HET CONSTRUCTEURSGEVOELEen gevoel voor materie, vorm.en. abnetingenDe Spaanse constructeur Eduardo Torroja opent zijn boek'Razonyserdelostyposestructurales' (vrij.vertaald: 'Waaromconstructies zo in elkaarzitten')met een beschouwingwaarinhij vakman, constructeur en kunstenaar bij elkaar brengt. Hijbetoogt: 'Elk materiaal heeft z'n specifieke eigenschappenendoor elke nieuwe vorm ontstaat een.?nieuwe spannings-toestand. De natuurlijke oplossingvaneenopgave-ongekun-steldekunst-, diezich als besteantwoordop de voorliggenderandvoorwaardenaandient,bevredigt.detechnicusen ookdekunstenaar. Hetontstaanvan een draagconstructie als hetre-sultaat van de versmelting van techniek en kunst, vanhetge-vondeneenhetgeleerde,van fantasieen beleven, stijgt uitbo-ven de kringvan zuivere logica en raakthetdomeinvan de in-spiratie met al z'n geheimen. Vooren boven elke berekeningstaat .het idee. dat het materiaal ineen weerstandbiedendevorm plooit, zodat hetzijn opgave kan vervullen'.Tot zover Torroja; niets tegen in te brengen;behalve dan dateen dergelijke boodschap maar amper meer zal worden ver-staan.Vanhetontwerpen, als eencyclisch proces vanmateriaalkeu-ze, vormgeven en dimensioneren, waarop de verificatievolgtvan een mechanisch modelvan de constructie aan de hand vanfunctie envoorschriften, leeft alleenhet laatste aspect sterk inonderwijs en beroepspraktijk. Dit is trendmatig.Een beetje geschiedenisBij het beginvan de renaissance ontstond een soortgelijk ver-schijnsel. De middeleeuwse bouwpraktijk, waar. groepenbeeldhouwers, metselaars en andere ambachtslieden samenmet architecten rondtrokken .en kloosters, kerken en stads-muren bouwden,veranderde doorde scheiding vanarbeid endenkwerk, van handenen hersenen. Het woord 'ontwerpen'kwam in onze cultuur, als een activiteit die los stond van hethandmatig vervaardigen. Het objectieve was nu boven hetsubjectieve komen te staan; en het kwantitatieve boven hetkwalitatieve.Maar er waren ook grote mensen alsAlbrecht D?rer en Leo-nardi da Vinci, die bruggen bouwden binnen deze opvattin-gen. In het Europese bouwen ontstond een subtiele cultuurwaarin architecten en bouwers en - na het begin van de indu-stri?le revolutie - ook constructeurs vruchtbaar met elkaaromgingen. Voor het bouwen rond de eeuwwisseling, toen dewetenschap als aanvulling op de empirie een belangrijk ele-ment in de technische ontwikkeling ging spelen, was er ookvaak sprake vaneen synthese.Over gewapend beton verzuchtte de Franse onderzoekerConsid?re rond 1900: 'De eerste proeven werden door prak-tijkmensen gedaan, die men daarvoor niet dankbaar genoegkan zijn;wanthet is meer dan waarschijnlijk dat een theoreti-cus nooit op het idee zou zijn gekomen twee in wezen:zo ver-schillende bouwmaterialen,als beton en ijzer, tot een eenheidte verenigen'.Datde bruggenbouwers tussen ambachten theorie ookletter-lijk de mooiste bruggenzouden maken, bewijst enkele decen-nia later een man als Eug?ne Freyssinet. Hij was niet alleentheoretisch geschoold op de beroemde Ecole Polytechnique,maar bovendien, zoals hij later vertelde, door de.ambachtelij-Cement 1993 nr. 7/8kebedrijvigheid rond de watermolen van zijn grootvader.Ook deze eeuw laat opnieuw een spanningsveld zien op hetraakvlakvan ingenieurenarchitect. De toepassingvan de gro-te - door de wetenschap gevoede - kennis, wordt ?steeds ge-makkelijker als een opzich na testreven doel ervaren.Met de hulp van de computer, binnen een steeds abstracterdenkende samenleving, raakt opnieuw de aandacht van dematerie af. Opnieuw dus een uitdaging!Op en na schoolHobbyclubs metde naam 'De doe wat' (Kan nietschelenwat);speelgoed alsLego, waarbij weliswaar materiaal en vorm keu-zemogelijkheden bieden, maar de dimensionerings-parameter in het creatieve spel ontbreekt; een overvloed aanvrijetijdsvulling met TV; het invoeren van het begrip grofvuil, waarbij bouwmateriaal voor hutten verloren gaat; ge-brekaan braakliggend terreinvoor ondergrondseholenin eenstedelijke omgeving, vormen zo maar enkele randvoorwaar-den in de jeugd van een nieuwe generatie.Op school is het niet veel anders. Tekenen en handenarbeidworden beschouwd als een zoethoudertje in de brugklassenom ze vervolgens geheel te verbannen. Het kind krijgt boe~eswiskunde met de titel 'Hoi Rekenen'! In de vakkenpakkettenwerd gesneden, totdat er, afhankelijk van het niveau, zeven,zesofslechtsvijfvakken overbleven. Hetzo abstractgevormdekindwordt geacht op resp. 18-, 17-of16-jarigeleeftijdeenbe-roepskeuze te doen; althans een studiekeuze die tot een be-roepskeuze leidt.En in die beroepsopleiding, hoger en wetenschappelijk, isdoor verkorting van het curriculum veel oefening en con-frontatie met materie en beroepspraktijk vervallen. Toetsingvan het constructeursgevoel, is door het inpompen van denieuwe kennis, naar de achtergrond verdrongen. Op HTO enMTO zijn bovendien de aantallen instromers sterk afgeno-men. Kortom, de praktijk van het onderwijs geeft niet directhet gevoel dat van daaruit de nieuwe klooftussen werkvloeren abstractie wordt overbrugd.De uitdagingDe inrichting van de medicijnenstudie bewijst dat het moge-lijk is studenten te selecteren op praktische vaardigheden enop gevoel voor het vak. Angst voor bloeden lijken blokkeertde snijzaal. Gebrek aan vaardigheden blokkeert de weg naarde beroepsuitoefening tijdens de postdoctorale studie.In de technische studies zijn deze middelen niet ingebouwd.Eindeloze diversificatie in studiepatronen wettigt de uit-stroom van linkshandige abstracte mathemaatjes met een in-g.enieurstitel, maar zonder enig gevoel voor praktijk en mate-ne.Zonder terug te gaan naar het tekenen van kozijnen en steen-verbanden, moet er best van selectie op potentieel construc-teursgevoel sprake kunnen zijn. Confrontatie met de ge-bouwde omgeving zou daarbij een goed hulpmiddel zijn.Ook het in dit verband verguisde hulpmiddel de computer,kan vruchtbaarworden gebruikt voor inzicht ontwikkelendeparameterstudies.Kortom, mogelijkheden genoeg in een veranderende wereld.De kring leden Van IABSE Nederland zal, gebaseerd op ditthema, een workshop houden Waarvan de resultaten lateropenbaarzullen worden besproken.Belangstellendenkunnen zich voor inlichtingen tot de redac-tie van Cementrichten.33
Reacties