Structural Concrete Vol. 23/3 (juni 2022), een speciaal themanummer naar aanleiding van het fib-symposium 2021 in Lissabon, bevat een variatie aan papers. Van een selectie van de voor Cement-lezers meest interessante papers uit dit nummer staat in dit artikel een Nederlandstalige samenvatting.              
                
             
                              
                                      
                      CEMENT 6 2022	?27	
Paper Eccentric punching tests on column bases - Influence of column geometry (SC23/3,   
p. 1316-1332)  
Door: Jan Ungermann, Philipp Schmidt, Georgios Christou, Josef Hegger
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/suco.202100744
EXCENTRISCHE PONSTESTEN OP KOLOMVOETEN
Experimenteel onderzoek met 
centrisch belaste kolomvoeten 
vormt de basis voor de huidige 
rekenregels voor het ontwerpen 
op pons. Dergelijke centrische 
belasting komt in de praktijk 
echter weinig voor. Veelal treden 
excentriciteiten op die leiden 
tot ongelijke schuifspannings-
verdelingen langs de controle- 
omtrek. Om met dit effect reke-
ning te houden, kennen we in 
de rekenregels factor ?, die de 
dwarskracht verhoogt of de 
ponsweerstand verlaagt. Om 
deze ontwerpbenadering te  
beoordelen is in Duitsland onder-
zoek gedaan op basis van 14 
excentrisch belaste en 4 cen-
trisch belaste kolomvoeten. 
Hierbij is de excentriciteit in 
stappen verhoogd van e/b = 0 
tot e/b = 1/6.  Uit de proeven blijkt onder 
meer dat de ponsweerstand bij 
e/b = 1/6 wordt gereduceerd tot 
60% van de weerstand bij cen-
trische belasting. Bij toenemen-
de excentriciteit nemen rotatie, 
vervorming en ductiliteit van de 
plaat toe. De vergelijking van 
de testresultaten met ontwerp- 
resultaten volgens Eurocode 2, 
Model Code 2010 en de con-
ceptversie van de volgende ge-
neratie van Eurocode 2 laat 
zien dat met alle drie de ont-
werpbenaderingen een te lage 
waarde voor factor ? wordt ge-
vonden.	
Structural Concrete Vol. 23/3 	(juni 2022), een 
speciaal themanummer naar aanleiding van het 
fib-symposium 2021 in Lissabon, bevat een variatie 
aan papers. Van een selectie van de papers uit dit 
nummer staat in dit artikel een Nederlandstalige 
samenvatting.
Opvallend is de coverfoto van het Depot Boijmans 
van Beuningen en het artikel over het project 
geschreven door Michiel Niens, Myrte Loosjes en 
Pim Peters. Deze paper is gebaseerd op de 
artikelenserie 'Kunstwerk in beton', die in Cement  
2019/4 is verschenen. Dit is, net als de rubriek 
Gelezen in Structural Concrete, het resultaat van de 
samenwerking tussen Cement en Structural Concrete.	
Gelezen in 
Structural 
Concrete	
structural concrete	
RUBRIEK STRUCTURAL CONCRETE  
Één van de meest toonaangevende internationale 
vakbladen over betonconstructies is Structural Concrete  
(SC). SC is het officiële, peer reviewed journal van fib   
(The international federation for Structural Concrete).  Cement 
plaatst een korte Nederlandstalige samenvatting van een 
selectie van voor Cement-lezers interessante papers uit 
ieder nummer van SC (verschijnt 6x per jaar). De volledige 
papers zijn beschikbaar op onlinelibrary.wiley.com (gratis 
voor leden van fib). foto 1 Testopstelling ponsproeven
28?	CEMENT	 6 20	22	
EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR BETONNEN WINDMOLENSCHACHTEN
Paper Experimental study on the joint bearing behavior of segmented tower structures subjected to normal and bending shear loads (SC23/3, p. 1370)  
Door: Fabian Klein, Florian Fürll, Thorsten Betz, Steffen Marx
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/suco.202100710 foto 2 Proefopstelling van windmolenschacht op schaal 1:10
In Duitsland is experimenteel onderzoek gedaan naar het constructieve gedrag van  
uit prefab-betonnen elementen opgebouwde windmolenschachten. Hierbij is een con-
structie in schaal 1:10 met 'droge' horizontale verbindingen beproefd. Het doel was het 
bepalen van het gedrag onder normaalkracht (externe voorspanning), buiging, dwars-
kracht en torsie en het afleiden van efficiëntere en realistischere ontwerpmodellen. De 
overdracht van schuifspanningen tussen de afzonderlijke segmenten wordt verzorgd 
door wrijvingsweerstand in de horizontale voegen als gevolg van voorspanning. De 
huidige ontwerpmodellen zijn gebaseerd op vlakke flensoppervlakken aan de boven- 
en onderkant van de segmenten en gaan uit van een ideale ronde ringvorm. Dit ver-
onderstelt een constante normaalspanningsverdeling voor de drukverbinding. 
De resultaten uit het onderzoek laten zien dat geometrische imperfecties een signifi-
cant effect hebben op de belastingoverdracht in de verbinding en dus ook op de 
dr
aagkracht. Uit numerieke modellen blijkt dat de invloed van radiale en tangentiële 
golving aanzienlijk groter is dan verminderde contactoppervlak als gevolg van slijtage, 
holle ruimtes en een niet-ideale cirkelvorm. Dit beeld werd bevestigd in de experimen -
tele resultaten. Het is nog niet mogelijk om te beoordelen of dit moet leiden tot een 
aanpassing v
 an de gebruikelijke wrijvingscoëfficiënten. Het is daarbij noodzakelijk   
rekening te houden met schaaleffecten.
ELEKTRISCHE WEERSTANDSMETINGEN VOOR VASTSTELLEN STAALVEZELGEHALTE
Paper  Electrical resistivity measurements to determine the steel fiber content of concrete (SC23/2, p. 1704)  
Door: Simon Cleven, Michael Raupach, Thomas Matschei
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/suco.202100832 fig. 3 Testopstelling meting elektrische 
weerstand
Hoewel staalvezelbeton steeds populairder wordt 
in de bouwsector, is toepassing ervan nog altijd 
relatief beperkt. Een van de redenen is het ont-
breken van een economische, niet-destructieve 
testmethode om het gehalte, de verdeling en  
de oriëntatie van staalvezels in vers en verhard 
beton te bepalen. Deze parameters zijn echter 
bepalend voor het constructieve gedrag.
In een Duits onderzoek is een nieuwe testmetho-
de voorgesteld, gebaseerd op de elektrische 
weerstand van beton. Met behulp van een expe-
rimentele opstelling met twee elektroden, is de 
elektrische weerstand gemeten bij verharde  
betonkubussen met vastgestelde vezelgehaltes. 
Hierbij kon een correlatie tussen elektrische 
weerstand en vezelgehalte worden vastgesteld. 
Het vezelgehalte (0 ? 120 kg/m³) en de ouderdom van de proefstukken is gevarieerd, en verschei-
 
