OVER HET MAKEN VANVOORSCHRIFTENREACTIE OP HET ARTIKEL BURGERLIJKEONGEHOORZAAMHEIDir.H.A.Ph. van Roosmalen, 's-GravenhageBij de start van de nieuwe beton-? voorschriften werd uiteraarduitgegaan van de VB 74/84. Bijde beschouwing van de artikelen van deVB 74/84 zijn de volgende uitgangs-punten afgesproken:1. Wat kan worden weggelaten?2. Als het artikel moet blijven, kan hetdan misschien eenvoudiger worden ge-redigeerd? .3. Wat moet nog noodzakelijk wordentoegevoegd?Dat ziet er toch gezond uit! Hoe kan hetdan gebeuren dat voorschriften steedstoenemen in omvang en in gecom-pliceerdheid. Voorwie enwaarom is datzo?De praktische invulling van de hiervoorgenoemde uitgangspunten bleek tochiets anders uit te pakken. Aan de verlei~ding om verworvenheden uit de re-search in de voorschriften tot uitdruk-king te brengen kon niet altijd voldoen-de weerstand worden geboden. Ookhetgeen zich afspeelde in de wereld vande Eurocodes heeft daarbij grote in-vloed gehad. Ten slotte was er nog deoverheid, die met haar Bouwbesluit-ei-seneencomplicerende factorwas bij hetformuleren van teksten.De in de produktiesfeer werkende con-structeur had te weinig inbreng. Kri-(vervolg van blz. 40)hebben dat ook gedaan. Op deze wijzekan ook een oplossing worden gevon-den voor het al eerder in Cement aan deorde gestelde budgetprobleem.Wat de ontwerpers van eenvoudigeconstructies met de VBC aan moeten?Daarin is geen van drie erg duidelijk. Sen Br staan even stil bij de onervarenconstructeur, c.q. aankomende techni-cus. Zij zijn het die houvast zoeken invoorschriften. SenBr vinden dat zij hunvakkennis moetenverbreden en verdie-Cement 1991 nr. 6tiekrondes en hearings lossen dat pro-bleem niet op. Als men niet heeft mee-gedaan is kritiek op korte termijn nau-welijks mogelijk. Omdat de datumwaarop hetBouwbesluitvan kracht zoumoeten zijn op voorhand al was vastge~steld, stond het werk van de commissieonder grote tijdsdruk. Daardoor resttenzeer korte kritiekperioden. Er is nauwe-lijks tijd engeld uitgetrokken om de ge-volgen van redactionele teksten en for-mules na te laten rekenen door con-structeurs die dagelijks ontwerpen enrekenen.Onze kennis is niet dermate toegeno-men dat de VBC zo dik moet zijn!Overigens niets danlofomtrentdepres-taties die zijn verricht door de voor-schriftencommissie VC20.Zo ook staalVeel van de hier gegeven constateringenzijn niet uniek voor de betonvoor-schriften. Ook te TGB-staalconstructiesis qua omvang en complexiteit wat uitde hand gelopen. Daarzijn nu drie delentot stand gebracht: 'basis-eisen en basis-rekenregels', 'verbindingen' en 'sta~biliteit'. De regels werden door re-searchmensen voorgesteld en ge-redigeerd. De eindredactie van tech-nische voorschriften hoort mijns in-ziens bij de 'dagelijks' ontwerpendepen. Daarvoor bestaangoede handboe-ken, richtlijnen of de nog minderdwangmatige checklisten, zegt S.Voorschriften mogen en kunnen nooitvervangend zijn voor het ontbreken vanelementaire kennis, meentBr. Hij voegtdaar nog aan toe dat omvangrijke voor-schriften in het algemeen een negatiefeffecthebben op de keuzevanstudentenvoor het desbetreffende vakgebied.Als de conclusie juist is dat de voor-schriften te weinig door de praktischwerkzame constructeur op het gebruikis getoetst, dan kan er vanaf de tweedeen construerende ingenieur te liggen.Bij de TGB Belastingen ligt de zaak nietanders. Bij de Eurocode Beton (EC2)was de Nederlandse inbreng minimaal;het is een voorschrift geworden waar~over men moeilijk enthousiast kan zijn.DeEurocode Staal (EC3) is een gunstigeuitzondering metbetrekking totdeNe-derlandse inbreng. De TGB Staal enEC3 liggen daardoor dicht bij elkaar.Dat kan een voordeel betekenen.De bemanning van voorschriften-commissiesMet enige verbazing keek ik bij mijnkomst in voorschriftencommissies naarde bezetting daarvan. Uiteraard warenmedewerkers van research-insititutenaanwezig. Daarnaast medewerkers vaneen klein aantal grote gemeenten, metname van hun bouwtoezichten, voortsmedewerkers van de Rijksgebouwen-dienst en van de Rijkswaterstaat.Slechts een enkele medewerker vaneen ingenieursbureau was vertegen-woordigd. Naar constructeurs die dage-lijks werkzaam zijn in de produktiesfeerheb ik eigenlijk tevergeefs gezocht. Opmijnvragenin die richtingwerd alsvan-zelfsprekend vastgesteld dat die nietkonden komen, omdat zij moestenwerken(!).Toch is dat de groep waarvoor de voor-helftvanditjaarnogeenhoop kritiekbijbevoegde instanties binnenkomen. Hetsignaleren van deze tekortkomingen isbelangrijk, dat zal iedere redelijk den-kende technicus beamen. Ook, dat hetleerzaam is van elkaars ervaring kenniste nemen. In dit opzicht kan