UTILITEITSBOUW ALGEMEEN ONTWERPINTEGRATIE ALS UITGANGSPUNTVOOR NIEUWBOUW NMBHet nieuwe Hoofdkantoo;(voor de NederlandseMiddenstands, Bank k,,eetldtI; ,~ ? erkt zich door een apartevormgeving, gekopp~-aaneen,bijzonder laagenergieverbruik. \Tf;lftafhet vroegste,ontwerpstadium. zijn despecialisten samen,opgetrokken om. de grootst m.ogelijkeintegratie van vakkennis te bereiken en om. te komen toteen zopoot m.ogelijke efficiency.. .Het geboezit een vloeropperv\akte van rond 49 000 m.2?Er zulle~l!geveer 2500 m.ensen i 'kom.en te werken en desticht,iJ;lgsk?sten belopen een 'IJ ag van f 200 m.iljoen. Deing~~~g?knem.ingis gepland ?ijt ! 1986.Nad?top basis van een voorsef?ct?e de opdracht voor hetontwerp was toegekend aan :chitectenbureau A. Alberts, ishet Technisch'Adviesburea. reffers toegevoegd om. detechniek in de vorm.geving;;e integreren. Deingenieursbureaus Arons ! in en Peutz zijn toegevoegd alsadviseurs voor construc . en ,akoestiekJbouwfysica.Achtereenvolgens word korte beschouwingen gewijd aande architectuur, de energiehuishouding, de constructie, hetbouwen in geprefbariceerd beton en de uitvoering.DE KLEINSCHALIGHEIDVANEEN GROOTBOUWWERKA. Alberts, Architectenbureau A. Alberts BV; Amsterdam10Uitgangspunt was het ontwer-pen van een gebouw met eenhoge mate van flexibiliteit, datenergiebesparend is en tegelijk de mo~gelijkheden in zich heeft de gebruikerser zich te laten thuisvoelen, terwijl zijhun werk toch zo effici?nt mogelijkkunnen verrichten. Het gebouw mochtgeen kantoortuin-opzet krijgen, nochdat van een traditioneel cellenkantoor.Om de thematiek in de bouw zo grootmogelijkte maken,werd bij hetontwer-pen uitgegaan van clusters: dit zijn sa-menstelse1s van zgn. werkeenheden,waar eenbeperktaantalmensenkunnenwerken.Bij alle arbeidsplaatsen moet daglichttoetreden, dus moet elke plaats een af-stand van max. 6 m vanaf het vensterkrijgen. Een centraal geregelde air con-ditioning werd niet gewenst. De mede-werkers van de NMB moesten zoveelmogelijk individuele controle krijgenoverlicht, luchtenwarmte inhunwerk-gedeelte.SituatieGezien de ligging van het terrein, op dehoekvan twee verkeerswegen, kwam-alseerste mogelijkheid een langgerekt ge-sloten gebouw naar voren (fig. 1). Zo'ngebouw heeft echter nadelen:Cement 1986 nr. 2ruimtenvoo r ~ro tere... ~!"E."'.~.van eenStructuurstudieInhetcomplexiseensterkrepetitie-ele-ment aanwezig, waardoor zowel con-sttuctief, als voor het afwerken en hetaanbrengen va~ installaties, van eenvervolg op blz. 122Vormstudie (fig. 4)Het iets groter maken van de afstandtussen de beide schuine gevels verbeterthet uitzichtvanafde werkplekken. Ookbleek het mogelijk een aantal gebouw-hoogoorddreefOpzet van een langgerekt geslotengebouwdef?h(clusters)verdervande autoweg tesitueren, wat opni?uw de akoestischebelasting y:~~minderde. Deverbindings-weg tussen de clusters, de zgn. binnen-straat, bevindt zich uitsluitend op het Smeter niveau.De clusters kondenuiteindelijkafwisse-lend over het terreinworden gesitueerd.Voordelen daarvan waren een goed uit-zicht en een sterker gelede bouw. HetI--~-~---~-~------linhuizingsprogramma van de clustersFunctionele studie Afg maakte variaties ingebouwhoogte mo-3 eleide vorm van de T om dOm aan grote loopafstanden binnen het akoestische redenen gelijk. Dit sloot goed aan bij e stede-gebouwte ontkomen, werd eenT-vorm I..---'-~-~---~----~---'bouwkundige randvoorwaarden en hetnader uitgewerkt. Daarmee werden de Hetuitzichtvande beideschuinlopende vergroot de levendigheid van het com-loopafstanden gehalveerd en het aantal gevels wordt beter. plex.gevels dat dicht bij de autowegen lag, Om de geluidweerkaatsing nog meer te Kenmerkend voor het uiterlijk van hetwerd tot 1/3teruggebracht. De andere ge- verminderen zijn de gevels ookin verti- gebouw is de soberheid van de bak-vels staan nu loodrechtopde autowegof cale richting naar achteren hellend ge- steen-gevels, die niettemin het gebouwliggen voldoende verafomgeen geluid- maakt. Het hellen van de buitengevels een warme kleur geeft.hinder te ondervinden (fig. 2). Nadeel verbeterttevens de aktoestiek ind? kan-zou zijn dat de beide gevels van een ge- toorafdelingen.bouwdeel, loodrechtopdeverkeersweg,geluid gaan weerkaatsen. Om dit tevoorkomen werden deze~evels enigs-zins schuin geplaatst (fig. 3). Het geluidweerkaatst nu naar buiten en de stukjesgevel langs de autoweg worden kleiner.1. een zeer lange verbindingsgang vanSOOm; .12. door de centraal liggende verkeerszo-ne is het niet mogelijk grotere groepenmensen in grote ruimten te .laten sa-menwerken;3. eenlangegevelop korte afstandvandedrukke Hoogoorddreefzou een onaan-vaardbare geluidhinder opleveren, ze-ker bij geopende ramen.1Cement 1986 nr. 2 11UTILITEITSBOUW ALGEMEEN ONTWERP***_~*-"c=luster van 3 lagen_--"*:""""" .. 4 "5675 Opbouw clusters,----~--- Ii_~ ---,-,,-hoo.goorddrE'ef4 Nadere uitwerking vormstudieNIEUWBOUW NMB wijkingen in de bouwkundige? om te sterkteopwarmingofafkoeling testructuur. De kantoorverdiepingen verhinderen.kunnen daardoor volkomen gestan- De opbouwenop de dakenzijnvoorziendaardiseerd blijven. van grote glasoppervlakken om indiennodig de hier door de zon verwarmdeEnergiestudie lucht naar de afdelingen te pompen. Deeconomische bouwmethode kan wor- Aangezien het gebouw geen aircondi- gelede vorm van het gebouw breekt deden gesproken. tioning bevat moet hetvan zware mate- windaanval wat het energieverbruik te-Ondanks de uiterlijke indruk van ver- riaJen worden gevormd om een con- rugbrengt. In de gelede vormen is plaatsscheidenh?id is er sprake van een sterk stante temperatuur in de winter te krij- voor groen. De bomen geven eenverde-rationele opzet. De basis daarvan is te gen en een optimale koelmogelijkheid reverbetering aanhetklimaat;koelindedanken aan het idee dat men de te repe- in de zomer. De gevelopbouw is zo?ge- zomer en luw in de winter.terenelementen nietvanondernaar bo- kozen, dat hieraan wordt voldaan; 180 Een grootdeel van het geveloppervlak isven telt zoals gewoonlijk. maar van bo- mm beton aan de binnenzijde, 100 mm naar de zonzijde gericht. De ramen ge-ven naarbeneden. Zo zijnalle 10dedak- isolatiemateriaal,30mmspouwenbak- plaatst in de op de zon gerichte gevelsopbouwengelijk,eveneensallebovenste steen aan de buitenzijde. De gevel- van de dakopbouwenwerkenalszonne-verdiepingen enz. Een cluster stopt der- structuur krijgt een gesloten karakter collectoren. Bij te grote verwarminghalve op de op drie na bovenste verdie- .