O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eSchadecement 2003 4 73Veel klachten betreffen zaken als:? craquelures in en/of scheuren van het beton;? ontoereikende vlakheid;? niet-egale structuur van het vloeroppervlak;? overmatige slijtage in combinatie met stofont-wikkeling;? schade aan dilataties en/of voegen, bijvoorbeeldin de vorm van afboeren van voegranden;? loslaten en schotelen van (delen van) de toplaag.Het aantal klachten kan eenvoudig worden terugge-brachtdooreenbeterecommunicatiev??raf.Daarbijzal, na een zorgvuldige analyse van de functie van devloer, een programma van eisen moeten wordenopgesteld. Op basis van de in dit programma opge-nomen gebruikers-, functionele, en prestatie-eisenkunnen weloverwogen keuzes worden gemaakt.Hierdoor is het mogelijk de kwaliteit van het eind-product beter te waarborgen.In het algemeen kan worden gesteld dat het Neder-landseklimaatzichnietstandaardleentvoorhetaan-brengen van kwalitatief hoogwaardige betonvloerenen -verhardingen in de buitenlucht. Het risico voorhet ontstaan van vloerschade is daarvoor te groot. Zokan de vloer scheuren (foto 1) door de spanningendie in het verse toplaagbeton ontstaan als daaraan (tesnel) vocht wordt onttrokken door (combinaties van)wind, tocht, zoninstraling, lage luchtvochtigheid,enz. Ook de trekspanningen die in het beton ont-staan, als gevolg van een sterke (nachtelijke) afkoe-ling van het, door hoge (dag)temperatuur, zoninstr-aling en/of de hydratatie van het cement opge-warmde,verse(toplaag)beton,kunnenscheurenver-oorzaken. Als in korte tijd (te veel) vocht wordt ont-trokken aan het toplaagbeton kan dat de hydratatievan het cement verstoren. Dit verschijnsel, dat `ver-branden' wordt genoemd, vermindert de kwaliteitvan het beton in de toplaag. Het resultaat is een vloerdie onder verkeersbelasting gemakkelijk afslijt (foto2) en daardoor veel stof afgeeft.De kwaliteit van het eindproduct, de bedrijfsvloer, isdus mede afhankelijk van het tijdstip van uitvoeringen de omstandigheden daarbij. Het is verstandig omdaarmee bij de keuzebepaling rekening te houden.O o r z a k e nDe mechanismen die verantwoordelijk zijn voor het(plaatselijk) loslaten van de toplaag zijn reeds in de-cember 1994 door de auteur van dit artikel beschre-ing. A.C.J.Th.B. Lemmens, Intron BVDe monolithisch afgewerkte betonvloer wordt wereld-wijd op grote schaal toegepast als bedrijfsvloer. De korteinstallatietijd en relatief lage prijs ervan zijn argumentendie een belangrijke rol spelen bij de keuze voor dit alsbedrijfsvloer populaire vloertype. In de dagelijkse bouw-praktijk ontstaan achteraf nogal eens klachten overmonolithisch afgewerkte betonvloeren, omdat v??raf, bijde keuzebepaling, onvoldoende is nagedacht over de cri-teria die van belang zijn voor een duurzame prestatie.Naast de frequent voorkomende klachten over de ontoe-reikende vlakheid, het scheuren en de stofafgifte, is ersinds begin jaren negentig een toenemend aantal klach-ten over het loslaten van (delen van) de toplaag.1 | Voorbereiding voorhet aanbrengen vaneen nieuwe toplaagop een monolithischafgewerkte beton-vloer met scheur-vorming2 | Onthechte toplaagW e t e n s c h a pOorzaken en preventie van het loslaten van de toplaagMonolithisch afgewerktebetonvloerenO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eSchadecement 2003 474ven in een rapport naar aanleiding van een vloer-schade bij een bloembollenbedrijf in Venhuizen(Noord-Holland).Bij het ontstaan van dit type vloerschade blijken devolgende factoren allemaal een rol te kunnen spelen:? type (of combinatie van typen) cement;? combinatie type cement met soort en type plasti-ficerende hulpstof;? betonsamenstelling;? proces van storten, afwerken, nabewerken en na-behandelen van de betonvloer;? omgevingsomstandigheden tijdens het storten enafwerken van het beton en gedurende de eerstefase