ir.F.BJ.Gijsbers, TNO-Bouw, Lid CUR/VC-20 en CEN/TC250/SC2Het is al weer enige tijd geleden dat in Cement aandacht werd besteed aan de Europeseconstructieve normen op betongebied. De ontwikkeling daarvan gaat echter gestaagdoor, waardoor ook de Nederlandse betonconstructeur meer en meer te maken gaat krij-gen met de consequenties ervan. De procedures om de - nu nog - concept-normen om tezetten in definitieve normen, leiden ertoe dat de huidige nationale normen in de komendejaren geleidelijk vervangen zullen worden door de Europese.Aan ditonderwerp werd op 10 februari jl. een studiedaggewijd, georganiseerd door Beton-vereniging, CUR en NNI. Als introductie op een reeks van artikelen over dit onderwerpwordt in deze publikatie ingegaan op enkele algemene aspecten.ONIMKELINGENSTATUSVANEUROCODESIn Nederland zijn in de afgelopen jaren verschillende nieuwe normen van kracht geworden tervervanging van de oude TGB-serie en de bijbehorende normen uit dejaren zeventig. Zo is deVB 1974/1984 vervangen door NEN 6720, TGB-Beton (VBC1990) ende daarop aansluiten-de technologie- en uitvoeringsnormen.De nieuwe TGB's in de NEN 6700-serie en de daarop aansluitende materiaal- en uitvoerings-normen, hebben met het in werking treden van het Bouwbesluit in 1992 tevens een publiek-rechtelijke statusgekregen, althans voorzover aangewezen in het Bouwbesluit. Dit wil zeggendat, indien bouwconstructies voldoen aan deze normen, tevens is voldaan aan de bouwtech-nische eisen die de overheid op het gebied van constructieve veiligheid aan constructiesstelt.Terwijl de nationale bouwpraktijk ervaring begint op te doen met deze nieuwe normen, komenop Europees niveau de volgende al weer tot stand: de 'Structural Eurocodes' als opvolgersvan de huidige TGB's. Daarnaast wordt ook gewerkt aan een groot aantal Europese produkt-normen.In dit artikel wordt ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van de Eurocodes, de ontwikkelingen de stand van zaken binnen de Europese normalisatie-organisatie CEN, de NAD's (Natio-nale Applicatie Documenten) en de status van de Eurocodes. Tevens wordt de relatie aange-geven tussen de Eurocodes en andere Europese normen op betongebied.OntstaansgeschiedenisIn 1974 werd door diverse internationale technische organisaties afgesproken voorberei-dend werk uit te gaan voeren, dat uiteindelijk zou moeten leiden tot een samenhangend pak-ket van internationale normen op constructief gebied. Deze normen zouden van toepassingmoeten zijn op verschillende types constructies en verschillende constructiematerialen. Debij dit voorbereidende werk betrokken organisaties vertegenwoordigen een zeer breed inter-nationaal technisch en wetenschappelijk draagvlak (tabel 1).Tabel 1Bij de voorbereiding van de Eurocodes be-trokken organisatiesIABSE -- International Association for Bridge and Structural EngineeringCIB -- International Council for Building Research, Studies and DocumentationRILEM -- International Association of the Testing and Research Laboratories forMaterials and Construction-- Euro-International Committee for ConcreteFiP -- International Federation for Prestressed ConcreteECCS -- European Convention for Constructional SteelworksJCCS -- Joint Committee on Structural Safety (als gemeenschappelijke commissievan de eerder genoemde organisaties)ISSMFE -- International Society for Soil Mechanics and Foundation Engineering16Het voorbereidende werk behelsde ?n hoofdzaak het ontwikkelen van een gemeenschappe-lijke veiligheidsfilosofie, alsmede modellen voor materiaalgebonden normen. Daarmee waseind jaren zeventig de basis gelegd voor de 'Structural Eurocodes'.Omstreeks die tijd kwam ook de Europese Commissie in beeld. Omdat de totstandkomingvan deze Eurocodes paste in het Europese beleid tot vergaande