-----------~-~----'-------~---------~~ping, of op de vijf na bovenste verdie-ping(jlg.5).De clusters zijn van een zodanige maatdat er geen dilatatievoeg in behoeft teworden aangebracht. De dilatatievoe-genzitten dan ook tussen de clusters inde smalle stukken (dus hebben dezevoegen een minimale lengte).Liften en noodtrappehuizen zijn buitende constructie gehouden om aldus destandaardisering van clusters optimaalte kunnen doorvoeren. De voet van declusters is brederdan de top, wat een lo-gische stabiliteit aan de gebouwengeeft.In het centrum van de clusters bvindtzich een vide die een sterke binding tus-sen de 'binnenstraat' ende clusters geeft,alsmede tussen de verdiepingen van declustersonderling.Doorde trap indevi-de zal men snel geneigd zijn via dezetrap even een verdieping hoger oflagerte gaan, wathetuitbreidenvaneen afde-ling gemakkelijk mogelijk maakt. Zo-doende kan een uitbreiding dus in 4richtingen gaan, namelijk naar twee zij-kanten en naar boven en beneden. Hetgebruik van de lift voor ??n ofzelfs en-kele verdiepingen, wordt door de aan-wezigheid van de trap in de vide tegen-gegaan.Door alle bijzondere voorzieningen bijelkaar te brengen aan de 'binnenstraat',krijgt men daar een concentratie van af-12 Cement 1986 nr. 2treedt de buitenzonwering in werking.De glasoppervlakte werkt mee om depupillenvanhetoognietal te klein te la-ten worden, waardoor op de arbeids-plaats met minder (kunst)lichtkanwor-den volstaan.BEHEERALSUTTGANGSPUNTVOOR EEN NIEUWE VORMVAN BOUWENVV-M. Treffers, m.m.v. H.H.A.M. Majoor,Technisch Adviesbureau Treffers BV, BaarnAlgemeenHet NMB-gebouw is gericht op klein-schaligheid. Niet een enorme massa,waarin het individu als onherkenbaarten onder gaat, maar een aantal kleinereeenheden van clusters waardoor het in-dividu zich kan herkennen in de totali-teit.Elke cluster is apart herkenbaar, ook aldoor zijn verschil in hoogte en plaats inhet geheel.In hetinterieurzijnde bijzondere ruim~ten aan de 'binnenstraat' te onderschei-denvande kantoorlagen. Op de afdelin-gen zal ondanks de grote flexibiliteit al-tijd de groep herkenbaar blijven.Door een uiterste aan consequentheiden efficiency echter, kunnen de bouw-som en de verwachte exploitatiekostenop het gemiddelde niveau worden ge-houden dat voor dit type bouwwerlCengeldt, terwijl de architectuJlr kostbaaroogt.Cement 1986 nr. 2I.kherinner mij een constructe'ur dievertelde dat een constructie niet al-leen een middel was om krachtennaar de aarde te leiden, maar ook eenmiddel waarin ruimte kon ontstaanvoor mensen en installaties. Dat was hettijdperk van de integratie (1);je zocht inde overlappingvan de toen nognietvol-ledig opgedeelde vakgebieden naar deideale gezamenlijke oplossing. Nadienvolgde een periode van polarisatie: dekennis raakte verder opgedeeld en toenwein een tijd belandden waarin energiekostbaar werd, bleek het niet eenvoudigom allen die bij het bouwen worden in-geschakeld, te bewegen weer funda-menteel te bouwen.Fundamenteel bouwenEr is een uitspraak van Gerrit Rietveldwaarin hij refereert aan het universum.In zijn ogen is bouwen 'het meetbaarmaken van onmeetbare universeleruimte'. Deze gedachte is mijns inziensnog steeds juist en fundamenteel. Ikmeen echter dat Rietveld en vele ande-ren de 'nieuwe' middelen heel creatiefhebben gebruikt, maar dat zij nooit debedoeling hebben gehad omdeze 'nieu-we' middelen zo massaal in de gebouw-de omgeving toe te passen.De verheerlijking van het nieuwe bou-wen,'dehelderewereldvanglas enstaal',is volledig verklaarbaar vanuit hun tijd.Maar wij, de leerlingen, weten wat ditlichte bouwen heeft betekend in eenwereld waarin de behoefte aan comfortzeer snel groeide. In die wereld vervielhet bouwen voor het overgrote deel vandoel tot exploitatiemiddel. Als gevolgdaarvan veranderde de ontwerparbeidin overwegend toepassingsarbeid.Eind jaren '60 begon het verzet hierte-gen en kwamen we in een periode te-recht die velen nu afdoen als die van de'truttigheid'. Momenteel zien we op-nieuw het modernisme 'glanzend' in devakbladen gepresenteerd.De idealisten uit de jaren '20 gaven deaanzet. Nu weten wij dat we niet alleende universele ruimte meetbaar moetenmaken, maar bovenal de ruimte helpenexploiterenenjuistdatis strijdigmethetdoor hen beoogde doel. Uit deze stel-lingname volgt dat we moeten strevennaar oplossingen waarin niet deexploi-tatie van ruimte en stof, maar het be-heer van ruimte en stof aan de ordekomt.Wanneer u daar echtaanwerkt, begrijptu dat 'het energiezuinigste gebouw terwereld' (3)nietvolgtuiteenzoeken naarenergiebesparing, maar dat het gewoonhetresultaatisvangezamenlijkverricht-te ontwerparbeid en een opdrachtgeverdie daarvoor de ruimte gaf. Fundamen-teel bouwen, energiebesparing, bele-vingswaarde, techniek, constructies oflage exploitatiekosten, is nooit doelmaar resultaat. Al deze facetten wordenoptimaal op het moment datwe ons ba-seren op het uiteindelijke doel 'het be-heer van wat aan de mens is toever-trouwd' (2).De opdrachtDe opdracht voor het NMB-kantoorwas op zich niet anders dan 'de bankvoor morgen', met 2400 arbeidsplaatsenen alles wat daarverder nodig is. Daarbijkwam de zorgvoor een goed klimaat, detechniek die daarvoor nodig is en eenmaximale flexibiliteit bij minimaletransportkosten. Verder werd doorMBO een ruimtelijke vertaling