De historische achtergrond van het Goetheanum, enhetinnemenderesultaatruimzeventigjaarnadevol-tooiing, vergen een beknopte inleidende toelichtingtot begrip voor deze late opbloei van een zo belang-rijk monument.Ter plaatse spreekt men wel over het `tweede'Goetheanum; het eerste werd op een in beton uit-gevoerd basement van de begane grond, verdergeheel uitgevoerd in hout. Dat was overigens tegende voorkeur van de ontwerper, de antroposoofRudolf Steiner (1861-1925). Bestuursleden van deVereniging, die de bouw van een `Antroposofischevrije hogeschool voor geesteswetenschappen' in1920 voorbereidden, drongen echter aan op toe-passing van het organisch bouwmateriaal hout.Steiner betreurde dat; hij had op het terrein tegeneen kalkrijke uitloper van het Zwarte Woud en deVogezen reeds gebouwen in beton gerealiseerd. Hetketelhuis uit 1914 en huis Duld-eck (gedulde hoek)uit 1915 vormen daar interessante voorbeelden van.De houten voorganger had in het hoofdgebouw tweein elkaar grijpende ronde bouwvolumen voor degrote zaal en podium. Het materiaalgebruik werdwellicht be?nvloed door de randvoorwaarden,waarbij gestreefd werd naar een architectuur inA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2000 526Ingrijpende renovatie Zwitsers betonmonumentLATE OPBLOEI GOETHEANUMIn 1928 werd het Goetheanum in Dornach bij Bazel in gebruik genomen. Het indrukwekkende voorbeeld van relatiefvroege Europese betonarchitectuur treft men terecht in vrijwel ieder boek over moderne bouwkunst aan. Toch bereik-te het gebouw pas in de jaren negentig de lijst van beschermde jonge monumenten. Kort geleden werd echter debelangrijkste ruimte van het Goetheanum ingrijpend vernieuwd.1 | Als een monoliet staat hetGoetheanum verankerdin het oplopende terreinmet veel groenWim J. van Heuvel2 | Het ketelhuis uit 1914 isuitgevoerd in betonnauwe samenhang met onder meer beeldhouw- enschilderkunst. Steiner's bewaard gebleven maquetteuit 1913 geeft daar een interessant beeld van en laatook zien hoe het ontwerp nog teruggreep op toe-passing van op z'n minst historiserende kolommenlangs de randen van de beide koepels. De integratievan aan de Jugendstil ontleende opvattingen inzakevernieuwend materiaalgebruik ?n de nadrukkelijkewens tot integratie van kunst zoals in de gotiek,speelden een voorname rol.Het gebouw ging in de nieuwjaarsnacht van 1922-1923 in vlammen op. De brand was zo hevig, datook de onderbouw van beton vrijwel verloren ging.Doordat Steiner inmiddels rond het Goetheanummeer gebouwen in beton had gerealiseerd, onder-vond hij niet langer problemen bij zijn persoonlijkevoorkeur voor het bouwen in beton. Maakt men nukennis met deze nederzetting, dan verbaast het toe-passen van beton door de complicaties in de houtenbekisting van bijvoorbeeld huis Duld-eck en ketel-huis. Het laatste werd ooit beschreven als `een sfinxgelijkend monster aan de rand van de heuvel,met twee gescheiden koepels tegen de schoorsteenzelf, en met de klauwen als van een ondier'. Hetvormen heel vroege voorbeelden van gewapend-betonarchitectuur, die men in Dornach aantreft.B e t o n a r c h i t e c t u u r v a n t w e e d eG o e t h e a n u mDe qua vorm vernieuwende betonarchitectuur vanhet tweede Goetheanum ontstond mede onderinvloed van de opvattingen van Goethe. Deze maaktevoor het bouwen gewag van de vorm van een cake-vormige tulband, terwijl Steiner voor de koepels vanhet ketelhuis een vergelijking trok met notenschalen.Gezocht werd naar een organisme zoals menaantreft in de groei van planten en bomen, metduidelijk kenbare wortelvormen in de grond waaropmen bouwt.In het werk van de Catalaan Antoni Gaud? (1852-1926) treft men rond Barcelona een soortgelijkzoeken aan in een regionale Jugendstil. Evenals bijSteiner zocht Gaud? naar bijna geboetseerde vormenin beton en metselwerk, waarin de sculpturalearchitectuur en constructie vernieuwend waren.Men spreekt dan vaak van organische architectuuren bij Steiner ook van antroposofische architectuur.Reeds spoedig