harmonisatie van nationalevoorschriften, was de Europese Commissie bereid het voortouw te nemen bij het opstellenvan de 'Structural Eurocodes'. Zij stelde de financi?le middelen beschikbaar en startte eindjaren zeventig het Eurocodeproject.Met diverse E?rocodes werd een begin gemaakt. Hetfeitelijke werk werd uitgevoerd door klei-ne groepen van experts uit de diverse lidstaten van de EG, die werden gevoed vanuit de ach-terban in de lidstaten. De nationale inbreng werd in Nederland georganiseerd door de toen-malige Nederlandse Projectorganisatie Eurocodes (NPE). Daarbij waren diverse nationalenormcommissies als klankbordgroepen betrokken.Na enkele jaren kwamen de eerste concept-versies gereed. Zo werd in 1984 een eerste con-cept van het eerste deel van de Eurocode voor betonconstructies aan de lidstaten aangebo-den voor commentaar. In 1985 werd het commentaar verzameld, dat in totaal 1500 pagina'somvatte. Gedurende 1986 en 1987 werd het commentaar verwerkt tot een tweede concept-versie, die echter niet meer officieel door de Europese Commissie werd gepubliceerd. In dejaren tachtig stelde de Europese Gemeenschap haar beleid namelijk bij. Het ontwikkelen vanallerlei gedetailleerde regelgeving door de Europese Commissie zelf bleek dermate veel tijdte gaan kosten, dat de politieke doelstellingen in het gedrang kwamen. In 1985 werd daaromgekozen voor een 'Nieuwe Aanpak', waarbij de Europese Commissie zelfde kaderwetgevingopstelt, onder meer via Europese Richtlijnen die bindend zijn voorde lidstaten. Zo is voordebouw onder meer de Richtlijn Bouwprodukten, die eind 1988 werd vastgesteld, van belang.Met deze 'Nieuwe Aanpak' werd het opheffen van de Europese binnengrenzen in 1992beoogd. De harmonisatie van allerlei nationale technische documenten die handelsbelem-merend werkten, werd overgelaten aan daartoe beter uitgeruste organisaties. E?n van die or-ganisaties is het in 1961 opgerichte Comit? Europ?en de Normalisation (CEN). CEN is eenprivate organisatie voor Europees normalisatiewerk, waarvan de normalisatie-instellingenvan de lidstaten van de Europese Unie en van de Europese Vrijhandels Associatie (EVA) lidzijn (tabel 2).Vanaf de oprichting wordt in CEN-verband gewerkt aan het opstellen van Europese normenop een breed terrein. Het nieuwe Europese beleid is er op gericht om een deel van deze nor-men een functie te geven in het verlengde van de Europese Richtlijnen.Het nieuwe beleid had tevens als consequentie dat het gehele Eurocodewerk in 1989 doorde Europese Commissie werd overgeheveld naarCEN. Daarmee is de ontwikkeling van de Eu-rocodes een echte normalisatie-aangelegenheid geworden, waarop de nationale normali-satie-instellingen direct invloed kunnen uitoefenen. Vanuit Nederland gebeurt dat via het Ne-derlands Normalisatie-instituut, lid van CEN, waarbij de betononderwerpen, ingevolge af-spraken tussen NNI en CUR, door CUR worden behartigd.Ontwikkeling van normen binnen CENDoor de formele inschakeling van CEN na 1985 is het Europese normalisatiewerk zeer sterkin omvang gegroeid. De Technical Board van de CEN is uiteindelijk verantwoordelijk voor deprogrammering en beheersing van het werk. Om dit op adequate wijze te kunnen doen heeftCEN de meeste onderwerpen voor normalisatie in sectoren ondergebracht. De taken van deTechnical Board zijn daarbij gedeeltelijk gedelegeerd naar de 'Sectorial Boards' (BTS) dievoor elke sector zijn ingesteld (tabel 3).De meeste activiteiten op het gebied van de bouwvallen binnen de sector voor Building andcivil engineering. In deze sector zijn circa 50 Technische Commissies (TC's) actief, die met el-kaar verantwoordelijk zijn voor de normalisering van ruim 1500 onderwerpen. OnderEUROPESEBETONNORMENHet artikel Ontwikkeling en status vanEurocodes is het eerste