C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n g
B e r e k e n i n g
70 cement 2007 3
h
1
h1h2d
a = 280 mm
= 400 mm
= 244 mm
= 150 mm d
a h
2 a
A
A doorsnede A-A
kolom
balk
balk
A
Adoorsnede A-A
kolom 2 3
2
3
0
0
6,3
13,8
1,4
gL
gL= f ( h 2/ h1)g
L= 6,3
h
2/ h1
prof.ir. C.S. Kleinman, TU Eindhoven, fac. Bouwkunde,
Constructief Ont werpen
Bij berekeningen van nokken en tanden zien we vaak dat
deze op dezelfde manier worden behandeld, waarbij ver-
wezen wordt naar NEN 6720. De grotere dwars-
krachtslankheid voor tanden wordt niet meegenomen,
omdat gesteld wordt dat de ophangwapening de functie
van starre ondersteuning in het gehanteerde vakwerk-
model kan vervullen. Dat dit onjuist is werd toegelicht in
Cement 2006 nr. 7. Ter validatie werden begin dit jaar
proeven op ware grootte uitgevoerd, waarvan in het
vorige nummer van Cement verslag werd gedaan. In dit
artikel wordt een rekenvoorbeeld gegeven, alsmede een
voorstel tot wijziging van de voorschriften.
In een kader aan het eind van het artikel reageert Voor-
schriftencommissie 20 met een wijzigingstekst uit het
najaar 2007 te publiceren wijzigingsblad A4.
Een in de huidige constructiepraktijk veel voorko-
mend detail is in figuur 1 afgebeeld. Dit detail wordt
veelal gewapend als weergegeven in figuur 2, waarbij
de tandoplegging als console wordt gedimensioneerd.
De onderwapening in de balk wordt hierbij omhoog
gevoerd en beschouwd als ophangwapening. In een
aantal gevallen worden beugels toegepast en wordt
het zwaartepunt van de ophangwapening gerelateerd
aan de richting van de drukdiagonaal.
In het hier volgende artikel wordt een rekenvoorbeeld
nader uitgewerkt. Dit rekenvoorbeeld is ontleend aan
het voorbeeld dat gehanteerd werd in Cement 2004
nr. 5 [1].
In de vorige artikelen [ 2] en [ 3] werd geconcludeerd
dat bij de als figuur 2 gewapende tand sprake is
van een krachtswerking die kon worden benaderd
met een dwarskrachtslankheid van
? = 2,3 . De ver- h ouding balkhoogte / tandhoogte bedraagt hierbij
h
2 /
h 1
= 400 /280 = 1,43 . Voor maten en definities
zie figuur 3.
Conform art. 8.2.3.1 van de VBC is de hierbij pas-
sende
g
?
= 1 +
2,3 2
= 6,3.
De tand maakt veelal onderdeel uit van een slanke
balk, waarvoor conform art. 8.2.3.1
de k ?
= 1, en de
dwarskrachttoets plaatsheeft met:
?? 1
= 0,4 ·
f b
·
k ?
·
k h
· 3 ?
___ ? 0
> 0,4 ·
f b
Indien de balk over de gehele lengte de afmeting
h
1
zou hebben, moet de
? 1
worden berekend met een
k
?
= 1, betrokken op de nuttige hoogte d. Deze d is in
een orde van grootte van (0,85 - 0,90) ·
h
1
.
In dit geval derhalve een
d = 280 - 20 - Ø8 - 1/2 · Ø16 =244 mm, zijnde
d = 0,87 · h
1
Dit betekent dat gerekend moet worden met een
k
?
= 0,87 indien we de ? 1
-toets betrekken op de volle-
dige
hoogte
h
1
.
Aangezien
k
?
= 12/
g ?
indien
A 0
/bd = 1 en
g ?
= 1 + ? v 2
vinden we
g
?
= 13,8 en ? v
= 3,6.
R
esumerend : h
2
/ h 1
= 1,43 ? v
= 2,3 g ?
= 6,3
h
2
/ h 1
= 0,0 ? v
= 3,6 g ?
= 13,8
Nokken met die Tanden! (3)
1 | St a n d a a r d o p l e g d e t a i l
2 | G e b r u i ke l i j ke wa p e n i n g 3
| M a a t vo e r i n g t a n d o p l e g g i n g r e ke nvo o r b e e l d
4 | I nv l o e d d wa r s k r a c h t s l a n k h e i d
C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gB e r e k e n i n g
cement 2007 3 71
Voorgesteld wordt om voor tussenliggende waarden
lineair te interpoleren, als weergegeven in figuur 4.
