cement 2004 416IS SCHOON BETONAAN TEBEVELEN?ing. J.H.M. Oude Kempers, ABT Adviseurs in bouwtech-niekSchoon beton heeft veel ontwerpers gefascineerd. Demogelijkheden zijn eindeloos, maar de resultaten warenniet altijd gegarandeerd. Nu is er een praktisch hulpmid-del om de kwaliteitsbeheersing op een hoger niveau tebrengen: "CUR-Aanbeveling 100, criteria voor de specifi-catie en beoordeling van betonoppervlakken" is versche-nen als redactionele bijlage bij dit nummer van Cement[1]. Een toelichting bij dit document door ing. J.H.M.Oude Kempers, voorzitter van de CUR-voorschriftencom-missie 72, Schoon Beton.Vanaf de eerste toepassingen van beton, ruim hon-derd jaar geleden, blijft het fascinerend welk beeldhet betonoppervlak ons biedt als de mal/bekistingvan het bouwelement of het kunstwerk wordt ver-wijderd. De ontwerper van de vorm vraagt zich afof het oppervlak overeenstemt met zijn esthetischewensen en de bouwer vraagt zich af of hij voldoen-de vakmanschap heeft kunnen inzetten. Heeftmen vooraf goed kunnen communiceren over dewensen en de resultaten, dan is de kans groot dater weer een fraai betonproduct het (harde) levengaat zien.Om dit communiceren goed te laten verlopen kanmen nu uitstekend gebruik maken van de richtlijnCUR-Aanbeveling 100. Het eerste deel van dezeaanbeveling geeft richtlijnen voor de ontwerper omzijn idee?n en eisen goed te formuleren/specifice-ren. Het tweede deel geeft aanwijzingen voor eengoede uitvoering en de beoordeling van betonop-pervlakken. Een belangrijke bijlage van de richtlijn1, 2 | StadskantoorMiddelburg: prefabgevelelementenschoon beton, donker-grijs, gezuurd opper-vlak, in combinatiemet V-kolom ter plaat-se gestort, lichtgrijsarchitect: Rau Partnersconstructeur: ABTaannemer: BAM/HBGfoto's: Henk OudeKempersA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB etonte ch n o l o g i eis een grijsschaal (staalkaart met grijstinten). Hier-mee is het mogelijk v??raf een streefwaarde vast teleggen en achteraf te beoordelen.Met de publicatie van de aanbeveling is een belang-rijk doel bereikt, namelijk het benoemen van deaspecten die van belang zijn bij het ontwerp en deuitvoering van schoon beton. Met name is aanslui-ting verkregen met het betonvoorschrift VBU 2002[2] en de daarin genoemde oppervlakteklasse B, deklasse voor esthetische eisen aan het betonopper-vlak. Het gebruik van de aanbeveling in de project-specificatie (bestek) kan vooraf veel duidelijkheidscheppen, waardoor achteraf minder discussie isover de kwaliteit. En - laten we hopen - daardoormeer `schoonheid' van betonoppervlakken.C o m m i s s i eDe aanbeveling is tot stand gekomen door een samen-werking van de belangrijkste marktpartijen bij de reali-satie van schoon beton. In de CUR-commissie wareno.a. vertegenwoordigd de ontwerper (architect en con-structeur), de aannemer (uitvoering, mortellevering,bekisting) en de prefab industrie. De commissie is vanstart gegaan in december 2002. De eindversie van deaanbeveling kwam tot stand in maart 2004. Voor eenzo beladen onderwerp als schoon beton is dit een korttijdsbestek. Bij een kritische toepassing van de aanbeve-ling en een terugkoppeling van de praktijkervaringenkan in de toekomst worden gewerkt aan een upgradingvan het document.B e t o n o p p e r v l a k k l a s s e nAls aan het betonoppervlak esthetische eisen wordengesteld, wordt gesproken van `schoon beton'. In deVBU, art. 16, worden drie beoordelingsklassen gege-ven voor het betonoppervlak. Klasse A omvat de stan-daardeisen, waarbij doorgaans geen hoge esthetischeeisen gelden. Klasse B