van verharden.Door vochtverlies neemt het volume van het opper-vlaktebeton af, waardoor het wil krimpen. Omdat hetonderliggende beton niet krimpt (daaraan wordt im-mers geen vocht onttrokken), wordt een vrije ver-vorming van het toplaagbeton verhinderd. In het to-plaagbeton ontstaan daardoor trekspanningen dieleiden tot scheuren en, bij verdere droging, tot scho-telen van het toplaagbeton als dat op dat tijdstip nogweinig sterkte heeft ontwikkeld (cement met langedormante periode en/of lage beginsterkte). Dit ver-schijnsel noemen we plastische krimp, te vergelij-ken met het scheuren van uitdrogende klei in rivier-beddingen (fig. 3).Bij de opeenvolgende machinale bewerkingen vanhet vloeroppervlak wordt de toplaag steeds beter ver-dicht (en worden eventueel ontstane plastischekrimpscheurtjes gedicht). Door de betere verdich-ting en lagere water-cementfactor zal de sterkteont-wikkeling van het beton in de toplaag sneller verlo-pen dan in het direct daaronder gelegen beton. Bijverdere eenzijdige uitdroging van de reeds ge-scheurde, sterkere toplaag, kan het voorkomen (bijbetonmeteenlangedormanteperiodeen/ofeenlagebeginsterkte en/of bij ontmengd beton) dat het on-derliggende beton nog niet sterk genoeg is om dedaarbij optredende vervorming te belemmeren. Hetgevolg daarvan is dat breuk optreedt tussen detoplaag en het onderliggende beton. De zone waarindeze horizontale breuk doorgaans optreedt ligt opeen afstand van enkele millimeters tot circa tien mmvanaf het vloeroppervlak. Het tijdstip waarop deschade ontstaat, valt vaak nog binnen het afwerk-proces. Deschadekanzichdaarnaverderuitbreiden,waarbij grote delen van de toplaag kunnen losraken.De schade blijft beperkt als in een vroeg stadium nahet storten wordt aangevangen met het effectief na-behandelen van het oppervlak, zodat de toplaag nietverder kan uitdrogen, en/of het beton onder detoplaag snel sterkteontwikkelt toteenniveauwaarbijhet de resterende spanningen kan opnemen.Uit petrografisch onderzoek (polarisatie- en fluores-centiemicroscopie) aan boorkernen uit vloeren metoppervlakteschade, blijkt dat een aantal aspectensteeds waarneembaar is. Het betreft de volgendezaken (foto's 4 en 5):? het bulkbeton tot aan de toplaag (waarvan de dik-te doorgaans varieert van ten minste 4 mm totmaximaal circa 12 mm) bevat veel luchtbellen meteen doorsnede oplopend tot circa 0,5 mm, terwijlaan het beton geen luchtbelvormer is toegevoegd;fase 1fase 2Art_19_fig_54-5| Voorbeelden van inzichtin het scheurenpatroondoor petrografischonderzoek3 | Scheuren en schotelendoor uitdrogen van hetoppervlakvloeroppervlakvloeroppervlakverticalescheurverticalescheurcirca5mmcirca5mmhorizontale scheurhorizontale scheurO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eSchadecement 2003 4 75? de water-cementfactor van het bulkbeton neemttoe in de richting van de toplaag en bereikt onderde toplaag een hoge waarde (0,65 of hoger);? het beton in de toplaag met een strooilaag heefteen dichte structuur en een lage water-cement-factor (ongeveer 0,3 tot 0,4);? over een hoogte die min of meer gelijk is aan dedikte, bevat het toplaagbeton verticale micro-scheuren;? de zone tussen toplaag en bulkbeton bevat hori-zontale scheuren die soms volledig aaneenge-groeid zijn.Op de plaatsen waar, op een diepte van 4 tot 12 mm,de parallel aan het vloeroppervlak verlopende scheu-ren aaneengegroeid zijn, ligt de toplaag in feitegeheel los. Op plaatsen waar de breuk tussen toplaagen bulkbeton nog niet volledig is, kan belasting doorverkeer uitbreiding van de schade tot gevolg hebben.Het fenomeen van de loslatende toplaag is ookgeanalyseerd met de module MLS (Meer Lagen Sys-temen) van FEMMASSE B.V. [1]. MLS is een nu-meriek programma gebaseerd op de eindige-ele-mentenmethode voor het analyseren van construc-ties opgebouwd uit verschillende lagen en materia-len. De kracht