A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU tiliteitsbou w16 cement 2007 3Robert GeurtenIne ter Borch, archispecials.comBijna een halve eeuw geleden ontwierp Le Corbusier eenkerkgebouw voor het Franse plaatsje Firminy. Onlangs isde uitvoering ervan voltooid en het gebouw officieelgeopend (foto 1). Niet meer als kerk, maar in een nieuwefunctie als dependance van het Museum voor ModerneKunsten van Saint-Etienne. Voormalig assistent-architecten medewerker Jos? Oubrerie van het Atelier Le Corbusierheeft de bouw na een moeizaam uitvoeringsproces uit-eindelijk kunnen afronden. De betekenis als gebouw vanLe Corbusier nodigt uit tot onderzoek. Analyse van debouwtechniek vormt daarbij het meest tastbare aankno-pingspunt. Centraal staat de vraag in hoeverre de postu-me uitvoering het ontwerp heeft be?nvloed. Kunnen wehet gebouw nog wel beschouwen als een werk van LeCorbusier?Postuum voltooid....echte Le Corbusier ja of nee?L'EGLISESAINT-PIERRE1 |Sculpturaal kerkgebouw,voltooid als museumfoto's 1, 12: Luis BurrielBielza, afgestudeerd aan deSuperior Technical School ofArchitecture Madrid; pro-moveert momenteel op hetproject Kerkgebouw Saint-Pierre de Firminy-VertA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU tiliteitsbou w16 cement 2007 3Robert GeurtenIne ter Borch, archispecials.comBijna een halve eeuw geleden ontwierp Le Corbusier eenkerkgebouw voor het Franse plaatsje Firminy. Onlangs isde uitvoering ervan voltooid en het gebouw officieelgeopend (foto 1). Niet meer als kerk, maar in een nieuwefunctie als dependance van het Museum voor ModerneKunsten van Saint-Etienne. Voormalig assistent-architecten medewerker Jos? Oubrerie van het Atelier Le Corbusierheeft de bouw na een moeizaam uitvoeringsproces uit-eindelijk kunnen afronden. De betekenis als gebouw vanLe Corbusier nodigt uit tot onderzoek. Analyse van debouwtechniek vormt daarbij het meest tastbare aankno-pingspunt. Centraal staat de vraag in hoeverre de postu-me uitvoering het ontwerp heeft be?nvloed. Kunnen wehet gebouw nog wel beschouwen als een werk van LeCorbusier?Postuum voltooid....echte Le Corbusier ja of nee?L'EGLISESAINT-PIERRE1 |Sculpturaal kerkgebouw,voltooid als museumfoto's 1, 12: Luis BurrielBielza, afgestudeerd aan deSuperior Technical School ofArchitecture Madrid; pro-moveert momenteel op hetproject Kerkgebouw Saint-Pierre de Firminy-VertA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU tiliteitsbou wcement 2007 3 17De eerste schetsen van Le Corbusier voor de kerk inFirminy dateren uit 1961 (fig. 2). Uit de samensmel-ting van een conische vorm - de kerkruimte - en eenvierkante basis, symboliek voor het samengaan vanhemel en aarde, ontstaat de sculpturale hoofdvormvan het gebouw. Jos? Oubrerie heeft het kerkont-werp verder ontwikkeld en uitgewerkt. Van zijnhand zijn ook de eerste studiemaquettes die bij-droegen aan de verfijning van het ontwerp (fig. 3).Naast de `promenade architecturale' werden licht-toetreding, ruimtelijke inpassingen en beleving vande sacrale functies intensief onderzocht. Behalve deconische vorm, is de spiraalsgewijs oplopendebetonvloer in de kerkruimte waarop de zitbankenzijn geplaatst, ??n van de meest bijzondere onder-delen in het plan.Budgetperikelen en daarmee samenhangende ont-werpaanpassingen liepen als een rode draad doorhet gehele ontwerpproces. Uiteindelijk werd het defi-nitieve ontwerp in december 1963 gepresenteerd(fig. 4). Vervolgens werkte het Bisdom van Lyon derealisatie van het plan tegen, omdat zowel de plek alsde vormgeving van de kerk hun niet beviel. Pogin-gen van Le Corbusier om het diocees van Lyon teovertuigen de kerk te laten realiseren, strandden.Zijn betrokkenheid en overtuiging