Moderne steigers en bekistingen (I)De bij het bouwen -- in de meest algemene zin, doch vooral in debetonbouw -- te gebruiken steigers en bekistingen, hebben de laat-ste decennia ingrijpende wijzigingen ondergaan. Het voornaamstemotief hiervan was ongetwijfeld het streven naar r a t i o n a l i s a -tie, dat wil zeggen arbeidsbesparing. Daarnaast blijkt echter eenniet te onderschatten voordeel verkregen te zijn door een v e r b e -t e r i n g van de k w a l i t e i t van het bouwen, een verbeteringdie immers veelal ook het gevolg is van de toepassing van moder-ne steigers en bekistingen.In onderstaand artikel is getracht een logisch en zo volledig moge-lijk overzicht te geven van wat momenteel op dit gebied tot derealiteit behoort. Daarbij zijn de kleinere onderdelen, zoals beton-stempels en kolomkransen, in eerste instantie bewust buiten de be-schouwing gehouden. Zij zijn namelijk vrij algemeen bekend, wor-den dan ook reeds veelvuldig toegepast, behoren overigens meertot de (gemoderniseerde) traditionele steiger- en bekistingsmate-rialen en hebben trouwens slechts weinig of niets tot het modernebouwen bijgedragen.Het resultaat van deze poging tot samenvatten, dus dit artikel, zalbeslist nog niet volmaakt zijn; ondanks allerlei nasporingen ont-breken nog diverse gegevens. Toch zal het artikel nu reeds de be-langstellenden en belanghebbenden een dienst kunnen bewijzen,zodat publikatie ervan verantwoord is. De naar aanleiding van ditartikel te ontvangen suggesties en nadere gegevens zullen trouwenste gelegener tijd in een aanvullend overzichtsartikel gepubliceerdkunnen worden.STALEN STEIGERSSteigers zijn in opzet tijdelijke constructies,die bij het bouwen worden gebruikt. Hun be-langrijkste toepassing is die als zgn. werk-steigers, ter verkrijging van werkbordessenlangs in opbouw zijnde verticale vlakken(veelal wanden), die gemetseld dan wel ge-betonheerd worden,Overeenkomstige toepassingen komen voorbij het bepleisteren, schilderen, repareren,schoonmaken, restaureren en dergelijke vanzowel verticale als horizontale vlakken.Voor de bouw van steigers is eeuwenlanguitsluitend het materiaal hout in aanmerkinggekomen: rondhout voor de staanders, lig-gers, kortelingen enzovoort (sommige vandeze namen wijzen reeds op een herkomstuit het verleden) en plankhout voor de werk-vloeren en dikwijls ook voor de schoren. Deverbindingen van de verschillende rondhou-ten komen daarbij tot stand met behulp vantouwen, waarvan het gebruik kennelijk aande scheepvaart ontleend is, terwijl ook welstalen stroppen, beugels en kettingen ge-bruikt worden. Uiteraard moet er bij het bou-wen van houten steigers ook nogal wat ge-spijkerd worden.Het traditionele steigermateriaal hout, voor-al rondhout, is echter in de loop der ?arensteeds meer vervangen door staal. * Of-schoon dit bij de aanschaf duurder is danhout, wordt er meer en meer de voorkeuraan gegeven, daar er verschillende voorde-len aan verbonden zijn, die de hogere aan-schaffingskosten volledig verantwoord ma-ken.De grote duurzaamheid, ondanks het be-perkte onderhoud, en het bijna niet voorko-men van materiaalverlies geven het stalensteigermateriaal een lange levensduur. Deeenvoudige en daardoor snelle montage/demontage, de grotere zekerheid (ondermeer door de geringere deformaties dan bijgebruik van hout) en de ruimere toepassings-mogelijkheden vormen nog extra voordelenvan de stalen steigers. Door de toepassingvan staal kan het steigermateriaal meer danvoorheen ook gebruikt worden voor onder-steuningsconstructies, hetzij van horizontaleen ook wel verticale bekistingen, dan welvan geprefabriceerde (beton)elementen.Daardoor wordt het rendement van het sta-len steigermateriaal nog vergroot.* Er zijn ook onderdelen van zgn. smeedbaar gietijzer,doch in dit artikel wordt eenvoudigheidshalve geenonderscheid gemaakt tussen deze en die van staal.Stalen-buissteigersDe bekendste en wellicht meest toegepastestalen steigermaterialen zijn de stalen bui-zen (pijpen), die in de steigerbouw onder-ling verbonden worden door speciale on-derdelen, zgn. koppelingen. Dergelijke bui-zen worden gefabriceerd door verscheidenefirma's, ook wel in ons land.Ondanks de verschillende herkomst is de uit-wendige diameter van bijna alle fabrikatenvrijwel gelijk, namelijk gemiddeld ruim 48mm. Deze standaardisatie hangt ongetwij-feld nauw samen met de desbetreffende'Aanwijzingen', die ter wille van de veilig-heid van stalen-buissteigers zijn opgestelddoor de Arbeidsinspectie ** en waarin voorde buizen een buitenmiddellijn van gemid-deld 48,25 mm met een tolerantie van nietmeer dan 0,5 mm is voorgeschreven.Het is derhalve mogelijk om buizen van ver-schillend fabrikaat door elkaar te gebruiken.De ervaring heeft echter geleerd, dat zichhierbij -- zij het sporadisch -- wel eensmoeilijkheden kunnen voordoen, doordat deniet bij een bepaald type koppeling beho-rende buis een minder stevige verbindingoplevert dan een buis die wel tot het be-treffende steigersysteem behoort. Dergelij-ke problemen zullen in ieder geval nietvoorkomen, indien de koppelingen ?n debuizen van hetzelfde steigersysteem zijn.De normale handelslengte van de steiger-buizen, die naadloos of stomp gelast moe-ten zijn, is 6 m. Daarnaast worden alle (klei-nere) lengten -- meestal in veelvouden vaneen halve meter -- op bestelling geleverd,wat dikwijls de snelheid van werken op debouwplaats ten goede komt, daar men dan.niet tot afzagen behoeft over te gaan. Van-zelfsprekend beperkt men op deze wijze hetmateriaalverlies in belangrijke mate.De stalen buizen kunnen onbehandeld wor-den geleverd, waardoor roestvorming mo-gelijk is, wat het onderhoud vergroot danwel de levensduur vermindert. Daarom komtnogal eens een verzinkte (gegalvaniseerde)uitvoering in aanmerking, vooral wanneer desteigers gedurende lange tijd gebruikt wor-den of in een sterk agressieve omgevingstaan. Een dergelijke uitvoering is weliswaarduurder, maar de voordelen ervan liggenvoor de hand. Volgens de genoemde 'Aan-** 'Aanwijzingen voor de bouw, het gebruik en het on-derhoud van staande steigers, samengesteld uit stalenbuizen die onderling door koppelingen zijn verbonden'.Publikatie No. 6 van de Arbeidsinspectie, vierdedruk, 1962.wijzingen' dient de beschermende laag zo-wel aan de binnen- als de buitenzijde teworden aangebracht, terwijl de wrijvingtussen de buis en de koppeling hierdoorniet ongunstig be?nvloed mag worden.De stalen-buissteigers vertonen qua construc-tie een (historische) overeenkomst met detraditionele houten steigers, waarvan danook verschillende benamingen -- zoals staan-ders, liggers, kortelingen en schoren ?