GVC GEVELELEMENTENprof.Dipl.-Ing.J.N.J.A.Vambersky, TU Delft, faculteit Civiele Techniek en Corsmit RaadgevendIngenieursbureau BV, RijswijkOver glasvezelversterkt cement als materiaal voor gevelelementen is reeds veelgeschreven. De aanvankelijk enthousiaste berichten over dit materiaal kwamenvooral van de architecten en de producenten van dit materiaal. Deze berichtenstoelden op de nieuwe expressiemogelijkheden die dit nieuwe materiaal bood,terwijl de snel stijgende vraag naar deze gevelelementen ook bij de producentenvoor tevredenheid zorgde. Dit aanvankelijke enthousiasme werd enige tijd later,althans in Nederland, vervangen door een bepaalde stilte, afgewisseld met hier endaar kritische geluiden van de gebruikers. Waar lagen de problemen en hoe is hetelders gegaan?e doorbraak voor de toepassingvan glasvezelversterkt cementstaat op naam van dr. A.J. Ma-jumdar en zijn medewerkers. Dezegroep onderzoekers, werkzaam bij hetBritisch Building Research Esta-blishment (BRE), ontwikkelde in detweede helft van de j aren zestig een glas-vezel die bestand is tegen het sterke alka-lische milieu van de cementmatrix: dealkaliresistente-vezel (AR-vezel). Bij detoepassing van normaal portlandce-ment met E-glasvezels worden de vezelsdoor het alkalische milieu van de ce-mentmatrix aangetast, hetgeen leidt toteen sterke achteruitgang van de materi-aaleigenschappen van dit composiet-materiaal in de tijd. De AR-vezel leekeen oplossing te zijn - althans zo dachtende onderzoekers en de commercie -want de aantasting van deze vezels bleekinderdaad sterk gereduceerd te zijn tenopzichte van de E-glasvezel.De verouderingsverschijnselen van hetcomposietmateriaal bleken echter nogsteeds, zij het verzwakt, op te treden.Deze verouderingsverschijnselen ko-men tot uiting door een in de tijd geziensterke achteruitgang van de breukrek.Het blijkt uit beschikbare literatuur enuit onderzoeksresultaten dat het verou-deringsverschijnsel ook destijds reeds involdoende mate was onderkend en dattevens ontwerpers, fabrikanten en an-dere gebruikers tijdig en in voldoendemate hiervan op de hoogte waren. Watechter op dat moment nog niet bekendwas, was de oorzaak van de achteruit-gang in de breukrek.Het heeft enige jaren geduurd voordatin brede kring werd aanvaard, dat dezeachteruitgang van de breukrek medewordt veroorzaakt door de verdere hy-dratatie van het cement in de matrix,met de bijbehorende groei van de cal-ciumhydroxidekristallen, waardoor deglasfilamenten verder worden ingeslo-ten. Deze in de tijd voortschrijdende in-sluiting van de glasfilamenten en dehierdoor in toenemende mate verhin-derde mogelijkheid tot slippen in de ce-mentmatrix, resulteert op zijn beurt ineen afname van de breukrek en daarmeein een steeds brosser wordend breukge-drag van het GVC.Nadat eenmaal de oorzaak van het ver-ouderingsgedrag bekend was, is er ge-zocht naar mogelijke verbeteringen. InNederland is op dit gebied onderzoekverricht door DSM. Gevonden werd datdoor toevoeging van bepaalde polyme-ren aan de cementmatrix, de vezels doorde polymeren worden omgeven en opdie manier worden beschermd.Beschermd enerzijds tegen de alkalischewerking van de matrix en anderzijds(vooral) tegen het groeien van de kristal-len tussen de vezels. Het aldus verkregen(vervolg van blz. 80)ten dat dunne overlagen 'beton op be-ton' nog steeds in een experimenteel sta-dium verkeren, temeer omdat reflectie-scheuren vanuit oude actieve