toonde hij nog totvlak voor zijn overlijden in 1965.V a n o n t w e r p n a a r r e a l i s a t i eIn 1968 werd het gestagneerde proces weer vlotge-trokken. Oubrerie heeft het laatste ontwerp vanAtelier Le Corbusier uitgewerkt, aangepast en uit-voeringsgereed gemaakt. De bouw werd gestart in1974 en als gevolg van financi?le problemen weergestaakt in 1978. De ruwbouw in gewapend betonwas tot een derde deel van de hoogte voltooid. Hetgeheel verpauperde tot het Franse Ministerie vanCultuur in 2003 besloot om in samenwerking metde gemeente Saint-Etienne geld bij te dragen voorhet definitief voltooien van het gebouw. Een nieuwefunctie werd gevonden als dependance voor hetMuseum voor Moderne Kunsten in Saint-Etiennemet een permanente tentoonstelling over Le Corbu-sier. Oubrerie werd officieel als projectarchitectaangewezen. Voor aanvang van de werkzaamhedenliet de Fondation Le Corbusier een onderzoek uit-voeren om te controleren of de laatste uitwerkingvan Oubrerie voldeed aan de authenticiteit van hetontwerp van Le Corbusier. De conclusie van hetonderzoek was positief, waarop in 2003 werd beslo-ten de voorbereiding van de bouw op te starten. Debouw startte in mei 2004 en de oplevering volgdeeind november 2006.U i t v o e r i n g c o n i s c h e v o r mAls basis voor het nieuw te bouwen bovendeel - deconische vorm ? bleek het beton van het bestaandegebouwdeel goed te voldoen. De betonkleur van denieuwe wand is afgestemd op de kleur van het beton-oppervlak van de bestaande onderbouw. Een teruglig-gende naad markeert de overgang tussen bestaand ennieuw beton.Drie hellende wanden en ??n rechte wand vormen decomplexe conische vorm van de bovenbouw(fig. 5, 6). De noord- en zuidwand staan 15? uit hetlood en de oostwand 27?. Aan het hellende dakvlakontleent de vorm zijn uiteindelijke stabiliteit.Niet alleen de complexe vorm, maar ook de gewensteesthetische uitstraling - monoliet met een gelijkmatigoppervlak - stelde hoge eisen aan de uitvoeringstech-niek. Uiteraard was alleen in het werk gestort betoneen optie. In het oorspronkelijke ontwerp zou dewanddikte van de conische vorm naar de top toe ver-jongen, maar dit bleek om bekistingtechnische enbudgettaire redenen niet haalbaar. Uiteindelijk iservoor gekozen de wand over de gehele hoogte in eendikte van 250 mm uit te voeren. De betonwand isoverigens niet thermisch ge?soleerd en er zijn ookgeen akoestische voorzieningen aanwezig, zodat eenhinderlijke nagalm onvermijdelijk zal zijn.2 |Authentieke schets vanLe Corbusier3 |Studiemaquette4 |Maquette naar definitiefontwerpL e C o r b u s i e r e x p o s i t i ee n l e z i n g i n N A iBinnenkort start in het NAi, Rotterdam, de tentoon-stelling `Le Corbusier - de kunst van architectuur'. Indeze tentoonstelling presenteert het NAi voor het eerstin de geschiedenis zijn complete oeuvre, zowel archi-tectuur als schilder- en beeldhouwkunst. De expositieloopt van 26 mei tot en met 2 september 2007.Op donderdag 30 augustus komt Jos? Oubrerie, deprojectarchitect van l'Eglise Saint-Pierre in Firminy,naar het NAi en zal een lezing geven over zijn samen-werking met Le Corbusier en over het project inFirminy. Aanvang is 20.00 uur.Het Cement&BetonCentrum is partner van het NAivoor dit bijzondere evenement. Deelname is open vooralle belangstellenden; aanmelding vooraf is noodzake-lijk. Cement-abonnees kunnen zich nu alvast aanmel-den via info@vakbladcement.nlA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU tiliteitsbou wcement 2007 3 17De eerste schetsen van Le Corbusier voor de kerk inFirminy dateren uit 1961 (fig. 2). Uit de samensmel-ting van een conische vorm - de kerkruimte - en eenvierkante basis, symboliek voor het samengaan