepast.Kunstmatige injectielaagEen kunstmatige aangebrachteinjectielaag (softgel), als onderaf-sluiting van de bouwput, cre?erteen tijdelijke poldersituatie. Degrondwaterstand in de omgevingwordt hierbij nagenoeg niet be?n-vloed. Neerslag, kwel- en lekwaterwordtviaeendrainagesysteemuitde bouwput verwijderd. De dam-wanden reiken tot in de injectie-laag en sluiten horizontaal toe-stromend grondwater af.Gelet op de verticale stabiliteit vande bouwput zou niet alleen deinjectielaag op een relatief grotediepte (ca. 11 m ? NAP) moetenworden aangebracht maar even-eens de damwanden.Dit gaat gepaard met grotere risi-co's voor de omgeving alsmedehogere kosten. Het systeem isverder gevoelig voor obstakels inde ondergrond, zoals puin enoude funderingsresten.Mede op basis van de kostenra-mingisdezevariantnietalsmeestaantrekkelijk aangemerkt.Wanden-dakmethode metluchtoverdrukHierbij wordt, na aanbrengen vandamwanden rondom de bouw-put, ontgraven tot het aanlegni-veau van de eerste keldervloer.Dit kan droog, nagenoeg zonderbemaling worden uitgevoerd.Vervolgens worden de funde-ringspalen geheid, plaatselijk totaan het maaiveld (tijdelijke ko-lommen) of dieper met behulpvan een opzetter. Hierna wordt dekeldervloer gerealiseerd.Onder deze vloer wordt eenluchtoverdruk aangebracht. Hetgrondwerk kan droog worden uit-gevoerd, waarbij de grondwater-stand in de omgeving niet wordtbe?nvloed. Voor transport en per-sonenverkeer moet in een lucht-sluis zijn voorzien zodat de lucht-druk continu op het gewensteniveau blijft. De overdruk be-draagt gemiddeld 40 kPa met eenvariatie van 2 kPa vanwege hetschutten van de luchtsluis. In ver-band met de aanwezigheid vanpersoneel en mogelijke dampenindewerkruimte,wordtuitgegaanvan een ventilatievoud van 1,5.Het is van essentieel belang datdamwanden (sloten) en bovenlig-gende vloer nagenoeg luchtdichtzijn, ook ter plaatse van de aan-sluitingen.Deze variant is volledig uitge-werkt in constructieve en geo-technisch zin. Mogelijke risico'szijn ge?nventariseerd gelet op hetinnovatievekaraktervandebouw-wijze. Uit een gedetailleerde kos-tenraming is gebleken dat dezeuitvoeringswijze ca. 10% goedko-per is ten opzichte van de variantmet onderwaterbeton.De opdrachtgever heeft uiteinde-lijk gekozen voor de meer be-proefde bouwwijze met onderwa-terbeton. Met de keuze van deoverdrukvariant zou wellicht eeninteressante ontwikkeling in gangzijn gezet, die zeker in milieu-en vergunningtechnisch opzichtkansen heeft.Onderwaterbeton, de gekozenuitvoeringswijzeOp basis van kosten en afwegingvan risico's is uiteindelijk ge-kozen voor een uitvoeringswijzevan de kelder met onderwaterbe-ton. Het aanlegniveau van de con-structie bedraagt 3,9 m ? NAP,ongeveer 7,5 m beneden hetnaastgelegen maaiveld.De fasering van de verschillendewerkzaamheden is in chronolo-gische volgorde als volgt:? aanbrengen damwanden langsJufferenwal en de kopse zijdenvan de bouwput;? ontgraven bouwterrein tot eenniveau van ca. 0,5 m + NAP.In deze fase werd de bodem-sanering ge?ntegreerd in hetgrondwerk voor de bouwput.Het bestek voor de saneringvormde een onderdeel van hetbouwbestek. In de eerste fasevan het grondwerk kon hetovergrote deel van de veront-reinigde grond worden verwij-derd en konden de plaatselijkaanwezige obstakels naderworden gelokaliseerd zodatrisico's en vertraging in de ver-volgfase werden geminimali-seerd;? verwijderen resterende obsta-kels en ankerschotten van debestaande kadewand;? aanbrengen en voorspannenverankeringen;? aanbrengen overige damwan-den;? heien van de funderingspalenmet een opzetter;? nat ontgraven tot aanlegniveauvan