omvat de klasse met bijzon-dere eisen aan het uiterlijk die in de VBU echter nietnader worden gespecificeerd. De CUR-Aanbeveling100 kan worden gebruikt voor het invullen van deze`bijzondere esthetische eisen' als bedoeld bij klasseB. Voor klasse C geldt dat er geen eisen zijn aan hetuiterlijk van beton.In de projectspecificaties (bestekken) kan mengebruikmaken van deze klassenindeling. Bij de stan-daardbestekken volgens Stabu en RAW kan mengebruikmaken van gestandaardiseerde opmaak vande (bestek)teksten.Kiest men voor klasse B uit de VBU dan kan mengebruikmaken van de eigen projectmatige specifica-ties. Hierbij moet men dan de bijzondere eisen enkeuringscriteria benoemen en opnemen in de speci-ficatie. Men kan echter ook gebruikmaken van deklassenindeling B1 en B2 van de CUR-Aanbeveling.In wezen zijn de volgende klassen te onderschei-den:? klasse A, VBU standaardklasse; standaardeisenaan visuele aspecten (tabel 8);? klasse B, VBU bijzondere esthetische eisen; uit-werken in projectspecificatie (bestek);? klasse B1, bijzondere esthetische eisen beton terplaatse gestort volgens CUR-Aanbeveling 100;? klasse B2, bijzondere esthetische eisen betongeprefabriceerd volgens CUR-Aanbeveling 100;? klasse C, VBU zonder esthetische eisen.In tabel 2 van de aanbeveling zijn de oppervlakte-eisen per klasse nader weergegeven. Zo zijn er cri-teria voor bekisting, betonoppervlak, betonverwer-king en voegen. De criteria zijn hoofdzakelijk geba-seerd op de basistabel (tabel 8) van de VBU.Toegevoegd zijn de aspecten die voor schoon betonvan belang zijn. Hierbij zijn grenzen gesteld aan dein de praktijk beheersbare of vermijdbare afwijkin-gen. Bij klasse B2 is aansluiting gezocht bij de richt-lijn BOBB van Belton [3]. De opzet van de klassen-indeling en de opzet van de aanbeveling sluiten aanbij de richtlijn die men in Duitsland gebruikt:`Merkblatt Sichtbeton, Fassung 2004' [4].O p z e t C U R - A a n b e v e l i n gBij de opzet van de CUR-Aanbeveling is in grote lij-nen gekozen voor een opzet met aanbevelingenvoor de ontwerper die de projectspecificaties moetopstellen en aanbevelingen voor de vervaardiger(aannemer, prefab producent) van schoon beton.Specificeren is: wat wil de opdrachtgever, voorwelke kosten en met welke resultaten? De aanne-mer gaat de resultaatsverplichting aan en bedenktde recepten om de resultaten te verwezenlijken. Inde inleidende hoofdstukken van de aanbeveling isinformatie gegeven over termen, definities en clas-sificatie. Onderstaand volgen enkele essenti?leonderdelen van de aanbeveling.Projectspecificatie schoon betonDe omschrijving waarin door of namens deopdrachtgever de eisen zijn vastgelegd die geldenvoor het uiterlijk van het schoon beton en/of de tegebruiken materialen (projectspecificatie of bestek).In bijlage B van de aanbeveling is een controlelijstopgenomen met aandachtspunten waaraan in deprojectspecificatie ten aanzien van schoon betonaandacht moet worden besteed. Zie hiervoor ook dealgemene opsomming in VBU art. 4.Werkplan schoon betonEen door of namens de opdrachtnemer uitgewerktplan voor de uitvoering van het schoon-betonwerkmet als doel te borgen dat het verlangde uiterlijkvan het betonoppervlak (zoals omschreven in deprojectspecificatie) wordt bereikt.