--overgenomen zijn.Het meest karakteristieke van elk systeemstalen-buissteigers wordt echter gevormddoor de zgn. koppelingen, waarmee de stei-gerbuizen aan elkaar verbonden worden.Zij zijn meestal geoctrooieerd, vooral watbetreft de constructie en de daarbij toege-paste wijze van verbinding: met losse spie-en, met vaste spie?n, met (vaste) bouten.Het is moeilijk, zo niet onmogelijk, om devoor- en nadelen van een bepaalde verbin-dingswijze (losse of vaste spie?n dan welbouten) af te wegen tegen die van een an-dere. De keuze zal daarom dikwijls geschie-den op grond van reeds opgedane ervarin-gen en wellicht met een persoonlijke voor-keur. Volgens sommigen komen de boutver-bindingen vooral in aanmerking bij steigers,die gedurende een vrij lange tijd gebruiktmoeten worden, maar deze bewering blijktdoor anderen weer te worden tegengespro-ken. Als voordeel van de vaste spie?n (enbouten) wordt wel genoemd, dat deze nietuit de koppelingen kunnen vallen, zodatmateriaalverlies voorkomen wordt en dekans op ongelukken door vallende voor-werpen verminderd is. Typerend is in iederg val, dat sommige Steigersystemen metmeer dan een verbindingswijze geleverdworden, zoals ook blijkt uit het overzichtvan tabel 1.Bij de koppelingen, van welk fabrikaat danook, zijn -- overeenkomstig de reeds ge-noemde 'Aanwijzingen' -- de volgende ty-pen te onderscheiden:-- kruiskoppelingen (voor haakse verbindin-gen)-- draaibare koppelingen (voor verbindin-gen onder een willekeurige hoek)-- parallelkoppelingen (voor de onderlingeverbinding van twee evenwijdige buizen)-- loskoppelingen (voor verlengingen; veelalin combinatie met een al dan niet losse'montagepen')-- kortelingskoppelingen (voor de verbin-ding van kortelingen aan liggers).40 Cement XVIII (1966) Nr. 1Al deze koppelingen zijn geverfd of gelakt,dan wel op een speciale wijze verzinkt(zgn. gesherardiseerd). De laatstgenoemdeuitvoering is weliswaar de duurste, dochgeeft ook hier een belangrijke beperkingvan het onderhoud dan wel een verlengingvan de levensduur.Naast deze koppelingen komen er nog ver-schillende andere steiger-onderdelen voor,zoals grond- of voetplaten, schroefstempels[om een buis tussen twee ongeveer even-wijdige vlakken, bijv. in een raamopening,vast te klemmen), kortelingssteunen of muur-verbinders, verstelbare gaffels of vorken(zgn. 'betonsteunen' of 'bekistingssteunen'),leuningbeugels, planken- of vloerdelenklem-men, vaste of zwenkende loopwielen (aldan niet met rubberbanden), ladders, spe-ciale hamers en sleutels (voor spie?n resp.bouten), enz., enz.Met gebruikmaking van deze onderdelenkan men voor allerlei doeleinden de -meestgeschikte steiger maken. Men onderscheidthierbij in hoofdzaak:'enkele en dubbele stei-gers, klimsteigers, rolsteigers, uitbouwstei-gers, uitsteeksteigers en hangsteigers.Voor stalen-buissteigers, althans de staandesteigers die als zgn. werksteigers wordengebruikt, zijn door de Arbeidsinspectie spe-ciale veiligheidsvoorschriften opgesteld, dereeds meermalen aangehaalde 'Aanwijzin-gen'. De buizen en vooral de koppelingenkunnen op grond van de daarin vermeldeeisen door de Arbeidsinspectie gekeurdworden. Wanneer met goedgekeurde onder-delen steigers worden gebouwd volgens dehiervoor gegeven aanwijzingen, zullen dezesteigers voldoen aan de eisen van de Ar-beidsinspectie.Indien de te bouwen steiger afwijkt van dein de 'Aanwijzingen' bedoelde typen, kanmen toch van het merendeel der gegevenvoorschriften gebruikmaken, zowel wat deberekening als wat de opbouw betreft.Overleg met de Arbeidsinspectie is daarbijgewenst, ook al omdat men volgens hetVeiligheidsbesluit wettelijk aansprakelijk is.Een leverancier van stalen steigers houdtzich meestal niet alleen bezig met de ver-huur en/of de verkoop van steigerbuizen en-koppelingen plus de bijbehorende anderesteiger-onderdelen. Desgewenst wordt vaneen te bouwen steigerconstructie ook eenontwerp gemaakt, voorzien van een mon-tage-tekening en een materiaallijst. In eendergelijk ontwerp zijn vanzelfsprekend de er-varingen verwerkt, die de gespecialiseerdefirma in de loop der ?aren heeft opgedaan.Van deze specialisatie kan men ook gebruikmaken bij de montage/demontage van desteiger, daar dit veelal zal kunnen geschie-den door de leverancier, dan wel onderdiens leiding. Vooral bij enigszins gecom-pliceerde steigers zal dit aanbeveling ver-dienen, ofschoon het ook in normale geval-len nogal eens tot besparingen kan leiden.Het 'zelf doen' vereist ook hier een zekereroutine, waar men niet te lichtvaardig overmoet denken. Toch bezitten al verscheideneaannemingsmaatschappijen bekwame steiger-bouwers en -ontwerpers, zodat deze bedrij-ven slechts in uitzonderingsgevallen de hulpvan de leverancier inroepen.Het ontwerp, de montage en de mogelijk-heden van stalen-buissteigers zijn uitvoerigbeschreven in een stevig en goed verzorgdboekje 'Sta/en steigers' (126 blz.), dat in1962 is uitgegeven door Stampwerk 'Haar-lem' N.V. te Haarlem. Volgens de 'Inleiding'ervan zijn de aanwijzingen betreffende hetontwerp van stalen steigers algemeen toe-pasbaar, doch heeft het gedeelte 'Montage'(vanzelfsprekend) uitsluitend betrekking opsteigers met Stampwerk-koppelingen.Desondanks is ook dit gedeelte van alge-meen belang, vooral omdat het duidelijk enoverzichtelijk de diverse