scheurenniet daadwerkelijk door de vezels kun-nen worden overbrugd.Intensief opruwen van het oude betondoor frezen of staalstralen is noodzake-lijk om een duurzame aanhechting teverzekeren. Hechtmortel heeft geenverbetering van de aanhechting opgele-verd.Aangezien het meestal lang duurt voor-dat met herstel van een betonweg wordtbegonnen, zal de opgetreden schadedikwijls een bitumineuze isolerings- ofprofileringslaag noodzakelijk maken(foto ).Kostprijs en alternatievenEen dunne overlay of inlay wordt nietaangelegd met de basisgedachte dat'dun' goedkoper is. Factoren als hoogteten opzichte van bruggen en aansluitin-gen of inpassing in een bestaand wegvakof naast een bestaande middenbermbe-veiliging spelen hierbij een belangrijkerol.De meerprijs die voor staalvezels moetworden betaald is tamelijk hoog, zodatde voordelen van een dunne laag realis-tisch afgewogen moeten worden in hetgeheel van het project.In figuur 7 is een summier vergelijkendhistogram gegeven van procentuelekostprijzen (ongewapende betonver-harding = 100) voor zes oplossingen diebij overlagen aan bod kunnen komen.De totale kostprijs is telkens opgebouwduit het beton zelf, het toegevoegde ma-teriaal (circa 0,67% wapeningsstaal, 30 ?35 kg/m3staalvezels of 10 ? 15% droge la-tex) en de verwerking. Er is geen reke-ning gehouden met factoren als voorbe-reidende werken (beuken, tussenlaag,opruwen, wegfrezen enz.) en aanpas-singswerken (invoegen in het langspro-fiel, landhoofden, aansluitingen enz.).Cement 1991 nr. 5 81DIVEZELSINBETONpolymeergemodificeerd glasvezelver-sterkt cement vertoont betere resultatenten aanzien van de achteruitgang van debreukrek in de tijd, dan glasvezelver-sterkt cement zonder toevoeging (flg. l).Ondanks deze verbetering blijkt ookPGVC gevoelig voor veroudering.Nog steeds wordt onderzoek verrichtnaar de verbetering van de glasvezelen/of de matrix, door toevoeging vandiverse kunststofsoorten, vliegas, silica-fume, modificatie van de matrix metmetakaoline enz.Zuiver bekeken is dit echter niet hetwerkelijke probleem bij de toepassingvan GVC.Werkelijke probleem bij gevelele-mentenKlachten betroffen meestal scheurvor-ming in de gevelelementen. In het voor-gaande is reeds naar voren gebracht datontwerpers, fabrikanten en andere ge-bruikers reeds vroegtijdig op de hoogtewaren van de eigenschappen van GVC,inclusief de eigenschappen na veroude-ring en inclusief de achteruitgang in debreukrek.Dat weliswaar niet altijd bekend waswelke oorzaak hieraan ten grondslaglag, is minder belangrijk. Immers, reke-ning houdend met deze eigenschappenhadden constructief ontwerpers toch instaat moeten zijn hun elementen zo teontwerpen, dat deze zich goed en zon-der scheurvorming zouden gedragen.Zeker als de optredende belastingen zo-als wind, temperatuur, krimp enz. be-kend zijn en de mogelijkheden van dehedendaagse techniek die de ontwer-pers ter beschikking staan in de vormvan computers en computerprogram-ma's, in ogenschouw worden genomen.Het probleem ligt echter elders.OorzakenTen eerste komen er, zelfs bij een tame-lijk eenvoudig gebouw, bij toepassingvan prefab betonnen gevelelementen ofGVC gevelelementen niet slechts enke-le, maar vaak tientallen typen voor.Hoekelementen, dakrandelementen,begane-grondvloerelementen enz. ver-eisen allen andere detailleringen en ookde situaties rondom ingangen, nood-trappenhuizen enz. vereisen afwijkendeelementen. Daarnaast is er ook nog dezeer