dene identieke series zijn geproduceerd om  
betrouwbare resultaten te verkrijgen. Bij in ge-
conditioneerde omstandigheden vervaardigde 
kubussen blijkt de testmethode inderdaad tot 
betrouwbare resultaten te leiden. Op basis van 
de resultaten is een nieuw model ontwikkeld. Dit 
model is gebaseerd op de schatting van de rela-
tieve weerstand, ofwel de afname van de weer-
stand. Ongewenste invloeden veroorzaakt door 
veroudering en hydratatie in het jonge beton 
werden geëlimineerd, door de geleiding van  
vezelgewapend beton te relateren aan ongewa-
pend beton. Verdere onderzoeken met de nadruk 
op de invloed van betonsamenstelling en andere 
proefstukafmetingen zijn voor de nabije toekomst 
voorzien.
CEMENT 6 2022	?29	
LPC200x28	
51 mm	
Ø51 mm	
Ø76 mm	
152
Pin
Roller	
a = 2100 mm	
Roller	
mm	
North End
South End	
300 mm
h = 750 mm	
2?20M Bars 10M Double
Legged Stirrup
at 200 mm spacing
3?35M Bars
d = 681 mm	
330 mm	
Ø51 mm	
4200 mm 4880 mm	
Crack from
Anchorage Failure	
340 mm	
NIEUWE UITVOERINGSMETHODE VOORGESPANNEN BRUGLIGGERS	
Paper  First application of the balanced lowering method to build two bridges in Austria 
(SC23/2, p. 1413)  
Door: Johann Kollegger, Dominik Suza, Clemens Proksch-Weilguni, Wolfgang Träge 
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/suco.202100629 
fig. 5 Bouwfases voor de montage van een ligger foto 6 Brug over de Lafnitz in uitvoering	
Bij een nieuwe uitvoeringsmethode voor 
bruggen, de balanced lowering method, wor-
den de brugliggers in verticale positie ver-
vaardigd en in de uiteindelijke horizontale 
positie gedraaid. Om het draaien van de 
brugliggers mogelijk te maken, worden 
drukschoren toegepast. Deze drukschoren 
verkleinen bovendien de overspanning, wat 
Paper 
Assessing beam shear behavior with distributed longitudinal strains (SC23/3, p. 1555)  
Door: Jack J. Poldon, Evan C. Bentz, Neil A. Hoult 
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/suco.202100730 fig. 4 Proefopstelling onderzoek invloed dwarskracht op langswapening
ONDERZOEK NAAR INVLOED VAN DWARSKRACHT OP LANGSWAPENING
De invloed van dwarskracht op de hoeveelheid langswapening in 
betonbalken is gebaseerd op evenwichtsbeschouwingen, maar nog 
zelden experimenteel onderzocht. De variatie van de rekken in de 
wapening ten gevolge van scheurvorming en de aanwezigheid van 
D-gebieden (gebieden waar de Euler-Bernoulli-theorie niet geldt) 
compliceren de rekmetingen en maken het gebruik van conventionele 
rekstrookjes onpraktisch. In Canadees onderzoek zijn verdeelde rek
-
metingen uitgevoerd in een gewapend betonnen balk, om meer in-
zicht te krijgen in de invloed van zowel afschuiving als buiging op de 
langswapening. In het onderzoek werd een verhoogde spanning in de 
langswapening als gevolg van afschuiving gevonden. Aangetoond is 
dat de Canadese norm een 
nauwkeurige bovengrens geeft 
aan de rek als de dwarskracht -
component wordt gecorrigeerd 
met een factor ? . Verder blijken 
de Amerikaanse, Canadese en 
Europese normen een goede 
voorspelling te geven van de 
elasticiteitsmodulus  E	
c, vóór 
scheurvorming, maar de verschil- len in de metingen waren te klein om de meest geschikte benadering 
te kunnen aanwijzen. In het onderzoek is een methode voorgesteld om 
de in situ E	
c te berekenen op basis van evenwichtsbeschouwingen in 
het midden van de balk. Hierbij moet rekening worden gehouden met 
de horizontale component van afschuiving over de scheur en met de 
krimp van het beton. Een methode om krimp te verdisconteren bleek 
te leiden tot redelijke schattingen van E	
c en de hefboomsarm, zolang 
de balk volledig was gescheurd. De gemeten rekken in de langswape-
ning zijn ook gebruikt om de gemiddelde hoek van de hoofddruk-  
spanning te schatten. Deze nam af bij een toename van de belasting en 
bereikte waarden van slechts 14º in de buurt van de bezwijkbelasting.
een aanzienlijke materiaalbesparing ople-
vert. In het zuidoosten van Oostenrijk is 
deze balanced lowering method voor het 
eerst toegepast bij de bouw van twee 
bruggen over de Lafnitz en de Lahnbach. 
In plaats van de oorspronkelijk geplande 
staal-betonbruggen met respectievelijk 4,2 
en 4,6 m hoge brugliggers, konden de  bruggen met 2,0 m hoge brugliggers wor-
den uitgevoerd. Dit heeft geleid tot aan-
zienlijke besparingen in materiaal en kosten.
structural concrete                  
                 