van dewerkplek (9,8 m2) en de gewenste clus-teropbouw gegeven.De opgave was complex en iedereendacht aan wat anders. Wetend dat devermeende rationele werkelijkheid vanallen bijstelling behoeft op een doel watvervolg op blz. 1413UTILITEITSBOUW ALGEMEEN ONTWERPventilatIesland {ZOIHet toen normaal geachte energiege-bruik in de sector kantoren met in-ductie-units, werd met deze oplossingin de werktuigbouwkundige sector van300 naar 160 en in de elektrotechnischesector van 400 naar 220 kWhlm2/jaarteruggebracht. Het was de tijd van dege?ntegreerde bouwsystemen. Latervolgde de periode van betere isolatie enkleinere ramen, waarna in 1974 het sys-teem uit 1964werd voorzienvaneenin~stallatie waarmee 80% van de in de ven~tilatielucht aanwezige energie kan wor~den teruggewonnen en daarmee was in10jaar het energiegebruik (in de werk-tuigbouwkundige sector) van gemid-deld 200 naar 50 kWhlm2/jaarterugge-gebracht en dat hield in dat alleen nogmarginale besparingen in deze sectormogelijk waren.COlgemaakt in het weefsel van universelebouwwerkprofielen. Niet alleen ont-staat de plaats voor het bevestigen vanruimtescheidende componenten, ookontstaat de plaats (holte) voor alle tech-nische aansluitingen voor ventilatie,communicatie en elektrische aanslui-tingen. Om deze gedachtengang te ver-duidelijken, volgt een korte terugblik.Terug in de tijdRond 1964 hebben we met prof. Wege-ner-Sleeswijk een kantoorgebouw voorDelfland gerealiseerd. Het was het eer-ste bouwwerk met dat wat velen nu ge-?ntegreerde gevels en licht-lucht-plafondsystemen noemen. De zonne~warmte kon alleen bij lage zonnestand(winter) de kantoorruimten bereikenterwijl de warmte van de verlichting viahet licht-lucht-plafondsysteem recht-streeks uit de ruimte werd afgevoerd (1).Met deze vinding was voor het eerst hetprincipe van een drager die ruimte for-meert tot in de kleinste schaal doorge-zet. In dit geval was die ruimte bestemdvoor verlichting, luchtaanvoer, luchtaf-voer en plafondbevestiging.De techniek is u ongetwijfeld bekendwanthetwerd eendoorvele fabrikantenvan plafonds gevoerd handelsprodukt.2 Werking zuinige verwannings-installatie. A: buiten kantoorurenis de ventilatie gering. Retourlucht zo-veel mogelijk verwannen door zonne-collector en opnienw inblazen. B: in dezotner is koele lucht nodig. Inblazenverse lucht via (5) en (6) koeler; wartnelucht afzuigen (3). C: in de winter isventilatie nodig tijdens kantooruren.Wanntewisselaar(7) draagt wannte uithet gebouw over aan de vers ingezogenlucht. Ook de zonnewannte wordt be-nutin hetbegin nietduidelijkis, haaldenwede hulpmiddelen voor 'ontleden en op~timaliseren van complexe ontwerpop-gaven' (4) uit de kast. De door MBO inde ontwerpgegevens vastgelegde opde-ling in drie beslissingsniveaus werd naar10verhoogd eninvolgorde omgedraaid.Dat betekent dat vanuit de kleinsteschaal-deindividuelewerkplek-wordt I----------~~----y---------~~-~~-~b d d ( ) 1 D~ zuurstottijke lucht voor het Aegonnen en ge?in ig 5. Deze me- kantoor wordt in de dakopbouwthodiek maakt het mogelijk alle werk- aangevoerd; benodigde hoeveelheidzaamheden te blijvenoverzienen maakt 25 tn3/h/persoonhet ook mogelijk effecten van wijzigin- 1--~-~~~------',..~~~-1genopde eerderovereengekomendoel-stelling te signaleren.NIEUWBOUW NMBHet ontwerpHet begrip flexibiliteit kan slechts in-houd worden gegeven via maat- en ont-sluitingsafspraken. De keuze van de.'drager'als ruimtevormende compo-nent komt hieraan tegemoet en niet al-leen omdat hiermee een obstakel (ko-lom) uit de geformeerde ruimte ver-dwijnt, maar ook worden de ontwerp- .criteriavoor ruimtescheidende compo-nenten zoals wanden en plafonds een-voudiger. Het begrip drager betekent ' - - - - - - - - - - - - - - - - 1ruimtevormende component die weer-stand biedttegen klimaatsinvloeden. Ofis het net andersom?Het gaat hier niet zozeer over technieken afmetingen, maar over achterliggen-de gedachten. De vraag over de herken-baarheid van de dingen om ons heen isniet nieuw. Het zou de twijfel kunnenzijn van hen die in dejaren '20 geen ge-noegen namen met het schilderen vande 'zichtbare' werkelijkheid.Zou niet evengoed de twijfel over dedingen die we zien ons werken meer in-houd kunnen geven? U zult begrijpendat het antwoord hierop niet wordt ge-geven, maar wat u wellicht wel zult be-grijpen is dat het begrip zuinig zijn metenergie niet bepaald ons vertrekpuntwas.Binnen de ruimte van dit artikel wil ikmij beperken tot de holtes in de groteschaal, zo voortreffelijk door Aronsohnbedacht en door Alberts vormgegeven,holtes die voldoen aan de op dat niveaugeconstateerde functionele behoeften.Het principe van de holtes die ruimtevormen en verdelen loopt door totindekleinste schaal - het universele bouw-werkprofiel (6) - een middel waarmeehet bouwwerk wordt opgedeeld.Kenmerkend voor deze oplossing is dat?de gewenste indeelbaarheid zichtbaar is14 Cement 1986 nr. 2Kenmerkend voor die tijd was datvelenniet bemerkten dat - door het introdu-ceren van de zeer sterk verbeterde isola-tie, kierafdichting en hetverkleinen vanraamoppervlakten, maar ook door eentoenemendgebruikvan werkplekappa~raten - in kantoorgebouwen zelfs bij10 ?C vorst, tijdens de kantooruren eenoveraanbod aan warmte was ontstaan.De daaruit volgende grotere ventilatie-en koelbehoefte had, naast de toegeno-men verlichtingsbehoefte ten gevolgevan raamverkleining, een verschuivingtot gevolg van energiegebruik vanwerktuigbouwkundig deel naar deelektrotechniek. Er was dus goedkopeenergie (gas) voor dure energie(elektri-citeit) ingeleverd. Het uiteindelijke doelwerd daarmee niet gehaald (8)Om rede resultaten te bereiken moes-ten we dus van de hoge elektriciteitsbe-lasting af, zowel direct als indirect(ther~mische verontreiniging) want alleendan kon de werktuigbouwkundige in-stallatieeenvoudigengoedkoop blijven,ook in onderhoud en energiegebruik.Met de vinding van het