O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eB ou wtechniekcement 2006 468In elke bouwfase moeten keuzesworden gemaakt voor constructie-opzet en bouwmethoden. Maarwanneer een aannemer eenopdracht verwerft op basis van eenbestek ligt verreweg het meeste alvast. Vaak vroegen we ons daarbijaf of er wel goed over de verschil-lende keuzes was nagedacht. Nietzelden hadden we onze twijfels,maar wel ontbrak het aan tijd omalles nog eens tegen het licht tehouden.N o o d z a a kBij projecten in de ontwikkelings-fase zijn keuzemodellen zeer waar-devol. Zo kan soms binnen het-zelfde bouwvolume een groterehoeveelheid bruto vloeroppervlak(bvo) worden gerealiseerd. Als bij-voorbeeld door welstandsregels demaximale bouwhoogte beperkt is,kan je in een gebouw van eenbepaalde hoogte door het juistevloertype toe te passen misschienineens een of meer verdiepingenkwijt dan de hoeveelheid waarvanvooraf werd uitgegaan. Op diemanier leidt de juiste vloerkeuzedirect tot een hoger rendement eneen gunstigere exploitatie. En datterwijl de extra investering in hetgebouw als gevolg van het vloertypemisschien maar enkele procentenbedraagt. Belangrijk bij de uitvoe-ring van stabiliteitskernen is hetaspect tijd; deze wordt in de meestegevallen uitgedrukt in de clich?ma-tige vijfdaagse cyclus. Het kijkennaar diverse uitvoeringsmethodesis dan ook een noodzakelijk kwaad.Het opzetten van keuzemodellenis in zijn aard betrekkelijk eenvou-dig, maar blijkt niettemin heelgoed werkbaar. De modellen zijnopgezet volgens het `black box'principe. Belangrijke prijzen vanbeton, staal en (man)uurtarievenzijn in een handomdraai ge?n-dexeerd. Het vloerenmodel is inDigitale keuzemodellen voor uitvoering vloeren en stabiliteitskernenKiezen op basis van emotieof ratio?W.H. van Dijk, Ballast Nedam BouwWerkmaatschappij `Speciale Projecten' van Ballast Nedam Bouw maaktsteeds vaker gebruik van een in samenwerking met studenten en vervolgensin eigen beheer doorontwikkeld, digitaal keuzemodel, waarmee op betrek-kelijk eenvoudige wijze de meest geschikte uitvoering voor een vloer en eenstabiliteitskern kan worden bepaald. Dit digitale keuzemodel vermindertniet alleen het risico tijdens de realisatie, maar kan tevens een groot finan-cieel of praktisch voordeel opleveren voor de constructie alsook voor deexploitatie.1 |De vier cascovormen diein het keuzemodel worden beschreven4860014400cascotype A1440014400cascotype B48600144007200cascotype C1440014400cascotype DO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eB ou wtechniekcement 2006 4 69zijn basisontwerp uitgegaan vanmaximaal tien bouwlagen, maar isinmiddels aangepast naar veertigbouwlagen, een en ander afge-stemd met de opzet van het modelvoor stabiliteitskernen. In basiswordt alle benodigde informatie ineen invoerblad ingevoerd. Vervol-gens wordt in de black box alleinvoer geanalyseerd en geeft hetadviesblad een score. De meesteconomische variant wordt meteen 100%-score weergegeven ineen advies, aangevuld met diverserelevante aanvullende informatie.V e r d i e p i n g s v l o e r e nVier verschillende cascovormenmaken het mogelijk een gebouwte construeren of de vergelijking tezoeken op basis van een voorlig-gend plan (fig. 1).Aan de hand van een invoerbladworden veranderlijke belastingenen het aantal steunpunten inge-voerd. Acht parameters vormen debasis voor de bepaling van devloerkeuze:? brandwerendheid;? vrije hoogte per verdieping;? dikte van het verlaagde plafond;? installatiezone;? constructiedikte van de vloer;? sparingen;? bouwkraantype;? cyclus.Dragende en/of gevelvullendeprefab-betonelementen zijn nietopgenomen in het keuzemodel enhebben dan ook geen aandeel inhet eindblad.Op basis van de ingevoerde gege-vens komt het vloerkeuzemodeltot een advies, met als belangrijk-ste aandachtspunten de kostenver-houding tot de totale gebouw-hoogte, de kraanbezetting en hetarbeidsaandeel. Het keuzemodellaat uitkomsten zien van de navol-gende vloersystemen:? ter plaatse gestort;? kanaalplaatvloer;? staalplaat-betonvloer;? breedplaatvloer;? breedplaatvloer, tweezijdig opge-legd (Polyplaatvloer);? breedplaatvloer, gewichtsbespa-rend (Bubble Deck);? breedplaatvloer, voorzien vanstalen liggers (Infra+-vloer).Verder is bij de uitvoering van deter plaatse gestorte vloeren en debreedplaatvloer-varianten de beno-digde herstempeling voorzien;afhankelijk