in een serie overEuropese betonnormen. In de komendemaanden zijn de volgende artikelen teverwachten:? ENV 206, door ing.C.Souwerbren;? ENV-1992-1-1 en bijbehorende NAD (debetonnorm), inclusief rekenvoorbeelden,door ir.R de Jong en ing.J.Stasse;? Demonstratieproject Europeseregelgeving:- inleiding, door ir.G.RL den Boer;- ontwerp van het RIVM gebouw, doorir.C. van Weeren;- bouw schipholtunnel, door ing.R.Sagelen ing. C.Hansen;? Internationale hulpmiddelen voorconstructeurs, door prof.ir.Ch.J.Vos.Tabel 2Lidlanden van de CENEU-landen EVA-landenBelgi? FinlandDenemarken NoorwegenDuitsland OostenrijkFrankrijk IJslandGriekenland ZwedenIerland ZwitserlandItali?LuxemburgNederlandPortugalSpanjeVerenigd Koninkrijk17Tabel 3Sectorale organisatie van CENCEN/TC's fungeren ?n een aantal gevallen subcommissies (SC's) die delen van het werk uit-voeren.DeTC'sen SC's worden bemand door afvaardigingen van de normalisatie-instellingen van deCEN-leden. In Nederland is hetzo georganiseerd dat de standpunten worden geformuleerd inde als klankbord fungerende overeenkomstige nationale NNI-normcommissies, hetgeenvoor betononderwerpen tevens CUR-voorschriftencommissies zijn. De Nederlandse delega-ties naar de CEN/TC's bestaan steeds uit ??n of meer leden van deze CUR/NNI-commissies.Normen die door CEN zijn opgesteld worden aangeduid met EN (Europese norm) en wordenin Nederland door het NNI als NEN-EN gepubliceerd. EN's ontstaan hetzij direct, hetzij vooraf-gegaan door een ENV (Europese voornorm) (tabel 4).Tabel 4Twee EN-voortrajectenIn het eerste geval wordt voorafgaand aan de EN-publikatie een concept-versie als prEN uit-gebracht voor een commentaarperiode van zes maanden. Na het verwerken van het com-mentaar wordt de herziene versie in stemming gebracht, hetgeen uiteindelijk leidt tot hetvaststellen van de EN. Vervolgens wordt de EN door de CEN-leden gepubliceerd (in Neder-land als NEN-EN) en worden ermee strijdige nationale normen ingetrokken.Voor onderwerpen waarvoor internationale overeenstemming wat moeilijker ligt, kan het tra-ject via de Europese voornorm worden gevolgd. Een ENV wordt ook voorafgegaan door eenconcept-versie, de prENV, voor commentaar en vaststelling van de ENV via formele stem-ming. De ENV wordt vervolgens vooreen periode van driejaargepubliceerd door de CEN-le-den (in Nederland als NVN-ENV) en bestaat dan naast nationale normen op hetzelfde ge-bied. Aan het einde van deze periode, die bedoeld is om ervaring met de ENV op te doen, zijner drie mogelijkheden voor het vervolg:? de ENV-periode wordt ??nmaal met twee jaar verlengd;? de ENV wordt na aanpassing opnieuw als ENV gepubliceerd;? de ENV wordt, al dan niet na aanpassing, als EN gepubliceerd.In al deze gevallen worden weer formele stemprocedures gevolgd. Uiteindelijk leidt het pro-ces tot het vaststellen van een EN, die vervolgens weer door de CEN-leden wordt gepubli-ceerd (in Nederland als NEN-EN), terwijl ermee strijdige nationale normen worden ingetrok-ken. Afhankelijk van de gevolgde procedure kan het velejaren duren voordat een EN is vastge-18steld. Het proces is echter in volle gang en op termijn zullen de huidige Nederlandse normen(NEN's) dan ook geleidelijk aan worden vervangen door de Europese (NEN-EN's).Stand van zaken Eurocodes binnen CENEr zijn momenteel zeven CEN/TC's waarvan het werk direct betrekking heeft op betoncon-structies (tabel 5). E?n van deze commissies, CEN/TC 250, is in 1989 ingesteld om de doorde Europese Commissie naar CEN overgehevelde Eurocodes verder te ontwikkelen als nor-men op constructief gebied. Onder TC 250 functioneren negen subcommissies, die elk ver-antwoordelijk zijn voor een deel van het op te stellen pakket normen (tabel 6).CEN/TC 51 Cement and building limesCEN/TC 104 ConcreteCEN/TC 154 