belangrijke invloed van eisen diedoor verschillende architectonische ex-pressies aan de gevels worden gesteld.Kortom, elk geval omvat een grote hoe-veelheid verschillende typen gevelele-menten met verschillende vormen, wel-ke stuk voor stuk moeten worden uitge-rekend en waar nodig moeten wordenaangepast, om ervan verzekerd te zijndat de elementen de optredende belas-tingen zonder schade kunnen weer-staan.Het aantal verschillende elementtypenen de prijs van de gevel bepalen in hogemate de hoeveelheid tijd en geld die deconstructief ontwerper per element kanbesteden aan het ontwerp en de bereke-ning van de afzonderlijke elementty-pen. Het spreekt voor zich dat dit zeerbeperkt is.De berekeningen worden dan ook zo-veel mogelijk vereenvoudigd, de ele-menttypen geclusterd en veel detailbe-rekeningen zoals met betrekking tot deinvloeden van temperatuur, krimp,zonbestraling, schaduwwerking en deinvloed van 'thermal shock', zoals bij-voorbeeld een onweersbui op een doorde zon bestraalde gevel midden op eenzomerse dag kan veroorzaken, wordenzelfs buiten beschouwing gelaten.Op dit punt komt het tweede aspectnaar voren, namelijk de ervaring die deconstructief ontwerpers hebben opge-daan in het werken met verschillendematerialen in bouwconstructies. Demeeste ervaring ligt op het gebied vanhout, staal, andere metalen en gewa-pend beton. Dit zij allen materialen dieeen zekere mate van ductiliteit hebbenen daardoor de ontwerper niet directstraffen als deze wat grover met dezematerialen omgaat, doordat hij hier endaar een belastingsgeval vergeet of bui-ten beschouwing laat. Bij plaatselijkeoverbelasting zullen deze materialendoor hun ductiel gedrag immers voor denodige herverdeling van de spanningenzorgdragen zonder dat er directe schadeoptreedt.In de praktijk betekent dit, dat vele ont-werpers gemakkelij geneigd zij belas-tingsgevallen te vergeten of niet in reke-ning brengen.Zo zal bijvoorbeeld een verhinderdevervorming waarmee tijdens het ont-werp geen rekening is gehouden, bij eengewapend-betonconstructie resulterenin een aantal, meestal onbelangrijke,scheurtjes (door het aanwezige wape-ningsstaal verdeeld in een aantal fijnehaarscheurtjes) of bij een staalconstruc-tie in plaatselijk vloeien van het mate-riaal. In de meeste gevallen zal een der-gelijke overbelasting door dit plastische(ductiele) gedrag van deze materialenonopgemerkt blijven, laat staan gerap-porteerd worden aan de ontwerper, zo-dat deze alleen gesterkt wordt in zij ge-dachte dat hij compleet is geweest enmocht hij toch iets vergeten zijn, dit nietbelangrij is geweest. Gesterkt doorder-gelijke ervaringen ontwikkelt zich in depraktijk het gevoel van de ontwerpervoor wat hij wel of wat hij niet kan doen.Wat voor ??n materiaal acceptabel is,hoeft echter niet acceptabel te zijn vooreen ander materiaal.Bij nieuwe materialen dienen de ont-werpers hiermee kritisch rekening tehouden en zich ervan bewust te zijn datde natuurkundige wetten altijd geldigblijven, dus ook buiten de schoolban-ken.De praktijk is echter anders, wat mede isgebleken bij de toepassing van GVC ge-velelementen. Onder druk van de com-mercie, welke weinig tijd en weinig geldbeschikbaar stelt voor het constructiefontwerp en de berekening van gevelele-menten in GVC, zijn in het verledenverschillende invloeden die men ge-woon was buiten beschouwing te latenbij de berekening van bijvoorbeeld ge-velelementen van gewapend beton, ookbij de berekening