mogelijkheden vanstalen-buissteigers behandelt. Deze op depraktijk gerichte duidelijkheid is trouwensook het kenmerk van het eerste gedeelte vandit boekje. Daarin wordt bij voorbeeld aan-dacht besteed aan de elementaire kennisvan trek, druk en buiging, die bij de steiger-bouw noodzakelijk en in ieder geval ge-wenst is.Dit boekje, met zijn vele praktische wenken,kan daarom van harte aanbevolen wordenaan al degenen die op de een of anderewijze met stalen steigers t? maken hebben,vooral degenen die zich met de bouw vandergelijke steigers bezighouden, daar heteen goed leer- en instructieboekje is.Het is geheel gebaseerd op de reeds ge-noemde 'Aanwijzingen', doch daarvan de in1959 verschenen derde druk. Het verdientdaarom aanbeveling om bij dit boekje de4e druk (1962) van de 'Aanwijzingen' te ge-bruiken, zodat men rekening kan houdenmet de (weinige) wijzigingen die er na 1959in aangebracht zijn.De stalen buizen en koppelingen blijken nogvoor vele andere doeleinden toegepast tekunnen worden, bij voorbeeld voor (tijde-lijke) tribunes en loopbruggen, in de scheep-bouw, voor magazijnstellingen, enz. Derge-lijke toepassingen vallen weliswaar buitenhet gebied van de (beton)bouw, maar hetkan bij de aanschaf van stalen-steigerma-teriaal toch een punt van overweging zijn,dat er bij een onvoorziene 'leegloop' vanhet materiaal wellicht nog andere bestem-mingen voor gevonden kunnen worden.Zodra een stalen-buissteiger als ondersteu-ningsconstructie gebruikt moet worden (on-dersteuning van bekistingen of van gepre-fabriceerde elementen), zal het meer danooit noodzakelijk zijn om de steigerconstruc-tie te berekenen, ten einde instorten, inzak-ken of andere moeilijkheden te voorkomen.Vanzelfsprekend zal men vooral dan eenberoep doen op de specialisatie van de be-treffende leverancier, zowel voor het ont-werp als voor de opbouw.In het voorgaande is reeds opgemerkt, datde door de Arbeidsinspectie gegeven 'Aan-tabel 7. enkele Steigersystemen, in het bij-zonder de koppelingen (in alfabetischevolgorde)(foto: Stampwerk)foto ?. werksteiger bij nieuwbouwwijzingen' alleen betrekking hebben opstaande steigers die als zgn. werksteigersworden gebruikt. Maar evenals voor de an-dere typen werksteigers kan men ook voorde ondersteuningsconstructies een nuttig ge-bruik maken van de in de 'Aanwijzingen'voorkomende gegevens. Bovendien zal menbij de leverancier desgewenst allerlei infor-maties kunnen verkrijgen. En ten slotte zalhet ontwerp van een dergelijke ondersteu-ningsconstructie ons niet voor onoverkome-lijke moeilijkheden kunnen plaatsen indienfoto 2. steiger zonder dragende functie,watertoren ZaltbommelCement X V I II (1966) Nr. 1 41merk spie?n bouten fabrikant/leveranciervast losErremGelriaS.S.H.StampwerkS.T.B.U.T.M.. van Thiel & Zn N.V. (Beek en Donk)N.V. Staalsteiger 'Gelria' (Nijmegen)Stalen Steiger Holland N.V. (Haarlem/Hel-mond)Stampwerk 'Haarlem' N.V. (Haarlem)Van der Spek Amsterdam N.V. (Amsterdam)Stalen Buis Steigers N.V. (Schiedam)wij er vanuit gaan, dat het hier in feite eenstaafconstructie betreft waarvoor de desbe-treffende rekenregels gelden.Daar vooral in de steigerbreedte betrekke-lijk weinig variatie voorkomt -- de 'Aanwij-zingen' schrijven een breedte van ten min-ste 1,30 m en van ten hoogste 1,80 m voor-- ligt het voor de hand dat men hierbij toteen zekere vorm van prefabricage is over-gegaan, namelijk met de zgn. koppelbuizen,dat wil zeggen kortelingen van een bepaal-de lengte met aan beide einden een vastekoppeling. Dergelijke koppelbuizen komenvoor bij het steigersysteem S.S.H. (StalenSteiger Holland N.V., Haarlem/Helmond) enook bij het steigersysteem Seco (P. vanThiel & Zn. N.V., Beek en Donk), dat trou-wens een zgn. -.elementsteiger betreft, daarook nog andere onderdelen geprefabriceerdworden.Steigers van stalen elementenOok in de stalen-steigerbouw blijkt de pre-fabricage-gedachte al sterk doorgevoerd tezijn en dit beslist niet alleen bij de in heivoorgaande genoemde koppelbuizen. In deloop der ?aren zijn namelijk verschillendesystemen van zgn. elementstetgers tot ont-wikkeling ?n toepassing gekomen, waaruitmen kan concluderen, dat de ermee beoog-de voordelen ook inderdaad behaald worden.Als het belangrijkste voordeel kan men stel-len: de snelle montage/demontage door detoepassing van vooraf vervaardigde elemen-ten, die men anders -- bij de normale buis-steigers -- eerst uit verschillende onderde-len zou moeten samenstellen. De in dezeelementen voorkomende verbindingen zullenbovendien minstens een even grote zeker-heid geven als met de beste koppelingenmogelijk is. Daar de geprefabriceerde ele-menten altijd een of meer rechte hoeken be-zitten en voorts omdat slechts een beperktaantal standaard-maten voorkomt, is hetzgn. richten tijdens de montage een vrij een-voudige zaak.Zoals bij elke andere vorm van prefabricagekan zich ook hier de moeilijkheid voordoen,dat de toepassing van standaard-elementenals een bezwaar gevoeld wordt, namelijkwanneer men niet direct voor elk -- afwij-kend -- geval een eenvoudige oplossingkan vinden, omdat het min of meer starrestramien zich hier niet goed voor zou lenen.Dergelijke moeilijkheden zullen in principehet grootst zijn als er veel geprefabriceer-de elementen voorkomen. In de praktijkblijkt elk systeem echter toch wel de nodigeflexibiliteit te bezitten, ook al omdat er veel-al extra elementen zijn, zowel in type alsin grootte, waarmee de bedoelde proble-men opgelost kunnen worden.Terwijl de stalen-buissteigers hoofdzakelijkin aanmerking komen als werksteigers (voor-al gevelsteigers) en in veel geringere mateals ondersteuningsconstructies, blijken deelementsteigers voor de ene of voor de an-dere toepassing geschikt te zijn, dan welvoor beide doeleinden gebruikt te kunnenworden. Het meer geschikt zijn voor de enedan voor de andere toepassing zal veelaleen kwestie van de constructie zi|n. Zo zalbij ondersteuningsconstructies vooral de toe-laatbare belasting, met inbegrip