na de brand ontwierp Steiner eennieuw, nog wat groter tweede Goetheanum, metonder meer een zaal met podium dat plaats biedt aancircaduizendbezoekers.Onderdebovenbouwiseenwat kleinere, en ook lagere zaal ingebouwd. Daar-doorstaatdegrotezaalopeenterrasvormigeuitbouwvan de begane grond. Het ontwerp is ontwikkeld uiteen geboetseerd volume, dat wel met een stol isvergeleken. Dat geldt zeker voor de vorm van hetexterieur, zoals dat tussen het groen van de om-geving tegen de heuvel staat. Opmerkelijk is daarbijdat dit gebouwde massief weliswaar uiteenlopendevensters in de gevels heeft, die echter niet direct defuncties van achterliggende ruimten verklaren.Zeker wanneer men nog niet binnen is geweest,onderscheidt men nauwelijks de grote zaal, hetmonumentale trappenhuis en verdere functies voorkleinere ruimten. Wordt men ter plaatse echtergeconfronteerd met dit hoogtepunt in de vroegebetonarchitectuur, dan noodt dit tot verkenning vande binnenruimten.S t e i n e r s o n v o l t o o i d e G o e t h e a n u mHet ontwerp van het tweede Goetheanum vanRudolf Steiner was bij zijn vroeg overlijden nogniet gereed. Het exterieur was vastgelegd in eenmodel, waarschijnlijk van gips en tamelijk globaalA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2000 5 27IN DORNACH3 | Het huis Duld-eck uit1915 is eveneensuitgevoerd in beton4 | De maquette van heteerste Goetheanum metde houten bovenbouw.Opmerkelijk is desculpturale behandelingvan de kapitelen metarchitraven die modelstonden voor dedefinitieve uitmonsteringaan het einde van dejaren negentiggeboetseerd. Maar ook waren er al geveltekeningenverder uitgewerkt en door Steiner persoonlijk(mede) ondertekend. Zo kwam de tamelijk sculp-turaal behandelde gevel al tot zijn recht. Deze isaansluitend op de kleinere gebouwen, in beton uit-gevoerd.Er bestaat nogal wat literatuur over het gebouw vanbeton, deels door architecten geschreven. Met namede foto's van de bouw zijn indrukwekkend als menzich realiseert wat voor ingewikkelde houtenbekistingen nodig waren om zowel de binnen- alsbuitenzijdemettalrijkegebogenvormentebekisten.Men kan het de antroposofen nauwelijks kwalijknemen dat zij hun natuurlijke vormwil nogal eenswilden afzetten tegen de doosvormige bouw-volumen van het in die tijd opkomende NieuweBouwen. Daarmee is dit organisch bouwen vaakminder functioneel dan de voorbeelden van hetNieuwe Bouwen. Pas sedert de jaren vijftig en latertoonden vooraanstaande constructeurs zoals PierLuigi Nervi, Santiago Calatrava en Eero Saarinen watwenuonderconstructievevormgeving verstaan.Datklinkt wellicht kritisch, maar is vooral bedoeld omaan te geven dat men ontzag kan hebben voor degecompliceerde betonbekistingen van toen!Steiner zag, getuige de plaatselijke bouwimpulsen,kans die zorgvuldig geboetseerde vormen in betongerealiseerd te krijgen. Zijn voortijdig overlijdenmaaktehetvoorzijnopvolgersnieteenvoudigdenogniet uitgewerkte details vorm te geven. Dat betrofvooral het wat ruwe beton van het interieur mettrappenhuizen en de zalen. Het is dan ook niettoevallig dat het interieur van de grote zaal zelden inde aangehaalde boeken wordt getoond. Men heeftdaarmee in de maag gezeten en in de tijd ook hetgeld gemist om het tweede Goetheanum van binnenvorm te geven. Een saillant voorbeeld daarvan is, dathet gebouw dan wel in 1928 gereed kwam, maardat men er tot aan de jaren veertig in de wintergeen gebruik van maakte, omdat een aanvaardbarebinnentemperatuur onbetaalbaar bleek.I n t e r i e u r v a n d e g r o t e z a a lWat het interieur van de grote zaal betrof, heeft mendit al direct na de afbouwfase als `voorlopig' aan-vaard. De plattegrond week sterk af van de beideronde, ineenvloeiende plattegronden van zaal enpodiuminhetalsideaalervareneersteGoetheanum.Nu beschikte men over een naar voren taps toe-lopende ruimte en zag men om technische redenenaf van een rond be?indigd podium. In de zijwandenvan de zaal waren pilasters opgenomen, tussen dekleurige ramen waarin, naar eigen technischeontwikkelingen, geslepen voorstellingen waren aan-gebracht. De pilasters of penanten tussen de smallehoge ramen hadden wel een vorm die min of meerop de architectuur van het exterieur aansloot, metschuine neggen. Het vormde een aanvaardbareoplossing, maar toch werd er nagedacht over latereverbeteringen. Rond 1957 resulteerde het in eenprijsvraag voor verandering van de grote zaal onderantroposofischearchitectenuitheelEuropa,hetgeentotzo'nduizendinzendingenleidde.Hetresulteerdeuiteindelijktochineenrelatiefeenvoudigeverbeteringvan de ruimtevorm in de grote zaal.