van de bouwcycluswordt de hoeveelheid te stempelenvloeren benoemd. Het begrip IFD(Industrieel, Flexibel en Demonta-bel bouwen) is ook betrokken inhet keuzemodel.2 |De relatieve grootte vande kern bepaalt inbelangrijke mate de uitvoeringsmethodiek vandit onderdeel940011000lift liftlift lift lift lift260040001440014400liftlift lift lift liftlift lift lift liftO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eB ou wtechniekcement 2006 470S t a b i l i t e i t s k e r n e nDe basisopzet van een constructiewordt vaak fundamenteel gekozenen in de meeste gevallen zal destabiliteitskern in beton wordenuitgevoerd. Belangrijk uitgangs-punt is de grootte van de kern(fig. 2) in relatie tot het vloeropper-vlak. Verdere invoer betreft aspec-ten als bouwplaatsoppervlak, hoe-veelheid kranen, bouwtijd cascoen kern- en verdiepingscylus.Diverse factoren bepalen uiteinde-lijk de bouwmethode van de stabi-liteitskern. Kiezen we voor ontkop-peling van de stabiliteitskern ofgaan we stapelen? Het keuzemo-del vergelijkt hierin een aantalbouwmethoden:? geheel in prefab;? ter plaatse gestort;? holle-wandsysteem.Gaan we glijden, klimmen, ofvoeren we het geheel in prefabuit? Met de invoer van een grootaantal parameters, zoals debeschikbare voorbereiding en/ofbouwtijd, de grootte en de liggingvan de bouwlocatie (is het binnen-dan wel buitenstedelijk), komenwe met dit model tot de meestgeschikte bouwmethode. De uit-voering van een stabiliteitskernligt in de meeste gevallen op hetkritische pad. Vooral in uitvoe-ringsmethodes met (zelf-)klimbe-kistingen is het risico groot dat decyclus niet wordt gehaald; extrainzet van mensen is in de meestegevallen geen oplossing. Het keu-zemodel ondersteunt hierin ookde afstemming van maninzet inrelatie tot het beschikbare werkop-pervlak. Het model geeft eensignaal om te komen tot een opti-malisatie van de constructie, waar-door niet-constructieve wandenkunnen worden omgezet naarandere producten, zoals metsel-werk of andere prefab wandsyste-men. Indien er een keuze isgemaakt voor het bouwen bovende tien verdiepingen, dan zal hetadviesblad geen score laten zienvan de toepassing van een holle-wandsysteem. Verder zal er in eenbinnenstedelijke omgeving ookgeen advies worden gegeven vooreen zogenoemde glij-uitvoerings-methode; indien deze methodetoch de voorkeur geniet, zalmoeten worden overlegd met degemeentelijke en Arbo-instanties.De input van de benodigde hoe-veelheid wapening per kubiekemeter beton mag hierin ook zekerniet worden onderschat.C o n c l u s i eBij een aantal werken heeft de toe-passing van het model al tot eenander type vloer en/of uitvoeringvan de stabiliteitskern geleid. Voorde nieuwbouw van het project FiftyTwo Degrees in Nijmegen, eenhybride constructieopzet, leidde dequick scan alleen tot een wijzigingvan het vloersysteem. In het voorlo-pig ontwerp was gekozen voorstaalplaat-betonvloeren. Nadat hetkeuzemodel erop was losgelaten,bleek de toepassing van kanaal-plaatvloeren met ge?ntegreerdestalen liggers op verschillendefronten gunstig uit te pakken. Destaalplaat-betonvloer moest wordengedragen door een staalconstructiebestaande uit een HEA-profiel metdaaraan gekoppelde IPE-profielen.Het ontwerp moest relatief lichtzijn, zo luidde het argument. In hetalternatief is alleen nog de hoofd-ligger van staal. Het vloerkeuzemo-del wees uit dat met gebruikma-king van kanaalplaatvloeren,160 mm per verdieping ruimte-winst was te halen, waarmeemeteen ruimte vrijkwam voor hetwegwerken van de installaties.Verder is naar voren gekomen datde keuze van zelfklimbekistingende juiste was, dit in relatie tot hetbouwtempo en de hoeveelheidbeschikbare bouwkranen.Het verschil zit hem bij dezemodellen hierin, dat we ons veelminder laten leiden door aanna-mes uit het verleden en emotiesbij een bepaald systeem. Veelmeer kunnen we nu op basis vanzoveel mogelijk objectieve gege-vens stap voor stap alle keuzes derevue laten passeren, en zo totrationele beslissingen komen. nL i t e r a t u u r :1. Klompemaker, H., Ontwikke-ling van een Tool. Afstudeer-scriptie Hogeschool Utrecht,2003.2. Verhagen, D. en D. Aldenberg,Keuzemodel stabiliteitskernen.Afstudeerscriptie HogeschoolAmsterdam, 20043 |Opzet Fifty Two Degreesmet zelfklimmendebekisting en kanaalplaatvloeren op ge?ntegreerdeliggers. Uitvoeringsmethode was het resultaat van digitaal keuzemodel
Reacties