W e t e n s c h a pSchadecement 2002 7 89Het lag voor de hand het feno-meen van de onverwacht lagetreksterkte in direct verband tebrengen met ASR. Maar ook be-tonconstructies waarin was vast-gesteld dat er geen ASR wasopgetreden, bleken een lage trek-sterkte te kunnen hebben [2]. Hetbetrof in alle gevallen oudere con-structies, waardoor de veronder-stelling postvatte dat verouderingeen rol speelt. Deze veronderstel-lingslootaanopdegeleidelijkete-ruggang van de treksterkte vanbetonnen proefstukken die gedu-rende 16 jaar in de Noordzeewaren ge?xposeerd aan zeewater[3]. Incidenteel komen in de vak-literatuur ook gegevens over lagetreksterkte voor bij metingen aanbestaande constructies. Het valtdaarbij op, dat deze steeds zonderverder commentaar worden ge-presenteerd. Wellicht komt ditdoordat bij een constructief ont-werp de treksterkte van betonwordt verwaarloosd, waarbij nietwordt beseft dat dit alleen geldtvoor op buiging belaste construc-ties en alleen maar bij het bere-kenen van de draagkracht. Bijhet beoordelen van onder meerde volgende aspecten, speelt detreksterkte wel een constructieverol:? aanhechting en verankeringvan wapeningsstaven;? dwarskracht en pons, voorzover dit niet wordt gedragendoor wapening;? splijten als gevolg van deuvel-werking;? verankering van bouten.De treksterkte speelt eveneenseen rol bij betonwegen en onge-wapende betonproducten.De achtergronden van het feno-meen lage treksterkte zijn nogniethelemaalduidelijk.Maarerisinmiddels zoveel kennis verza-meld, dat het nuttig is de Neder-landsebetonwereldhierovertein-formeren, nadat hierover eerdersummier in Cement was gerap-porteerd [1].O p m e r k i n g e n t e na a n z i e n v a n m a t e r i a a l -e i g e n s c h a p p e n b i jc o n s t r u c t i e s m e t A S RBeton waarin ASR is opgetredenkan worden beschouwd als eenbetonsoort met bijzondere eigen-schappen, waarvan de zwellingeen duidelijk herkenbare is. Omdeze reden worden de verande-ringen in mechanische eigen-schappen meestal gerelateerd aande mate van opgetreden zwelling.Het is echter van belang te besef-fen dat de homogeniteit die wijkennen van normaal beton, in hetgeval van ASR verloren is gegaan.De plaats waar en de heftigheidwaarmee ASR optreedt, varieertsterk. Met name door dit soort va-riaties ontstaan scheuren in hetbeton. In eerste instantie zullende microscheuren groter worden,Onverwacht lage treksterktein betonconstructiesir. A.J.M. Siemes, dr.ir. N. Han en dr. J. Visser, TNO BouwVele jaren lang is erop vertrouwd dat er een ondubbelzinnige relatie bestaattussen de druksterkte en de treksterkte van beton. Dat vertrouwen is zelfs zogroot, dat in de betonvoorschriften de waarde van de treksterkte rechtstreekswordt afgeleid uit die van de betondruksterkte. De verbazing was dan ook erggroot, toen bij onderzoek aan door alkali-silicareactie (ASR) aangetastebetonconstructies bleek [1] dat de treksterkte aanzienlijk lager kon zijn danop grond van de druksterkte werd verwacht. De treksterkte bleek zelfs zo laag,dat bij een aantal van de onderzochte constructies ingrijpende veiligheids-maatregelen moesten worden genomen (foto 1).1 | Lastbeperking op eenviaduct met ASR in ver-band met een vermin-derd draagvermogen.De toelaatbare belastingis gereduceerd van30 ton naar 20 tonW e t e n s c h a pSchadecement 2002 790maarineenlaterstadiumkunnendeze uitgroeien tot forse macro-scheuren. De wijze waarop dit uit-groeien plaatsheeft, wordt in be-langrijkematedoordeconstructiebepaald. Belangrijke parameterszijn hierbij de geometrie, de wa-peningsconfiguratie (in welkemate