Cementeenrol spelen. VC 20 zal daar ongetwijfeldgraag aan willen meewerken.M.G.P.Nel?ssen41schriften in de eerste plaats worden ge-maakt. Zij moeten er mee (kunnen)werken. Voor de directie van het enkeleingenieursbureau dat het er wel voorover had, geldt dat de uitzondering deregel bevestigt.Alle werk dat nuttig of noodzakelijkwordt geacht heeft zijn prijs. Zo zit onzemaatschappij in elkaar. Niemand werktgraag voor niets. Het advies van een be-lastingconsulent of een advocaat kostwel f 300 ?f 400 peruur.Eenseniorad-viseur in ons vakgebied is daarbij verge-leken goedkoop en kost ongeveer f 200per uur.Het maken van technische voorschrif-ten is moeilijkwerk. Niemand is er echtvoor opgeleid. Naast overzicht in deontwikkelingen en grote kennis van za-ken in het vakgebied, moet men ookkunnen rapporteren in goed Neder-lands. Dat moeilijke werk moet gratisworden verricht. De eer moet genoegzijn. Alleen de rapporteur wordt be-taald. Dit heeft tot gevolg dat die rap-porteur de volle last te dragen krijgt,waardoor zijn invloed onevenrediggrootis. Hij heeft een machtspositie. Datis nietgoed, al is hij nog zo deskundig eninteger.In de drukste VEC-tijd van VC20 werdeen halve dag per 2 weken vergaderd.Voor enige voorbereiding komt daarminimaal nog een halve dag bij. Dat isdan al 10% van de werktijd. Wie brengtdat op? Ik ken medewerkers van deoverheid die tot 30%van hun tijd aan ditsoortwerkbesteden.Hetis bovenalle lofverheven, maar niet goed.Hoe dan wel?Het gehele technische voorschriften-wezen in ons vakgebied moet funda-menteel anders worden georganiseerd.Het maken van voorschriften en hetaanpassen daarvan aan de stand van detechniek is een nimmer eindigende be-zigheid. Zowel nationaal als interna-tionaal. Het kan derhalve niet wordengezien als een activiteit van voorbij-gaande aard die ad-hoc kanwordenver~richt.De medewerking van ambtenaren zal,gezien de afslanking bij de overheid vanvooral technici, nu en in de toekomstniet ofnauwelijks meer kunnen plaats-vinden. Het bedrijfsleven werkt terechtnietmeezonderbetalingvoorhun dien-sten. Bijdragen van TNO Bouwen Ad-viesbureau Hageman worden reeds be-taald.De oplossing ziet er als volgt uit. Er zaleen professioneelgeleid bureau moeten42komen. Dat bureau moet kunnen wer-ken metdebestekrachten uitonsvakge-bied. Het moet in staatzijn betaalde op-drachten uit te geven, zodat ook eenbe-roep kan worden gedaan op het enormepotentieel dat bij de ingenieursbureausaanwezig is. Inhoudelijk zal dan totmeer samenvattende en eenvoudigervoorschriften moeten worden besloten.De kans daarop neemt toe als de invloedvan de praktiserende constructeurgroeit.Gezien de staat van dienst in de organi-satie van het voorschriftenwerk is hetmijns inziens voor de hand liggend datde CUR dat bureau wordt. Het moeteen vaste stafhebben met een vast bud-get, zodat het werk in tijd en geld kanworden geplandenuitgevoerd. De mid-delen kunnen bijvoorbeeld komen uiteen opslag op een ton cement in de be-tonwereld enhetzelfde op eenkgstaalinde wereld van de staalconstructies.Ikzou daaraan devoorkeurgeven bovende onzekereen te kleine subsidiesvan deoverheid.Het belangvan voorschriften en decontrole op de nalevingVoor wie rekent de constructeur eigen-lijk? Voor zijn eigen gemoedsrust? VooreenBouwtoezicht? Wellicht is dit de re-den:'om zijn opdrachtgever en zichzelf eenvoldoende mate van zekerheid te ver~schaffen dat de constructie tijdens de le-vensduur geen grote schadezal oplopen,die hem zou kunnen worden verweten'.Voorschriften zijn daarbij richtingge-vend en normstellend en verschaffeneen eerlijke basis voor gezonde concur~rentie, omdat zij immers voor allen gel-den.Ongehoorzaamheid neemt toe met hetafnemen van controle op de nalevingvan voorschriften. Dat is niet alleen bijconstructeurs zo. In het redactioneelover burgerlijke ongehoorzaamheidvan de constructeur (Cement 1991 nr.2)werd daarop terecht gewezen.De bouwtoezichten hebben er onge-twijfeld toe bijgedragen dat in Neder-land betrekkelijk weinig echte calami-teiten zijn opgetreden. Ofdat zo blijft?De technische kennis bij de bouwtoe-zichten wordt duidelijk afgebouwd. Decontrole zal daardoor eveneens minderworden. De kans op calamiteiten neemttoe, naarmate de controle op de nale-ving van de voorschriften afneemt.Door het ontbreken van de betrokken-heid van de dagelijks ontwerpende con~structeurs bij het tot stand brengen vanvoorschriften enerzijds en de afnamevan de controle door bouwtoezichtenop de nalevingvan die voorschriften an-derzijds, is een zekere mate van burger-lijke ongehoorzaamheid van de con-structeUr in de toekomst niet denkbeel~dig.Cement 1991 nr. 6
Reacties