van destabiliteit, van belang zijn, terwijl bij werk-steigers het kunnen aanbrengen van goedbegaanbare werkbordessen een eerste ver-eiste is.Het kiezen van een bepaald steigersysteemen vooral het prefereren daarvan boven eennormale stalen-buissteiger zal in vele geval-len geschieden op grond van reeds eerderopgedane ervaringen, terwijl men altijd zo-veel mogelijk rekening zal moeten houdenmet het doel waarvoor de steigers gebruiktzullen worden. Ook hierbij kan de betreffen-de leverancier ingeschakeld worden, daardeze niet alleen steigers verhuurt en/of ver-koopt, maar ook op het gebied van de stei-gerbouw ontwerpt en adviseert en verderdesgewenst de steigers monteert en demon-teert. In ieder geval zal men de door deleverancier verstrekte gegevens nodig heb-ben, wanneer men zelf een uit elementensamen te stellen steiger gaat ontwerpen enberekenen.Ter wille van de overzichtelijkheid zou hetgewenst zijn om de elementsteigers in en-kele hoofdgroepen te verdelen. Maar omdater ook bij een ver doorgevoerde onderver-deling binnen elke groep nogal wat varia-ties zullen voorkomen, terwijl er tussen deverschillende groepen zelden scherpe gren-zen zullen bestaan, wordt er in dit artikelafgezien van een dergelijke groepering. Tochis de volgorde, waarin hier een aantal stei-gersystemen de revue passeert, niet gehelwillekeurig.In aansluiting op de voorgaande paragraafwordt begonnen met twee systemen, die on-danks de toepassing van enkele geprefabri-ceerde elementen een grote overeenkomstvertonen met de normale stalen-buissteigers,ook al omdat hierbij steigerbuizen, koppelin-gen en andere steiger-onderdelen toegepastworden, namelijk de Seco elementsteiger ende S.S.H, stapelsteiger. Dan komen enkeleSteigersystemen ter sprake, geheel geprefa-briceerd en hoofdzakelijk bestaande uit ver-ticale en/of horizontale elementen, die on-derling verbonden worden door liggers,staanders, schoren of diagonalen, te wetende Tel Dal en Cadrospeed elementsteigers,de Acrow Matress steiger, de H?nnebecfcsnelbouwsteiger en de Self-lock gevelsteiger.Ten slotte worden drie systemen behandeld,waarbij de elementen -- meer dan bij devoorgaande systemen -- samengevoegd wor-den tot zgn. torens (die een zekere over-eenkomst vertonen met de nog te bespre-ken zware betonstempels en bekistingson-dersteuningen), namelijk de Self-lock toren-steiger, de Pal stapelsteiger en de AcrowShorload "steiger. Het zal duidelijk zijn, datook deze indeling niet veel meer dan zeerschematisch is.Volledigheidshalve dient te worden opge-merkt, dat de onderdelen van elementstei-gers gewoonlijk van een roestwerende laagvoorzien zijn, meestal gegalvaniseerd.Bij de Seco elementsteiger (P. van Thiel &Zn. N.V., Beek en Donk) is het voornaamstegeprefabriceerde onderdeel een van steiger-fig. 3. schema opbouw Seco elementsteigerfig. 4. standaard-element S.S.H, stapelsteigerfig. 5. element Cadrospeed steigerfig. 6. opbouw Acrow Matress steiger42 Cement XVIII (1966) Nr. 1buis vervaardigd portaalvormig element (inzes verschillende grootten). Deze elementenkomen verticaal te staan, haaks op de geve!,en worden onderling verbonden door nor-male steigerbuizen, waarbij Seco-koppelin-gen met vaste spie worden gebruikt (fig. 3).Eveneens geprefabriceerd zijn de kortelin-gen (zgn. koppelbuizenj. Dit systeem komtvooral in aanmerking voor de bouw vanwerksteigers, ofschoon er ook ondersteu-ningsconstructies mee te maken zijn.De S.S.H, stapelsteiger (Stalen Steiger Hol-land N.V., Haarlem/Helmond) is gekenmerktdoor een H-vormig element (in twee breed-ten en drie verschillende hoogten), van stei-gerbuis vervaardigd en voorzien van tweevaste koppelingen (met bout) (fig. 4). Dezeelementen worden in verticale stand, haaksop de gevel, toegepast in combinatie metnormale steigerbuizen, koppelingen, enz. Be-halve als werksteiger is dit systeem ook ge-schikt als ondersteuningsconstructie.De Tel Dal elementsteiger ?Stalen Buis Stei-gers N.V., Schiedam) wordt samengestelduit portaalvormige elementen (verticaal ge-plaatst, haaks op de gevel), die onderlinggekoppeld worden door diagonalen (verti-caal en ook wel horizontaal) en -- bij gro-tere hoogten -- door langsverbindingsbui-zen. De verbindingen worden verkregen doormiddel van zgn. kantelborgpennen, zodatgeen losse koppelingen voorkomen. Voor dewerkbordessen worden raamvormige elemen-ten, zgn. vloerdragers, gebruikt. Dit systeemis vooral bestemd voor lichte werksteigers(max. belasting 150 kgf/m2).De Cadrospeed elementsteiger (Stalen BuisSteigers N.V., Schiedam) vertoont een groteovereenkomst met de tel Dal elementstei-ger. Het voornaamste element is hier echtereen verticaal raam, dan wel een als raam-werk uitgevoerd portaalvormig element dateveneens verticaal wordt toegepast (fig. 5).Ook hier worden de elementen gekoppelddoor diagonalen en eventueel langsverbin-dingsbuizen, eveneens met verbindingen vankantelborgpennen. Voor de werkbordessenworden langs- en dwarsliggers gebruikt.Dit systeem komt in aanmerking voor zwarewerksteigers (max. belasting 300 kgf/m2) envoor ondersteuningsconstructies.De Acrow Matress steiger (Van der SpekAmsterdam N.V., Amsterdam) bezit als voor-naamste onderdeel een horizontaal raam[in twee formaten). Deze elementen wordendoor middel van geprefabriceerde staandersen schoren (zowel in langs- als dwarsrich-ting) samengevoegd tot steigers, die als werk-steigers of als ondersteuningsconstructies tegebruiken zijn; Alle verbindingen wordengemaakt met een speciale koppeling, dieop de staanders wordt aangebracht, waar-na het te bevestigen onderdeel wordt inge-haakt (fig. 6).De H?nnebeck snelbouwsteiger (Gebr. VanDun, Rotterdam/Amsterdam) bestaat hoofd-zakelijk uit zowel horizontale als verticaleramen van profielstaal, waarbij de gewenstestijfheid wordt verkregen door toepassingvan geprefabriceerde schoren (eveneens vanprofielstaal) (fig. 7). De verbindingen ont-staan door inhangen of insteken van het be-tr ffende onderdeel, waarna