en in welke richting verhin-dert de wapening de zwelling), dewaterhuishouding (bijvoorbeeld:waar blijft water staan) en de ex-positieomstandigheden. Deze pa-rameters bepalen niet alleen delokale veranderingen van de ma-teriaaleigenschappen, maar heb-benbovendieninvloedopdematevan lokale zwelling die optreedt.De betonconstructies (rijdekkenen sluiswanden) die in dit artikelworden beschreven, zijn geken-merkt zich door een overwegendtweedimensionale wapening. Indikterichting van de plaatvormigeconstructiedelen was nauwelijkswapening aanwezig. Bij het borenvan kernen bleek dat er veelscheuren in het beton aanwezigwaren, die parallel aan de wape-ning liepen (foto 2). Dit is eenbekend fenomeen van ASR. Deaanwezige wapening verhinderthet optreden van zwelling doorASR in de richting van de wape-ning, waardoor het ontstaan vanschade wordt vertraagd. In verti-cale richting van de constructie isgeen wapening aanwezig die hetproces kan vertragen.Bij het beproeven van kernen inde verschillende onderzoeken,moest vaak genoegen worden ge-nomen met materiaal dat zichtussen twee scheuren bevond. Indat opzicht is het dus juister omdeaanditmateriaalgemetentrek-sterkte te benoemen als de rest-treksterkte van het beton in deconstructie. Bij het beoordelenvanhetconstructievegedragmoetdan rekening worden gehoudenmet de invloed van de aanwezigescheuren.A S R e n d a a r m e es a m e n h a n g e n d o n d e r z o e ki n N e d e r l a n dIn de afgelopen jaren is bij enkeletientallen betonconstructies inNederland door middel van on-derzoek de aanwezigheid vanschade door ASR vastgesteld. Bijhet formuleren van dergelijk on-derzoek is in eerste instantie uit-gegaan van een Britse leidraadvoor het beoordelen van de con-structieve gevolgen van ASR [4].In aanvulling daarop zijn kernenuit de betreffende constructiesgeboord, waaraan onder meer dedruksterkte, de splijttreksterkte,de ??nassige treksterkte en deelasticiteitsmoduluszijngemeten.Bij onderzoek aan constructiesbestaat ten aanzien van de relatietussen druksterkte en mate vanschade door ASR in de literatuurweinig discussie. Voor wat detreksterkte betreft lopen de me-ningen flink uit elkaar. In [5]wordt uitgegaan van een reductievan slechts 5%, terwijl in [1]waarden worden genoemd tot82%. Daarmee lijkt de treksterkteeen dubieuze parameter voor hetbeoordelenvanheteffectvanASRop het gedrag van de betoncon-structie. In het onderzoek aan deNederlandse betonconstructies isde ??nassige treksterkte gemetenvolgens RILEM Recommenda-tion CPC 7 aan cilinders met eenlengte gelijk aan tweemaal de dia-meter. De diameter was in begin-sel beperkt tot 75 mm, om zo veelmogelijk tussen de wapening tekunnen boren.De splijttrekproeven en de ??nas-sige drukproeven zijn uitgevoerdovereenkomstig de VBC 1995,met uitzondering van de diame-ter. De richting van de belastingis in figuur 3 schematisch aange-geven. In een deel van het onder-zoek zijn afwijkende belastings-richtingen gehanteerd om de in-vloed daarvan vast te stellen.De gemiddelde waarden van debeproevingsresultaten van 25 on-derzochte betonconstructies zijnin tabel 1 gegeven. In alle onder-zochte constructies was construc-tieve schade aanwezig als gevolgvan ASR. De expansie die was op-getreden in deze constructies,bedroeg in het algemeen 0,5 tot1,0 , met lokale uitschieters.Dergelijke expansies worden al-gemeen gekwalificeerd als gema-tigd. De ouderdom van de con-structies bedroeg 25 tot 40 jaarmet als uitzondering de Noorder-sluis, die ruim70jaar oud was. Deconstructies varieerden voorts intype en in bouwer.Naast de gemeten