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pBetontechnologiecement 2004 4 17In het werkplan kan de aannemer aangeven of hijde resultaten wil bereiken met betonspecie vervaar-digd volgens de traditionele werkwijze van verdich-ten of volgens de werkwijze van zelfverdichtendbeton. Bij de opstelling van een werkplan kangebruik worden gemaakt van modelwerkplannen(ter plaatse gestort of prefab beton) die ook digitaalbeschikbaar zijn.Classificatie en grijsschaalEr is een classificatie aangegeven voor typen vanoppervlakken, bewerkingen, betonspecie en ce-mentkeuze.Om een richtlijn te verkrijgen bij de keuze van dekleurstelling van het oppervlak is een grijsschaalopgenomen in de aanbeveling. Door een streef-waarde in de projectspecificatie vast te leggen (licht,donker enz.) kan een tijdige discussie wordengevoerd in het stadium van werkvoorbereiding, omte zien wat haalbaar is binnen de randvoorwaardenvan het project en op welke wijze.Classificaties en grijsschaal zijn nodig om de kos-tenaspecten van de uitvoering goed te kunnen over-zien. Maar let op: de grijsschaal (papier) mag nietworden gebruikt als de absolute kleurstelling vanbeton. De karakteristieke schakeringen in kleur entextuur in het betonoppervlak zorgen voor de uit-straling die het schoon beton zo aantrekkelijkmaken. Essentieel zijn de vooraf overeen te komenproefplaten, proefstorten of referentieprojecten.Deze zijn vooral van belang bij gekleurd of bewerktbeton.BekistingDe aannemer (en/of de prefab producent) kiest debekisting waarmee hij aan de prestatie-eisen uit deprojectspecificatie kan voldoen. In de projectspeci-ficatie moet het gewenste patroon van onder meerplaatnaden, hoekafwerkingen en positie, type enafwerking gaten van centerpennen zijn aangege-ven. Dit geldt met name voor het ter plaatse te stor-ten beton. De traditionele vellingkanten beperkenhet risico van rafelige randen en grindnesten.Rechte hoeken zijn ook in ter plaatse gestort betonmogelijk, maar vergen meer aandacht en kosten-verhogende maatregelen. Een keuze voor rechtehoeken moet dus vooraf duidelijk zijn. Bij prefabbeton wordt veelal een maltechniek gekozen waar-bij onvolkomenheden bij naden en hoeken tot eenminimum kunnen worden beperkt. De aandachtbij prefab beton richt zich meer op de maatbeheer-sing en kleurverschillen van de elementen.Betonspecie en fijne delenDe aannemer (en/of de prefab producent) kiest demortelsamenstelling waarmee hij aan de prestatie-eisen uit de projectspecificatie kan voldoen. Hetgekozen cement (type en hoeveelheid), de hoeveel-heid fijne delen (zand en vulstoffen) en de water-cementfactor bepalen de esthetische kwaliteit van derandzone/dekking van het betonoppervlak. Door hetzogenoemde wandeffect treedt enige ontmenging open heeft aan het oppervlak een concentratie plaatsvan cement en water. In de CUR-Aanbeveling is eenaanwijzing gegeven voor deze hoeveelheid fijnedelen. In artikel 7.1 is aangegeven dat deze hoeveel-heid ten minste 180 l/m3moet bedragen. Dit komtovereen met de aanwijzingen uit [4]. Het opnemenvan deze aanwijzing is discutabel. Voorstandersgeven aan dat het maar eens gedaan moet zijn metde `zuinigheid' in ons land ten aanzien van het toe-voegen van de duurdere materialen cement en vul-stoffen. Tegenstanders geven aan dat het resultaattelt en dat dit resultaat door de aannemer en zijn vak-manschap moet worden bepaald. Hier is dus sprakevan een dilemma. De commissie heeft ervoor geko-A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB etonte ch n o l o g i ecement 2004 4183 | Zonnestraal Hilversum:schoon beton behoudenna herstel betondekkingen opbrengen wittecoatingarchitect: Duiker (1928)/Hubert-Jan Henket/Wessel de Jonge (2003)constructeur: ABTaannemer: Jurri?ns Bouw4 |Zonnestraal: schoonbeton herstellen vanschade aan betondekkingzen toch aanwijzingen te geven voor de aanbevolenhoeveelheid fijne delen. Ter vergelijking: er