van GVC elementenbuiten beschouwing gelaten. E?n hier-van is de invloed van de verhinderdevervormingen op deze elementen inverband met de beperkte rekcapaciteitvan het materiaal. Verhinderde vervor-mingen worden niet alleen veroorzaaktdoor de bevestigingen van de elementenaan de constructie, maar ook door devorm van het element zelf. Dit heeft hieren daar tot schade geleid.OplossingenWelke oplossingen bestaan er nu voor82 Cement 1991 nr. 5dit probleem, in beschouwing genomendat:- de markt en prijsvorming van gevelsin GVC geen financi?le ruimte biedenvoor uitgebreide computerbereke-ningen, met behulp van bijvoorbeeldeen eindige-elementenprogrammavan alle in de gevel toegepaste ele-menttypen;- de meeste ervaringen van constructiefontwerpers en daarmee ook hun ge-voel voor wat wel of niet acceptabel is,gebaseerd zijn op de tamelijk ductielematerialen als gewapend beton, staalenz.;- de verhinderde vervormingen in sa-menhang met de beperkte rekcapaci-teit van GVC een grote rol spelen bijde geconstateerde problemen.Inmiddels zijn op verschillende frontenactiviteiten ontplooid en oplossingenaangedragen. Zo heeft Stupre-commis-sie 30 'Glasvezelversterkt cement' richt-lijnen voor het ontwerpen van GVC ele-menten opgesteld, gebaseerd op ont-werpen op breukrek [1].Het benaderen van het probleem vanuitde breukrek in plaats vanuit de spannin-gen, dwingt de ontwerper tot het beterbegrijpen van de problematiek die bijdeze dunwandige elementen een rolspeelt. De door Stupre aangedragen be-rekeningsmethodiek is eenvoudig,pragmatisch, maar ook zeer grof en voorvele verbeteringen vatbaar.Een andere benadering is de verdereontwikkeling van het materiaal GVCzelf. Ontwikkeling in de richting vaneen zich ductieler gedragend materiaal,waarbij de onnauwkeurigheden en ver-eenvoudigingen in de ontwerpbereke-ningen tot dezelfde soort resultaten lei-den als voor gewapend beton, staal enandere ductiele materialen. De verdereontwikkeling van polymeergemodifi-ceerd GVC is ??n van de voorbeeldenhiervan.Ook in het verminderen van de opge-legde en het zoveel mogelijk eliminerenvan de verhinderde vervormingen kande oplossing van het probleem wordengezocht. Hieronder valt:- het coaten van de elementen om hetuitzetten en krimpen ten gevolge vanvochtopname en uitdroging tegen tegaan;- het beperken van de afmetingen vande elementen;- het vermij den van vormen van gevele-lementen die het vrij vervormen ervanin de weg staan, zoals sandwich-ele-menten en diepgevormde elementen;- het vervormingsvrij bevestigen van deGVC elementen aan de constructie.De laatstgenoemde oplossing is in de VSverder ontwikkeld onder de naam 'StudFrame'.GVC Stud Frame gevelelementenEen GVC Stud Frame gevelelement iseen enkelschalig GVC paneel, doormiddel van flexibele en vaste ankers be-vestigd aan een dragend metalen frame,het Stud Frame (fig. 2).In principe dienen de enkelvoudige fle-xibele ankers slechts om de windbelas-ting loodrecht op het GVC paneel op tenemen en dragen de vaste ankers het ei-gen gewicht ervan.Het stalen Stud FrameHet Stud Frame dient vanzelfsprekendte worden ontworpen voor de belastin-gen tijdens ontkisten en transport vanhet paneel en voor de belastingen dieoptreden nadat het raamwerk met daar-op de GVC huid op zijn uiteindelijkeplaats is gemonteerd, zoals wind, eigengewicht, temperatuur enz.Naast deze vanzelfsprekende eisen kanhet soms noodzakelijk zijn om de stijf-heid van het raamwerk