splijttreksterk-teft,splisindetabelookeenwaardegegeven die is berekend op basisvan de druksterkte f c'met behulpvan de volgende relatie:ft,spl= 1 + 0,05 fc'(1)Voor de constructies waar desplijttreksterktewelwasgemeten,2 | Horizontale scheur-vorming3 | E?nassige trekproef (a),splijttrekproef (b) en??nassige drukproef (c);afmetingen proefstuk-ken, aangebrachte krach-ten en breukvlakkenFFFl=150mml=75mmd=75mmd = 75 mml = 75 mm d = 75 mmgelijmdestaalplaatproefstuka b cW e t e n s c h a pSchadecement 2002 7 91blijkt dat deze relatie ook goedbruikbaar is voor het door ASRaangetaste beton. In de VBCwordt verder aangenomen dattussen de ??nassige treksterkteft,uniaxen de splijttreksterkte devolgende relatie bestaat:ft,uniax= 0,9 ft,spl(2)Uit tabel 1 blijkt, dat de correctie-factor 0,9 bij de onderzochte con-structies niet aanwezig is. Ge-middeld is deze correctiefactor0,5 met een ruime standaardaf-wijking van 0,15. De ??nassigetreksterkte kan dus aanmerkelijklagerkanzijndaninhetalgemeenwordt aangenomen.Uit tabel 1 blijkt:? de gemeten splijttreksterkte isongeveer even groot als de opbasis van de, tijdens de metin-gen aanwezige, betondruk-sterkte berekende waarde; be-trekking (1) is dus nog steedsvan toepassing? de ??nassige treksterkte kanaanmerkelijk lager zijn dan dein betrekking (2) genoemdefactor 0,9; bij kunstwerkA59/6 is die factor slechts0,18; gemiddeld is deze factor0,5 met een standaardafwij-king van 0,15; betrekking 2gaat dus voor het onderzochtebeton niet op.Bij de waarden in tabel 1 moetworden bedacht, dat in de ge-meten waarden ten minste tweeeffecten aanwezig zijn die vaninvloed zijn op het niveau van desterkte. Als gevolg van ASR is desterktegereduceerd(voordedruk-sterkte met naar schatting eenfactor 0,85). Als gevolg van dedoorverharding is de sterkte toe-genomen (voor de druksterktemet naar schatting een factor 2).Deze twee effecten tezamen heb-ben betrekking 1 niet aangetast,maar betrekking 2 voor de ??nas-sige treksterkte wel.Mogelijke verklaringen voor delage ??nassige treksterkte zijnonder meer:? De ??nassige trekproef is erggevoelig voor excentriciteiten.Als gevolg hiervan ontstaanbuigende momenten die ineen deel van het proefstukvoor extra trekspanningenzorgen. Naast excentrisch ge-plaatste trekkoppen moet indit geval ook rekening wordengehouden met excentriciteitenin het beton, die het gevolgzijn van lokale schade enspanningen door ASR. Doordit soort excentriciteiten wordteen waarde gemeten die lageris dan de feitelijke ??nassigetreksterke.? Bij de ??nassige trekproefwordt het gehele proefstukhoog belast; bij splijttrekproe-ven of buigproeven is de hogespanning slechts in een kleindeel van het proefstuk aanwe-zig. De kans dat bij een ??n-assige trekproef in het hoog-belaste gedeelte een defectaanwezig is, waaruit de be-zwijkscheur kan groeien, isbijgevolg groter. De eerder ge-noemde correctiefactor 0,9 inbetrekking (2) tussen de splijt-treksterkte en de ??nassigetreksterkte komt voort uit ditfenomeen. In [6] wordt opbasis van een literatuurstudienaar het effect van ASR en dewijze van beproeven op detreksterkte gesuggereerd, datde correctiefactor bij betonmet veel defecten groter is.? Er zijn andere materiaaldefec-ten aanwezig die leiden toteen ogenschijnlijke verminde-ring van de treksterkte. Dezedefecten zouden dan van eenzodanige aard moeten zijn, datzij alleen optreden bij een ??n-Tabel 1 | Overzicht van de gemiddelde druksterkte, splijttreksterkte en ??nassige trek-sterkte voor verschillende constructies waarin ASR aanwezig is.code gemiddelde gemiddelde gem. ??nassige