de constructie op 3,9 m ?NAP;C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gWater b o u w k u n d ecement 2001 3 65in verband met de krachtsover-dracht van de onderwaterbeton-vloer naar de palen tijdens de uit-voeringsfase. Bij de drukpalen dieonderdeel vormen van de poerenzorgen de ribbels tevens voorkrachtsoverdracht in de defini-tieve fase. Op basis van kostenop-gave van de aannemer is uitein-delijk gekozen voor palen met eentweezijdig geprofileerde kop overeen lengte van ca. 2,5 m.Na realisatie van de onderwater-betonvloer worden de palengesneld en wordt de vrijgekomenpaalwapening opgenomen in deconstructievloer in verband metafdrachtvandetrekbelastingindedefinitieve fase. Van de mogelijk-heid wordt namelijk uitgegaandat, door lekkage van de onder-waterbetonvloer, waterdruktussen deze vloer en de construc-tievloer kan opbouwen.OnderwaterbetonDe onderwaterbetonvloer, meteen gemiddelde dikte van 1,0 m,zorgt voor de horizontale wateraf-sluiting van de bouwput. De vloeris gedimensioneerd op 5,6 mwaterdruk. Dit is gebaseerd opeenextremegrondwaterstandvan1,75 m + NAP met een belastings-factor van 1,0 en is verantwoordvoor de uitvoeringsfase.De uiterste grenstoestand is ge-toetst op de drukboogtheorie ende bruikbaarheidsgrenstoestand(waterdichtheid) op basis van deplaattheorie volgens de VBC.De vloer is uitgevoerd in beton-sterkteklasse B 25. Vliegas en eenbeperkte hoeveelheid cement istoegepastterverminderingvandethermische krimp.Geletopdegrotekolomlastenzijnindekeldervloerpoerconstructiesopgenomen. Mogelijke oplossin-gen hiervoor zijn:? poer op de constructievloer;? poer in de constructievloeropnemen;? poer in de onderwaterbeton-en constructievloer integreren.Eerst genoemde oplossing was inverband met de gebruikersvrien-delijkheid van de parkeergarageniet wenselijk en is afgewezen.De tweede oplossing geeft eendikkere constructievloer en eenverhoging van de bouwkostenmet ca. 1,5 miljoen.De laatste oplossing was finan-cieel de meest aantrekkelijkevariant, maar stelde tevens hogeeisenaandeuitvoering.Voorinte-gratieindeonderwaterbetonvloermoet het onderwaterbeton alsgewapend beton worden uitge-voerd. De paalafwijkingen terplaatse van de poeren moetenbeperkt zijn om de plaatsing vande wapening en de krachtswer-king van de poer mogelijk temaken.De poerwapening is uitgevoerdmet geprefabriceerde korven dieop de palen werden gehangen.Deafmetingvandekorvenisafge-stemd op de maattolerantie vanzowelhetonderwaterbetonalshetheiwerk. Vanwege het nauwkeu-rigophoogteuitgevoerdeheiwerken de registratie hiervan, functio-neerde deze uitvoeringstechniekuitstekend.Voorafgaand aan de plaatsing vande korven, werden de palen hori-zontaal ingemeten en konden, bijincidentele grote afwijkingen, dekorven worden aangepast. Na hetleegpompen van de put is vastge-steld dat voor nagenoeg allekorven de plaatsing van de wape-ning binnen de gestelde toleran-ties was uitgevoerd. Incidenteleafwijkingen werden opgelost doorhet bijleggen van wapening in deconstructievloer en het verlengenvan de beugelwapening doormiddel van aangelaste wapening.CompartimenteringDe bouwput is in compartimen-ten verdeeld van maximaal 60 mlengte. De plaats van de compar-timenteringschermen komt over-een met de plaats van de gebouw-dilataties.De bouwput is vanwege de om-vanginmeerderestortvakkenver-deeld.In het ontwerp is uitgegaan vancompartimenteringschermen dietot boven de waterspiegel reiken.De kelder is hierdoor gefaseerduitgevoerd en het risico van stag-natie beperkt.De aannemer heeft gekozen voorhet leegpompen van de bouwputna realisatie van de gehele kelder.Gevolg