_.__~ ~-J. onderwijsHoe raken architecten gecharmeerd van een bepaald materiaal?Voorde toeleverendein-dustrie is dat een essenti?le vraag. Immers, architecten beslissen over materiaaltoepas-singen in de afbouwen vaak ook voor de draagconstructie. Architecten denken evenwelniet in materialen, maar in concepten. Ruimte, vorm en sfeer zijn de thema's in hun denk-wereld.Sommige architecten bouwen graag transparante, ijle hi-tec gebouwen, terwijl andereeen voorliefde hebben voor meer robuuste gebouwen. Zo is de signatuurvan bepaalde ar-chitecten snel teherkennen. Datgeldtniet alleen voor hetzeer opvallende werk van Cala-trava en Ando, om maar enkele internationale hotshots te noemen, maar ook voor Neder-landse smaakmakers als Arets, Oosterhuis en Alberts. Alle drie hebben een herkenbarearchitectuurstijl ?n een daarbij dito opvallend materiaalgebruik, respectievelijk beton,metaal en baksteen.In het werk van een architectisin de loop van de tijd uiteraard een ontwikkeling te zien invormentaal en materiaaltoepassingen. Zelden zalhij ofzij in zijn carri?re radicaal van stijlveranderen. Dat leidttot een vraag als: 'waar wordt de genetische structuurvan zijn voor-keuren gevormd?' Het enigjuiste antwoord daarop zal nietbestaan. Belangrijkin hethelespel van vorming en bei"nvloeding is ongetwijfeld de studietijd. Wie zijn de inspirerendemeesters? Wat zijn hun onderwijsmiddelen?MATERIALENMOETJE BELEVEN,RUIKEN,VOELENWORKSHOP BLITZ BETON VOOR ARCHITECTUURSTUDENTEN62Materiaalkennis speelt in het huidige archi-tectuuronderwijs slechts een marginale rol.In het overvolle studieprogramma zit eigen-lijk geen ruimte voor kennismaking met ma-terialen. Bovendien zijn praktica en werk-plaatsen of laboratoria voor materiaalkun-digonderzoek relatiefdure onderwijsmetho-den. De theoretische colleges daarentegenzijn nauwelijks inspirerend. Het is niet over-dreven te stellen dat er een groot hiaat be-staat in materiaalkennis in de architectuur-opleidingen.Datgeldtin hetbijzondervoorbeton. Werkenmet bijvoorbeeld hout, staal, aluminium enkunststof is nu eenmaal eenvoudiger te re-gelen dan oefeningen metbetonelementen.Studenten kunnen de opleiding voltooienzonder ooit iets met beton te hebben ge-daan. Is het dan gek dat de belangstellingvoor de architectonische kwaliteiten van be-ton thans heel matig is? En dat er nauwelijkssprake is van vernieuwing daarin? En dat dearchitectonische mogelijkheden van eennieuw materiaal als hogesterktebeton nogniet echt zijn onderzocht?ENCI, beton en architectuurOm begrijpelijke redenen is ENGI ge?nteres-seerd in de positie van beton inhetarchitec-tuuronderwijs. De afstand tussen cement-productie en architectuuronderwijs maggroot lijken, in feite is de relatie simpel: alsgeen architect meer gecharmeerd is van be-ton, knaagt dat uiteindelijk ook aan demarktpositie van de cementproducent. Datgeldt niet alleen voor ENGI, maar voor allebedrijven in de betonindustrie. Helaas be-staat noggeen gezarnenlijkheid ofcollectiefin de betonindustrie waar deze kwestiewordt aanpakt. ENGI beschouwt het als deverantwoordelijkheid van de marktleider opcementgebied hierin initiatief te nemen.ENCI en NAi samen in project ArchitectuurConcreetVoortbouwend op een initiatief uit 1994(workshop Briey) besloot ENGI Marketingtot een structurele benadering van de archi-tectuuropleidingen. Ge?soleerde acties heb-ben geen duurzaam effect; verknoping aanonderwijsprogramma's is nodig. Dat is lastigte organiseren; de onderwijsinstellingen zijnkennelijk huiverig voor binding aan