De journalist Bas Soetenhorst volgde de gebeurtenissen rondom de Noord/Zuidlijn in Amsterdam enkele jaren voor Het Parool. Soetenhorst is geen gestudeerde technicus. Verwacht van hem geen beschouwingen over trekpalen en boren in slappe bodems. In Cement is daarover genoeg te vinden. Soetenhorst is observator en journalist. Hij begrijpt de onderlinge verhoudingen, de besluitvormingsprocessen, de weerstand daartegen, de onderlinge strijd en naijver, het doorbreken van impasses, het armpje drukken van grote ego’s en het deksel op de neus bij de verliezende partij. Hoewel hij personen wel karakteriseert, kiest hij geen partij. Hij toont bewondering voor de daadkracht van Geert Dales en in tweede instantie ook voor het bindend vermogen van Job Cohen. Hij haalt zijn schouders op bij de naïviteit van enkele D66-bestuurders. Tineke Netelenbos toont zich even onbuigzaam als onvermurwbaar bij de vaststelling van de Rijksbijdrage. De Bouwdienst van Rijkswaterstaat onder leiding van Peter Kieft zag het project initieel niet zitten en adviseerde negatief aan de minister. Lees ook het themanummer van Cement over de Noord/Zuidlijn.
Boekbespreking 82011 1boekbesprekingHet wonder van de Noord/Zuidlijn - Het drama van deAmsterdamse metroauteur Bas Soetenhorstuitgave Bert Bakker, 2011aantal blz. 272ISBN 9789035136410prijs 18,95De journalist Bas Soetenhorst volgdede gebeurtenissen rondom deNoord/Zuidlijn in Amsterdam enkelejaren voor Het Parool. Soetenhorst isgeen gestudeerde technicus. Ver-wacht van hem geen beschouwin-gen over trekpalen en boren in slap-pe bodems. In Cement is daarovergenoeg te vinden. Soetenhorst isobservator en journalist. Hij begrijptde onderlinge verhoudingen, debesluitvormingsprocessen, de weer-stand daartegen, de onderlingestrijd en naijver, het doorbreken vanimpasses, het armpje drukken vangrote ego's en het deksel op de neusbij de verliezende partij. Hoewel hijpersonen wel karakteriseert, kiest hijgeen partij. Hij toont bewonderingvoor de daadkracht van Geert Dalesen in tweede instantie ook voor hetbindend vermogen van Job Cohen.Hij haalt zijn schouders op bij de na?-viteit van enkele D66-bestuurders.Tineke Netelenbos toont zich evenonbuigzaam als onvermurwbaar bijde vaststelling van de Rijksbijdrage.De Bouwdienst van Rijkswaterstaatonder leiding van Peter Kieft zag hetproject initieel niet zitten en advi-seerde negatief aan de minister.De schrijver blijft niet steken bij derol van politici. Alle belangrijke amb-tenaren en technici komen voorbij.Onder hen bekende namen: JohanBosch, Mark van der Horst, TheoSalet, Rob Toornend, Henk Vlijm, Fritsvan Tol, Winnie Sorgdrager en Carel-Jan Reigersman. Wie eigenlijk niet?Tot overmaat van ramp moet de aan-leg beginnen tijdens de hoogtijda-gen van de bouwfraude. Niemandvertrouwt niemand meer. De geves-tigde burgerij in Amsterdam weetzich goed georganiseerd en maaktbezwaar tegen een metro onder deachtertuin. Metrostations zijn in hunwijk niet nodig, want zij zijn immersniet afhankelijk van het openbaarvervoer en stations trekken alleenmaar hinderlijk verkeer aan.De inhoud van het boek ga ik nietverder verklappen. Wel vroeg ik meaf welke lessen er uit dit boek zou-den moeten worden geleerd. Hetpast mij niet om als buitenstaanderdaar al te specifieke conclusies tetrekken. Op kleine schaal ben ik ookpolitiek-maatschappelijk actief en ikherken een aantal dingen. Het feestder herkenning. Beter gezegd: denachtmerrie der herkenning. Waarkennis en ervaring ontbreken, ont-breekt ook het tegenwicht. In destrijd om erkenning door de burger,waardering en onafhankelijkheidvan centrale instanties nemengemeentes soms veel te veel hooi opde vork. De combinatie van de tweeis al gevaarlijk. Voeg daar aan toe datbepaalde politici graag de geschie-denis in gaan als de vader of moedervan een groot infrastructureel werk,daarbij de wat verdere toekomst (dienog kan veranderen) graag rooskleu-riger voorstellen dan die blijkt te zijnen de mogelijke problemen graagbagatelliseren en je hebt een welzeer explosief mengsel. Het maaktdaarbij niet zo veel uit of je praatover de bouw van een metro inAmsterdam of over een nieuw cen-trumplan in een dorpje in Noord-Brabant. Als je de kennis niet goedalloceert, de taken en verantwoorde-lijkheden niet goed toedeelt en stel-posten niet goed omschrijft, dangaat het met zekerheid mis. De bur-ger betaalt aan het eind van de dagde rekening, de rekening die vooralvoortkomt uit een gebrek aan speci-fieke ervaring, want dit zijn bijnaonce-in-a-lifetime projecten voor alleambtenaren! Als de administratieveorganisatie dan ook nog mankemen-ten vertoont, wordt het wel heel las-tig om op tijd aan de bel te trekkenof om te leren uit gemaakte fouten.Bij de Deltawerken ging het om denationale veiligheid en later om hetmilieu. Dat mag best wat kosten. InAmsterdam cre?erde het projectjuist risico's en moesten alle zeilenworden bijgezet om onvoorzieneproblemen op te lossen. Die proble-men zijn of worden opgelost, maarvraag niet tegen welke prijs. Met dekennis van nu is dat uiteraard mak-kelijk gezegd.`Leren van instortingen'was eengewaagd project van CUR in Gouda.`Leren van kostenoverschrijdingenbij grote (infrastructurele) projecten'zou een logisch vervolg daarop moe-ten zijn. Ik ben er niet zo zeker van ofeen snel krimpende overheid nog zoveel lerend vermogen over heeft. Inelk geval ben ik daar redelijk pessi-mistisch over.Ik beveel het boek van harte aan aanmensen die wat verder willen kijkendan techniek alleen. Het is tevensverplichte kost voor ambitieuze poli-tici en dito projectkostenbewakers.Dat lag al besloten in de eerste ali-nea van mijn recensie.... Pieter LanserLeren van de Noord/Zuidlijn
Reacties