van het programma schuilt in het feitdat het gedrag van de constructies in de tijd wordtgesimuleerd. Hierbij kunnen zowel de belasting opde constructie als ook de omgevingsomstandighe-den (temperatuur en relatieve vochtigheid) realis-tisch worden gevarieerd. Het programma is geba-seerd op het toestandsparameterconcept. Dit houdtin dat de eigenschappen van de materialen in de con-structie een functie zijn van de toestand waarin zeverkeren. Deze toestand wordt bijvoorbeeld be-schreven door de rijpheid of hydratatiegraad, de tem-peratuur, de vochtpotentiaal en/of de ouderdom vanhet materiaal. Met het programma kan worden ge-simuleerd en voorspeld hoe temperatuur- en vocht-gradi?nten door een vloersysteem optreden. Doordeze gradi?nten willen de materialen vervormen.De vervorming van een vloer wordt vaak verhinderddoor de ondersteunende constructie. Hierdoor tre-Time [hours] 2000.00.00.0012.22Stresses xx[MPa]111Time [hours] 2000.00.00.0012.22Stresses xx [MPa]1116 | a Schematisering monolithisch afgewerkte betonvloer mettoplaagb Spanningsgeschiedenis in de toplaag bij lineair-elastischgedrag van het materiaalc Het toplaagmateriaal scheurt als de spanning groter wordtdan de treksterkte. De spanningsgeschiedenis is hier bezienin een punt tussen twee verticale scheurtjesd Scheuren van de toplaag door spanning veroorzaakt door(droog)krimp van het schilbeton (geel is zone met weinigspanning ? rood is zone met maximale spanning)e Normaalspanningen in de overgangslaag tussen betonvloeren schilbeton door (droog)krimpf Verplaatsing in de toplaag (onthechten) door normaalspan-ningenabcdefO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eSchadecement 2003 476denspanningenopinhetvloersysteemdietotschadekunnen leiden. De vervorming zal per laag verschil-lend zijn, waarbij de lagen elkaar verhinderen om tevervormen. Hierdoor ontstaan er spanningen in entussen de verschillende lagen. Ook kunnen de ei-genschappen van de materialen veranderen tijdensdit proces, bijvoorbeeld door hydratatie van cement.Het programma MLS biedt de mogelijkheid metdeze veranderingen rekening te houden, wat het ui-termate geschikt maakt om het gedrag van vloersys-temen, tijdens de bouwfase en direct daarna, te ana-lyseren. Uit de praktijk is immers bekend dat vooralindatstadiumveelschadesontstaan.Belastingendie(in de gebruiksfase) inwerken op het vloersysteemzijn voor het programma overigens ook geen pro-bleem. De spanningen die bij belasten ontstaan inde verschillende componenten van het vloersysteemworden natuurlijk in een analyse meegenomen,maar zijn slechts zelden de hoofdoorzaak van eenvloerschade.In nevenstaand voorbeeld is een monolithisch afge-werkte betonvloer gemodelleerd waarbij onder-scheid is gemaakt naar kernbeton en schilbeton (fig.6a t.m. f). In het geschematiseerde model wordt nude spanningsgeschiedenis in de toplaag gevolgdtijdens het verharden en drogen in de tijd. De span-ning die daarvan het gevolg is wordt aangegeven metde groene lijn, de rode lijn geeft de treksterkte aan.Figuur 6b vertoont de spanningsgeschiedenis als hetmateriaal zich lineair-elastisch gedraagt. Het mate-riaal scheurt dan niet en de spanning wordt dus veelhoger dan de materiaalsterkte.Het moge duidelijk zijn dat naarmate er meer ver-schil is tussen de sterkte van het toplaagbeton en hetbetondirectonderdetoplaag,deuiteindelijkeschadegroter zal zijn. Op elk moment in het monolithischproces wordt de momentane sterkte van het betonvan de toplaag en van de zone direct daaronderbepaald door de eerder genoemde factoren:? type cement;? combinatie type cement met soort en typeplastificerende hulpstof;? betonsamenstelling;? proces van storten, afwerken, nabewerken ennabehandelen van de betonvloer;? omgevingsomstandigheden tijdens het stortenen afwerken van het beton en gedurende deeerste verhardingsfase.P r e v e n t i eOm