een be-drijf dat zich specifiek inzetvoor ??n materi-aaltoepassing.De ideale partner is gevonden in het NAi, hetNederlands Architectuurinstituut, in Rotter-dam. Het NAi wil in haar streven naar eenCEMENT1998j12spilfunctie in de architectuurwereld een po-dium bieden waarop onderwijsactitiveitenplaatsvinden.In dat kader paste een partnership tussenNAien ENCI wonderwel. Begin 1998 is eensamenwerkingsovereenkomst gesloten on-der de naam Architectuur Concreet. Gedu"rende vijf jaar zullen jaarlijks een workshopen omlijstende activiteiten worden georgani-seerd voor studenten. Doelstelling is'stu-denten op inspirerende wijze een fascinatievoor bouwen met beton bij te brengen, zowelhet materiaal als de methodiek'. In de orga-nisatie zou nadrukkelijk plaats worden ge-maaktvoorstudieverenigingen van deTU's.Bij de voorbereiding van de eerste workshopheeft de studievereniging STYLOS van de TUDelft, faculteit Bouwkunde, een actieve rolgespeeld.Als supervisor voor deze workshop is archi-tect Peter Wilson aangetrokken, van het bu-reau Bolles + Wilson te M?nster. Wilson be-paalde hetmotto: Blitz Beton (eenverwijzingnaar zeer snel verhardend beton dat hijzelfgebruiktvoor met maken van modellen in deeerste ontwerpfasen).Blitz BetonBeginjuli 1998 vond in het NAi de workshopBlitz Beton plaats met 25 deelnemers. Op-vallend was de aanwezigheid van enkeleSpanjaard~n, die via een uitwisselingspro-gramma in Delft studeren. De aankondigingdat er daadwerkelijk met beton zou wordenge?xperimenteerd was voor velen een sti-mulans tot deelname.De ontwerpopgave behelsde de invullingvan een langgerekte strook grond op de Wil-helminapier, behorend tot de Kop van Zuidte Rotterdam. Belangrijkerdan een program-matische analyse was het experimenterenmet vormen in beton.De eerste dag bood een rondreis langs be-drijven die op verschillende schaal (van am-bachtelijk tot industrieel) betonelementenproduceren. Daarna is onder de inspireren-de leiding van Wilson heel onorthodox ge-werkt, min of meer van achteren naar vorendoor het ontwerpproces. Eerst is spontaaneen vorm gemaakt, een betonnen modelle-tje. Vervolgens is dit in het stedelijk land-schap geplaatst en uitgewerkt tot een ge"bouw. Het functionele programma is er dusnaderhand bijbedacht. Niet geheel vrijblij-vend, want principi?le keuzes over de hoofd-draagconstructie moesten worden onder-bouwd.CEMENT1998/12Aanvankelijk begonnen de deelnemers on-wennigaan het maken van malletjes vankarton, hout en polystyreen en het aanma-ken en gieten van 'Blitz Beton'. Tegen heteind van de 7-daagse workshop werd er metovergave gewerkt met verfijnde mallen enzelfs met gekleurde betonmengsels.Presentatie voor visiting criticsDe individuele werkstukken zijn op de slot-dag gepresenteerd aan een kritisch gehoor,de visitingcritics. De kritiekgevers was voor-gehouden dat in de workshop de architecto-nische en constructieve kwaliteiten van be-ton zouden worden onderzocht; een te hooggegrepen formulering. De kritiek ging daar-door verder dan de studenten hadden ver-wacht. Niettemin was de presentatie eenEerste oefening van de workshop: maak eenletter van betonFoto's: T.Croes, Rotterdam en M.Simons/STYLOS, DelftGroepsbespreking na de eerste experimen-ten in de werkplaats. Rechts vooraan PeterWilson, supervisor van de workshopIntensieve en individuele begeleiding van destudenten door de mentoren Ren? van Zuuken Stefan Sterfleerervaring op zich. De afsluitende opmer-king van ??n van de critics, Erick van Ege-raat, dat de belangrijkste waarde van zo'nworkshop