AggregatesCEN/TC 177 Light weight concreteCEN/TC 229 Prefabricated concrete productsCEN/TC 250 Design rules of structuresECISS/CEN/TC 19 Steel for concrete reinforcing and prestressing** Deze commissie ressorteert rechtstreeks onder de Technical Board.Tabel 5Constructief beton en CEN-TC'splenaire commissieTC/250 Design rules of structuressubcommissies onderwerpTC/250/SC 1 Basis of design and actionsTC/250/SC 2 Design of concrete structuresTC/250/SC 3 Design of steel structuresTC/250/SC 4 Design of composite steel and concrete structuresTC/250/SC 5 Design of timber structuresTC/250/SC 6 Design of masonry structuresTC/250/SC 7 Geotechnical designTC/250/SC 8 Seismic resistant design of structuresTC/250/SC 9 Design of aluminium alloy structuresTabel 6Structuur van TC 250Deze structuur wijkt overigens nauwelijks af van de Nederlandse structuur van TGB-commis-sies, waardoor de Nederlandse inbreng in het Europese werk ook vrij eenvoudig te organise-ren is. Hetzelfde geldt voor de opbouw van het pakket Eurocodes (tabel 7). Ook deze vertoontveel gelijkenis met de huidige Nederlandse TGB-serie. Uiteraard is dit geen toeval, maar hetgevolg van het feit dat bij de opzet van de nieuwe TGB's ook al werd geanticipeerd op de Euro-pese ontwikkelingen.Tabel 7In voorbereiding zijnde Eurocodes19De subcommissie van CEN/TC 250 die verantwoordelijk ?s voor de constructieve betonnorm,stelt een pakket normdelen op die aanvankelijk door CEN als Europese voornormen (ENV's)worden gepubliceerd. Het gaat om de in tabel 8 opgenomen delen.Tabel 8Europese voornormen voor betonconstruc-tiesnummer publikatie onderwerpENV 1992-1-1 dec. '91 General rules and rules for buildingsENV 1992-1-2 eind '94 Supplementary rules for structural fire designENV 1992-1-3 medio '94 Supplementary rules for precast concrete elementsand structuresENV 1992-1-4 medio '94 Supplementary rules for the use of light weightaggregate concrete with closed structureENV 1992-1-5 medio '94 Supplementary rules for the use of unbonded and ex-ternal prestressing tendonsENV 1992-1-6 medio '94 Supplementary rules for plain or lightly reinforcedconcrete structuresENV 1992-2 1996 Reinforced and prestressed concrete bridgesENV 1992-3 1996 Concrete foundationsENV 1992-4 na 1996 Liquid retaining and containment structuresENV 1992-5 na 1996 Marine and maritime structuresENV 1992-6 na 1996 Massive structuresZoals uit de opsomming blijkt, is tot op heden pas ??n deel door CEN gepubliceerd, namelijkhet deel 1-1 'General rules and rules for buildings'. Ook heeft CEN de overeenkomstige delenvoor staalconstructies (ENV 1993-1-1) en voor staal-betonconstructies (ENV 1994-1-1) ge-publiceerd. De planning houdt in dat erde komendejaren een groot aantal delen van de Euro-codes met ENV-status op ons afkomt.In de ENV 1992-1-1 wordt ook naar andere normen verwezen: enerzijds andere Eurocodesbinnen het pakket zoals die voor de belastingen, anderzijds de materiaalnormen, die doorandere CEN/TC's worden opgesteld. De belangrijkste verwijzingen hebben betrekking op dein tabel 9 opgenomen normen.Tabel 9Normen waarnaar in ENV 1992-1-1 wordtverwezennorm opgesteld door betreftEN 1991 CEN/TC 250 Eurocode Basis of Design and ActionsEN 206 CEN/TC 104 Beton (voornamelijk technologie)EN 10080 ECISS/CEN/TC 19 BetonstaalEN 10138 ECISS/CEN/TC 19 VoorspanstaalOverigens verkeren al deze normen waarnaar wordt verwezen nog in het ontwerpstadium. Inaanvulling hierop wordt ook een norm voor de uitvoeringvan betonconstructies opgesteld.Dit gebeurt door een subcommissie van CEN/TC 104. De bedoelingdaarbij is dat de op de uit-voering betrekking hebbende delen in de ENV 1992-1-1 en in de ENV 206 in de toekomst wor-den overgeheveld naar deze uitvoeringsnorm.Binnen CEN is door verschillende landen de wens geuit