een specialeveiligheidspal voor een trek- en drukvasteverbinding zorgt. Er komen dus geen lossekoppelingen voor. Dit systeem, dat evenalsde meeste andere systemen gecompleteerdwordt door allerlei onderdelen, zoals rug-leuningen, gevelverankeringen, consoles endergelijke, komt uitsluitend in aanmerkingvoor de bouw van (zware) werksteigers?max. belasting 300 kgf/m2), waarvoor hetdan ook door de Arbeidsinspectie is goed-gekeurd.De Self-lock gevel steiger (N.V. Matab,Nieuwerkerk a/d IJssel) wordt samengestelduit L-vormige elementen, zgn. gevel-elemen-ten (in twee formaten), die haaks op degevel komen te staan en onderling gekop-peld worden door hetzij een raamvormigelement (zgn. standaard) en een gevelver-bindingsstang dan wel twee van dergelijkestangen, waardoor men in feite afwisselendeen zgn. toren en een zgn. tussentoren krijgt(fig. 8). Het hierbij toegepaste self-lockprincipe zorgt ervoor, dat de verschillendeonderdelen stevig op elkaar aansluiten,waarbij de nodige haakse verbindingen zon-der moeilijkheden ontstaan. Door de Arbeids-inspectie is dit systeem goedgekeurd alszware werksteiger. Tot de verschillende on-derdelen behoren ook regelstangen en vor-ken, waarmee men de gevelsteiger des-gewenst als (lichte) ondersteuningsconstruc-tie geschikt kan maken.De Self-lock t o r e n steiger (N.V. Matab,Nieuwerkerk a/d IJssel), die in opzet be-doeld is als ondersteuningsconstructie, ver-toont -- vanzelfsprekend -- een grote over-eenkomst met de Self-lock gevelsteiger, of-schoon er alleen zgn. torens worden toege-past, opgebouwd uit rechthoekige elemen-ten, zgn. standaards (in vier formaten). Der-gelijke vierkante torens (1,20 m X 1,20 m offofo JO. toepassing Pal stapelsteiger1,80 m X 1,80 m) worden volgens bepaalderegels van diagonalen en schoren voorzien,waardoor de toelaatbare belasting wordtvergroot. Ook hier komen de verbindingenen het haakse verband tot stand volgenshet self-lock principe. Met behulp van ver-bindingsstangen kan men een rij torens ofeen torenveld formeren. Foto 9 toont de on-dersteuning voor het 1,50 m dikke betondekvan uitwateringssluizen ten behoeve van deLauwerszeewerken. De hier toegepaste to-rens (1,20 m X 1,20 m) hebben bij een hoog-te van 4 m een draagvermogen van 15 200kgf; bij een hoogte van 10 m is het draag-vermogen nog 12 800 kgf. (zie foto 15, blz. 49).De Pal stapelsteiger (Stalen Steiger HollandN.V., Haarlem/Helmond) is gebaseerd opde toepassing van slechts ??n type element,namelijk een driehoekig raam (hoogte 1 mof 0,75, vier verschillende lengten), dat inverticale stand wordt gebruikt voor de bouwvan driehoekige of vierkante torens. De mon-tage van dergelijke elementen is zeer een-voudig, terwijl door de driehoekige vormen de speciale, drukvaste verbindingen eenstevig geheel wordt verkregen (foto 10).foto 9. toepassing Self-lock torensteigersCement XVIII (1966) Nr. 1 43f/g. 7. opbouw H?nnebeck snelbouwsteigerfig. 8. twee torens en een tussentoren vanSelf-lock gevelsteigerfig. 11. opbouw Acrow Shorload steigerBlijkens de resultaten von opmerkelijkeproeven aan de Universiteit van Lausanneis de toelaatbare belasting 12-15 tf en15-20 tf voor driehoekige resp. vierkantetorens, afhankelijk van de hoogte en degrootte van de veiligheidsco?ffici?nt. Bijgrotere hoogten dient men de afzonderlijketorens onderling te koppelen, waarvoornormale steigerbuizen gebruikt worden. Metdit systeem kan men ook werksteigers bou-wen: de driehoekige torens worden dan on-derling gekoppeld door driehoekige stan-daardelementen, waarna de werkbordessenaangebracht kunnen worden.De Acrow Shorload steiger (Van der SpekAmsterdam N.V., Amsterdam) wordt samen-gesteld uit verticale raamvormige elementen(in ten minste vier formaten), waarmee metbehulp van geprefabriceerde diagonalenzgn. torens worden gebouwd (fig. 11), dieeerst bij grotere hoogten onderling gekop-peld worden (schoren, liggers). Afhankelijkvan de opbouw kan op dergelijke torenseen belasting van ca. 9-18 tf toegelatenworden. Dit systeem is in opzet bedoeldvoor de bouw van ondersteuningsconstruc-ties.ZWARE BETONSTEMPELS (Bekislingson-dersteuningen)De eenvoudigste en meest bekende bekis-tingsondersteuningen zijn de zgn. schroef-stempels, waarvan dan ook verscheidenefabrikaten voorkomen. Doordat van elkfabrikaat meerder typen geleverd worden,terwijl elk type in hoogte verstelbaar is, kanmen globaal genomen stempelhoogten ver-krijgen van 1 -5 m. Afhankelijk van het fa-brikaat, het type en de hoogte bedraagt detoelaatbare belasting 1 - 4 tf.In alfabetische volgorde kunnen de volgen-de fabrikaten genoemd worden: Acrow(Van der Spek Amsterdam N.V., Amster-dam), Fix (Ehvo-Fix, Bodegraven), H?nne-beck (Gebr. Van Dun, Rotterdam/Amster-dam), Mills (N.V. Matab, Nieuwerkerk a/dIJssel), S.S.H. (Stalen Steiger Holland N.V.,Haarlem/Helmond), Super Robur (N.V. Ma-tab, Nieuwerkerk a/d IJssel) en Van Thiel(P. van Thiel & Zn. N.V., Beek en Donk).Sommige fabrikaten, zoals S.S.H., wordenook als zgn. schoorstempels geleverd, ter-wijl naast de normale schroefstempels ookzgn. rioleringssleufstutten voorkomen. Op-merkelijk is de Hico traverse-stempel (Sta-len Steiger Holland N.V., Haarlem/Helmond),daar deze niet alleen als verticale onder-steuningsstempel maar ook als horizontalebekistingdrager (traverse) toegepast kanworden.Als een overgang van deze betonstempelsnaar de in de voorgaande paragraaf be-handelde ondersteuningsconstructies kanmen de zware betonstempels of zgn. be-kistingsondersteuningen beschouwen. Door-dat zij samengesteld worden uit op elkaargeplaatste standaard-elementen gelijken zijenigszins op de normale betonstempels,maar wat betreft de toelaatbare belastingenvertonen zij meer overeenkomst met de ge-noemde ondersteuningsconstructies, in hetbijzonder met de daarbij voorkomendetorensteigers. Bij het ontwerp van dergelijkeondersteuningen, veelal door of met dehulp van de leverancier, zal men dikwijls debij het betreffende systeem behorende