ft,uniax,m,gem/druksterkte splijttreksterkte treksterkte ft,spl,m,berf c'mft,spl,mft,uniax,m(N/mm2) (N/mm2) (N/mm2)gemeten berekend gemeten (-)*Noordersluis 50,4 3,4 3,5 1,8 0,51A59/1 69,1 niet bepaald 4,5 1,7 0,38A59/2 72,3 niet bepaald 4,6 2,0 0,43A59/3 57,5 niet bepaald 3,9 2,6 0,67A59/4 72,8 niet bepaald 4,6 2,5 0,54A59/5 62,7 niet bepaald 4,6 1,9 0,41A59/6 55,0 4,2 3,8 0,7 0,18A59/7 64,5 4,2 4,2 1,6 0,38A59/8 50,2 4,5 3,5 1,7 0,49A59/9 69,2 niet bepaald 4,5 2,4 0,53A59/10 56,9 niet bepaald 3,8 2,0 0,53A59/11 60,5 3,8 4,0 1,0 0,25A59/12 64,3 niet bepaald 4,2 2,3 0,55A59/13 66,7 niet bepaald 4,3 2,5 0,58A59/14 58,9 niet bepaald 3,9 2,7 0,69A59/15 62,4 4,3 4,1 1,5 0,37A59/16 62,0 niet bepaald 4,1 1,6 0,39A59/17 71,2 niet bepaald 4,6 2,8 0,62A59/18 69,1 niet bepaald 4,5 3,2 0,71A59/19 58,0 niet bepaald 3,9 3,0 0,77A59/20 63,3 niet bepaald 4,2 2,6 0,62Zaltbommel 57,9 2,8 3,9 1,7 0,44Druten 55,0 4,1 3,8 1,3 0,34Stadion 67,7 4,2 4,4 1,6 0,36Kolhorn 55,7 2,9 3,9 1,2 0,31W e t e n s c h a pSchadecement 2002 792assige trekproef en niet bij eensplijttrekproef.Ten aanzien van dit laatste kanworden opgemerkt, dat uit mi-croscopisch onderzoek is geble-ken, dat het onderzochte betoneen aantal microscopisch kleinedefecten bevat, die afwijkend zijnvan gangbaar beton (foto 4). Dezedefecten, die niet zonder meeraan ASR kunnen worden toege-schreven, zijn:? de aanhechting tussencementsteen en toeslagmateri-aal is gebrekkig. Gewoonlijk isongeveer 75% van het opper-vlak van het toeslagmateriaalgehecht. Bij het onderzochtebeton was dat soms maar25%;? het aantal microscheuren inde cementsteen is hoog en dewijdte van de scheuren kanoplopen tot meer dan 0,2 mm;? de water-cementfactor varieertop microschaal tussen 0,45 en0,65. De cementsteen bestaatdus uit afwisselend sterke enzwakke gedeelten.Deze defecten kunnen de lagetreksterkte verklaren. Bovendienkan duidelijk worden gemaaktwaarom hun invloed bij de splijt-trekproef beperkt is. Voor deeerste twee defecten geldt dattijdens de beproeving, door deverticaal aangebrachte geconcen-treerde krachten, in verticale rich-ting een drukspanning ontstaatdie de scheuren dichtdrukt.Tijdens een ??nassige trekproefworden zij juist opengetrokken.Voorhetlaatstedefectgeldtdatbijdrukspanningen de cementsteenpas bezwijkt als het zwakke en hetsterke materiaal volledig op span-ning zijn (parallelwerking). Bijhet op trek belasten zal eerst hetzwakke materiaal bezwijken,waardoor de trekspanning in hetsterkere materiaal toeneemt. Hetproefstukbezwijktuiteindelijkalsde resterende sterke cementsteenniet meer in staat is de uitgeoe-fende trekkracht te dragen.B e p r o e v i n g s f a c t o r e n d i ev a n i n v l o e d k u n n e n z i j no p d e t r e k s t e r k t eDe beschreven resultaten van detreksterkte zijn alle gebaseerd opkernen met een diameter van 75mm die loodrecht op het vlak vande constructie zijn geboord (bijrijdekken dus in verticale richtingen bij sluiswanden in horizontalerichting). Om te kijken of deze be-perkingen invloed hebben op hetbeproevingsresultaat, is beperktaanvullend onderzoek gedaan.In tabel 2 zijn gemiddelde be-proevingsresultaten weergegevenvan onderzoek [2], waarbij ??nas-sige trekproeven en splijttrek-proeven zijn uitgevoerd op ker-nenmeteendiametervan75mm,100 mm en 150 mm en overeen-komstige lengten. De kernen zijnafkomstig van twee verschillendelocaties met verschillende matevan ASR-schade. Bij de ??nassigeproeven is geen significante in-vloed geconstateerd van de proef-stukgrootte. Bij de splijttrekproe-ven nam de treksterkte af met hettoenemen van de