dit pakket betonnormen in de toe-komst als EN's gelijktijdig beschikbaar te laten zijn, zodat ze ookgelijktijdig nationaal gepubli-ceerd kunnen worden.Eurocode gecombineerd met NADNa deze wat meer algemene informatie zal nu worden ingegaan op de opzet van de Euroco-des en het waarom van NAD's. De gehanteerde veiligheidsfilosofie komt overeen met die inde Nederlandse TGB's. Zowel de uiterste grenstoestand als de bruikbaarheidsgrenstoe-stand dienen te worden getoetst, waarbij gebruik wordt gemaakt van parti?le veiligheidsfac-toren, zowel aan de kant van de belastingen als aan de kant van de sterkte. Verder wordt on-20derscheid gemaakttussen zogenaamde 'Principles' en 'Application rules'. De systematiek is,dat altijd aan de 'Principles' moet worden voldaan, hetgeen per definitie hetgeval is als de 'Ap-plication rules' worden toegepast. De mogelijkheid wordt opengelaten dat gebruik wordt ge-maakt van alternatieve methoden, op voorwaarde dat wordt aangetoond dat daarmee aande 'Principles' wordt voldaan. Met name de ENV1992-1-1 bevat verder een groot aantal de-tailleringsregels.Boxed valuesEen bijzonderheid van de Eurocodes is dat er zogenaamde 'boxed values' in voorkomen(fig. 1). Deze 'boxed values' betreffen de in de Eurocodes voorkomende waarden voor parti?-le veiligheidsfactoren alsmede waarden in detailleringsregelsen dergelijke. Ook na lange dis-cussie kon over de desbetreffende waarden geen internationale overeenstemming wordenbereikt. Ten slotte is besloten tot het opnemen van omkaderde richtwaarden, waarvan doorde verschillende landen mag worden afgeweken. In de ENV 1992-1-1 komen ongeveer 200van deze 'boxed values' voor. De doelstelling is om dit aantal op termijn zoveel mogelijk te re-duceren.Nationaal Applicatie Document (NAD)Doordat in de ENV 1992-1-1 enerzijds normen worden aangewezen die nog niet formeel be-staan, terwijl er anderzijds nogal wat 'boxed values' in voorkomen, is het document in geenenkel land zonder meer operationeel. Dit wordt opgelost door in elk land een bijbehorend Na-tionaal Applicatie Document (NAD) op te stellen. In het Nederlandse NAD worden w?l formeelbestaande normen aangewezen, zoals onze TGB-belastingen, en worden voor de 'boxed va-lues' de in Nederland van toepassing zijnde waarden gegeven. De combinatie van beide do-cumenten is daarmee passend gemaakt in het nationale normenstelsel, waardoor het in depraktijk kan worden gebruikt. Vervolgens kan met de ENV ervaring worden opgedaan, die zalworden meegenomen bij het formuleren van het Nederlandse commentaar aan het eindevan de ENV-periode.In Nederland is bij het opstellen van het NAD als uitgangspunt gehanteerd dat het veiligheids-niveau dat wordt bereikt met de ENV-NAD, ten minste gelijk moet zijn aan het niveau dat vol-gens de Nederlandse bouwregelgeving is vereist. Op het waarom daarvan wordt nog terugge-komen bij de behandeling van de status van de Eurocodes.Behalve de waarden voor de 'boxed-values' zijn in het Nederlandse NAD ook nog enkele in-houdelijke aanpassingen en aanvullingen opgenomen. Met dit laatste is overigens terughou-dend omgegaan, teneinde het Europese harmonisatiedoel niet onnodig te frustreren.De NAD voor ENV 1992-1-1 is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de normcommissievoor het ontwerpen en berekenen van betonconstructies (CUR-voorschriftencommissieVC-20). In andere landen gebeurt dit veelal op soortgelijke manier. Omdat die landen echterafwijkende NAD's hebben, dient in elk land het daar geldende NAD te worden toegepast.Daardoor is er dus nog steeds sprake van verschillen. Op termijn zullen die verschillen echtersteeds kleiner worden, zodat er sprake is van een geleidelijk toenemende harmonisatie.NAD's worden uitsluitend in combinatie met Eurocodes toegepast. Bij