hiervan is dat de compar-timenteringschermen uitsluitendals stortscherm zijn uitgevoerdmet de bovenkant op 0,5 m bovenhet onderwaterbeton. Dit bete-kende een kostenbesparing op deschermen.Tijdens de uitvoering is vastge-steld dat de lekkages van hetonderwaterbeton zich concen-treerden bij de compartimente-ringschermen en hierdoor be-heersbaar waren. Het dichten7 | Wapeningskorven oppontonC o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gWater b o u w k u n d ecement 2001 366van de lekkages, door middelvaninjecteren,verliepmoeizaam.Zorgvuldigheid was hierbij ge-boden.PuttenIn de keldervloer zijn putten aan-gebracht voor de liftschachten.Deze reiken tot ca. 700 mm in hetonderwaterbeton. De putten zijngerealiseerd met de comparti-menteringsmethode.Hierbij wor-den met damwanden kleinekuipjes in de bouwput gevormdenuitgevoerdingewapendonder-waterbeton. De constructievloerkon hierdoor vervallen.Als alternatief is overwogen deputten door ontgraving ondertalud van de bouwput uit tevoeren. Gezien het aantal en deomvang van de putten was dit nieteconomisch. Uitvoering in gepre-fabriceerdeputtenvielafvanwegede omvang van de putten.Damwanden in combinatie met kel-derwandenVoor de kelderwanden zijn de vol-gende varianten overwogen:? tijdelijke damwanden en eenbetonwand met een dikte van300 mm;? nieuwe permanente damwan-den met slotafdichting en half-steens metselwerk in verbandmet esthetica;? gebruikte permanente dam-wanden. De dikte van debetonschil bedraagt minimaal200 mm, met een maximalehorizontale vervorming van dewand van 50 mm en een plaat-singstolerantie van 50 mm.De laatste is als financieel meestaantrekkelijke oplossing gekozen.Kolommen kelderIn het ontwerp is voor het par-keerdeel uitgegaan van prefabkolommen, B 55.Op verzoek van de aannemer zijnin de besteksfase deze kolommenvervangen door ter plaatse ge-storte kolommen, B 45, met eenmaximale afmeting van 450 mm.Deze maat is gekozen voor degebruikersvriendelijkheid van degarage.KeldertussenvloerDe brandveiligheid van de par-keerkelder wordt gewaarborgddoor ventilatie volgens het tun-nelsysteem.Het gekozen ventilatiesysteemzorgde voor toepassing vanbalken in uitsluitend de langs-richting van de kelder. De balken,afmeting 1500 x 400 mm2 zijn inbreedplaat uitgevoerd met indwarsrichting een breedplaat-vloer, waarvan de dikte 200 mmbedraagt. Op voorstel van de aan-nemer zijn de balkdelen, nabij dekolom, ter plaatse gestort.Begane grondKenmerkend voor projecten metondergrondse parkeergarages enbovenliggende winkels of wonin-gen is verschil in de onderlingedraagstructuur. Het Maagjesbol-werk vormt voor een groot deeleen uitzondering hierop, echterbij een aantal situaties niet. Alsovergangsconstructie was aan-vankelijk gekozen voor een bal-kenstructuur in dwarsrichtingmet balken van 700 mm hoog endaaronder een bouwkundig pla-fond.Opbasisvankostenanalysesis gekozen voor een balkenstruc-tuurinlangsrichtingzonderbouw-kundig plafond. De balken, afme-ting 1400 x 600 mm2, zijn inbreedplaat uitgevoerd. Hiertus-sen een breedplaatvloer, waarvande dikte varieert van 250 tot 350mm,??nenanderafhankelijkvande belasting. Incidenteel zijnvloervelden met een dikte van500 mm en 600 mm opgenomen.T u n n e l v e n t i l a t i eHierbij wordt lucht aan de enezijde van de kelder ingevoerd enaan de andere zijde afgevoerd.Ventilatoren regelen de richtingen intensiteit van de ventilatie.Dit heeft tot gevolg dat in langs-richting van de kelder een lucht-stroom wordt gerealiseerd, die zomin mogelijk door obstakels magworden verstoord.Droge bouwput, onder-waterbeton met paalkoppen
Reacties