We vinden dan:
?g
? = 13,8 (1 - 0,388 h 2
/ h 1
) Ö 6,3
?k
?
= 12 ___
g ?
3 ?
___
A 0 ___ bd ?
?
? ?
We passen dit toe op het rekenvoorbeeld uit Cement
2004 nr. 5 blz. 68 e.v.
In figuur 5 is een overzicht gegeven van de geometrie
en de wapeningsconfiguratie.
In genoemd artikel [1] wordt in het kader van de
scheurvorming gesteld:
"H
et?verdient? daarom?aanbeveling? altijd?diagonale? wape-
ning
? toe? te?passen? als?in?"figuur? 6"?is?aangegeven."
Helaas wordt geconstateerd dat hieraan in de praktijk
vaak geen gehoor wordt gegeven; er wordt overigens
in de VBC ook niet gepreciseerd wat de afmetingen
van deze wapening moeten zijn. In genoemd reken-
voorbeeld heeft deze wapening overigens geen
invloed
op de bepaling van de
? 1 .
D e c o n s o l e
Gegevens (fig. 5):
staalsoort: FeB 500 voor hoofdwapening
beugels
sterkteklasse beton: B 25
milieuklasse: 2
belastingsfactoren:
? G
= 1,2 en ? Q
= 1,5
belastingen:
F
vg rep
= 100 kN
F
vq rep
= 60 kN
F
h rep
= 15 kN
Bepaling
? hoofdwapening
Volgens NEN 6720 art. 9.11.7.2.
b = 220 mm
a = 220 + 340 = 560 mm
Rekenwaarden:
V = 1,2 · 100 + 1,5 · 60 = 210,0 kN
H = 1,5 · 15 = 22,5 kN
Trekkracht staal:
?N
s = 560 (a) _______
310 (c)
· 210 + 22,5 = 402 kN
?A
s
= 402
· 10
3 ________ 435
=
925
mm 2
Kies: 5 Ø16 = 1005
mm
2 NEN 6720 art. 8.7.2 Scheurvorming
?? s
: =
319 N/ mm 2
Staafafstand s ? 100 mm, voldaan wordt aan voor-
waarde b.
Ophangwapening:
Benodigd
A
s = 210
·
10
3 ________ 435
=
482
mm 2
Plaatsing: na overweging
? 1
.
Toetsing? dwarskracht
Gegeven:
b = 400 mm; h = 430 mm
?V
d = 210 kN
?? d
=
V d
_____
b · h?
? =
210
·
10
3
_________ 340 · 400
=
1,54 N/ mm 2
Bepaling? uiterst
?opneembare? schuifspanning
?h
2
/ h 1
= 360/340 = 1,059, derhalve
?g
?
= 13,8 (1- 0,388 · 1,059) = 8,13 en
?k
?
= 12 ___
g ?
·
3 ?
___
A 0 ___ bd ?
? = 12 ____ 8,13
· 200 ·
3 ?
_________
320 _________ 400
· 340
= 1,14
?k
h
= 1,6 - 0,34 = 1,26.
?? 0
= 100
A s ___ bd ?
?
= 100 · 1005 _________ 400
· 340
=
0,74%
?? 1
= 0,4 ·
f b
·
k ?
·
k h
· 3 ?
___ ? 0
= 0,4 · 1,15 · 1,14 · 1,26 · 3 ?
____ 0,74
= 0,60
N/ mm 2
De oplegging verlaagt de
k
?
van 1,48 naar 1,14. Het
ware aan te bevelen de breedte van de oplegging 400
mm te maken.
Deze
? 1 moet conform art. 8.2.3.2. worden vermin-
derd met
? n = 0,5 · H ? _____ b
· h?
?
zijnde 0,5 ·
22,5
·
10
3 _________ 400 · 340
=
0,08 N/ mm 2
zodat
? 1
= 0,60 - 0,08 = 0,52 N/ mm 2
Dit staat in schril contrast met de waarde
? 1 = 2,3 N/
mm 2
die in [ 1] wordt gehanteerd en aan
de hand waarvan werd geconcludeerd dat er geen
dwarskrachtwapening noodzakelijk was.
Aangezien
? d = 1,54 N/ mm 2
moeten er dus maatrege-
len worden getroffen in het gebied als gearceerd aan-
gegeven in de 'tandzone' van figuur 6.
Het aandeel op te nemen door wapening bedraagt
derhalve:
?
