Vriesproeven op prisma's 100 X 100 X 300 mmOp enkele betonproefstukken met afmetingen 100 X 100 X 300 mm, vervaardigd met 10% en25% slib/klei-verontreiniging (nr. 1) ten opzichte van het cement, werden dezelfde vriesproevenuitgevoerd als bij de mortelprisma's. Ook in dit geval trad er sterke aantasting op: de dynamischbepaalde elasticiteitsmodulus was na 19 tot 23 vriescyclussen tot 60% van de oorspronkelijkewaarde gedaald. Daarbij bleek wel een tendens dat de schade sterker was voor de samenstel-lingen met slib/klei-verontreiniging.4. ConclusiesDe belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar de invloed van klei- en slibverontreiniging intoeslagmaterialen waren de volgende:1. Voor zover er sprake was van deeltjes kleiner dan 63 m in onderzochte toeslagmaterialen,werden kiezelzuurverbindingen en kleimineralen van verschillende samenstelling aangetroffen.Bovendien konden de desbetreffende deeltjes nog worden onderscheiden in korrelgrootte.2. Met toenemend gehalte aan deeltjes kleiner dan 63 m in mortel en beton was een hogere water-cementfactor nodig om eenzelfde consistentie te bereiken. Daarbij nam de sterkte af en nam dekrimp toe. Het soort slib/klei-verontreiniging was daarbij niet van belang.3. Voor zover de sterkte nadelig werd be?nvloed, was het effect in het algemeen groter naarmate deverhardingstijd korter was. Voor de druksterkte na 28 dagen geldt het volgende overzicht:druksterkteverliesna 28 dagen t.o.v.blanco% klei/slib-doseringt.o.v.cement5% ca. 3,5%10% ca. 8 %15% ca. 14 %20% ca. 20,5%Wanneer nog juist wordt voldaan aan de maximaal toegelaten hoeveelheden deeltjes kleiner dan 63m volgens NEN 3542 'Zand en grind voor gewapend beton en voorgespannen beton' (t.w. 2massa-% in het zand en 1 massa-% in het grind), dan bedraagt het gehalte van deze verontreinigingin beton dat 320 kg cement per m3bevat ca. 8% ten opzichte van de cement-massa. 4. Voor zoverde krimp nadelig werd be?nvloed, bleek dat er een lineair verband aanwezig was tussen dekrimptoeneming en de slib/klei-dosering: per % slib/klei ten opzichte van de cement-massa nam dekrimp toe met ca. 3% ten opzichte van de blanco samenstelling.Op grond van de verkregen gegevens kan worden vastgesteld dat een zo klein mogelijk gehalte aanslib/klei-bestanddelen moet worden nagestreefd.Voor het vaststellen van eisen in een norm zijn enerzijds deze technische gegevens van belang,terwijl anderzijds economische aspecten moeten worden ge?valueerd. Daarbij spelen onder meereen rol de kosten van produktie van toeslagmaterialen van een gewenste zuiverheid en de kostenvan het produceren van beton met deze toeslagmaterialen met gewenste eigenschappen.Nieuwe brug over de Rijn bij D?sseldorfAan de zuidkant van D?sseldorf wordt eennieuwe brug over de Rijn gebouwd die de we-gennetten op beide oevers moet gaan verbin-den. De brug wordt uitgevoerd als tuibrug met??n pyloon van 150 m hoogte op een van deoevers. Hierdoor was het mogelijk de rivier in??n keer te overspannen. De lengte van dezeoverspanning bedraagt 367 m. Met de aan-brug van 780 m lengte (13 overspanningen van60 m) komt de totale lengte van de brug opbijna 1200 m.Bij de uitvoering van de brug is op ruimeschaal gebruik gemaakt van betonpompen. Ineerste instantie werd hiertoe besloten voor hetbetonwerk ten behoeve van de pyloon. Deuitvoering hiervan lag namelijk op het kritiekepad van de planning en het storten van hetbeton met behulp van kubels en kranen lever-de niet de vereiste capaciteit op. Met beton-pompen kon dit wel en werd het beton zonderproblemen tot een hoogte van 150 m ver-pompt.Gezien het bevredigende verloop bij de pyloonwerd besloten om ook voor de aanbrug vanbetonpompen gebruik te maken. Ook hier le-verde deze methode geen problemen op. Intotaal werd circa 65 000 m3betonspecieverwerkt, terwijl de totale kosten voor dezebrug circa DM 95 miljoen bedragen.Red.Foto's: Schwing/Herne (W.-Duitsland)Cement XXIX (1977) nr. 12 584
Reacties