wordenbijvoorbeeld ook minimumeisen ten aanzien vancementgehalte in betonvoorschriften opgenomenmet betrekking tot de prestaties van de duurzaam-heid.Een ander dilemma betreft het toepassen van zelf-verdichtend beton. De keuze voor een bepaald typebetonspecie is een verantwoordelijkheid van de aan-nemer en/of de (prefab) producent. Op dit momentkan de aannemer/producent kiezen voor de verwer-king via de traditionele werkwijze van verdichten ofvia de techniek van zelfverdichtend beton. Hetdilemma ontstaat indien de ontwerper goede (esthe-tische) ervaringen heeft met de toepassing van zelf-verdichtend beton en deze ervaringen wil opnemenin de projectspecificatie van zijn volgende project.Het is raadzaam dit niet te doen en het over te latenaan het vakmanschap van de aannemer. Wel kanmen aangeven dat specie met een hoge vloeibaar-heid (consistentiegebied opgeven volgens VBU art.4) en met hoge vulstoffen (fijne delen) moet wordenverwerkt. Bij de productie van architectonischebetonelementen wordt al veelvuldig (en met succes)gebruik gemaakt van zelfverdichtend beton.Keuring en controleNa het ontkisten en op een overeen te komen tijd-stip moeten de oppervlakken worden beoordeeld engetoetst aan de eisen uit de projectspecificatie c.q.overeengekomen proefplaten. Veelal heeft een eer-ste keuring plaats na het ontkisten en een tweedekeuring net voor de oplevering of aflevering van hetonderdeel. Veelal kan worden volstaan met eenvisuele beoordeling, waarbij met name wordt geke-ken naar kleurverschillen en aftekening van stort-naden, grindnesten, luchtbellen e.d.In de aanbeveling zijn keuringscriteria opgenomenin hoofdstuk 9 en tabel 2. Bij de beoordeling zijnmaatafwijkingen (naden, vlakheid) vaak minderstorend dan kleur- en structuurverschillen of afwij-kingen bij stortnaden.Herstel van onvolkomenhedenHet algemene uitgangspunt bij schoon beton moetzijn dat na het ontkisten het resultaat moet voldoenaan de overeengekomen uitgangspunten. Repara-ties zijn ongewenst omdat aftekeningen hiervannooit helemaal zijn weg te werken. Ondanks goedgeformuleerde projectspecificaties en inspannin-gen van de aannemer/producent kan het gebeurendat de resultaten niet overal voldoen aan de ver-wachtingen. Men moet dan toch kunnen kiezenvoor hersteltechnieken. Reparaties zijn te onder-scheiden in constructieve reparaties (grindnesten,dichtheid dekking enz.) en cosmetische reparaties.Bij schoon beton zal overwegend sprake zijn vancosmetische afwerkingen en reparaties. In de aan-A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pBetontechnologiecement 2004 4 195 | UniversiteitsbibliotheekUtrechtarchitect: prof. WielAretsconstructeur: ABTaannemer: Heijmans-IBC6 |UniversiteitsbibliotheekUtrecht: schoon beton,prefab gevelelementenmet bamboetextuur enzwarte coating7 | UniversiteitsbibliotheekUtrecht: detail zwartbeton, glas en coating inuitvoeringbeveling zijn aanwijzingen opgenomen om beton-oppervlakken na te bewerken door sponsen, schu-ren en verzegelen. Het is verstandig in de calcula-tiefase van schoon beton rekening te houden metenkele corrigerende afwerkingen.Beheersing scheurvormingScheurvorming aan het oppervlak en met namebij wanden kan storend zijn en de esthetischekwaliteit aantasten. Zoals in de VBC [5] aangege-ven is scheurvorming in de betonhuid onvermij-delijk bij het opnemen van trekspanningen. InVBC art. 4.3, tabel 2 is de toelaatbare scheurwijdteaangegeven.Bij constructies in een binnenmilieu behoeftscheurvorming ten gevolge van opgelegde vervor-mingen niet berekend c.q. gecontroleerd te worden.Uit