is dat studenten leren dat betoneen veel interessantere verschijningsvormkan hebben dan wat we gewend zijn.Andere commentaren dat 'het maken vanbetonnen modellen eigenlijk niets te makenheeft met bouwen in beton' waren op zich-~63? ? onderwijs?De workshop was verdeeld in drie projecten;in beeld de maquette van groep 2 'Smal/Towers', bebouwing Wilhe/minapier in Rot-terdam, onderdeel van de herontwikkelingKop van Zuid.Twee onderdelen uit dit project deelden deENGI Stimulus Award (zie de pagina hier-naast)zelf terecht, maargingen voorbij aan het feitdatdedeelnemers nu eindelijk eens hebbengevoeld, geroken en geproefd wat materia-len zijn en wat er komt kijken bij het maken.ENel StimulusEen klein competitie-element in de work-shop was de ENCI Stimulus, als beloning vande student die de opgave op voortreffelijkewijze had uitgewerkt. De Stimulus bestaatuiteen geldbedrag. Voor de toekenning waseen jury samengesteld, aangevoerd door dehoofdredacteur van Cement, prof.ir. CeesKleinman. Bedoeling van de Stimulus is destudent aan te moedigen tot verdere verken"ning van de architectonische kwaliteiten vanbeton. De jury kende de ENCI Stimulus toeaan twee studenten, die het geldbedrag vanf 1500,- moesten delen.Expositie en brede forumdiscussieNAi en ENCI willen uiteraard de leerervaringin bredere kring uitdragen dan alleen de 25dee.lnemers. Daarom is van de resultatenvan de workshop een kleine expositie ge-maakt, die in september 1998 in de entree-hal van het NAi heeft gestaan. Bovendien iseen boekje gemaakt, als catalogus bij de ex-positie.Verder is op 18 september 1998 een forum-discussie georganiseerd over het thema'Materiaalkunde in het architectuuronder-wijs'. Voorzittervan de forumdiscussie was ir.Caroline Kruit, hoofdredacteur van Architec-tuur & Bouwen. Nadrukkelijk is de discussiebreder gemaaktdan de betonworkshop. Hetforum was dan ook breed samengesteld,met vertegenwoordigers van de architec-tuuropleidingen, pas afgestudeerde enreeds gevestigde architecten alsook verte-64genwoordigers van de materialenbrancheshout, aluminium, staal en beton.Hoedt u voor de techniekErickvan Egeraat hield een openingsspeechom de discussie enigszins op scherp te zet-ten. Dat deed hij met verve met het pleidooide rol van techniek en materialen toch vooralniet te overschatten: 'Materialen krijgen paswaarde voor de architectuur als er een con-text is. Architectuur wordt nietgemaaktdoormaterialen, hooguit door materialen in huncontext.' Gebouwen moeten vooral mooizijn, positieve emoties oproepen. VolgensVan Egeraat moetje studenten nietbelastenmet technische materiaalkennis. 'Als de be-tonindustrie haar spullen goed onder deaandacht wil brengen, dan moet ze betonniet met techniek vereenzelvigen, maar metverbeelding. Beton moet geen techniek zijn;alles wat instrument is, is eigenlijk niet inte-ressant'.Ter illustratie wees hij op het werk van Cala-trava. 'Constructeurs zeggen dat Calatravade kluit belazert. Hij doet wel of zijn werktechnisch heel vernuftig is, maar dat is hetniet. Het maakt zijn werk wel interessant. Ca-latrava doet niet braaf wat de techniek hemvoorschrijft, volgt niet voetstoots wat advi-seurshem als zekerheden aanbieden, maargaat juist op zoek naar de dingen die onstreffen'. Van Egeraat: 'Techniek is pas inte-ressantals materialen een betekenis krijgendie we niet eerder hebben gekend'.Wat dan welDe discussie draaide vervolgens om de vol-gende vragen:Wat moet je studenten als bagage meege-ven op het gebied van materiaalkennis en-kunde?Hoe kan en wil