? = ? d - ? 1
= 1,54 - 0,52 = 1,02 N/ mm 2
5 | Wa p e n i n g s c o n f i g u r a t i e
a
a = 220 + 340 = 560 mm
b = 220 mm
c = 310 mm
breedte balk = 400 mm c
340
360
b H
V
C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n g
B e r e k e n i n g
72 cement 2007 3
tandzone balkzone
A discrete scheur
detail A detail A
B C D E
beugels Ø10-60
discrete scheur
B C D E
beugels Ø10-60
A
discrete scheur
B C D E
A
De hiervoor benodigde beugelwapening bedraagt:
N
b
= ? ? · 400 · 340 = 1,02 · 400 · 340 ·
10 3
= 138,7 kN per z.
?A
bgl
= 138,7
·
10
3
__________ 435
= 319
mm 2
per z (240 mm)
Toepassen beugels Ø8 - 75 (321
mm
2
per 240 mm
= 1337
mm
2
/m)
of Ø10 - 120 (314
mm
2
per 240 mm = 1308
mm 2
/m)
D e B a l k
De balk moet eveneens worden gecontroleerd op
dwarskracht.
?? d = ~ 210
·
10
3 _________ 400 · 660
=
0,80 N/ mm 2
?? v
= 1,0
?k
?
= 1,0
?k
h
= 1,6 - 0,7 = 0,9 < 1,0 derhalve = 1,0
?? 0
= 0,6% (5 Ø20), zodat
?? 1
= 0,4 ·1,15 · 1,0 · 1,0 · 3 ?
___ 0,6
= 0,39 N/ mm 2
< 1,4
f
b
= 0,46 N/ mm 2
?? n
= 0,5 · 22,5 ·
10 3
/400 · 660 = 0,04 N/ mm 2
?? 1
is derhalve 0,42 N/ mm 2
?
? = 0,80 - 0,42 = 0,38 N/ mm 2
Op te nemen door beugelwapening
?
? · 400 · 660 · 10 -3
= 89,76 kN
?A
bgl
= 89,76
·
10
3 __________ 435
= 206
mm 2
per z (z =~ 0,88h)
zijnde z = 580 mm
Toepassen beugels Ø8 - 280 = 207
mm
2
(per z = 580 mm = 357
mm
2
/m)
De? ophangwapening
In [ 1] wordt de ophangwapening bepaald groot
482
m
m 2
en wordt deze geplaatst in het gebied
h cotg
? = 402 mm, te plaatsen voorbij de buigstraal
h.o.h. 150 mm. Dit betekent dat de eerste beugel zich
bevindt op circa 30 + 20 + 2,5 · 20 = 120 mm uit de
keeldoorsnede (bij hoofdwapening Ø 20). Gezien de
bezwijkpatronen van de proeven als gerapporteerd in [ 3]
is dit te ver van de keeldoorsnede en werkt deze niet
effectief.
In dit kader is de plaatsing van beugels onderzocht in
de onderhavige doorsnede. Verondersteld wordt een
volledig intact zijnde tand die goed is afgewapend.
De
verticale oplegreactie bedraagt
V
d = 210 kN. Plaat-
sen we de beugels vanaf 110 mm h.o.h 60 mm als in
figuur 7a weergegeven, dan zal de eerste beugel
belast worden met een trekspanning van 508
N/ mm 2
en een schuifspanning van 215
N/ mm 2
. Dat deze
beugel zal vloeien is evident.
Plaatsing conform fig. 7b levert het volgende beeld:
beugel
A levert een trekkracht
N
a = 74 kN
? y
= 471 N/ mm 2
? = 196 N/ mm 2
(bezweken)
beugel B N
b
= 41 kN
beugel
C N
c
= 20 kN
beugel
D N
d
= 8 kN
beugel
E N
e
= 4 kN
De som van de door de beugels opgenomen verticale
belasting bedraagt derhalve 146 kN.
De rest zit als buiging met afschuiving in de boven-
balk.
We zien dus dat rekenend met vijf beugels Ø10 de
gemiddelde spanning rekenkundig bedraagt:
6 | B e d r e i g d e zo n e
7 | I nv l o e d p l a a t s i n g b e u g e l s
C o n s t r u c t i e & u i t v o e r i n gB e r e k e n i n g
cement 2007 3 73
tandwapening balkwapening
4 bgls Ø10
5 bgls Ø10
60
c
dekking c
a,b
60 60 60 280 280
bgl Ø8-280
5 Ø20 (a,b,c,d,e)
5 Ø16
?
?
?V d
____
175
=
210
·
10
3 ________ 785
= 268 N/ mm 2
.