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2000 5285 | Van links naar rechts deopeenvolgende platte-gronden:? het eerste Goetheanumgebouwd uit hout opeen onderbouw vanbeton? het tweedeGoetheanum met oor-spronkelijke zaalvorm? de nieuwe zaal met deuiteindelijke vorm6 | Geveldetail dat eenindruk geeft van demoeilijk gevormdebekisting die in houtwerd uitgevoerd.De bovenzijde is metnatuurstenen leiengedektIn antroposofische kringen wordt graag de term vaneen`bouwimpuls'gebezigd.Deplaatselijkeoverheidzorgde in eerste instantie voor een minder positiefervaren bouwimpuls! Het ooit gebruikte asbest inhet plafond werd afgekeurd, maar ook eiste de over-heid voor het hele gebouw een sprinklerinstallatie.Bijkomende problemen waren onder meer de ver-ouderdeverwarming,deweinigbevredigendeakoes-tiek en het nog altijd wat karige interieur, waarinnagestreefde,indearchitectuurge?ntegreerdebeeld-houw-enschilderkunstvrijwelontbraken.Metsteunuit een groot aantal landen, besloot men na lang-durige discussie tot een ingrijpende renovatie, nu ertoch zulke ingrijpende voorzieningen nodig waren.Men besloot tot een nieuwe vloerconstructie die naarhet podium in hoogte afloopt, de vervanging van depilasters door kolommen op twee meter afstand vande gevels, met daarop een architraaf, en boven door-gangshoogte wanden tussen kolommen en de zij-gevels. Installaties werden verbeterd en het balkonvoor orgel en koor werd verbouwd. Het leidde totingrijpende sloop met delen van de vloer enverwijdering van het verlaagde plafond, plaatselijkesloop van beton van de orkestbak en een deel van hetbalkon.Positief was de impuls van een betrokken akoesticus,die pilasters verving door deels vrijstaandekolommen. De plattegronden van de tweede en dehuidige vernieuwde grote zaal, geven een niettoevallige verwantschap weer met de zaal vanSteiner's eerste Goetheanum. De maquettefoto vandie vroegste zaal toonde de zo hartstochtelijknagestreefde bijdrage van zowel beeldhouwers alsschilders in de welvende plafondvorm.N i e u w e v o r m e n v a n b e t o n t e c h n i e kAntroposofen lijken me niet halsstarrig, zodat zewellicht van de vroege functionalist Le Corbusier,vanuit de jaren vijftig hebben geleerd dat beton ookspuitbaar is, zoals de Frans/Zwitserse meester aan-toonde in zowel het Philips-paviljoen op de wereld-tentoonstellingvan1958inBrusselalsinhetongeveeruit die tijd daterende klooster in La Tourette.In de zaal van het Goetheanum werden lichte staal-constructies met slanke netwerken van betonstaalgeplaatst,diemetgeperforeerdstaalwerdenbekleed.Hierop spoot men een laag beton voor zowelkolommen, architraven en het licht gewelfdeplafond. Na verharding werd het oppervlak met uit-eenlopend gereedschap als verlevendiging van eentextuur voorzien, waarin ook kapitelen en arcade vanin vorm gehouwen beelden werden voorzien. Losvan het materiaalverschil en de hedendaagse vorm-geving, ontstond eindelijk weer het zo begeerdesamengaan van architectuur, beeldhouwkunst eneen gedetailleerd GesammtKunstwerk met eenschildering op het nieuwe plafond. Daarmeebenaderde, of overtrof men wellicht, de opzet in deoude vormen die Steiner met zoveel aandacht voorde zaal van het eerste Goetheanum ontwierp.Dat hier opnieuw gebruik is gemaakt van beton, pastin de sfeer van het markante materiaalgebruik in debetonarchitectuur, nu met een verfijning die men inhet exterieur niet zo gedetailleerd