het bedrijfsleven hieraan eenbijdrage leveren?De vraagstukken bleken veel te breed en tecomplex en de meningen te zeer verdeeldom in ??n discussiebijeenkomsttot consen-sus te komen. Eigenlijk was iedereen het er-over eens dat het absurd is dat de architec-tuuropleiding erniet in slaagtde student eenbasale kennis over materialen en construc-ties mee te geven.Hieronder volgt een bloemlezing uit de veleboeiende uitspraken die werden gehoord.Jeanne Dekkers, architect: 'In het onderwijsis demateriaalkennis totaal gescheiden vanhet ontwerpen. Ingewikkelde technologiehebje helemaal niet nodig. Maarje moet dematerialen wel kunnen kneden om er meeom te gaan. Je moet partij kunnen biedenaan adviseurs of aannemers die zeggen datiets niet kan. Als ik gewoon geloof wat er inde bouw wordt gezegd, krijg ik niets voor el-kaar. Als ik een beeld heb van een mooiewand van gekleurd beton, dan zeggen ze'dat kan niet, dat doen we nooit, ga maarweer naar huis en bedenk maar iets wat welkan.'Mick Eekhout, hoogleraar materiaalkundeTU Delft: 'Als je materiaalkunde allen maarziet als een vulling tussen twee lijntjes, dankomt er nooit wat van terecht. Ik vind dat ereen bijzondere inspiratie uitgaat van materi-alen, als je ze maar in de buurt hebt, in jeCEMENT1998/12handen, als je ze ruikt. Als we ons uitleverenaan adviseurs, die bijna per definitie nietcreatief zijn maar juist behoudend, danwordt het leven van een architect helemaaleen buitenschille1;je.'Nico Hendriks, hoogleraar materiaalkundeTU Eindhoven: 'Het lijkt wel of architectenbang zijn voormaterialen. Ze zijn als de dooddat iemand iets overdie materialen gaatver-tellen waardoor ze beperkt worden in huncreatieve mogelijkheden. Maar ik beweerdat juist in de beperking de creativiteit kanschuilen Elk bouwwerk heeft op dit mo-ment schade door verkeerd materiaalge-bruik. We moeten dat toch door intelligentgebruik van al de kennis die er is kunnenvoorkomen..... In Eindhoven doen we moei"te de studenten al in het eerste jaar te latenkennismaken met materialen. Niet metmoeilijke grafieken. Maar om een besef tegeven van de mogelijkheden. De ingewikkel-de dingen kunnen later wel, als het iemandecht interesseert.'Jan Brouwer, hoogleraar TU Delft: 'Als eengebouw alleen maar mooi moet zijn, dan la-ten we ons als architecten uitkleden. Danstuurtde architect zijn virtuoze ontwerp naarde adviseurs en dan komt hetingevuld terug.Dat kan niet zo zijn. We moeten toch ook on-ze intelligentie gebruiken. Schoonheid kanook zitten in het feit datje een slimme con-structie verzint, dat je met een intelligentemanier met de mechanica omgaat, dat ietsdat aan een draadje hangt minder materiaalkost dan iets met een poot eronder..., Datprachtige dak van Erick van Egeraat in Praaghad veel eenvoudiger en goedkoper ge-maakt kunnen worden. Als hij dat geleerdhad, had hij dat ook gekund.... Materiaal ismisschien belangrijk, maar de methodewaarop je met een materiaal kunt bouwen isminstens zo belangrijk. Ik beweer datje diespecialiteit ook aan de studenten moetmeegeven.'Fred Veer, docent materiaalkunde TU Delft:'Zonder praktische ervaring is de theoreti-sche materiaalkennis gewoon dood. Stu-dentenleren meer van ??n trekproef in hetlab dan van een hele week in de collegezaal.In de vakgroep Bouwtechnologie leren weontwerpen vanuit materiaalkunde, ontwer-pen en fabriceren van prototypes, oplossin-gen vinden voor problemen die ze op deschetsrol niet kunnen zien..... Maar het isextreem duur. Onze afstudeerrichting kostevenveel als de hele afstudeerrichting