vanhemel en aarde, ontstaat de sculpturale hoofdvormvan het gebouw. Jos? Oubrerie heeft het kerkont-werp verder ontwikkeld en uitgewerkt. Van zijnhand zijn ook de eerste studiemaquettes die bij-droegen aan de verfijning van het ontwerp (fig. 3).Naast de `promenade architecturale' werden licht-toetreding, ruimtelijke inpassingen en beleving vande sacrale functies intensief onderzocht. Behalve deconische vorm, is de spiraalsgewijs oplopendebetonvloer in de kerkruimte waarop de zitbankenzijn geplaatst, ??n van de meest bijzondere onder-delen in het plan.Budgetperikelen en daarmee samenhangende ont-werpaanpassingen liepen als een rode draad doorhet gehele ontwerpproces. Uiteindelijk werd het defi-nitieve ontwerp in december 1963 gepresenteerd(fig. 4). Vervolgens werkte het Bisdom van Lyon derealisatie van het plan tegen, omdat zowel de plek alsde vormgeving van de kerk hun niet beviel. Pogin-gen van Le Corbusier om het diocees van Lyon teovertuigen de kerk te laten realiseren, strandden.Zijn betrokkenheid en overtuiging toonde hij nog totvlak voor zijn overlijden in 1965.V a n o n t w e r p n a a r r e a l i s a t i eIn 1968 werd het gestagneerde proces weer vlotge-trokken. Oubrerie heeft het laatste ontwerp vanAtelier Le Corbusier uitgewerkt, aangepast en uit-voeringsgereed gemaakt. De bouw werd gestart in1974 en als gevolg van financi?le problemen weergestaakt in 1978. De ruwbouw in gewapend betonwas tot een derde deel van de hoogte voltooid. Hetgeheel verpauperde tot het Franse Ministerie vanCultuur in 2003 besloot om in samenwerking metde gemeente Saint-Etienne geld bij te dragen voorhet definitief voltooien van het gebouw. Een nieuwefunctie werd gevonden als dependance voor hetMuseum voor Moderne Kunsten in Saint-Etiennemet een permanente tentoonstelling over Le Corbu-sier. Oubrerie werd officieel als projectarchitectaangewezen. Voor aanvang van de werkzaamhedenliet de Fondation Le Corbusier een onderzoek uit-voeren om te controleren of de laatste uitwerkingvan Oubrerie voldeed aan de authenticiteit van hetontwerp van Le Corbusier. De conclusie van hetonderzoek was positief, waarop in 2003 werd beslo-ten de voorbereiding van de bouw op te starten. Debouw startte in mei 2004 en de oplevering volgdeeind november 2006.U i t v o e r i n g c o n i s c h e v o r mAls basis voor het nieuw te bouwen bovendeel - deconische vorm ? bleek het beton van het bestaandegebouwdeel goed te voldoen. De betonkleur van denieuwe wand is afgestemd op de kleur van het beton-oppervlak van de bestaande onderbouw. Een teruglig-gende naad markeert de overgang tussen bestaand ennieuw beton.Drie hellende wanden en ??n rechte wand vormen decomplexe conische vorm van de bovenbouw(fig. 5, 6). De noord- en zuidwand staan 15? uit hetlood en de oostwand 27?. Aan het hellende dakvlakontleent de vorm zijn uiteindelijke stabiliteit.Niet alleen de complexe vorm, maar ook de gewensteesthetische uitstraling - monoliet met een gelijkmatigoppervlak - stelde hoge eisen aan de uitvoeringstech-niek. Uiteraard was alleen in het werk gestort betoneen optie. In het oorspronkelijke ontwerp zou dewanddikte van de conische vorm naar de top toe ver-jongen, maar dit bleek om bekistingtechnische enbudgettaire redenen niet haalbaar. Uiteindelijk iservoor gekozen de wand over de gehele hoogte in eendikte van 250 mm uit te voeren. De betonwand isoverigens niet thermisch ge?soleerd en er zijn ookgeen akoestische voorzieningen aanwezig, zodat eenhinderlijke nagalm onvermijdelijk zal zijn.2 |Authentieke schets vanLe Corbusier3 |Studiemaquette4 |Maquette naar definitiefontwerpL e C o r b u s i e r e x p o s i t i ee n l e z i n g i n N A iBinnenkort start in het