schade aan monolithisch afgewerkte betonvloe-ren in het algemeen en het loslaten van (delen van)de toplaag in het bijzonder te voorkomen, moetenbijzondere eisen worden gesteld aan de te gebruikengrondstoffen en materialen en aan het proces. Daar-naast moet een monolithisch afgewerkte betonvloer:? deskundig worden ontworpen en gedetailleerd;? worden vervaardigd van materialen waarvan deeigenschappen zijn afgestemd op de omstandig-heden tijdens uitvoering en verharding;? op de juiste wijze worden aangebracht, afge-werkt en nabehandeld.B e t o n s a m e n s t e l l i n g e nCementIn de praktijk wordt voor het vervaardigen van eenbedrijfsvloer vaak beton besteld met de in het pro-jectbestek voorgeschreven of door de constructeuraangegeven samenstelling, waarbij meestal geen re-kening wordt gehouden met de omstandigheden diezich op het tijdstip van uitvoering van het betonwerkvoordoen. Men is zich duidelijk niet altijd bewustvan de grote invloed die genoemde omstandighedenhebben op de kwaliteit van het beton en dus ook devloer. Geen enkel cementtype is onder alle omstan-dighedengeschiktvoordetoepassingin(dunne)mo-nolithisch afgewerkte betonvloeren.Voor de toepassing in monolithisch afgewerkte be-tonvloeren moet het cement voldoen aande volgende (omstandighedenafhankelijke) eisen:? voldoende lange dormante periode;? hoge aanvangssterkte;? geringe droogkrimp;? weinig gevoelig voor uitdroging.Om schade in de vorm van het loslaten van (delenvan) de toplaag van een monolithisch afgewerkte be-tonvloer te voorkomen, moet voor de bereiding vanhet beton cement worden gebruikt dat onder de teverwachten omstandigheden de voornoemde pres-taties levert.HulpstoffenDe interactie tussen cement en (super)plastificeer-der is erg specifiek. Ook het mengproces en het typemenger, evenals het tijdstip van doseren (op de cen-trale of op de bouwplaats) en de mengtijd van dehulpstof (doorgaans korter dan door de fabrikantvoorgeschreven)kunnendewerkingbe?nvloeden.Insommige gevallen kunnen combinaties van hulp-stoffen onderling of onverdraagzaamheid van hulp-stof(fen) met bepaalde typen cement (of combinatiesvan typen cement) leiden tot ongewenste bijwerkin-gen. Ook is er een grens aan de hoeveelheid super-plastificeerder die aan het beton mag worden toege-voegd. Bij doseren boven het verzadigingspunt (hetpuntwaarbovenbijhogeredoseringdevloeibaarheidniet meer toeneemt of zelfs afneemt) kan ont-menging optreden, met alle gevolgen van dien. Be-tonleveranciers weten dat zij, om problemen te voor-komen, zich moeten houden aan cementhulpstof-combinaties waarvan in de praktijk is vastgesteld datdie goed presteren.Om schade in de vorm van het loslaten van (delenvan) de toplaag van een monolithisch afgewerkte be-O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eSchadecement 2003 4 77tonvloer te voorkomen moet gebruik worden ge-maakt van een cement-hulpstofcombinatie waarvan,onder de te verwachten omstandigheden, de ge-schiktheid uit ervaring of onderzoek is vastgesteld.Additieven/vulstoffenSoms worden aan het beton additieven toegevoegd;bijvoorbeeld pigment in het geval van een vloer inkleur. Om een stabiele betonspecie te verkrijgenwordt vaak gebruikgemaakt van vulstoffen. Uiter-aard mag het toevoegen van additieven en/of vul-stoffen geen nadelige invloed hebben op de kwaliteitvan het beton.Om schade in de vorm van het loslaten van (delenvan) de toplaag van een monolithisch afgewerkte be-tonvloertevoorkomenmogenuitsluitendadditievenen/of vulstoffen worden gebruikt waarvan de ge-schiktheid uit ervaring of onderzoek is vastgesteld.VezelsAls aan een betonmengsel staalvezels worden toe-gevoegd,moetvaakdekorrelopbouwvanhettoeslag-materiaal worden aangepast. Veel grof toeslagmate-riaal in het mengsel maakt immers een homogeneverdeling van de staalvezels onmogelijk en daardoorhet beton onverwerkbaar. De