in zij vlak aan tepassen aan de stijfheid van de GVC huidin zijn vlak, om ervan verzekerd te zijndat elke staander ('Stud') of een hieraanbevestigd anker voor het dragen van heteigen gewicht van de GVC huid, ookdaadwerkelijk zijn aandeel levert.Het stalen raamwerk moet ook vol-doende stijf zijn in de richting loodrechtop zijn vlak, om de invloeden van de be-lasting loodrecht op het raamwerk en dedaarbijbehorende vervormingen bin-nen de geldende normen te houden. HetStud Frame op zijn beurt draagt de op-tredende belastingen af aan de achter-liggende constructie.In het algemeen is het Stud Frame aan deachterliggende constructie bevestigddoor middel van twee bevestigingspun-ten (opleggingen) en twee afstandhou-ders die uitsluitend horizontale krach-ten loodrecht op het paneel kunnenoverdragen (fig. 3 en 4). Om het statischbepaalde karakter van de bevestiging tegaranderen en hiermee onvoorzienereactiekrachten te voorkomen, is ??nbevestiging in drie richtingen vast enlaat de andere beweging toe in horizon-tale richting in het vlak van het element.Het spreekt voor zich, dat het aldus on-dersteunde Stud Frame zowel horizon-taal als verticaal voldoende sterkte enstijfheid moet bezitten om de afstandtussen de bevestigingen te kunnen over-spannen.Afhankelijk van de massa van het ele-ment en de afstand tussen de ondersteu-ningen kan het noodzakelij zij omhetraamwerk te voorzien van enkele diago-nalen. Ook zullen de staanders ter plaat-se van de bevestigingen vaak zwaardermoeten worden uitgevoerd, daar dezede krachten uit de horizontale regelsnaar de achterliggende constructiemoeten overbrengen (fig. 2).Het uitgangspunt is steeds, dat het StudCement 1991 nr. 5 83IVEZELS IN BETONFrame op zichzelf sterk, voldoende stijfen stabiel is.Er wordt geen samenwerking ontleendaan de op het Stud Frame te bevestigenGVC huid! Deze moet immers vrij kun-nen bewegen.Flexibele ankers (flex anchors)Voor het bevestigen van de GVC huidaan het stalen raamwerk worden ver-schillende methoden toegepast, afhan-kelijk van de grootte en de massa van dehuid.Bij relatief kleine panelen zijn dat alleenflexibele ankers, die zowel de windbe-lasting als het eigen gewicht van de GVChuid naar het stalen raamwerk over-brengen. De ankers moeten sterk ge-noeg zijn om het eigen gewicht en dewindbelasting te kunnen dragen en te-gelijkertijd moeten ze voldoende flexi-bel blijven om de krimp en uitzettingvan de GVC huid ten gevolge van detemperatuur- en vochtvariaties zondernoemenswaardige spanningsverhogingin de huid te kunnen volgen. Het is dui-delijk dat bij deze oplossing op twee ge-dachten wordt gehinkt.Een veel betere oplossing is, dat de flexi-bele ankers slechts de (wind)belastingloodrecht op het vlak van het paneeloverbrengen, terwijl voor het eigen ge-wicht en de eventuele horizontale belas-ting evenwijdig aan het vlak van het pa-neel vaste ankers worden toegepast, dezogenaamde 'gravity' ankers en 'seismi-sche' ankers.Figuur 5 laat het meest toegepaste typeflexibele ankers zien. Het is meestal ge-maakt uit een gladde ronde staaf meteen diameter van ten minste 6 mm eneen onderlinge afstand van circa 600mm, waarbij de uiteindelijke keuze vande diameter afhankelijk is van het wel ofniet aanbrengen van afzonderlijke an-kers voor het eigen gewicht van de GVChuid. Het anker is aan de staanders ge-last.In uitzonderlijke gevallen kan het ankerook worden vervaardigd van een stalenstrip, voor het