universeelbouwwerkprofiel ontstond de moge~lijkheid tot optimaliseren Van de licht-en luchtbehoefte op de plek waar datecht nodig was (9). De werkpleklampvoorgemengdelichtverdelingbrachtalseerste een verlichtingsornament waar~mee een modale arbeidspiek overeen-komstig de richtlijnen van de StichtingVerlichtingskunde kon worden verlichtmet een ge?nstalleerd vermogen van 5W/m2? Daarmee ging het toen gebrui-kelijke vermogen (20 W /m2) naar eenkwart terug (9).Cement 1986 nr. 2Het praktische effect is echter nog veelgroter, wantzowel door de plaats Van delamp en de schakelaar onder handbe~reik, bleek het energieverbruik voor deverlichting tot onderde 10% te dalen.Enzelfs dat was nog niet alles want de uithetvertrekaftevoerenlucht, bleefnuzolaag in temperatuur dat - via de beperk-te energie-uitwisselingsmogelijkhedenaan de massa - eenwaarlijkideaal modelontstond, waarin ook het energie-uit-wisselingssysteem (wiel) volledig bruik-baar werd om - in periodenVan snel op-lopende buitenluchttemperatuur - metde relatiefkoel bij het 'wiel' ter beschik-king komende af te voeren ventilatie-lucht, de verse buitenlucht te koelen.Techniek voor NMBEen hoofdkantoorvoor een bank(ofan-dere zeer grote onderneming) is geengemiddeld kantoorgebouw. Zo'n kan-toor heeft veel meer 'techniek' en wiljedus met de exploitatiekosten ~ gemid-deld -laag uitkomen, dan moeten daar-voor alle betrokkenen en dat zijn naastopdrachtgevers, de ontwerpers en ge-bruikers, wel iets extra ondernemen. Enop dat punt zijn er dan wat nieuwighe-den te melden, zoals:- een schuine gevel die een nog beteredaglichtoptimalisatie en geluidver-strooiing mogelijk maakt;- een buitenzonwering die alleen om-laag kan wanneer de warmte-aanvoernaar de radiator is gestopt;- een transparant rolgordijn;- de mogelijkheid om de warmte-ont- .wikkeling van werkplekapparatuurrechtstreeks afte voeren;- de opstelling van eenwarmte-ktacht-3 De drager van beton met daarin. het weefSel vanhouwwerkprofIe-len, waarmee de ruimte kan worden in-gedeeld:- aan de binnenkant boven de profIelenbevindt zich de primaire installatie;- op de plaats waar eventueel een gang-wand kan worden aangebracht, zijndoorvoeringen aanwezig naar nader inte delen ruimtencentrale met de benodigde warmte-buffers; .- het gebruik van plantenvoor bevoch-tiging; .- een reeks kleine zaken zoals energie-zuinige liften. pompen, gebouwauto-maten die onderdelen bewaken enz.;- datgene wat we nu 'zonnelichtcollec-toren' noemen (10).Kenmerkend voor de bank is, dat zijdaarmee heeft gekozen voor een bouw-werk waarin de door de architect ge-wenste 'vorm' inhoudelijk is gemaaktdoor constructeur en technisch advi-seur. Dit is gedaan in een door de bankgewenste rationele doelstelling en heeftonder meer een nieuwheid op het ge-bruik van energie opgeleverd dat geendoel was, maar wel het resultaat.Het finale doelHetontwerpvanhetNMB-kantoorwaseenstap in de richtingvanheteerderge-stelde doel (2). We zijn inmiddels 6jaarverder enweweten dathetvak opnieuwis opgedeeld.Wekennen nu de bouwfy-sicus en deenergiebesparingsdeskundi-ge die zich explicietzijn gaan richten opde warmteweerstand van een bouw-werk; daarnaast gaat de specialist in deelektronicazich richten op eerder totdeelektro-enverwarmingstechniekbeho-rende vakgebieden. Het wonderlijke isdat de eerste, die zich baseert op It-waarde en beperkte glasoppervlaktes,niet beseft dat daarmee het beoogdedoeljuist kan worden gemist. En de an-der bemerkt niet dat in bouwwerkenwaarindoorgebruikvankleinere ramenen zonwerend glas het daglichtaanbodzo gering is, er niets te schakelen valt.Het begrip 'elektronica is goed voor u'was?hier weer het bekende irrationeleuitgangspunt.Als we dit alles bezien binnen onze oor-spronkelijke ontwerptaken, moeten weconstateren dat tussen hen die ruimteexploiteren - beleggers enz. - en zij dieaan de uitvoering hun brood verdienen,weinig ruimte rest. Velen van u werkenvervolg op blz. 1615UTILITEITSBOUW ALGEMEEN ONTWERP'"',."."" "P .>".." "f':'"Ial r ro 1e lnvu e10 'Kantoorgebouw NMB', BouwPrego,nr. 4 uitgave EZ +VROM11 WM. Treffers, 'Toekomst van deontwerparbeid', Plan 12/198012 WM. Treffers, Bouwbaak, hoofd-stuk 33Literatuur1. WM. Treffers, 'Ge?ntegreerd licht-lucht-plafondsysteem', Bouw 33/19702. WM. Treffers, 'Het finale doel', le-zing voor BNA 21.04.843. DA van Ru1er, 'Hetenergiezuinigstegebouw ter wereld', Plan 10/19824. W.M. Treffers, 'Methodisch ontwer-pen in relatie tot een maatschappelijkebehoefte' Bouw 9/19795. De Architect, Themanummer/1981;'Middelen verschaffen die relaties her-stellen'.6. Carla Debets, 'Systeem voor flexibeleindeling', Bouwwereld 19/19817. WM Treffers; 'Ge?ntegreerde aan-pak van installatieprojecten', Bouw 2/19728. WM. Treffers, 'In de kantorensectordreigt het elektriciteitsverbruik te stij-gen', Bouw 7/19819. WM. Treffers, 'Optimaal gebruikvan energie en grondstoffen met weef-selmethodiek', Bouw 12/1978Inmiddels wordt een nieuw beleidzichtbaar, de samenleving gaat zich op-nieuw richten op praktische resultaten.Het begrip 'besparing' wordt nu ver-taald in een streven naar geringere ex- t-4-?-P-l-aI;-o-n-d-in--de-l?n-'-g-l-?n-Z--n-iy-e-a-us-;-in----h-an-d-e-n-.