archi-tectuur die vele malen groter is.'CEMENT1998/12Els Zijlstra, beginnend adviseur en interme-diair voor bouwmaterialen en producten: 'Ikheb zo'n bee1;jeiedere vertegenwoordiger inNederland tegenover me gehad. Als je pasafgestudeerd bent, kunnen ze je van alleswijsmaken. Dakbedekking, APp, EPDN, weetjij veel, daar leer je helemaal niets van. Inmijn ogen is het heel belangrijk dat je eenglobale kennis van zoveel mogelijk materia-len krijgt.'Joris van den Hoogen, student, deelnemeraan de workshop Blitz Beton: 'Tijdens zo'nworkshop kom je wel heel letterlijk in aanra-king metbeton, hetvoelt nat en koud aan.lnde opleiding krijg je die ervaring nooit. In debouwkunde-opleiding zou de materiaalken-nis eigenlijk continu een rol moeten spelen.Niet alleen vroeg of laat in de opleiding, hetmoet gewoon meegroeien met de idee?nover watje zelf met ontwerp zou willen.'Als iedereen over het inleidende betoog vanVan Egeraat (hoedt u voor de techniek) isheengevallen, geeft hij een interessantereactie. 'De mensen op straat straffen onsallemaal veel harder afdan wij hier met onzequasi-intelligente verhalen kunnen vertel-len. Als een technische benadering knetter-harde technische en intelligente gebouwenoplevert, kan dat een aantal mensenboeien. Maar als dat de pap is die we elkedag moeten eten, dan is er geen mens diedat Over een paar jaar nog wil. .,. Bakemaheeft ook integer en bevlogen gewerkt aande woningbouw, gebruik makend van eigen-schappen van materialen als beton. Maar hijheeft het ook kwaliteiten meegegeven,waardoor nu niemand dat materiaal meerwil. ... Beton is nu pas, na de extreme uitbui-ting in massawoningbouw, een beetje aanecht gebruik toe. Nu pas ontstaan er nieuwemogelijkheden. Als iemand gilt 'beton iskoud' kan ik hem dingen laten zien waardoorhij zegt 'goh, is dat ook beton'.De rol van het bedrijfsleven?Over de rol van het bedrijfsleven in de brood-nodige vernieuwing van de materiaalvakkenin het onderwijs is niet veel gesproken. DebranChes hebben aangegeven wat ze nureeds doen voor het onderwijs, voornamelijkinformatie op papier.Opvallend was de eensgezindheid over denoodzaak dat studenten meer praktisch be-zig kunnen zijn in de opleiding: bedrijfsbe-zoeken, praktica in ateliers, laboratoria enz.Oftewel: materialen moetje ruiken, voelenen beleven.Giving Definition van Jasper Klinkhamer,mooie vorm, interessante bouwopgaveConcoct Concrete van Rolt Backe/ampt,beeldend en structureel gebruik van betonOnbeantwoord bleef de vraag hoe de toele-verende industrie hierin een actieve rol zoukunnen spelen. Is dateen kwestie van huiverbij de opleidingen voor een al te hechte rela-tie met het bedrijfsleven? Dat zou jammerzijn en een gemiste kans. Aan de zijde vanhet bedrijfsleven bestaat voldoende begripvoor de nodige onafhankelijkheid van hetonderwijs; het bedrijfsleven wil faciliteren enniet manipuleren!ENCI heeft het onderwijs nadrukkelijk ge-vraagd reacties te geven op het initiatiefdatvoor beton is genomen, namelijk de jaarlijksmet het NAi te organiseren workshops. Elkesuggestie (ook van de Cement-lezers) omde workshops meer kwaliteitte geven en be-ter te laten aansluiten op de onderwijspro-gramma's is welkom. Andere voorstellen omde betonindustrie op welke wijze dan oOk tebetrekken bij materiaalkennis en -kunde inde architectuuropleiding, zal positiefwordenontvangen.ing.J.H.K?hneP.S.: de boekjes Blitz Beton, als verslag vande workshop 1998, zijn zo lang de voorraadstrekt gratis verkrijgbaar bij ENCI Marketing,tel. (073) 640 12 51. ?65
Reacties