geval er grotere sterktebenodigd is in de richting evenwijdigaan de staander voor het dragen van heteigen gewicht van de GVC huid.Welk systeem er ook wordt toegepast,het principe moet altij d uitgaan van vol-doende sterkte van de verankering metbehoud van nagenoeg spanningsvrijekrimp en uitzetting van de GVC huid.Dit principe dient strikt aangehouden teworden, zowel tijdens het ontwerp alstijdens de uitvoering. Het is daarom aante bevelen om de op de GVC huid beves-tigde einden van de flexibele ankers inde richting van het midden van het pa-neel aan te brengen. Tevens dienen deankers aan die zijde van de staanders teworden bevestigd, dat ten gevolge vankrimp van de GVC huid de ankers vande staanders worden weggetrokken enniet er tegenaan worden geduwd. Ookkan om het ankereind dat in het GVC isverankerd een plastic hoes of manchet -meestal een plastic pijpje - worden aan-gebracht om de verhindering van devervormingen zoveel mogelijk te beper-ken.In het geval er thermische isolatie of eenbrandbeschermende laag moet wordenaangebracht (fig. ), is het van essentieelbelang dat de vrije beweging van deGVC huid hierdoor niet nadelig wordtbe?nvloed. Aan te bevelen is om de ther-mische isolatie te allen tijde op ruime af-stand van de GVC huid te houden dooreen ruime luchtspouw van ten minste30 mm. Dit is niet alleen aan te bevelenom de spanningsvrije beweging van deGVC huid te garanderen, maar ook omhet 'zich aftekenen' van de ankers aan debuitenkant van de gevelhuid als gevolgvan temperatuurverschillen tegen tegaan.Door de goed geventileerde ruimeluchtspouw heeft de thermische isolatiegeen invloed op de ankers ter plaatse vanhun verankering aan het GVC. Bij een tekleine luchtspouw zou dit wel het gevalkunnen zijn.De niet ondersteunde randen van deGVC huid zullen de neiging hebben omonder invloed van temperatuur envocht krom te trekken. Om dit te voor-komen is het aan te bevelen om de af-stand van de stalen profielen waaraan deankers zijn bevestigd, tot de randen vande GVC huid zo klein mogelijk te hou-den (fig. 7).VasteankersBij grotere en/of zwaardere panelen ishet niet aan te bevelen om de GVC huidalleen door middel van flexibele ankersaan het stalen raamwerk te bevestigen,daar deze dan te zwaar uitgevoerd moe-ten worden of er te veel van moetenworden aangebracht. Dit heeft onge-wenste verhindering van het vrij krim-pen of uitzetten van de GVC huid totgevolg. Indien het eigen gewicht dooreen aantal separaat daarvoor bestemdevaste ankers ('gravity' ankers) wordt ge-dragen, dan kunnen de flexibele ankersmet de minimale diameter van 6 mmworden uitgevoerd. Hierdoor wordt demogelijk optredende verhindering vande vervormingen van de GVC huid inhet vlak van het paneel zoveel mogelijkbeperkt.De GVC huid van het paneel is in zijnvlak meestal relatief stijf. Als er voor ge-zorgd is dat het achterliggende stalenraamwerk even stijf of stijver is, hetgeenbereikt kan worden door bijvoorbeeldhet aanbrengen van diagonalen, dan ishet mogelijk het eigen gewicht van dehuid te dragen door een aantal in verti-cale richting vaste ankers, bevestigd opbijvoorbeeld iedere staander. Hiervoor84 Cement 1991 nr. 5kunnen zogenaamde vakwerk-ankers,bestaande uit twee onder een hoek aanelkaar gelaste ronde stalen staven (fig. 8en 9) of de eerder genoemde ankers ver-vaardigd uit stalen strippen (fig. ?OJwor-den toegepast. Door vervorming van deankerdelen loodrecht op het vlak van deGVC huid