-o-p-h-e-t-y-e-rb-r-u-ik-e-r-sn-i-v-ea-u-I-'s-i-n-~ploitatiekosten. En ook deze 'nieuwe' het bovenste gedeelte zijn alle in- vnlling naar behoefte m.ogelijkontwikkelingroeptnieuwe'exploitatie- stallaties op het algem.ene niveau voor-deskundigen' op.De omkering van de werkelijkheid diein 1920 begon, loopt door tot in dezetijd. Nog steeds moeten we constateren?dat we niet fundamenteel bezig zijn.Mensen in mijn vak, voor zover ze nogeenvoudige en energiezuinige installa-ties willen maken, moeten steeds meertijdbestedenaanbouwkundigeontwer-pen. Deze moeten eerst zo worden aan-gepast dat met eenvoudige en weinigenergiegebruikende installaties aan dehuidige hoge comfortbehoefte kan r------------------------------~worden voldaan.voor uitvoerenden terwijl ook ons werkvaker bij uitvoerenden wordt onderge-bracht. Daarmee komt de mogelijkheidtot 'integraal' ontwerpen steeds minderaan bod. Maar ook vanuit het onderwijsis, ondanks mijn veelvuldig aandringen(11), het vak 'integraal ontwerpen' nogsteeds niet in het bouwkundig onder-wijs aanwezig.NIEUWBOUW NMB16 Cement 1986 nr. 2UTILITEITSBOUW CONSTRUCTIEF ONTWERPCONSTRUCTIEVE ASPECTENir.B.Overmars, directeur Aronsohn Raadgevende IngellieursBV; Rotterdam en IrJ.GJ.Alma,lprojectleiderPlattegrond met per cluster hetaantal bouwlagenvervolg op blz. 18In dit samenspel tussen de opdrachtge-verenerzijdsende architectenzijnadvi-seurs anderzijds, dient een optimalise-ringsproces plaats te vinden bij elkekeuze waarvoor men wordt geplaatst.Voor wat betreft de constructie wordtdit duidelijk ge?llustreerd aan de handVan de volgende punten:De vorm van de plattegrond van elkeclusterverdieping is symmetrisch(fig. 3).Van boven naar beneden wordt door descheefstand van de gevels elke verdie-ping groter dan de vorige, echter de bo-venste verdieping van elke toren heeftdezelfde hoofdafmetingen, elke 2e ver-dieping van boven eveneens enz (ziefig.2). Daardoor wordt met behoud van dekarakteristiek van de vormgeving eenstuk repetitie-effect bereikt bij:- de gevels, waarvan het binnenspouw-blad uit geprefabriceerde betonnenelementen bestaat;- de bekisting van de vloeren, de vide-schachten (eveneens verlopend ingrootte) en de leidingschachten. Debekisting kan meerdere malen onge-wijzigd worden ingezet;1282 METERlijk de const1;"uctie te dilateren in eenaantal kleinere eenheden. De clusterszijn door hun maximalehorizontale af~metingvan circa 35 m(fig. 2) metelkeeneigen stabiliteitsvoorzieni~,g (vide-schacht en leidingschacht) (fig. 3), bij-zonder geschikt om als aparte con-structie-eenheid te fungeren. Dezeclusters zijn daarom gedilateerd ten op-zichte van de laagbouw en ten opzichtevan elkaar. De dilataties lopen door totin de fundering.Ook de onderbouw is gedilateerd. Deplaats van de voegen in de onderbouwwordt in hoge mate bepaald door devorm enhet voegenverloop van de clus-ters.De parkeergarage beslaat het grootstegedeelte van de onderbouw. De kanto-ren bevinden zich in de 10 clusters meteen vari?rend aantal verdiepingen, opdeze laagbouw.Tussen de kantoren en de onderbouwligt een verdieping met een groterehoogte dan de overige verdiepingen,waarin de algemene voorzieningen zijnondergebracht. Deze 'interne straat'vormt tevens.de horizontale verbindingtussen de verschillende clusters.Gezien de afmeti~~en van het totale ge-bouwencomplex(fig. 1)is hetnoodzake-Hetnieuwekantoorvande NMBkan in hoofdzaak worden on-derverdeeld in drie delen, teweten:- kantoorgedeelte (de clusters);- een gedeelte waarin algemene voor-zieningen zijn ondergebracht, zoals res-taurants, vergaderzalen, filmzalen,techniek, de interne straat onmiddellijkonder de clusters (te zamen met hetkantoorgedeelte bijna 50 000 m2);- parkeergarage voor circa 700 auto's.Reeds vanafhet vroegste ontwerpstadi-um was bureau Aronsohn als adviseurvoor de constructies ingeschakeld. Inteamverband met opdrachtgever, archi-tect en adviseur voor de installaties,diende ervoor te worden gezorgd dateen gebouw zou ontstaan dat voldeedaan het door de opdrachtgever gesteldeprogramma van eisen. Door een uitge-kiend architectonisch en installatie----~-~~-~~--~-~-~---; technisch concept moest het gebouween minimum aan energie gaangebrui-ken. De hieruit te ontwerpen con-structie zou als integraal onderdeel aldeze facetten moeten omvatren.Cement 1986 nr. 2 17UTILITEITSBOUW CONSTRUCTIEF ONTWERPdraagstructuur van kolommen metdaar~ssenniet-dragende (bijvoorbeeldbetonnen) binnenspouwbladen, aan debuitenzijde met baksteen bekleed (zwa-re gevel).Door de dikte van de binnenspouwbla-den te vergroten Van 120 naar 180 mmen de betonkwaliteit te verhogen, is hetechter mogelijk gebleken boven het ni-veau van de interne straat de dragendeen de afsluitende functie van de gevel teintegreren. Daardoor konden op dieplaatsen de kolommen vervallen. Ditheeft voordelen voor de flexibele in-deelbaarheid van de ruimten. Tevensbiedt deze wijze van construeren eenkostenbesparing tenopzichte vande ge-vel met een kolommenstructuur.Aan de onderzijde wordt de dragendegevel afgesloten met een balk, waarvoorvoldoende ruimte aanwezig is in ver-band met de grotere verdiepingshoogtevan de interne straat.De overgang tussen deze twee draag-structurenwordtgevormd doorkolom-men met een verlopende vorm, waar-door aan beide zijden voldoende massaaanwezig is tegen de aansluitende con-structie. (fig. 4).Opgemerkt dient nog te worden dat 1zijde van de kolom verloopt met eenhoek van 4,50en de andere zijde niet.3 Langsdoorsnede met daarinaangegeven destabillteitsvoorzieningen?n?Constructie van de clustersVoor de draagconstructie zijn verschil-lende alternatieven overwogen. Declusters lopen door in de parkeergarage,zodat daar? alleen een kolommen~structuur in aanmerking komt. Op hetdak van de parkeergarages (het niveauinterne straat) zijn veel aanbouwen te-gen de clusters gesitueerd, waardoorook hier een kolommenstructuurnoodzakelijk is. Het ligt voor de handdeze kolommen verder tot het dak vande clusters door te zetten en ter plaatsevan de gevels op te vullen met gevelele-menten.Door de gevel op deze wijze te constru-eren, zou deze zijn samengesteld uit eenBehalve deze constructieve aspecten,met vooral een invloed op de hoofdop-zet van het ontwerp, zijn er ook meer indetail interessante problemen die ont-staan uit de vormgeving van het bouw-werk. Bijvoorbeeld de stabiliteit van declustersendeconstructievande cluster-koppelingen.Daarv??i echter eerst iets meer over deconstructie van de clusters als geheel.NIEUWBOUW NMB- de wapening van vlo?ren en wandenkan gedeeltelijk worden geprefabri-ceerd;- de clusters zijn onderling zodanig ge- l..