aantreft. Datvereiste een ongekend staaltje van veelzijdig vak-manschapvoordearchitectenHansHaslerenAlfredFrischknecht, maar ook voor de verschillendetechnische adviseur, de beeldhouwers en uiteen-lopende groepen bouwvakkers die er aan hebbengewerkt. Voor de directie van de hogeschool moeteen weldaad zijn dat haar ingrijpende initiatief totzo'n voorbeeldige renovatie heeft geleid.Daarbij heeft men soms een veer gelaten door bij-voorbeeld het podium niet verder te vergroten,maar de podiumtechniek wel aan te passen. Recentzijn de werkzaamheden afgerond met een nieuwtrappenhuis.U i t z o n d e r l i j k e z o r g v o o r e e n j o n gm o n u m e n tDe omgang met monumenten wordt ook in ons landsteeds nadrukkelijker geaccentueerd door voor-genomen wijziging van functies na de restauratie.De term hergebruik maakt het vooral bij jongereA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2000 5 297 | Gevelfragment met devoor Steiner's werkkarakteristieke gevel-kozijnen met schuinoplopende bovendorpels8 | Karakteristieke vorm vanbetonwerk voor de royaletrap naar de grote zaalmonumenten, gebouwd tussen 1850 en 1940, somsgriezelig. Frappant voorbeeld is dat het Kurhaus inScheveningen, op de schil van de grote zaal na vol-ledig werd gesloopt, om met gewijzigde indeling toten met ingelaste bouwlagen te worden herbouwd.Het natuursteen in de gevels is vervangen doorgeprefabriceerde gevelelementen van gekleurdbeton, met daarin opgenomen beeldhouwwerk.Behoud van de min of meer authentieke hotelfunc-tie maakte zowel ingrijpende sloop als aangepasteherbouw mogelijk.In Dornach was de monumentenstatus nog pril enheeft men niet geschroomd de late opbloei vanRudolf Steiner's oorspronkelijke bedoelingen metingrijpende middelen tot stand te brengen. HetGoetheanum ervaren is nu slechts compleet als mendie vernieuwde grote zaal van binnen heeft gezien.Toch had ik er moeite mee als je denkt hoe DuikersZonnestraal in Hilversum er na jaren van on-toelaatbare leegstand met daaraan gepaard gaandverval, de laatste jaren wilde vernieuwingsplannenheeft doorgemaakt. Het uitstel van restauratie,waar een minister ooit reeds het geld voor wildefourneren, dat een Europees topmonument vanbetonarchitectuur betreft, maar vanwege tekort aanfunctievernieuwing niet werd uitgevoerd, isbedroevend. Plaatselijk werden eerder wel vleugelsvan Zonnestraal voor ooit als `passend' ervaren her-gebruik in metselwerk verpakt. De Van NellefabriekvanBrinkmanenVanderVlugtwachteenaangepasthergebruik dat alleen respectabel blijft als het beton-skelet binnen de vroegere gordijngevel, niet verderwordt geru?neerd dan bij de kantoorvleugel het gevalwas met een glasgevel in grove aluminiumprofielen.Hoe houdt men het ? door collega-architecten her-bouwde ? beeldenpaviljoen van Gerrit Rietveld in demuseumtuin op de Hoge Veluwe in stand? Hetslangvormige kunststukje was daar het afgelopenjaar geen bemoedigend voorbeeld van! De markantebetonkerk in Venlo van Bart van Kasteel is gesloopt,de dijkkerk in beton van Van den Broek en Bakemain Schiedam wacht al jaren op passende herbestem-ming, al is in gemeentekring de hoop daarop nogsteeds aanwezig. De in de jaren vijftig internationaalpositief ontvangen betonkerk van Holt en Tholensin Amsterdam-West is leeggehaald en vertimmerdtot sportruimte. Het zijn enkele voorbeelden die aan-tonen dat betonarchitectuur soms vogelvrij blijkt,maar Dornach laat zien hoe positief de aanpak tengoede kan keren, ondanks een bijna ontoelaatbaaringrijpende aanpak. sA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2000 5309 | Nieuwe kolommen metverbindingen naar degevels en sculpturaleovergangen naar dearcade, uitgevoerd inlichte wapening metgeperforeerd staal enmet beton bespotenuiteindelijke vormen10 | Detail van de sculpturalearcade van gespotenbeton dat op de hand isgebouchardeerd, onderhet licht gewelfdebeschilderde plafond11 | Interieur van degerenoveerde grote zaal,gezien naar de achterzijdefoto: J?rg Buess, Basel).
Reacties