oplossing hiervoor ishet vervangen van (een deel van) het grove toeslag-materiaal door fijner toeslagmateriaal. Hierdoormoet echter het cementgehalte worden verhoogd.Het nadeel daarvan is dat de krimpgevoeligheid vanhet beton toeneemt. Daarnaast is het, bij toevoegenvan staalvezels, vaak nodig om wijzigingen aan tebrengen in de volgorde van het doseren van de ver-schillende bestanddelen en in de mengtijden.BetonspecieOm geschikt te zijn voor de toepassing in een mo-nolithisch afgewerkte betonvloer moet de betonspe-cie aan een aantal eisen voldoen, te weten:? homogeen van samenstelling;? voldoende lang goed verpompbaar en verwerk-baar met behoud van zetmaat en stabiliteit(goede verdichting);? niet meer cement bevatten dan nodig om aan desterkte-eis te voldoen (beperking krimp);? gelijkmatige en op de afwerking afgestemde af-binding;? weinig gevoelig voor uitdrogen.U i t v o e r i n g s a s p e c t e nHet storten van een betonvloer en het aansluitenddaaraan afwerken tot bedrijfsvloer is een uitgekiendproces van elkaar logisch opvolgende stappen (foto7).Ditproces,waarvanhetconceptinNoord-Amerikais ontwikkeld, is begin jaren zeventig vanuit Belgi?op de Nederlandse markt ge?ntroduceerd. Wellichtals gevolg van een te ver doorgevoerd streven naarbezuiniging, wordt in Nederland nogal eens een vande stappen van dit proces overgeslagen. Afgezienwordt in dat geval van het aanbrengen en in het be-tonoppervlak schuren van een strooilaag. Daarbijwordtvoorbijgegaanaanhetfeitdatdestrooilaageenbelangrijke en niet te verwaarlozen functie vervult inhet proces van monolithisch afwerken van een be-tonvloer. Het hoogplastische beton dat doorgaanswordt verwerkt, wordt meestal aangebracht op eenmet folie afgedekte ondergrond die daardoor geenwater kan opnemen. Door de wetten van de zwaar-tekracht hebben de zware bestanddelen van hetbeton de neiging te `zinken', waardoor de lichtere be-standdelen met het overtollige water naar bovenworden gedreven. Dit verschijnsel, dat wateraf-scheiding of `bleeding' wordt genoemd, heeft totgevolg dat de water-cementfactor van het in de vloerverwerkte beton toeneemt naarmate de afstand tothetvloeroppervlakkleinerwordt.Bijbetonvanwelkesamenstelling ook heeft het verhogen van de water-cementfactor tot gevolg dat de sterkteontwikkelinglangzamer op gang komt en trager verloopt en dateen lagere eindsterkte wordt bereikt. Dit betekentdat, zonder verdere nabewerking, het beton onder inde vloer de hoogste kwaliteit zal hebben en dat dekwaliteit van het beton in de toplaag het laagst zalzijn.StrooilaagBij een bedrijfsvloer is een zo hoog mogelijke kwa-liteit van het toplaagbeton gewenst. Om dat te reali-seren moet worden begonnen met het terugbrengenvan de water-cementfactor van het toplaagbeton.Door het aanbrengen van een strooilaag wordt datdoel bereikt, omdat:? het droge strooimengsel water absorbeert uit hetbeton in de toplaag;? aan het beton in de toplaag extra cement wordttoegevoegd.7 | Grootschalige uitvoeringvan een betonvloer in deopen luchtO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eSchadecement 2003 478Een veelgemaakte fout is dat voor het samenstellenvan de strooilaag een cementtype wordt gebruikt datafwijkt van wat in het beton van de vloer is verwerkt.De kwaliteit van het beton in de toplaag wordt verderverbeterd door het vloeroppervlak optimaal te ver-dichten door opeenvolgende machinale bewerkin-gen. De dieptewerking van de afwerkmachines isechter gering, zodat de verdichting beperkt blijft totde bovenste centimeter(s) van het beton.O m g e v i n g s o m s t a n d i g h e d e nDoor onbekendheid met de grote invloed die de,steeds wisselende, omgevingsomstandigheden heb-ben op het proces, wordt doorgaans veel te rigidevastgehouden aan een vaste volgorde van de opeen-volgende stappen. Het betonoppervlak staat daar-door vaak onafgebroken bloot