be-kistingdragers toepassen, vari?rend van deeenvoudige dragers tot de complete vak-werkliggers, zoals die voor grote overspan-ningen en/of zware belastingen geleverdworden (zie ook de volgende paragraaf).De Fix constructiestempel (Envo-Fix, Bode-graven) wordt samengesteld uit vierkantetralie-elementen (lengte 0,70 m, 1,40 m oF2,80 m), waarbij de verbindingen tot standkomen door draaibare wiggen aan het eneelement en vaste haken aan het andere(foto 12). De stempels worden voorzien vanvaste of verstelbare voet- en kopstukken.Bij een vrije hoogte van 10 m kan een der-gelijke stempel een belasting van 20 tf dra-gen. Zonodig kan men de stempels schorenen onderling koppelen met gebruikmakingvan normale steigerbuizen en koppelingen.De H?nnebeck driehoekstempel (Gebr. VanDun, Rotterdam/Amsterdam) wordt opge-bouwd uit een verstelbaar voetstuk, een ofmeer middenstukken (in lengten van 1,25 m,1,50 m en 2 m) en een kopstuk (foto 13). De-ze elementen, die een driehoekige doorsne-de bezitten, worden met elkaar verbondendoor vaste oogkopschroeven. De toelaat-bare belasting is ca. 18 tf. De voetplaat be-zit een kogelvormige constructie, waardoorkleine oneffenheden in de fundamenten op-gevangen kunnen worden. Met behulp vannormale steigerbuizen en koppelingen kanmen de knikveiligheid van deze stempelsvergroten, terwijl zij dan ook horizontale be-lastingen kunnen opnemen.De H?nnebeck opvouwbare stempel (Gebr.Van Dun, Rotterdam/Amsterdam) bestaatuit een verstelbaar voetstuk (met drie spin-dels), een of meer middenstukken (in leng-ten van 1,25 m, 1,50 m en 2m) en een kop-stuk (foto 13), die door speciale schroevenaan elkaar verbonden worden. Het kenmer-kende van dit systeem is, dat elk element --met driehoekige doorsnede -- door het los-maken van de sluitbanden tot een vlak pak-ket opgevouwen kan worden, wat voor deopslag en het transport zeer gunstig is. Bijeen vrije hoogte van 14 m kan een dergelijkestempel een belasting van 30 tf dragen.Ook hierbij wordt het. normale steigerma-teriaal toegepast voor de vergroting van destabiliteit, in het bijzonder van de knikvei-ligheid.De Peiner stempel (Stalen Steiger HollandN.V., Haarlem/Helmond) bezit een vierkan-te doorsnede en wordt samengesteld uit eenverstelbaar voetstuk, een of meer midden-stukken (0,625 m, 1,25 m of 2,50 m) en eenverstelbaar kopstuk, die onderling verbon-den worden door vaste spie?n (foto 14).Deze stempels kunnen bij een vrije hoogtefoto 72. Fix constructiestempels met Fix BB 70zware bekistingdragersfoto 13. H?nnebeck driehoekstempels (onderbrugdek) en opvouwbare stempels (onderboog) met H?nnebeck gigant-dragers SL 75foto 74. Peiner stempels (tevens voor kolom-bekisting) met Peiner bekistingliggers V 80044 Cement XVIII (1966) Nr. 1van 10 m een belasting van 20 tf dragen. Devoetplaat bezit een kogelconstructie, waar-door de belastingen centrisch overgebrachtworden. Met behulp van normale steigerbui-zen en speciale boutkoppelingen wordt heteventueel gewenste verband verkregen.BEKISTINGDRAGERSBekistingen zi?n in principe hulpconstructies,die de contramal van het te maken beton-werk vormen, althans van de zij- en onder-kant daarvan. In het geval van horizontalebekistingen dient nien bij toepassing van detraditionele bekistingsplanken en ook bij hetmerendeel van de later tot ontwikkeling ge-komen bekistingspanelen, deze planken enpanelen op zgn. onderliggers aan te bren-gen, ten' einde ongewenste doorbuigingente voorkomen en de gewenste overspannin-gen te verkrijgen. Tot voor een aantal ?arenwerd voor dit doel bijna uitsluitend hout ge-bruikt, vooral baddings.Daar de overspanningen binnen een zelfdeproject vrijwel nooit overal gelijk zijn enbovendien omdat zij van bouwwerk totbouwwerk veelal verschillen, is het pasklaarmaken en aanbrengen van dergelijke liggersaltijd een tijdrovend karwei geweest. Hout-verlies is hierbij onvermijdelijk, ook al om-/dat gescheurde of anderszins beschadigdeonderdelen vervangen moeten worden. Entenzij men tot de toepassing van profiel-staal overgaat dienen deze regels op vrijkorte afstanden ondersteund te worden (door?ukken, stempels e.d.), wat de bewegings-vrijheid onder de bekisting aanzienlijk be-perkt.De komst van de s t a l e n bekistingdra-gers (bekistingliggers) heeft in dit opzichtgrote veranderingen veroorzaakt. Dergelijkeliggers zijn namelijk verstelbaar [meestalzgn. telescopisch), zodat met een beperktaantal formaten alle gewenste overspannin-gen te maken zijn. Door de bijzondere con-structie van deze stalen liggers behoeveneerst bij grotere overspanningen en/ofzwaardere belastingen tussensteunpuntenaangebracht te worden. Het inschuifbaar zijnis vanzelfsprekend ook gunstig voor zowel hettransport als de opslag. Een belangrijk voor-deel is nog het verhoudingsgewijs geringeeigen gewicht.Een beperkt aantal firma's heeft zich in de-ze richting gespecialiseerd door een heelassortiment bekistingdragers te ontwikkelen,voor verschillende overspanningen en belas-tingen. Ofschoon het voordelen zou biedenom voor elk toepassingsgebied de verschil-lende fabrikaten samen te voegen en gelijk-tijdig te bespreken, wordt er in dit artikelvan een dergelijke groepering afgezien. El-ke firma beschikt namelijk over een aantal'series', die voor verschillende doeleindenworden aanbevolen en die veelal gecombi-neerd worden met andere bekistings- ensteigeronderdelen van dezelfde firma (bijv.schroefstempels, torensteigers en bekistings-panelen). Daarom worden de beschikbaregegevens hier zo goed mogelijk gegroepeerdper fabrikaat, in een vrij willekeurige volg-orde.Uit dat overzicht zal blijken, dat er bij elkfabrikaat diverse typen voorkomen en tal-rijke combinaties mogelijk zijn, zodat voorieder geval de meest effectieve oplossingte vinden is. Bij de aanschaf (koop of huur)van een bepaald systeem (fabrikaat en type)zal men ernaar streven om materiaal te be-zitten, dat voor de te verrichten werkzaam-heden het geschiktst is, bij voorbeeld vooreen