De conclusie die hieraan wordt verbonden, dat de
beugels niet vloeien is derhalve onjuist.
Plaatsing conform fig. 7c ( beugel b toegevoegd aan
beugel a ) levert:
beugel
A+B
? y = 352 N/ mm 2
? = 161 N/ mm 2
De vergelijkspanning blijft onder de 450
N/
mm 2
.
Het is derhalve aan te bevelen de 'ophangwape-
ning' zo dicht mogelijk bij de keeldoorsnede te
plaatsen.
De wapeningsconfiguratie zal er derhalve kunnen
uitzien als in figuur 8 weergegeven.
R e s u m e r e n d
Plaatsing van beugels in het gebied als aangegeven in
figuur 7c laat zien dat er een kracht van
2 · 157 · 353 · 10
-3
= 110 kN door de dubbele beugels
direct in de keel geplaatst wordt opgenomen. Dit is
circa 50% van de oplegreactie. Ook al zouden we de
doorsnede verdubbelen, dan nog blijft de kracht in
dezelfde orde van grootte. De dwarskracht blijft der-
halve 100 kN in de 'tand' en neemt 120 mm verder af
met 20 kN (beugel); vervolgens 60 mm verder af met
8 kN (beugel) en nog eens 60 mm verder af met 1 kN
(beugel). Vervolgens blijkt de volgende doorsnede
ongescheurd te zijn.
Er gaat dus in dit model '139 kN' naar de 'onderbalk'.
De
? in de tand bedraagt na de ophangwapening nog
0 ,73
N/ mm 2
, na de volgende beugel nog 0,59 N/
mm 2
,
wat opneembaar is met de gekozen wapeningsconfigu-
ratie.
V e r v o l g
In bovenstaand model wordt horizontale scheurvor-
ming aangenomen. In werkelijkheid zal dit niet
optreden. In een volgend artikel zal de daadwerke-
lijke scheurvorming worden gevolgd en de daarbij
behorende krachten in de beugels.
Inmiddels is er aan de TU/e onderzoek gestart ten-
einde een eenduidige berekeningsgrondslag te ont-
wikkelen voor de tand- en nokverbinding. Dit
betreft zowel analytisch als experimenteel onder-
zoek, waarbij uitgebreid aandacht zal worden
besteed aan de plaatsing van de zogeheten ophang-
wapening. n
L i t e r a t u u r
1. Middeldorp, A., en P. Lagendijk, Berekenen en
detailleren van betonconstructies (3); Korte
console en tandoplegging. Cement 2004 nr. 5. 2.
Kleinman,
C.S., Nokken met die Tanden! Cement
2006 nr. 7.
3. Kleinman,
C.S., Nokken met die Tanden! (2)
Cement 2007 nr. 2.
8 | A a n b evo l e n wa p e n i n g s -
c o n f i g u r a t i e
C o m m e n t a a r v a n V C 2 0
De?commissie?VC20, ?onder?wiens?beheer?en?competen-
tie
?de?VBC?valt,?heeft?kennis?genomen?van?de?proeven -
serie,
?de?analyse?en?de?voorstellen?van?prof?Kleinman.
Ze?heeft?in?het?nog?te?publiceren?wijzigingsblad?A 4,
?
(najaar? 2007)
?de?volgende?toevoegingen?opgenomen:
Art.? 8.1.4:
V
oeg?na?de?beschrijving?van??A?
s? ?en?z?de?volgende?norm-
tekst
?in:
"In?die?gevallen?dat?horizontale?krachten?kunnen?
optreden?die?de?trekspanning?in?de?trekband?verhogen,?
moeten?deze?in?rekening?worden?gebracht."
Voeg?aan?de?beschrijving?van?a?de?volgende?tekst?toe:
"bij?een?tandoplegging?is?dit?de?afstand?tussen?de?resul -
tante
?van?de?belasting?en?de?resultante?van?de?kracht?
in?de?
ophangwapening;"
Het?is?van?groot?belang?dat?iedere?constructeur?zich?
nog?eens?goed?rekenschap?geeft?van?de?voorwaarde?in?
artikel? 8.2.3.1.
?waaronder??k? ?? ?mag?worden?verhoogd?en?
wat?in?artikel? 9.11.7.2.
?van?de?VBC?ten?aanzien?van?
detaillering?wordt?gesteld.?De?ophangwapening?moet?
volledig?zijn?verankerd.?Dit?kan?bijvoorbeeld?door?het?
toepassen?van?gesloten?beugels?en/of?schuine?staven.
ir. G.L.H.M. Henkens, voorzitter VC20
Reacties