aan de omgevings-condities, vanaf het storten en afreien van het beton(foto 8) tot en met het polijsten van het vloeropper-vlak.Delengtevandieperiodeisdaarbijmedeafhan-kelijk van de snelheid waarmee, onder de heersen-de omgevingscondities, het opstijven en verhardenvan het beton verloopt. Door het zeer grote verdam-pingsoppervlak van een vloer zal, gedurende degeheleperiode, sprakezijnvanvochtonttrekking aanhet toplaagbeton. Alleen als er zoveel bleeding is op-getreden dat het vloeroppervlak bedekt is met eenlaagje water, wordt geen vocht aan het toplaagbetononttrokken. In dat geval kan er pas sprake zijn vanvochtverlies nadat de door bleeding ontstane water-film is verdampt of van het oppervlak is verwijderd.Een ander groot risico voor schade ontstaat bij het(te) snel afkoelen van het jonge beton. De spannin-gen die het gevolg zijn van temperatuurge?nitieerdekrimpverkorting dragen in dat geval bij aan de span-ningen die resulteren uit de drogingskrimp. De re-sultante van deze spanningen leidt in dat gevalmeestal tot (ernstige) scheurvorming.T o t s l o tElke projectbeheerder is uit eigen ervaring bekendmet de grote verschillen die bestaan in de kwaliteitvanmonolithischafgewerktebetonvloeren.Hetmeestopmerkelijke daarbij is dat deze vloeren vaak zijnuitgevoerd op basis van hetzelfde bestek en somszelfs door hetzelfde vloerenbedrijf. Het antwoord opde vraag hoe het mogelijk is dat in zo'n geval grotekwaliteitsverschillen kunnen optreden, is in feitegegeven met voorgaande uiteenzetting.Het is zeker mogelijk afdoende maatregelen tetreffen om de meeste vloerschades te voorkomen.Omdat daardoor de (te) grote spreiding in kwaliteitwordt teruggebracht, wordt de gemiddelde kwaliteitvan de vloer aanzienlijk beter. De meeste vloerscha-des zijn een gevolg van onvoldoende communicatiev??raf, waardoor bij het ontwerp geen of onvol-doende rekening wordt gehouden met belangrijkezaken. Door een op dit gebied deskundig adviseurwordt bij het ontwerpen van een betonnen bedrijfs-vloer:? uitgegaan van een programma van eisen ge-baseerd op een zorgvuldige functieanalyse;? bij de detaillering rekening gehouden met demogelijkheden en beperkingen van het procesvan storten en monolithisch afwerken van beton;? de keuze voor de betonsamenstelling afgestemdop de te verwachten omgevingsomstandighedentijdens het verwerken en verharden van hetbeton;? rekening gehouden met het optimaliseren vanuitvoerings- en omgevingsomstandigheden;? een op het ontwerp en de omstandigheden af-gestemde, functionele wijze van nabehandelenaangegeven.Uiteraard moet daarnaast de uitvoering van beton-nen bedrijfsvloeren worden toevertrouwd aan een(onder)aannemer die aantoonbaar beschikt overruime ervaring op dit gebied. Hoewel in de praktijkniet gebruikelijk, is het zeer verstandig van het vloe-renbedrijf een gedetailleerd werk- en keuringsplante eisen dat door de directie moet zijn goedgekeurdv??rdat met de uitvoering van de werkzaamhedenwordtbegonnen.Ditwerk-enkeuringsplangeefthetnodige houvast bij het toezichthouden op de correcteuitvoering en inzicht in de gerealiseerde kwaliteit. sL i t e r a t u u r1.FEMMASSE, Finite Element Modules for Mate-rials Science and Structural Engineering, ont-wikkeld door en eigendom van FEMMASSEB.V., onderdeel van INTRON B.V. en RoelfstraConsultants B.V.2.Schlangen, E., T. Lemmens en J. Bijen, Simula-tion of Physical and Mechanical Processes inFloor Systems. 4th International Colloquium onIndustrial Floors. Januari 1999, Esslingen.8 | Afwerking van eenbetonvloer
Reacties
Alfons Pierik - Bouwbedrijf Alfons Pierik 26 september 2019 12:59
Hallo wij hebben bij klant een parkeerplaats aangebracht met betonvloer die afgeschuurd is Op sommige plaatsen laat nu de toplaag los zoals je ziet bij jullie foto hier boven. Kan dit plaatselijk gerepareerd worden en door wie ? vg Alfons Pierik 0620723457