- ~ ~__jschakeld dat de plattegrondenvan alleliftenlnoodtrappehuizen gelijk zijn.Op deze puntenwordt later meer in de-tail ingegaan.2.Hoofdafinetingencluster18 Cement 1986 nr. 2Daardoor past de kolom geheel in devorm van 2 verschillende gevelstandennl. de verticale gevels en de gevels die4,50uithetloodstaan,hetgeentotgrote-re eenvormigheid in de ruwbouw leidtDe getoonde kolom (ziefig. 4) is een ba-sisvorm. De overige kolommen zijn vandeze kolomvorm afgeleid. De kolom~men zijn evenals de gevelplaten gepre-fabriceerd.In de plattegrond van de dusters zijntussen de gevels en de beide schachten 3ronde kolommen geplaatst. Dit maaktde overspanningen overal ongeveer ge-lijk, waardoor een vlakke vloer op alleplaatsen economisch kan worden toe-gepast.Cement 1986 nr. 2Stabiliteit van de clustersOpdedoorsnedevanhetgebouw(ziefig.3) is te zien dat enkele delen circa 14" uithetlood staan. Hetbetrefthiereengevel,.een leidingschachteneentussengelegenkolom.De uit deze scheefstand resulterendehorizontale componenten van de belas-ting worden maar voor een klein deelgecompenseerddoorde scheefstandvande tegenovergestelde gevel. Daarommoet de resulterende horizontale belas-ting geheel door de stabiliteitsschachtenen de dragende gevel worden opgeno-men.De totale horizontale kracht uit dezescheefstand bedraagt circa 16% van hetverticale gewicht van de duster. Dit isongeveer 5 maal zo veel als de horizon-tale belasting,veroorzaaktdoordewind.Een belangrijk deel van deze krachtenmag worden beschouwd als inwendig,daar het krachtenspel zich afspeelt in de- ten gevolge van de dragende gevel-elementen - als stijve doos te beschou-wen dusters. De krachten gaan naar deuiterste kolommen onder de doos. Ophet niveau van de interne straatzijnech-ter geen wanden meer.Om de stabilteit daar te verzorgen staan2 schachten ter beschikking: een vide-schacht en een leidingschacht (onder-ling verbonden door de vloeren) en dedragende gevel.Architectonische en installatietechni-sche overwegingen staan de mogelijk-heid niet toe, om deze schachten zoda-nig metelkaar teverbindendatze als ??ngeheel samenwerken. Daarom is beslo-ten de verbinding tussen de schachtenuit te voeren inde vorm van de normalevloer, die ter plaatse als een soort af-standhouder de horizontale belastingtussen de schachten verdeelt in de ver-houding van de stijfheden.De onderlinge verbinding van deschachtenwordtalshetwareverschovennaar de fundering.De excentrischop de funderingaangrij~pende belastingwordtdaardoor nietge-heel opgenomen door een verplaatsingvan het zwaartepunt van het palenveld,maarvoor een grootdeel doorhetopne-men van de daaruitvoortvloeiende mo-menten in de funderingspoer.Liftschachten/noodtrappehuizenEerder is reeds vermeld dat de dustersgeheel op zichzelf staande gebouwenzijn met een eigen stabiliteitsvoorzie~ning. De dusters zijn onderling gedila-teerd.De liftschachten/noodtrappehuizenzijn steeds ter plaatse van een dergelijkedilatatievoeg gesitueerd, maar kunnenniet aan beide bouwdelen vast wordengestort.'-Gekozen is daarom voor de oplossingdie schematisch is aangegeven in figuur5. Liftschacht en trappehuis vormenbeide ??n van de twee poten van eenportaal boven het dusterdak, die metel-kaar zijn verbonden door middel vaneen bovenbouw van gewapend beton.De dilatatie ligt nu tussen de dusters ende portaalpoten. Door de liften/nood-trappehuizen zelfdragend te makenwordt tevens voorkomen dat de hogewanden van de dakopbouwen op dedusterdaken dragen. De stabiliteit ont-lenen deze bouwsels aan de dusters,waarmee ze via glijverbindingen zijnverbonden.vervolg op blz. 2019UTILITEITSBOUW CONSTRUCTIEF ONTWERPwanneer na het storten van de onderstevloer en het stellen van de gevelplatenop deze vloer de volgende vloer wordtgestort (fig. 6).Dus een zware gevel bestaande uit eengeprefabriceerd betonnen binnen-spouwblad met een metselwerk hui-tenspouwblad.6Dwal"sdool"snede vel"bindingsbl"ugtussen de clustel"s 5 en 6IJNIEUWBOUW NMB5 Schetnatische weel"gave oplossing. VOOl" liftschacht/noodtl"appehuisVerbindingsbrug tussen dusters 5en6Een bijzondere opgave vormde de ver-bindingsbrug tussen de clusters 5 en 6(fig. 6). Deze brug is noodzakelijk omdatin het maaiveld ter plaatse een centraleleidingstrookvan de gemeente is gesitu-eerd, waarin over een breedte van 18 mniet mag worden gebouwd en waarinook geen tijdelijke ondersteuningenmogen worden geplaatst.Door de schuine ligging van de brugwordt de overspanning nog iets groter,namelijk bijna 20 meter. Randvoor-waarden die uitde aard van hetontwerpvolgen vormen een beperking van deontwerpmogelijkheden. De randvoor-waarden zijn:- de doorrijhoogte onder de brug be-perkt de constructiehoogte tot 900mm;- de vrije hoogte ter plaatse van de ho-gere verdiepingen beperkt de con-structiehoogte tot 700 mm; .- de breedte tussen de ondersteunendewanden is gelijk aan de minimalebreedte die moet worden vrijgehou-den ten behoeve van de leidingstraat.De fundering mag dus niet uitsteken.- In de praktijk betekentdit dat de fun-deringspalen in ??n rij midden onderde wand moeten staan. Zonder over-gang naar een ander type paal bete-kent deze voorwaarde een gewichts-beperking van de bovenbouw;- de gevels hebbendezelfde opbouw alsde gevels van de aanliggende clusters.Samengevat betekenen deze randvoor-waarden dat een brug moet worden ge-construeerd meteen hoog draagvermo-gen en een laag eigen gewicht.De eerste randvoorwaarde (doorrij-hoogte) en de vierde (gevelopbouw enaanzicht) makenhetonmogelijkomalleverdiepingen van de brug op ??n draag-vloer te plaatsen. De gevel zou immerseen grote, zelfdragende schijf moetenworden hetgeen zeker invloed heeft opde uiterlijke verschijningsvorm.Blijft de mogelijkheid over om op elkvloerniveau een constructie te maken.Betonnen liggers hebben een zo grootgewicht dat dan een dubbele rij palenonder de ondersteunende wand nood-zakelijk