Over de veiligheid vanbouwconstructiesImpressies van de studiedag 'Veiligheid vanbouwconstructies' d.d. 21 oktober 1982Een studiedag onder voorzitterschap vanprof.ir.D.Dicke die tevens voorzitter is vande normcommissie TGB-Plenair. Bij devoorbereiding ervan waren zowel de staal-en houtwereld als de betonwereld betrok-ken. Een bijzondere gebeurtenis, die welis-waar voor de hand ligt, omdat het onder-werp nauw verband houdt met de komendeherziening van de TGB, de technischegrondslagen voor het bouwen die ons allenaangaan. Ongeveer 300 technici gaven vanhun belangstelling blijk.Het thema 'Veiligheid van bouwconstruc-ties' doet vooral in deze tijd enigszins on-heilspellend aan; bedoeld is echter daarmeeaan te geven dat de veiligheid op een nieuwemanier wordt benaderd. In de afgelopen ja-ren zijn, ook in dit tijdschrift, artikelen gepu-bliceerd over de zgn. Eurocodes die de een-wording van de EG-markt moeten bevorde-Enkele recente publikaties op dit gebied:1. H.H. van Schaik en D.Kooman, Probabi-listische ontwerpmethode; Cement 1979 nr.12, blz. 564-5692. W.R. de Sitter, Veiligheid; Cement 1981nr. 4, blz. 262-2663. Publikatie nr. 1 van de Nederlandse Pro-jectorganisatie Eurocodes, augustus 19824. J.Strating en C.Gouwens, Veiligheid enbouwconstructies; bijlage bij Bouwen metStaal nr. 60, september 19825. CUR-VB-rapport 109, De veiligheid vanbouwconstructies - een probabilistischebenadering; Betonvereniging, oktober 1982ren. Naast de EC1 'Algemeen gedeelte enbelastingen' komen er codes voor de ver-schillende bouwmaterialen. Deze Euroco-des worden gezamenlijk door de EG-partners voorbereid en elk land is gebondenaan met meerderheid genomen besluiten.De genoemde EC1 wordt in. principe de invoorbereiding zijnde nieuwe TGB-Alge-meen met daarin de uitgangspunten voor derekenkundige bepaling van de veiligheidvan bouwconstructies. In de materiaalcodesworden parti?le veiligheidsfactoren aange-geven. D? voorschriften Beton zullen zich inde toekomst gaan conformeren aan EC2'Beton'.De berekeningsfilosofie achter het geheel isde probabilistische benadering van veilig-heidsfactoren. De aandachtige vorser naarliteratuurbronnen op dit gebied heeft inmid-dels al het nodige kunnen verzamelen overdeze grondgedachten*. Daar kan dan nogde syllabus aan worden toegevoegd diedoor de Betonvereniging van deze studie-dag wordt uitgegeven. Daarin treft menonder meer de voordrachten aan van dr.ir.J.Strating, ir.C.Gouwens, ir.A.J.M.Siemesen ir.A.Vrouwenvelder die de bovenge-noemde veiligheidsbeschouwing naderhebben toegelicht.Wij zullen ons vertrouwd moeten maken meteen ontwikkeling van het werken met belas-tingfactoren naar het werken met belasting-en materiaalfactoren (parti?le veiligheids-factoren). Dit klinkt enigszins dwangmatig,maar het is een feit dat deze ontwikkelingenigszins wordt afgedwongen doordat metname de Zuideuropese landen achter dieveiligheidsbenadering staan. Het moet nogworden afgewacht of wat theoretisch eenlogische en geordende gedachtengang is,ook in de praktijk zal bevallen. Er zijn noggeen ervaringen voorhanden van ontwerp-bureaus die er voor de gangbare construc-ties mee hebben geoefend. Brengt denieuwe aanpak voor ontwerpbureaus meerof minder werk met zich mee? Betekent demeer getalsmatige benadering van de vei-ligheid dat ervaring en intu?tie, die ge-talsmatig moeilijk te interpreteren zijn, geenrol meer spelen? Ook een goede bepalingvan de grootte van de parti?le veiligheids-co?ffici?nten voor de verschillende materia-len lijkt geen sinecure.Het pleit voor de organisatie ook een spre-ker te hebben uitgenodigd die tegenspelbood en enkele van de bovengenoemde be-denkingen opwierp. Deze, in de persoon vanir.W.R. de Sitter, bracht naar voren dat deverfijnde ontwerpmethode voorbij gaat aande meest wezenlijke oorzaak van onvol-doende veiligheid, nl. het menselijk falen.Een Frans onderzoek door het bureau Secu-ritas van 10 000 schadegevallen (in 1969-1978) bracht naar voren dat deze voor 88%het gevolg waren van fouten in het ontwerpen de uitvoering. De meningen zijn er oververdeeld of menselijk falen in de zin vanonachtzaamheid, onervarendheid, slechteafstemming tussen ontwerp en uitvoering,verkeerd begrepen instructies e.d., als ba-sisvariabele in probabilistische modellenkan worden opgenomen.Indien dat wel het geval zou zijn, betekentdat waarschijnlijk een zo grote veilig-heidsfactor, dat niet meer van optimaal ma-teriaalgebruik kan worden gesproken. Dediscussie wordt hier niet voor het eerst ge-voerd. Verwezen kan worden naar die in Ce-ment tussen ir. De Sitter en dr. ir. Strati g{Cement 1981, nrs. 4 en 10).Door beide heren, en ook in de discussie van21 oktober, wordt grote waarde toegekendaan kwaliteitsbewakingsprocedures ter be-heersing van de beoogde veiligheid, dusmet inbegrip van het opsporen en voorko-men van menselijke fouten bij ontwerp enuitvoering.Kwaliteitsbewaking gaat verder dan kwali-teitscontrole omdat niet alleen het materiaalwordt beoordeeld, maar ook het bouwwerkdat met materialen tot stand komt. Tegen-woordig spreekt men van kwaliteitsborging,waaronder wordt verstaan: het op peil hou-den van een kwaliteitssysteem met inbegripvan het aantonen dat dit kwaliteitssysteemaan de voorwaarden voldoet.De kwaliteit en veiligheid van bouwcon-structies in relatie tot de nieuwe bereke-ningsvoorschriften, alsmede de wijze waar-op een produkt dient te worden beoordeeld,verdient ons aller aandacht. In het kader vanverdere discussie hierover zullen binnen-kort in Cement enkele artikelen wordengepubliceerd.ing.M.G.P.NelissenCement XXXIV (1982) nr. 12 871
Reacties