diameter.In hetzelfde onderzoek is ookgekeken naar de invloed van deori?ntatie van de kernen. Dekernen waren wederom uit eenrijdek afkomstig uit gebieden metveel en weinig schade. In tabel 3zijn de resultaten van dit onder-zoek samengevat. De ori?ntatievandeproefstukkenhadophetre-sultaat van de splijttrekproevengeen duidelijke invloed. Bij de??nassige trekproeven hadden,voorbeidelocaties,deverticaalge-boorde kernen een duidelijklagere sterkte dan de horizontaalgeboorde.E ? n a s s i g e t r e k s t e r k t e i nb e t o n z o n d e r A S RRecentiseropgewezen[2],dathetfenomeen lage ??nassige trek-sterkte zich ook kan manifesterenin betonconstructies waarin geenASR aanwezig is. Onderzoek aanoude betonconstructies leverdeop, dat er sprake was van een op-Tabel 2| Beproevingsresultaten op kernen met diameter 75, 100 en 150 mm [2]locatie veel schade weinig schadediameter (mm) 75 100 150 75 100 150??nassige treksterkte (N/mm2) 0,6 0,6 0,6 1,4 1,1 1,4splijttreksterkte (N/mm2) - 3,1 2,5 - 4,2 3,5verhouding ??nassig/splijt - 0,19 0,24 - 0,26 0,40Tabel 3 | Beproevingsresultaten op kernen die met verschillende ori?ntaties zijn geboordtreksterkte (N/mm2) ori?ntatie veel schade weinig schadesplijt verticaal 3,1 3,9splijt horizontaal 2,9 3,9??nassig verticaal 0,6 1,2??nassig horizontaal 1,1 1,6??nassig/splijt verticaal 0,19 0,30??nassig/splijt horizontaal 0,37 0,40Tabel 4 | Gemiddelde beproevingsresultaten op betonconstructies zonder ASRcode druk- ??nassige splijttrek- ??nassig/ berekendesterkte treksterkte sterkte splijt splijttreksterkte(N/mm2) (N/mm2) (N/mm2) (N/mm2)Berkum 68 2,6 4,2 0,62 4,4Asperen 56 1,3 niet bepaald - 3,8Amstelveen 61 2,5 4,6 0,54 4,1Utrecht 43 0,7 2,7 0,26 3,24 | Microscopische opnamenvan het beton (a metdoorvallend licht en bmet PFM) met daarinplaatsen met een slechtehechting, grote micro-scheuren en sterk wisse-lende water-cementfac-tor; de grootte van deopnamen is 2,7 x 1,8mm2(R is reagerendetoeslag, g is ASR-gel, z iszand en c is cement-steen)a bW e t e n s c h a pSchadecement 2002 7 93merkelijke verlaging van de ??n-assige treksterkte (tabel 4). Dezeconstructies bleken geen ASR tevertonen. Dit zou kunnen beteke-nen dat de lage waarde in tabel 1voor de ??nassige treksterkte nietalleen aan ASR toegeschrevenkan worden. Gezien de schade dieaanwezig is in deze constructies,mag wel worden aangenomen datASR een bijdrage geleverd heeftin het totstandkomen van de lagewaarden.Bij onderzoek aan twee bestaandekleine stormvloedkeringen aande Duitse Oostzeekust [7], is naastde druksterkte ook de treksterktegemeten. Bij nadere beschou-wingvandezeresultatenblijktdatook in dit geval de treksterkte aan-merkelijk lager is, dan op grondvan de aanwezige druksterkte hadmogen worden verwacht. Deauteurs vermelden dit echter nietals bijzonderheid in hun publica-tie.T e n s l o t t eBij onderzoek naar de construc-tieve gevolgen van ASR werd minof meer toevallig gevonden, dat de??nassige treksterkte aanmerke-lijk lager kan zijn dan op grondvan de eveneens gemeten druk-ensplijttreksterktemochtwordenverwacht. Het ligt voor de handom te veronderstellen, dat dezelage ??nassige treksterkte samen-hangt met de aanwezigheid vanASR in het betreffende beton. Uitmicroscopisch onderzoek blijktechter dat in het beton gebrekenaanwezig zijn, die op zich al eenverklaring vormen voor de lage??nassige treksterkte. Dergelijkegebreken en een lage ??nassigetreksterkte is ook aangetroffen inbeton zonder ASR.Uit een literatuurstudie naartrekproeven op beton blijkt dat de??nassige trekproef niet of nau-welijks wordt gebruikt