NAi, Rotterdam, de tentoon-stelling `Le Corbusier - de kunst van architectuur'. Indeze tentoonstelling presenteert het NAi voor het eerstin de geschiedenis zijn complete oeuvre, zowel archi-tectuur als schilder- en beeldhouwkunst. De expositieloopt van 26 mei tot en met 2 september 2007.Op donderdag 30 augustus komt Jos? Oubrerie, deprojectarchitect van l'Eglise Saint-Pierre in Firminy,naar het NAi en zal een lezing geven over zijn samen-werking met Le Corbusier en over het project inFirminy. Aanvang is 20.00 uur.Het Cement&BetonCentrum is partner van het NAivoor dit bijzondere evenement. Deelname is open vooralle belangstellenden; aanmelding vooraf is noodzake-lijk. Cement-abonnees kunnen zich nu alvast aanmel-den via info@vakbladcement.nlA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU tiliteitsbou w18 cement 2007 3Twee essenti?le aspecten van de vormgevingstelden de uitvoerders voor een grote uitdaging: devari?rende curven van de wanden en de steile hel-lingshoeken zonder trekstangen of steunpuntendie grote horizontale krachten veroorzaken. Zolanghet dakvlak nog niet was gestort, was een indrukwek-kende schoorconstructie noodzakelijk om de grotehorizontale krachten uit de wanden op te vangen.Om een hoogwaardige esthetische betonkwaliteit tewaarborgen is een uitgebreid bekistings- en stort-plan ontwikkeld. Door de afschuining van het daken de excentriciteit van het dakvlak heeft de coni-sche vorm vier verschillende hoek-/wandaansluitin-gen. Met behulp van computerberekeningen zijn deronde vormen van de bekisting berekend per stort-gang. Elk bekistingselement is slechts ??n keergebruikt. Voor het precies pas maken van de rondehouten bekistingelementen moest worden uitgewe-ken naar maltechnieken uit de scheepsbouw (foto 7).Z e l f v e r d i c h t e n d b e t o nVanwege de complexe (bekistings)vorm en de grotehoeveelheid wapeningsstaal was verdichting vanhet beton een probleem. Dit probleem is opgelostdoor zelfverdichtend beton toe te passen. Per stort-gang is een laag van 3 m gestort. Om de totalewandhoogte te bereiken waren negen stortgangennodig. Extra aandacht is besteed aan de stortnaden.Er is een hechtingsschuim toegepast om de aan-sluiting zo netjes mogelijk te maken.Sparingen zijn aangebracht voor een groot aantal inlatere fase aan te brengen prefab onderdelen, zoalsgootdelen, lichthapperelementen, de boog in de oost-gevel en de installatieroosters (foto 8). Ook is in dewand het sterrenbeeld Orion aangebracht via eenpatroon van gespaarde gaten, afgedicht met plexiglas-cilinders. Een bijzonder onderdeel in de wand is dehorizontale lichtspleet in beton die met de goot isge?ntegreerd tot ??n doorlopend element en aan deonderzijde is afgewerkt met een liggende glasstrook.In de kerkruimte is dit element zichtbaar als eengekleurde en doorlopende betonstrook.H e l l e n d d a k v l a kHet dakvlak bestaat uit een in het werk gestortevloer met een dikte van 360 mm, onder een hel-lingshoek van 34?. Vanwege deze hellingshoek is devloer horizontaal bekist aan beide zijden. In vijfstortgangen is het vlak gestort, waarbij de kist bere-kend moest zijn op een bekistingsdruk van25 N/mm2per stortgang. Het dakvlak is afgewerktmet dakbedekking en op nokken gestelde vierkantedakafdekkingselementen van prefab beton. Doordeze elementen heen steken twee lichthappers dievoorzien zijn van glasstroken. De binnenzijde vande elementen is in kleur geschilderd. De overgangvan dak naar goot is met een betonelement vormge-geven. Op dit element is een kruis aangebracht alsverwijzing naar de voormalige kerkfunctie.A a n p a s s i n g e n v a n d e o n d e r b o u wIn de bestaande onderbouw zijn ingrijpende aan-passingen gemaakt om te