esthetische overwegingen kan het aanbevelingverdienen toch op het beheersen van scheurvor-ming te ontwerpen. Hiervoor kan het nodig zijn datde wapening moet worden aangepast.Ook moeten uitvoeringstechnische maatregelenworden genomen om de scheurvorming te beheer-sen. Deze maatregelen moeten in de projectspecifi-catie (bestek) worden geregeld. Daartoe kan hetnodig zijn dat er maatregelen worden opgenomenals extra wapening, later ontkisten, thermischebescherming, inzagingen op plaatnaden en/of hetopnemen van krimpverdelers (kokers) in wanden.In de CUR-Aanbeveling zijn hiervoor (nog) geenaanwijzingen opgenomen.Nabewerking en coatingHet kan een keuze van de ontwerper zijn om hetschoon beton uiteindelijk in een gecoate versie tetonen. Met name bij ter plaatse gestorte construc-ties en bij donkere kleuren kan men hiervoor kie-zen. De te stellen eisen aan het oppervlak, de ran-den en de stortnaden moeten dan nader wordengeformuleerd in de projectspecificatie. Hierbij kanook weer gebruik worden gemaakt van de klassen-aanduiding van de CUR-Aanbeveling. In de aanbe-veling zijn (nog) geen aanwijzingen opgenomenover `schoon beton gecoat'.P u b l i c a t i e s e n r i c h t l i j n e n o v e rs c h o o n b e t o nOver de uitvoering van betonconstructies in schoonbeton is veel gepubliceerd. Vooral over de fraaie toe-passingen bij bouwprojecten en kunstwerken inbinnen- en buitenland is veel gepubliceerd in devakbladen. In Cement is de laatste jaren veel aan-dacht besteed aan de wijze waarop de betonopper-vlakken in beeld komen [6]. In 1966 is er een CUR-rapport verschenen over `Schoon Beton' [7]. Eencommissie onder voorzitterschap van F.J.B.Barends (ABT) heeft uitgebreid onderzoek uitge-voerd en kennis aangedragen die ook nu nog vanA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pB etonte ch n o l o g i ecement 2004 4208 |WoningbouwGetsewoud-Noord,Nieuw-Vennep: gekleur-de, geprofileerde prefabgevelelementenarchitect: 24H-Architectureconstructeur: ABTaannemer: SlokkerBouwgroepfoto: Ine ter Borchbelang is. Met name betreft dit de aandacht voormortelrecepten en uitvoering.In de ons omringende landen zijn ook veel publica-ties beschikbaar over dit onderwerp. Genoemd is alMerkblatt `Sichtbeton 2004' [4]. In deze richtlijn,die overeenkomsten heeft met CUR-Aanbeveling100, zijn klassen opgenomen voor schoon beton:klasse SB 1 t.m. SB 4. Daarnaast zijn aanwijzingenopgenomen voor het bekistingsplan, proefvlakkenen referentievlakken. Ook zijn aanwijzingen opge-nomen voor `Planung und Ausschreibung' (pro-jectspecificatie).In tabel 2 van het Merkblatt zijn aanwijzingen gege-ven voor de hoeveelheid fijne delen (tot 0,250 mm)in de betonspecie. Voor toeslagkorrel Dnom16 mm is dit ten minste 500 kg/m3en voor Dnom32 is dit ten minste 450 kg/m3. Bijzondere aandachtin het Merkblatt is er voor het `Sichtbetonteam'. Ditteam bestaat uit een vertegenwoordiging van deopdrachtgever (architect, constructeur) en van deaannemer (uitvoerder, mortelleverancier, prefableverancier). In de CUR-Aanbeveling is hiervoorook aandacht gevraagd en wel in bijlage C,`Organisatie Schoon-betonwerk'.In de afgelopen jaren kwamen er verschillendepublicaties beschikbaar over het onderwerp schoonbeton. In de jaren '90 verscheen de VNC-publicatie`Schoon Beton, verschijningsvormen en keurings-criteria' [8]. In deze publicatie is een uitgebreideopsomming van onvolkomenheden opgenomen enaanwijzingen ter voorkoming en herstel hiervan. In2001 kwam de ENCI-publicatie `Schoon beton,mooi werk' beschikbaar [9]. Deze publicatie is metname een leidraad voor de