omvangrijk seriewerk of daarentegenvoor een aantal projecten van uiteenlopen-de aard.Evenals alle andere bekistingen dient menook die op bekistingdragers te berekenen,ten einde een verantwoorde constructie tekunnen maken. Bij deze berekening zal menveel nut ondervinden van de belastingstabel-len, die door elke leverancier beschikbaargesteld worden, desgewenst aangevuld metadviezen betreffende de bekistingsconstruc-tie en het daarvoor te gebruiken materiaal.Deze tabellen geven het verband tussen detoelaatbare belasting, de hart-op-hart af-stand en de lengte van de vrije overspan-ning.Bekistingdragers worden weliswaar hoofdza-kelijk voor horizontale bekistingen toegepast,doch daarnaast blijken zij ook wel bij debekisting van verticale vlakken in aanmer-king te komen. Deze mogelijkheden wordenhier -- zij het terloops -- afzonderlijk be-handeld, zoals dat ook geschiedt met de be-kistingdragers voor gebogen bekistingen enmet die voor zeer zware belastingen en/ofgrote overspanningen.De Peiner bekistingdragers (N.V. Matab,Nieuwerkerk a/d IJssel) zijn samengestelduit een zgn. traliedrager en een daarin tele-scopisch passende balkdrager. Er komen vierverschillende typen voor (Sneldrager, Super-sneldrager, Lichte drager en Standaard-dra-ger) met een toelaatbaar buigend momentvan resp. 500 kgfm, 800 kgfm, 1 200 kgfm en1 500 kgfm. De onderlinge verbinding komttot stand door middel van een wigsluiting.Bij twee- en drie-delige combinaties zijnoverspanningen van 1,85-8,40 m mogelijk.Voor de ondersteuning, althans in bepaaldegevallen, worden de Self-lock torensteigersaanbevolen (zie blz. 47 en foto 15).De Acrow bekistingdragers (Van der SpekAmsterdam N.V., Amsterdam) bestaan uiteen middenstuk (een door dwarsverbindin-gen versterkt open profiel), aan beide ein-den voorzien van een uitschuifbaar gedeel-te (van hetzelfde profiel, doch nu gesloten).Er zijn vier typen (1 t/m 4) met overspannin-gen van resp. 1,22-1,83 m, 1,83-2,74 m,2,44-3,66 m en 2,74-4,57 m. Als bekisting-materiaal worden de stalen Acrow bekis-tingspanelen aanbevolen.De Fix traversen (Envo-Fix, Bodegraven),voor kleine overspanningen of haaks op denormale bekistingdragers toe te passen, zijnbij de typen I en II samengesteld uit tweelangs elkaar schuivende U-profielen, metoverspanningen van resp. 1 -1,65 m en 1,30-2,10 m. De typen III en IV, met een toelaat-baar buigend moment van 460 kgfm, zijnsamengesteld uit tralieliggers, te weten eenbuitendrager met een lengte van 1,80 of 2,10m en een daarin telescopisch passende bin-nendrager met een lengte van 1,80 of 2,20foto 75 Peiner bekistingdragers op Self-locktorensteigersm. Door combinatie van een buiten- en eenbinnendrager verkrijgt men overspanningenvan 1,80-3,80 m.De Fix bekistingdragers bestaan uit een tra-lieligger en een daarin telescopisch passen-de balkligger. Er zijn drie typen (W.B., All-Fix en Fix-2) met een toelaatbaar buigendmoment van resp. 825 kgfm, 1300 kgfm en1700 kgfm. Bij het type W.B. (woning-bouw)heeft de tralieligger een lengte van 1,90 of2,55 m, en de balkligger van 0,95 m, 1,90 mof 2,55 m, waarmee allerlei combinaties mo-gelijk zijn. Bij het type Fix-2 komt zowel detralieligger als de balkligger in drie lengtenvoor, zodat bij voorbeeld met twee elemen-ten overspanningen tot 6,15 m mogelijk zijn.Bij al deze traversen en bekistingdragersworden de elementen aan elkaar gekoppelddoor middel van een vaste wigverbinding.De H?nnebeck traversen (Gebr. Van Dun,Rotterdam/Amsterdam) bezitten een over-spanning van 0,75-1,25 m (type I; naast el-kaar schuivend) en van 1,25-2,10 (type II;telescopisch). Type II is voorzien van eenzgn. oogkopstelschroef.De H?nnebeck bekistingdragers zijn in driegroepen te verdelen. De lichtste twee typen(Boy en Super-boy), van een gedeeltelijkopen profiel en met een toelaatbaar bui-gend moment van 450 kgfm, geven overspan-ningen van resp. 1,80-3,10 m en 2,45-3,75m. Twee zwaardere typen (Kadett en Junior),met een toelaatbaar buigend moment vanresp. 1000 kgfm en 1250 kgfm, bestaan elkuit twee tralieliggers (vakwerkliggers). Bijhet type Junior heeft de buitendrager eenlengte van 2,35 of 3,35 m en de binnendra-ger van 2,35 of 2,95 m, waardoor allerleicombinaties mogelijk zijn (twee- en meer-de-lig). Bij het type Kadett leveren twee- endrie-delige combinaties overspanningen van2,60-4,50 m en 5,20-6,45 m.Het zwaarste type bekistingdrager (Senior),met een toelaatbaar buigend moment van1700 kgfm, wordt samengesteld uit een tra-lieligger (1,25 m, 2,50 m of 3,50 m lang) eneen daarin telescopisch passende balkligger(volwandligger: 2 m, 2,50 m of 3 m lang),waarmee allerlei combinaties gevormd kun-nen worden, bij voorbeeld een vrije over-spanning tot 7,95 m. Foto 16 (blz. 50) toonteen toepassing (2,50 - 2 - 3,50 m) in een ver-ticale bekisting.Al deze bekistingdragers worden samenge-steld met behulp van een zgn. oogkopstel-schroef.De Hico traversen (Stalen Steiger HollandN.V., Haarlem/Helmond), met een toelaat-baar buigend moment van 150 kgfm, zijnuitschuifbaar van 0,90 -1,50 m. De reeds ge-noemde traverse-stempel [blz. 48) wordt intwee typen geleverd (overspanningen resp.Cement XVIII C1966] Nr. 1 45foto 16. H?nnebeck bekistingdragers voorverticale bekisting1,20-2 m en 1,70-3 m) met een toelaatbaarbuigend moment van 420 kgfm.De H/co bekistingdragers zijn samengestelduit tralieliggers, die met een spie- of eenboutverbinding aan elkaar gekoppeld wor-den. Er zijn vier typen (M-7, M-9, M-11 enM-20) met een toelaatbaar buigend momentvan resp. 700, 900, 1 100 en 2 000 kgfm. Deeerste twee typen leveren in twee-deligecombinatie overspanningen van resp. 2,27 -4 m en 2,90-4,60 m. Van het type M-11 heeftde buitenligger een lengte van 2,90 m en debinnenligger van 2,27 of 2,77 nvzodat aller-lei combinaties mogelijk zijn, bij voorbeeldeen drie-delige met een overspanning tot6,78 m. Van het type M-20 is de lengte vanzowel de buiten- als de binnenligger 2,85of 3,60 m, zodat onder meer overspanningenfoto 