is horizontale beweging vande hand in het vlak van het paneel mo-gelijk.In het geval van een in zijn vlak minderstijf raamwerk of bij twijfels omtrent destijfheidsverhoudingen is het aan te be-velen om het eigen gewicht van de huiddoor slechts twee in verticale richtingvaste ankers naar het raamwerk over tebrengen. Ook is het aan te bevelen omdeze verankeringen op de verticale pro-fielen van het raamwerk aan te brengenwaarmee het raamwerk aan de achter-liggende constructie is bevestigd (fig. 11).In geval er ook horizontale krachtenevenwijdig aan het vlak van het paneelmoeten worden overgebracht zoals bij-voorbeeld in aardbevingsgebieden, ishet noodzakelijk om ook in horizontalerichting een vast anker aan te brengen(fig. 12). Dit kan het beste in het middenvan het paneel worden aangebracht, op-dat de krimp of uitzetting van de huidaan beide zijden van het paneel evengroot is.CorrosiebeschermingReeds eerder in dit artikel is vermeld,dat het Stud Frame systeem in de VS isontwikkeld, waar het ook veelvuldig istoegepast. Daar zijn ook de meeste erva-ringen met het systeem opgedaan. Detoepassingen aldaar zijn dan ook afge-stemd op de geldende Amerikaansevoorschriften, hetgeen ook geldt voor demaatregelen betreffende beschermingtegen corrosie.In de VS worden het stalen raamwerk ende ankers vervaardigd van thermischverzinkt staal, terwijl de lassen wordenbehandeld met roestwerende verf. Deankers worden pas na het verzinkenaangebracht.Om aan de Nederlandse omstandighe-den tegemoet te komen valt te denkenaan:- dezelfde behandeling, echter aange-vuld met behandeling van de lassen enankers met epoxykoolteer, of- het volledig prefabriceren van de sta-len frames inclusief het aanbrengenvan de ankers, vervolgens galvaniserenen ten slotte voorzien van een epoxy-koolteerlaag. Bij deze werkwijze be-palen de afmetingen van het verzink-bad de maximale afmetingen van hetframe.Literatuur1. Stupr?-rapport, Glasvezelversterkt cementGVC, Ontwerpregels voor gevelelementen.Betonvereniging, Gouda, 1988.2. Recommended Practice for Glass Fibre Re-inforced Concrete Panels. Prestressed ConcreteInstitute, USA.3. SBR-rapport 168, Gevelelementen vanglasvezelversterkt cement. Stichting Bouwre-search, Rotterdam, 1988.4. Gerritse, ., Typen en eigenschappen vanvezelversterkte cementcomposieten. Cement1982, nr. 8.5. S&E publikatie nr. 1, Vezelversterkt Ce-ment en Beton. Betonvereniging, Gouda, 1975.6. Stupre-rapport, Bevestigingsconstructiesvan geprefabriceerde betonnen gevelelemen-ten. Betonvereniging, Gouda, 1975.7. Jacobs, MJ.N., Strain capacity as a designcriterium. Proceedings of Symposium on GRC,Darmstadt, 1985.8. Vambersky, J.N.J.A., Dutch Stupre DesignRules for Architectural Panel in GRC as star-ting for FIP document.7th Biennial Congress of the GRCA, Maas-tricht, 1989.9. Reinders, J.C., Glasvezelversterkt cementals materiaal voor gevelbekleding. Cement 1984,nr. 5.10. Van der Plas, C, Oorzaken van schade bijgevelementen van GVC. Afstudeerverslag TUDelft, faculteit Civiele Techniek, 1988.11. Haferland, F.C.A en J.N.J.A Vambersky,Temperatuurspanningen en scheurvorming insandwich-gevelelementen. Cement 1984, nr. 6.12. Vambersky, J.N.JA., Gevelelementen vanGVC. Richtlijnen voor het ontwerpen. Cement1990, nr. 2.13. Van der Plas, C, Gevelelementen van GVC.Constructieve oorzaken van schade. Cement1990, nr. 2.14. Stud Frame Cladding, GRC in Use. GRCA,1989.Cement 1991 nr. 5 85
Reacties