projectspecificatie, uit-voering en beoordeling van schoon beton.B i j z o n d e r e o n t w e r p e n ,b i j z o n d e r e o o r d e l e nHoe fraai of bruut, robuust mag een betonopper-vlak zijn? Is het patina van de vervuiling aan hetoppervlak storend of fraai? Is een grindnest erg?Betonoppervlakken met een bijzondere esthetischestructuur laten zich niet of moeilijk vatten in richt-lijnen. Ook zullen architecten en kunstenaars onstoepassingen blijven voorschotelen waarvan we nunog geen weet hebben. Voorbeelden hiervan zijn alde prachtige oppervlakken die zijn te bereiken metpolijsten of printtechnieken en het meestorten vanbijzondere materialen als glas. Ook bijzonderegebogen vormen zijn een uitdaging voor de archi-tect/kunstenaar. De jonge kunstenaar DaanRoosegaarde zegt over beton: "Ik ben gefascineerddoor het proces van dingen maken. Je hebt het`vloeibare idee' dat alle kanten uitschiet en de mate-rie beton dat aan bepaalde voorwaarden voldoet.Waar deze elkaar ontmoeten, begint de vorm. Din-gen maken is als een smaak in je mond waarvan jede ingredi?nten nog niet kent. Het maken begintbij zien, het laten ronddwalen in je hoofd.Belangrijk is om in het maakproces de vorm zolang mogelijk open te houden, zodat het be?nvloedtkan worden door de context, de verwachting, hetbudget. Op deze manier kan het doorgroeien. Ditproces wordt ondersteund door onderzoek te doen.Hoe het flexibele idee om te vormen naar een mate-riaal als beton? Het mooie aan dit materiaal is dat jemet de robuustheid, de innerlijke zwaarte kunt spe-len en het elke textuur kunt geven die je wilt.Software en bijvoorbeeld een 3D-freesmachine zor-gen ervoor dat de mallen de gewenste vrije vormkrijgen tegen een niet al te vrije kostprijs. Dit zijnenkele dingen die door mijn hoofd schieten als ikmet modellen bezig ben. In het eindeloze spel tus-sen fantasie en begroting". Zover het citaat.Zorg blijft dat deze idee?n in een projectspecificatiemoeten worden omschreven, zodat er een verant-woorde prijsvorming en uitvoeringstechniek kun-nen worden bereikt. Het betonoppervlak zal altijdeen grote uitdaging blijven. Een oppervlak waarvanhet ambacht, zorg en liefde voor het vak van afstra-len. CUR-Aanbeveling 100 geeft hiervoor alle ruim-te en aanwijzingen. L i t e r a t u u r1. CUR-Aanbeveling 100, Schoon beton - criteriavoor de specificatie en beoordeling van beton-oppervlakken. Redactionele bijlage bij Cement2004 nr. 4. CUR Gouda, juni 2004.2. NEN 6722: Voorschriften beton. Uitvoering(VBU 2002). NEN, Delft 2002.3. BOBB: Uniforme criteria voor oppervlaktebe-oordeling beton. Belton Magazine, 2000 nr. 4.4. DBV Merkblatt: Sichtbeton. Fassung 2004; ver-schijnt naar verwachting in juni. Meer infor-matie over het nieuwe Merkblatt in Betonwerk+ Fertigteil-Technik 2004 nr. 2.5. NEN 6720: Voorschriften beton. Constructie(VBC 1995). NEN, Delft 1995.6. Cement 1999 nr. 3, `Schoon beton' en 2000 nr.3 `Prefab beton, (on)gewoon schoon'. ENCIMedia, 's-Hertogenbosch.7. CUR-rapport 36: Schoon Beton. CUR, Gouda1966.8. Schoon Beton: Verschijningsvormen en keu-ringscriteria. VNC, 's-Hertogenbosch 1990.9. Schoon Beton ... mooi werk: Leidraad voor pro-jectspecificatie, uitvoering en beoordeling.ENCI, 's-Hertogenbosch 2001.10. ?NORM B 2211: Beton-, Stahlbeton- undSpannbetonarbeiten ? Werkvertragsnorm.?sterreichisches Normungsinstitut, 1986.11. Dossier Cement 22: Het uiterlijk van beton.Febelcem, Brussel 2000.12. Handboek Bekistingen, 2eherziene druk.Stubeco, Gouda 1991.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pBetontechnologiecement 2004 4 21
Reacties