              
    
    
        Rubriek Structural Concrete
        
Één van de meest toonaangevende internationale vakbladen over betonconstructies is Structural Concrete (SC). SC is het officiële, peer reviewed journal van fib (The international federation for Structural Concrete). Cement plaatst een korte Nederlandstalige samenvatting van een selectie van voor Cement-lezers interessante papers uit ieder nummer van SC (verschijnt 6x per jaar).
De volledige papers zijn beschikbaar op onlinelibrary.wiley.com (gratis voor leden van fib).
 
             
    
    
    
    
        Depot Boijmans van Beuningen
        Opvallend aan dit nummer van Structural Concrete is de coverfoto van het Depot Boijmans van Beuningen en het artikel over het project geschreven door Michiel Niens, Myrte Loosjes en Pim Peters. Deze paper is gebaseerd op de artikelenserie ‘Kunstwerk in beton’, die in Cement 2019/4 is verschenen. Dit is, net als de rubriek Gelezen in Structural Concrete, het resultaat van de samenwerking tussen Cement en Structural Concrete.
             
    
        Experimenteel onderzoek met centrisch belaste kolomvoeten vormt de basis voor de huidige rekenregels voor het ontwerpen op pons. Dergelijke centrische belasting komt in de praktijk echter weinig voor. Veelal treden excentriciteiten op die leiden tot ongelijke schuifspanningsverdelingen langs de controle-omtrek. Om met dit effect rekening te houden, kennen we in de rekenregels factor β, die de dwarskracht verhoogt of de ponsweerstand verlaagt. Om deze ontwerpbenadering te beoordelen is in Duitsland onderzoek gedaan op basis van 14 excentrisch belaste en 4 centrisch belaste kolomvoeten. Hierbij is de excentriciteit in stappen verhoogd van e/b = 0 tot e/b = 1/6.
Uit de proeven blijkt onder meer dat de ponsweerstand bij e/b = 1/6 wordt gereduceerd tot 60% van de weerstand bij centrische belasting. Bij toenemende excentriciteit nemen rotatie, vervorming en ductiliteit van de plaat toe. De vergelijking van de testresultaten met ontwerpresultaten volgens Eurocode 2, Model Code 2010 en de conceptversie van de volgende generatie van Eurocode 2 laat zien dat met alle drie de ontwerpbenaderingen een te lage waarde voor factor β wordt gevonden.
         
Reacties