17. Hico opbouwliggers voor gebogenbekistingfoto 18. Peiner bekistingliggers V 800 voorboogconstructietot 6,50 m (twee-delig) en tot 9,40 m (drie-delig) verkregen kunnen worden.In principe zullen alle genoemde traversenen bekistingdragers ook in verticale standtoegepast kunnen worden, dat wil zeggen inv e r t i c a l e bekistingen, waaraan zij danvooral de nodige stijfheid zullen geven. Inde beschikbare gegevens wordt deze extratoepassingsmogelijkheid echter bijna nietgenoemd, misschien omdat er in de praktijktoch dikwijls geen gebruik van wordt ge-maakt. In ieder geval blijken de Hico tra-verse-tempels*** en de Hico bekistingdra-gers (M -11 en ook de zgn. opbouwliggers)wel eens voor dat doel gebruikt te zijn.Vooral van de H?nnebeck bekistingdragerszijn dergelijke toepassingen bekend. Foto 16toont een interessante toepassing van degenoemde dragers, waarmee grote bekistings-panelen (ca. 25 m2) zijn samengesteld, die metbehulp van een bouwkraan verplaatst kon-den worden.G e b o g e n vlakken zullen met behulp vande -- rechte -- bekistingdragers niet zo een-voudig te bekisten zijn. Indien de straal vande kromming echter niet te groot is, blijkende normale dragers toch wel gebruikt tekunnen worden. Foto 15 (blz. 45) toont detoepassing van Peiner bekistingdragers voorde bekisting van het bolschaaldak (R = ca.95 m) van een der reinwaterreservoirs voorhet nieuwe drinkwaterproduktiebedrijf Beren-plaat.Speciaal ontwikkeld voor de bekisting vangebogen vlakken (zowel in in verticale als inhorizontale zin) zijn de B.K. buigzame be-kistingdragers (Envo-Fix, Bodegraven). Zijworden samengesteld uit 2 of 3 m lange ele-menten en zijn door hun constructie zo buig-zaam, dat zij in sterk gebogen bekistingen(R = min. 3 m) toegepast kunnen worden.Bij de bouw van schaal- en koepeldaken,silo's en reservoirs, en dergelijke, kan menhiervan gebruikmaken. Door trekstangen aante brengen kan men de toelaatbare belas-ting aanzienlijk verhogen, terwijl op dezewijze zonder tussensteunpunten overspannin-gen tot 20 m gemaakt kunnen worden.Een andere mogelijkheid voor het bekistenvan gebogen vlakken bieden de H/co op-bouvW/ggers (Stalen Steiger Holland N.V.,Haarlem/Helmond), waarvan drie typen voor-komen (V-226, V-270 en V-380), die overigensook voor niet-gebogen en zelfs voor geknik-te bekistingen in aanmerking komen. Zij be-zitten een V-vormige doorsnede, hoogteresp. 22,6 cm, 27 cm en 38 cm en wordensamengesteld uit een of meer 1 m lange ele-menten, terwijl aan beide einden een uit-schuifbaar eindstuk wordt aangebracht.Doordat de bovenkant scharnierend is, kanmen de drager met behulp van de zich aande onderkant bevindende spanmoeren de ge-wenste (gebogen) vorm geven (foto 17).Ook bochten met een vrij kleine straal als-mede knikken zijn mogelijk door de toepas-sing van zgn. hoekstukken. De genoemdedrie typen, met een toelaatbaar buigendmoment van resp. 1 220, 1 950 en 4 200 kgfm,*** Zie bijv. 'Een traverse-stempel' door ing. W.Blank. Cement XVI (1360) Nr. 8, blz. 718-722.kunnen overspanningen opleveren tot resp.ca. 7 m, 10 m en 20 m. Door trekstangen aante brengen, al dan niet voorzien van eenspeciale ondersteuning, kan men het toelaat-baar buigend moment nog aanzienlijk ver-groten, bij het type V-380 bij voorbeeld tot17 500 kgfm.Hiermee komen wij echter op het gebied vande z w a r e bekistingdragers, voor zeerzware belastingen en/of grote overspannin-gen. Wie dergelijke complete vakwerkenziet, kan zich dikwijls niet voorstellen, dathet ook hier om hulpconstructies voor debetonbouw gaat. Zij worden dan ook vrij-wel uitsluitend toegepast bij betonwerkenvan enige importantie, zoals grote bruggenen hoge gebouwen.De Fix BB 70 zware bekistingdragers (Envo-Fix, Bodegraven) worden samengesteld uit2,5 en 5 m lange vakwerk-elementen, meteen hoogte van 1,80 m, terwijl aan beideeinden een zgn. eindstuk komt, dat tot 1,25m verstelbaar is. Zij zijn berekend op eentoelaatbaar buigend moment van 70 000kgfm, dat wil zeggen ca. 2 600 kgf/m bij 15m overspanning en ca. 1 400 kgf/m bij 20m overspanning. Voor de ondersteuning vandeze dragers, vooral op grotere hoogten,worden de Fix zware betonstempels aanbe-volen (zie foto 12, blz. 48).De H?nnebeck gigant-dragers SL T5 (Gebr.Van Dun, Rotterdam/Amsterdam) -- waar-mee overigens ook g e b o g e n vlakkenbekist kunnen worden (R = min. 2,50 m) --worden samengesteld uit dubbele vakwerk-elementen (met een hoogte van 0,75 m enin lengten van 0,75 m, 1,50 m, 2,25 m en 3m), met aan beide einden een eindstuk, datvan 1,50 tot 1,88 m verstelbaar is. Het toe-laatbaar buigend moment van dergelijkedragers is 15 000 kgfm. Voor de ondersteu-ning worden de H?nnebeck driehoekstempelsen opvouwbare stempels aanbevolen (ziefoto 13, blz. 48). Door de dragers in twee ofdrie lagen boven elkaar te monteren envooral door de toepassing van trekstan-gen (met speciale ondersteuningen) kan menhet toelaatbaar buigend moment aanmer-kelijk vergroten, tot maximaal 75 000 kgfm.De Peiner bekistingliggers V 800, ook welbekend als Hico bekistingliggers V 800 ?StalenSteiger Holland N.V., Haarlem/Helmond),vertonen een grote overeenkomst met de inhet voorgaande genoemde Hico opbouwlig-gers. Ook zij worden namelijk samenge-steld uit elementen met een V-vormigedoorsnede (lengte 1,50 of 2,25 m; hoogte80 cm), terwijl de eindstukken van 1,25 tot1,75 m uitschuifbaar zijn. Op overeenkom-stige wijze kan men ook hiermee zowelrechte als gebogen of geknikte bekistingenondersteunen. Door de toepassing van trek-stangen met speciale ondersteuningen kanmen overspanningen tot ca. 35 m verkrijgen.Het toelaatbaar buigend moment kan wor-den opgevoerd tot 65 000 kgfm. Foto 18toont een interessante toepassing bij debekisting van grote boogconstructies voorde veemarkthallen te 's-Hertogenbosch (ziehet artikel 'Nieuwe veemarkthallen te 's-Her-togenbosch (II), Cement XVII (1965) Nr. 12,blz. 819-823).(wordt vervolgd) v. d. V.46 Cement XVIII (1966) Nr. 1
Reacties