voldoen aan de veran-5 |Plattegrond op kapelni-veau6 |DwarsdoorsnedeA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU tiliteitsbou wcement 2007 3 19derde functie van de ruimten en aan de heden-daagse eisen op het gebied van installaties enbouwfysica.De openingen in de bestaande onderbouw zijnvoorzien van isolatieglas in thermisch verzinktestalen kokerprofielen en stalen strippen. Dezesluiten aan op nieuwe binnenspouwbladelementenvan beton. Tussen deze elementen en de bestaandebetonwand is isolatie aangebracht. De nieuwekozijnnegge ontstaat uit de aansluiting van destalen kozijnkoker en het binnenspouwbladele-ment, waarbij de binnenwand en het kozijn in het-zelfde vlak overgaan. Deze verandering is eennieuwe benadering, want een spouwelement is nieteerder toegepast door Le Corbusier.Elke gevel is voorzien van een ventilatorunit vangekleurd staalplaat, aangebracht tussen nieuwebetonstijlen. Uitzondering vormt de entree van hetmuseum, waar de unit boven de betonluifel isgeplaatst. Voor de afvoer van het hemelwater zijnverticale gootdelen in prefab beton ge?ntroduceerddie het water leiden naar een betonbassin (foto 10).Dit bassin sluit aan op de rond de onderbouwlopende horizontale betongoot.A a n p a s s i n g e n i n t e r i e u rDe functiewijziging van kerk tot museum heeftgeen noemenswaardige aanpassingen tot gevolggehad voor de ruimtelijke indeling van de onder-bouw. Wel heeft de functiewijziging substanti?leconsequenties gehad voor het uiterlijk van deruimtes. De inpassing van de noodzakelijke kli-maatbehandelingsinstallaties en andere voorzie-ningen vergden onvermijdelijk zichtbare elemen-ten als een verlaagd plafond, ventilatie-units enleidingen.Drie luchtbehandelingsunits zijn ondergebracht inruimten onder trappen en de opgaande vloer in dekerkruimte. Door deze inpassing zijn de kanalen zomin mogelijk zichtbaar. De ruimte onder het laagstevloerniveau fungeert als plenum van de luchtbe-handelingsinstallatie en roosters zijn plaatselijk inde betonvloer opgenomen. Aanvullende luchtsprei-ding gaat via zichtbare kanalen en het plenumboven verlaagde plafonddelen. Het meest markanteonderdeel is een stalen kanaal in de centrale hal. Deelektra- en rioleringsleidingen zijn verzameld bovenverlaagde plafonds en weggewerkt door ingestortleidingwerk.De kerkruimte dient nu als auditorium en wordtruimtelijk gevormd door de gladde conische beton-vorm en het schuine dak. De plexiglas Orion-ele-menten, horizontale lichtspleten/gootelementen enlichthappers geven deze ruimte een bijzondere engevarieerde natuurlijke verlichting (foto 11). Devoor de kerkdienst bedachte voorruimte is uitge-voerd als een betonplateau voorzien van witte beto-nelementen als het hoofdaltaar en katheder (foto12). De onderzijde van het altaar is open en heefteen zichtbare relatie met de ondergelegen ruimte.Aan de zijkanten van het betonplateau zijn tegen degevel prefab-betonbanken geplaatst. Aan de achter-zijde van de kerkruimte begeleidt de lichtspleet/gootlijn de spiraalvormig oplopende betonvloer. Opdeze vloer zijn de aangebrachte zitbanken uitge-voerd in prefab beton en staalsteunen met houtenzit- en rugelementen.E e n e c h t e L e C o r b u s i e r ?Gedurende de jaren dat het ontwerp van de kerk inontwikkeling was, werkte het Atelier Le Corbusierinnovatieve projecten uit, zoals het CarpenterCenter Cambridge Massachusetts, Jeugd- en Cultu-reel centrum te Firminy en het Centre Le Corbusierte Zurich. In deze projecten zijn gemeenschappe-lijke ontwerp- en uitvoeringprincipes te herkennen.Het nu gerealiseerde gebouw heeft in zijn materia-7 |Opbouw dakbekistingfoto's 7, 8, 9, 10, 11:Robert Geurten8 |Lichthapper wordt insparing geplaatst
Reacties