wordt. Dit is in strijd met dederde randvoorwaarde, wanneer we dewand centrisch willen ondersteunen.Een constructievorm die de gewensteeigenschappen wel bezit is bijvoorbeeldde staal-betonligger.Een betonnen vloer wordt over ??n ofmeerdere stalen balkengestort die tevo-ren zijn voorzien van een groot aantalstalen deuvels. Deze deuvels zorgen er~voor dat stalen balk en hetonnen flenssamenwerken. Vanwege de grote over~spanning zullen de stalen liggers echterveel doorbuigen door het gewicht vande betonnen flens en van de gevel. Dezedoorbuiging kan worden gecompen-seerd door een zeeg in de stalen balkenaan te brengen.Tijdens de uitvoering veroorzaakt degeringe stijfheid van stalen balken tenopzichte Van de gevel enige problemen,Uit de gevelelementen steken stekkennaar de bovenliggende gevelelementen.Deze stekken zijn noodzakelijkvoor hetkoppelen van de gevelplaten aan devloer en aan elkaar. Wanneer de vloerdirect op de gevelplaten wordt gestortzullen de stalen balken meer willendoorbuigen dan de gevel, waardoor debetonnen flens kan beschadigen oflos-raken van de stalen balk. Daarom zijntijdens het storten van de vloer sparin-gen gehouden rond de stekken die nahet ontkisten van de vloer kunnen wor-den gevuld. De sparingen in de prefab-elementen van .de volgende verdiepingkunnen na het stellen van de elementenin principe direct worden ge?njecteerd.HoeveelhedenTen behoeve van de ruwbouw wordende onderstaande bouwmaterialen ver-werkt: circa 1700voorgespannen beton~nen heipalen met een gemiddelde leng-te van circa 17 meter. Totale lengte vanalle palen samen circa 29 km.In totaal zal ca. 4000 ton wapeningsstaalworden verwerkt in circa 37500 m3terplaatse gestort beton van de kwaliteitB 22,5. Ca. 140 ton wapeningsstaalwordt verwerkt in 1200 m3geprefabri-ceerde kolommen van kwaliteitB 60 encirca 185 ton wapeningsstaal in 2100 m3geprefabriceerde gevelplaten van kwa-liteit B 45.Aan de staalconstructieswordtcirca 400ton profielstaal verwerkt.20 Cement 1986 nr. 2UTILITEITSBOUW UITVOERINGSTECHNIEK PREFABRICAGEPREFABRICAGE VANDE BETONELEMENTENing. M.a.~ Peters, Schokbeton BV, ZwijndrechtCement 1986 nr. 2D"eze bijdrage betreffende deNMB-nieuwbouw, behandelteen gedeelte van de uitvoering,namelijkhetprefabricerenenmonterenvan de betonelementen. Achtereenvol-gens wordt aandacht besteed aan:- de aanbestedingsprocedure voor hetprefab-werk;- de planning;- elementvormen, aantallen en pro-duktie;- montagewijze van de verschillendeelementen.AanbestedingsprocedureBij een project met een moeilijkheids:...graad als dit kantoorgebou,:, ontstaat alheel vroeg de behoefte aan mbreng vanspecialistische kennis en ervaring waarhet de detaillering betreft van de te pre-fabriceren onderdelen. Het NMB-kantoor vormde hierop geen uitzonde-ring: medio 1980 werd Schokbeton be-naderd met hetverzoek op basis van eenafstandsverklaring deel te nemen aanhet overleg met Raadgevend inge~nieursbureau Aronsohn. Doel van ditoverleg was te komen tot een optimali-satie van prijs/kwaliteit van de con-structiedelen. Dit overleg resulteerdeonder meer in de keuze welke delen inhetwerk te storten en welke te prefabri~ceren, alsmede hetopstellenvan een na-dere specificatie van de prefab-onder-delen. Deze fase werd afgesloten meteen bevredigiende toetsing van de be-groting aan de prijzen van de fabrikant.Gelet op de complexiteit van het geheeloordeelde het bouwteam het nuttig omeen proefgebouwtje op te zetten, methet doel de geconcipieerde techniekenin de praktijk te toetsen. Halverwege1982 verkreeg Schokbeton de opdrachthiertoe. In het proefgebouwtje zijn alleessentieleelementenaanwezigdieinhetproject te vinden zijn. Een dergelijkewerkwijze dwingt alle betrokkenpartij-en in een zeer vroeg stadium zich bezigte houden met uitvoeringsdetails.Dank zij het experiment met dit proef-gebouw zijn verbeteringen aan detailsdoorgevoerd waardoor zowel de pro-duktiekosten verminderd konden wor-den, als de kwaliteit van het eindpor-dukt toenam. Zo werd deze voorinves-tering dik terugverdiend.vervolg op blz. 2221UTILITEITSBOUW UITVOERINGSTECHNIEK PREFABRICAGENIEUWBOUW NMBIn het vierde kwartaal van 1982 werd deaanbesteding gehouden. De leveranciervan de prefab-onderdelenwerd door deopdrachtgever in het bestek voorge-schreven in de vorm van een stelpost.Nadatde uitvoerende partijenalduswa-ren geselecteerd, droeg de opdrachtge-ver rechtstreeks aan Schokbeton op dewerktekeningen Van het prefab-gedeel-te uit te werken, alsmede bepaalde mal-len aan te maken. Een. en ander liepvooruit op de later te sluiten overeen-komst tussen hoofdaannemer enSchokbeton. Tot deze oplossing was ge-kozen om tijdig de eerste elementen tekunnen produceren.Eind 1983 verkreeg Schokbeton van deaannemerscombinatie VHI de defini~tieve opdrachtvoor hetleverenen mon- .terenvan de geprefabriceerde onderde-len, waarbij alle eerdere rechtstreekse~~~~~~~~~~~~~-~..., overeenkomsten tussen opdrachtgever1 Gevelopbouw prefab- en prefab-leverancier werden overge-binneuspouwblad - BI = 14", B2= nomen door de aannemer:4,5?, B3 = O?De uitvoering in de tijd gezienVoor het produceren en leveren van degeprefabriceerde onderdelen gold on-derstaand tijdschema:- start tekenwerkjanuari 1983;- start produktie 1 mei 1983 (proefge-bouw); .