andere Europese nor-men is er somsooksprake van nationale toevoegingen, die echter'nationale bijlage' wordengenoemd. Ook bij de ENV 206 behoort bijvoorbeeld zo'n nationale bijlage. Het principe vanNAD's is overigens niet beperkt tot Eurocodes met ENV-status. De verwachting is dat ook in-dien de Eurocodes in de toekomst worden omgevormd tot EN's, er nog sprake zal zijn vanNAD's. De reden hiervoor is dat de vaststelling van vereiste veiligheidsniveaus voorlopig blijftvoorbehouden aan de overheden van de afzonderlijke landen.We komen hiermee op de vraag naar de status van de Eurocodes.21Status van de EurocodesVanaf het begin van de ontwikkeling van de Eurocodes is er, zowel op Europees als op natio-naal niveau, discussie gaande over de vraag wat nu eigenlijk de status is van de Eurocodes.Hoewel die discussie nog steeds niet is be?indigd, kan er over die status toch iets worden ge-zegd.Vanuit de Europese Commissie gezien kunnen de Eurocodes worden aangemerkt als zoge-naamde Europese A-normen, zoals bedoeld in de onlangs vastgestelde Basisdocumentendie behoren bij de Europese Richtlijn Bouwprodukten. A-normen zijn daarin namelijk gedefi-nieerd als normen op bouwwerkniveau.Verder kent de Europese Richtlijn Bouwprodukten Europese B-normen, zijnde normen voorbouwprodukten. Het z?jn juist deze produktnormen die een rol moeten spelen bij de verwe-zenlijkingvan het doel van de Richtlijn Bouwprodukten: het wegnemen van belemmeringen inde internationale handel van bouwprodukten. Voorbeelden van dergelijke B-normen zijn de invoorbereiding zijnde Europese normen voor betonstaal en voorspanstaal.De B-normen worden door CEN opgesteld op grond van nog te verstrekken definitieve man-daten door de Europese Commissie aan CEN. Indien deze gemandateerde produktnormengereed en geaccepteerd zijn door de Europese Commissie, iser in de zin van de Richtlijn spra-ke van geharmoniseerde normen die door de lidstaten van de Europese Unie moeten wordengeaccepteerd. Produkten die aan deze B-normen voldoen worden voorzien van een CE-mar-kering en zijn vervolgens vrij verhandelbaar op de Europese binnenmarkt.Met de A-normen, zoals de Eurocodes, ligt dat fundamenteel anders. De Richtlijn Bouwpro-dukten biedt namelijkgeen juridische mogelijkheden om A-normen bindend aan de lidstatenvan de Europese Unie op te leggen. In tegenstelling tot eerdere verwachtingen zullen door deEuropese Commissie dan ook vermoedelijkgeen definitieve mandaten aan CEN worden ver-strekt om de Eurocodes op te stellen. In dit licht bezien vormen produktnormen die verwijzin-gen bevatten naar de Eurocodes, een probleem.Een voorbeeld daarvan is de vorigjaar als prEN-1168 in Nederland gepubliceerde groene ver-sie van de CEN-norm voor voorgespannen kanaalplaatvloeren, die is opgesteld door CEN/TC229 en waarvan onlangs de kritiekperiode is afgelopen. Deze norm is voor wat betreft de re-kenregels gebaseerd op de ENV1992-1-1 en bevat dan ook diverse verwijzingen daarnaar.De vraag is echter of een dergelijke norm dan wel door de Europese Commissie kan wordengeaccepteerd als geharmoniseerde norm. Tussen CEN en de Europese Commissie wordt nogsteeds overleg gevoerd om na te gaan of de Eurocodes niet toch een formele rol kunnen gaanspelen in het kader van ??n of meer Europese Richtlijnen.Overigens vindt de Europese Commissie het een prima zaak dat de Eurocodes in het CEN-cir-cuit vrijwillig verder worden ontwikkeld, omdat dit uiteindelijkzal bijdragen tot een verdere Eu-ropese harmonisatie.Als Nederland als lidstaat van de Europese Unie niet verplicht is om de Eurocodeste accepte-ren, dan is de vraag vervolgens welke toepassingsmogelijkheden er zijn voor de ENV1992-1-1. Dit moet worden beoordeeld vanuit de Nederlandse publiekrechtelijke bouwregel-geving, waarin