voor hetmeten van de treksterkte van be-ton. Dit kan een verklaring zijnwaarom over het fenomeen vande ongebruikelijk lage ??nassigetreksterkte niet eerder is gepubli-ceerd. Een andere verklaring is,dat het belang van de treksterktevan beton vaak wordt onderschat.Met name bij het beoordelenvan bestaande, oudere betoncon-structies is het belangrijk om eengoed beeld te hebben van deaanwezige treksterkte, vooral alsdwarskracht moet worden opge-nomen door het beton en nietdoor wapening. Onderzoek [8]heeft uitgewezen dat het dwars-krachtdraagvermogen in dergelij-ke gevallen ook lager is dan pastbij de aanwezige betondruksterk-te,zijhetdatditminderisdankanworden verwacht op grond van de??nassige treksterkte.In de vakliteratuur wordt ook ge-rapporteerd over andere vormenvan lage treksterkte. In een on-derzoek aan beton, vervaardigdmet portlandcement of hoog-ovencement en met verschillendewater-cementfactoren, werd bij-voorbeeld geconstateerd dat na 16jaar expositie in de Noordzee, desplijttreksterktemetglobaal30tot40% was gereduceerd [3]. Deze re-ductie was tot stand gekomen inde periode van 3 tot en met 16 jaarexpositie. Bij het begin van het ex-poseren zijn geen splijttreksterk-ten bepaald. In diezelfde periodeveranderde de druksterkte nau-welijks. De oorzaak van de lagesplijttreksterkte is niet duidelijk.In een onderzoek [9] waarin betonlangdurig is ge?xposeerd aan zoetwater onder zeer hoge druk, is ge-constateerd dat de buigtreksterk-te bij beproeven boven water lageris dan bij aan de atmosfeer ge?x-poseerde proefstukken. Dit ver-schijnsel kan worden toegeschre-ven aan de hoge druk die in depori?n ontstaat tijdens de exposi-tie.De reeks van onderzoeken waar-op dit artikel is gebaseerd maaktduidelijk, dat bij het beoordelenvan bestaande betonconstructies,niet kan worden volstaan met hetmeten van de druksterkte in hetwerk. Zeker als sprake is van on-gebruikelijke scheurvorming, ishet noodzakelijk om ook de splijt-treksterkte en de ??nassige trek-sterkte te meten. L i t e r a t u u r1. Siemes, A.J.M. en J.D. Bakker, Herstel ASR-schade ?Onderzoek naar ASR leidt tot herstel van twintigkunstwerken in A 59. Cement 1997, nr. 10.2. Siemes, A.J.M. en J. Visser, Low Tensile Strength inOlder Concrete Structures with Alkali-Silica Reaction.Proceedings of the 11thInternational Conference onAlkali-Aggregate Reaction in Concrete, Quebec City,Canada, June 2000, pp. 1029-1038.3. CUR-rapport 96-4, Investigation of concrete submer-ged in North Sea water for 16 years. CUR, Gouda,1996.4. Structural Effects of Alkali-Silica Reaction. Technicalguidance on the appraisal of existing structures. TheInstitution of Structural Engineers, London, UK, 1992.5. Ahmed, T., Burley, E. en S. Rigden, Effect of Alkali-Silica Reaction on Tensile Bond Strength of Reinforce-ment in Concrete Tested under Static and FatigueLoading. ACI Materials Journal, Vol. 96, No. 4, July-August 1999, pp. 419-428.6. Han, N., Critical literature review of the effects ofalkali-silica reaction on the tensile strength of concre-te. TNO report 2000-BT-0297, 2000.7. Quitmann, H-D. en O. Hallauer, Bauwerksunter-suchungen an zwei Sturmflutsperrwerken -Ergebnis-sen und Folgerungen f?r die Praxis. Beton 1997, nr. 3.8. Den Uijl, J.A., N. Kaptijn en J.C. Walraven, Shear Re-sistance of Flat Slab Bridges Affected by ASR. Procee-dings of the 11thInternational Conference on Alkali-Aggregate Reaction in Concrete, Qu?bec, Canada,June 2000.9. Clayton N., Concrete strength loss from water pressu-rization. Marine Concrete, The Concrete Society,Londen, 1986.
Reacties