- levering proefgebouw 1juni 1983;- montage draagconstructie december1983-juni 1985;- montage bijkomende onderdelent/mmaart 1986.De prefab-elementenDeconstructieis globaalonder teverde-len in ter plaatse te 'storten kernen envloeren, geprefabriceerde kolommenB.26.I/ 1/ I+-----L-/ I@~ ,/I891/ 275'". '"'"'"rn420.,/~I I'"'"N/I 1/I I/I I '"I'"'"rn'"I'"I'"en'"/rn'"t-I;;;I~/N'"N mt-NI I/ II/ I I Ibo/B.1. B.2. B.3.22 Cement 1986 nr. 2en vloerdragende binnenspouwbladen.Daarnaast zijn er zgn. aanvullende ele-menten, zoals trappen, bordessen, af-dekbanden enz.a. Kolommen: 1290 stuks in 11 stalenmallenDe aard van het b?uwwerk brengt di-verse kolomvormen met zich mee. Devariabelen zijn:- de doorsnede (rond en rechthoekig);- de stand (verticaal en onder diversehellingen);- delengte (over??nresp. meerderever-diepingen).Tot een lengte van 7 m zijn allekolom-men staand gestort, in een verticale op-stelling of in dezelfde scheefstand alsuiteindelijk in het gebouw.Kolommen met een grotere lengte dan7 m zijn liggend gestort, waarbij hetstortvlak zodanig is afgewerkt dat hetoppervlak direct kan worden afgeschil-derd.2 Nadere detaillering element H2(wand 4,5') in een gesloten elementmet rechthoekige latei H26, eenelement met raamopening H27 en eenelement met veelhoekige latei H2Sb. Vloerdragende binnenspouwbladen,ca 1050 stuks, in ca 20 mallenZoals uit de figuren 1 tlrn 4 blijkt, zijndeze wanden veelal 'uit het lood' ge-plaatst. De voorkomende hellingenzijn:0?, 2,35?, 3,839?,4,5? en 14,29?.De wanden?vervullen kenmerkendefuncties:- ondersteunenvande terplaatsetestor-ten vloer. Uit de bovenr?nd van dezeelernefiten steekt betonstaal wapeningdie wordt opgenomen in de vloer en inhet hoger geplaatste element (ziefig. 4).- ondersteunenvan het gemetselde bui-tenspouwblad (zie fig. Z). Met dit doelzijn sierbeton lateien aangestort.l)aar-van zijn et in totaal 3050 gemaakt, diebekend staan als 'neuzen, snorren enwenkbrauwen'.- vormen van de omrandingen?van deraamopeningen. Deze omranding isvoorzienvaneenspecialedetailleringeneen houten stelkozijn voor de aanslui-ting van de kozijnen die in het werk3 Principe-detaillering raam metwenkbranw bij wand 4,5'eiementH20worden geplaatst.In totaalzijnongeveer2050 raamomrandingen verwerkt.Typerend voorde produktievan de bin-nenspouwbladen is de zgn. 'meerfasen-metode'. De afzonderlijk aangemaaktesierbetonnen lateienen de raamomran-dingen werden in en boven de mallenvan de gevelelementenopgesteld,waar-na het element werd gecompleteerd(foto 5).Het sierbeton is vervaardigd uit eenmengsel van onder meer wit cement,kleurstof (fabrikaat Bayer) en porfier.De kistzijde van de elementen is nader-hand gestraald.c: Trappen, bloktreden, schrobrandene.d., ca. 650 stuksDeze elementenvan grijs beton,zijn ge-maakt in houten bekistingen.d. Sierbetonelementen voor bordessen,balkons,afdekbanden e.d., ca 2650 stuksHet hiervoor gebruikte betonmengsel ishetzelfde als werd toegepast voor de la-teien en raamomrandingen in sierbe-ton.vervolg op blz. 2467 955IC>C>'"~.....~ mto33C>~C>~/ , tI .. ' J. r~F~-==~=-=-====~?'''='-'i--'- ---!-W!ir- iIII 52 250 560 160 125 II Ii II I! iI II II iJC>.....mB.27. B.28.830B.20.1070Cement 1986 nr. 2 23UTILITEITSBOUW UITVOERINGSTECHNIEK PREFABRICAGE175NIEUWBOUW NMB1 stekken 4>20, lang 800, ho.h 400.2 kabelomhulling, inw. 4>60.3 afdichting kabelomhulling.4 ontluchtingspijp, 518".5 injektiepijp, 518"6 ondersabeling.7 ophangwapening lateien, ~44>8 per 600 mm. noklengte.10014012524 Cement 1986 nr. 2Cement 1986 nr. 2Het totaal overziende komen we toteentotaal aantal elementenvan 10750 stuks,waarmeeeenhoeveelheid betonwas ge-moeid van 5150 m3?De grote variatie in elementen, maarvooral de 'schuine' gevels, maakten demaatvoering van al deze.elementen toteen zeer gecompliceerde opgave. Ditleidde tot relatiefveel tekenkameruren.Bij het vervaardigen van de bekistingenen bij het inbouwen van de vooraf ge-prefabriceerde onderdelen tijdens deproduktie,isde uiterstezorgbesteedaande maatvoering en de controle daarop.Produktie en montage zijn echter, dankzij deze grondige werkwijze zondernoemenswaardige maatproblemen ver-lopen.MontagewijzeHet monteren van de prefab-con-structie is hoofdzakelijk verricht metbehulp van een 125-tons mobiele mas-tenkraan, waarbij de elementen recht~streeks vanafde vrachtauto in het werkwerden gesteld. Deze montage was inhanden van Tramos BV.Bij de uit het lood staande elementenwerden de aanpikpunten zodanig ge-plaatst dat de elementen bij benaderingin de gewenste scheefstand in de kraankwamen te hangen.Er is een cyclus aangehouden voor dekolommen en wanden van 3 dagen perlaag per cluster. Door aan meerdereclusters tegelijk te werken konden dewerkzaamheden aan de ter plaatse testorten delen, resp. de prefab-con-structie goed op elkaar worden afge-stemd.Ook tijdens de montage was de maat-voering een bijzondere uitdaging. Eengoede samenwerking tussen toezicht-houders, aannemer en de montage-ploeg heeft ertoe geleid dat de elemen-ten binnen de gestelde nauwkeurig-heidsgrenzen geplaatst konden worden.Schokbeton moest voor het producerenen monteren van de betonelemeritenvoorhetNMB-gebouw'op de tenen' lo-pen. Maar met voldoening wordt op ditwerk teruggekeken, temeer daar hier isbewezen dat een goed georganiseerdevoorbereiding het mogelijk maakt opeeneffici?ntewijzeeengebouwte reali-ser~n met een zo uitzonderlijke vorm-gevmg.Plezier in het werk is ook een kwestievanwerkomgeving. Gezien de aandachtdie dit punt bij het ontwerp van hetNMB-kantoor heeft gekregen, zullende toekomstige gebruikers van dit kan-toor daarmee zeker geen moeite heb~ben.vervolg op blz. 2625UTILITEITSBOUW UITVOERINGSORGANISATIEENKELE UITVOERINGSASPECTENG. Kerkum, directeur aannemerscombinatie VHIVoor het bouwen van het nieuweNMB-kantoor is een bouw-combinatie gevormd waarindeelnemen de aannemings-maatschappijen Voormolen te Rotter-dam, Heijmans Rosmalen en mc teBest. De aldus gevormde combinatie(VHI) heeft op het werk een eigen pro-jectorganisatie gevestigd. De staf is be-trekkelijkzwaargezienhetaantal CAO-personeelsleden dat 120 tot 125 manomvat.TijdplanningVolgens het bestek moet het werk bin-nen een periode van 500 werkbare da-gen worden opgeleverd. Inmiddels isdeze termijn door wijzigingen cq. aan-vullingenverlengd tot 580 dagen. Op 1826februari 1983 is de aanneemsom inge-diend ter grootte van ca f 92 miljoen.Na de a~nbesteding moest de aannemerhet contract overnemen voor het aan-brengen van de paalfundeting. Dezepaalfundering Was opgedr
Reacties