het Bouwbesluit een centrale rol speelt. Daarin zijn technische voorschriftenopgenomen waaraan bouwwerken in Nederland moeten voldoen. Op het gebied van de con-structieve veiligheid zijn die voorschriften onder meer opgenomen in artikel 2 van het Bouw-besluit:Art. 2.1Een in NEN 6 702 bedoelde uiterste grenstoestand van een bouwconstructie mag... bij de indie norm bedoelde fundamentele belastingscombinatie niet zijn overschreden.Art. 2.4.bHet niet overschrijden van een uiterste grenstoestand... moet zijn bepaald overeenkomstigNEN 6720... indien de bouwconstructie is vervaardigd van in die norm bedoeld steenachtigmateriaal...22Volgens art. 2.4.b wordt op dit punt aan het Bouwbesluit voldaan als betonconstructies vol-doen aan NEN 6720, zijnde de TGB Beton (VBC1990). Vervolgens biedt art. 2.5 een openingvoor de toepassing van ENV 1992-1-1:Art. 2.5Indien een... andere bepalingsmethode is toegepast dan in het vierde lid is bedoeld, moethet niet overschrijden van een uiterste grenstoestand... zijn bepaald overeenkomstig NEN6700.In NEN 6700, de TGB Algemene Basiseisen, worden de betrouwbaarheidsniveaus gegevenwaaraan bouwconstructies in Nederland ten minste moeten voldoen. Indien dus een bepa-lingsmethode wordt toegepast die ten minste tot dit betrouwbaarheidsniveau leidt, dan isdaarmee voldaan aan het Bouwbesluit. Deze aansluiting aan NEN 6700 is opgenomen in hetNederlandse NAD behorende bij NVN-ENV1992-1-1:Bouwconstructies die gebouwd zijn overeenkomstig de combinatie van NVN-ENV 1992-1-1en dit NAD mogen geacht worden ten minste hetzelfde niveau van sterkte ...te bezitten als in-gevolge artikel 5.3 van NEN 6700 ... wordt ge?ist.Dit is uitgangspuntgeweest voor de vaststelling van de diverse 'boxed values' en van de overi-ge in het NAD voorkomende bepalingen. Constructies die voldoen aan de NVN-ENV 1992-1-1met het bijbehorende NAD, voldoen daarom aan de daarop betrekking hebbende voorschrif-ten van het Bouwbesluit. Als zodanig is er sprake van een zekere vorm van gelijkwaardigheidmet N EN 6720, TGB Beton. Toch is hiermee niet het laatste woord gezegd, omdat de accepta-tie is voorbehouden aan de instanties die in Nederland de bouwvergunningen verstrekken,de gemeenten dus.Op dit moment is moeilijk te voorspellen hoe de Eurocode in de toekomst als NEN-EN met bij-behorend NAD in Nederland kan functioneren. Enerzijds zou het NNI ingevolge de CEN-regelsNEN 6720 moeten intrekken bij de publikatie van de NEN-EN, anderzijds kan een norm meteen publiekrechtelijke status zoals de NEN 6720, niet zomaar worden ingetrokken omdatdan het Bouwbesluit niet kan functioneren. Verder is de Nederlandse overheid niet interna-tionaal verplicht om de Eurocode met NAD te accepteren en aan te wijzen. Over deze proble-matiek is nog discussie gaande zoals eerder opgemerkt. De verdere ontwikkelingen zoudenertoe kunnen leiden dat de vervanging van NEN 6720 door een Europese norm in de toe-komst door de overheid wordt overgenomen. Vervolgens kan in het Bouwbesluit de aanwij-zing van NEN 6720 worden vervangen door de NEN-EN-1992 met bijbehorend NAD, zodat deEurocode een publiekrechtelijke status krijgt. Zover is het echter voorlopig nog niet.Ten slotteMet het voorgaande is een poginggedaan om eniginzichtte geven in de huidige stand van za-ken rondom de Europese normen. Daaruit blijkt dat nog niet alles vast staat, waardoor er nunog een aantal vragen onbeantwoord moet blijven. Wel is duidelijk dat er een internationaletrein op de rails is gezet die snelheid maakt. Die trein gaat door en meerijden is ook in het be-langvan de betonwereld in Nederland, want de Europese betonnormen worden straks in Eu-ropa en dus ook in Nederland toegepast. De nu nog aanwezige knelpunten worden daarbijongetwijfeld gaandeweg opgelost.23
Reacties