Forummiddag van Vereniging van Betonmortelfabrikantenin Nederland (V.B.N.) op 3 oktober 1962 te Utrecht (II)*Vraag 9. Bij schoorsteenbouw is het gebruikelijk om perdag een ringvormig segment van ca. 1 m hoogte te storten enelk segment 1-2 dagen na het storten te ontkisten. Op welkewijze dient te worden aangebrand?Prof. drs. E. M. T h e i s s i n g antwoordt, dat in een dergelijkgeval de normale regels voor het aanbranden opgevolgdmoeten worden. Met andere woorden: de door het reeds ver-harde beton gevormde ondergrond moet schoon zijn en dientzodanig bevochtigd te worden, d?t er aan de daarna op-gebrachte aanbrandmortel geen water wordt onttrokken; zo-als ook in de G.B.V. 1962 (art. 23) is aangegeven, dient voorhet aanbranden een cement-zandmortel te worden gebruikt,waarvan de samenstelling gelijk is aan die van de in de beton-specie aanwezige mortel7) (eventueel aanwezige grindnestenzullen dan beton opleveren van dezelfde kwaliteit als eldersin de betreffende constructie); het aanbranden, d.w.z. het in-wassen met de genoemde cement-zandmortel, kan het bestegeschieden met een borstel. Overigens is de spreker vanmening, dat het goed mogelijk is om betonspecie op reedsverhard beton te storten en daaraan te laten hechten, zonderdat de aansluitvlakken eerst aangebrand worden; vanzelf-sprekend dient men dan zeer zorgvuldig te werken, terwijlaan de aansluitvlakken en aan het storten en verdichten extrazware eisen gesteld moeten worden.Vraag 10. 6// het transport van betonspecie komt dikwijlseen sterke uitdroging voor. Stel dat de betonspecie aan-gemaakt is met de maximale hoeveelheid water die volgensde G.B.V. 1962 nog toelaatbaar is. Om bij het storten de ge-wenste verwerkbaarheid weer te bereiken wordt extra watertoegevoegd. Is dit betontechnologisch juist?Indien men aanneemt, aldus prof. drs. T h e i s s i n g , dat degenoemde 'uitdroging' nauwelijks of niet het gevolg is vanverdamping, dan bedoelt de vragensteller kennelijk het ver-schijnsel, dat veroorzaakt wordt door het zogenoemde 'op-stijven van het cement'. Feitelijk is hier sprake van een binnen??n of twee uur na het aanmaken optredende verhoging vande viscositeit, waardoor de zetmaat gewijzigd wordt. In iedergeval dient het antwoord op deze vraag te luiden, dat hetbetontechnologisch niet juist is om zonder meer extra watertoe te voegen.Vraag 11. Soms wordt van een betonmortelcentrale het toe-voegen van calciumchloride verlangd. Wat is de mening vanhet forum over:a. de toestand waarin het calciumchloride toegevoegd dientte worden ?b. het tijdstip van de toevoeging (gelijktijdig met de grond-stoffen of na aankomst van de specie op het bouwwerk) ?de mogelijke vervuiling van de mengapparatuur?Volgens de heer J. F. Th. Lern, ing. dient men het calcium-chloride bij voorkeur in a/ het aanmaakwater op te lossen8).In de praktijk is dit niet altijd even goed mogelijk en daaromvoegt men de hulpstof meestal aan het grootste gedeelte vanhet benodigde aanmaakwater toe, zodat men dan de moge-lijkheid heeft om door toevoeging van schoon water het voor-geschreven watergehalte van de betonspecie te verkrijgen.Het is volledig verkeerd om het calciumchloride eerst na hetmengen van de betonspecie, bijv. op het bouwwerk, toe tevoegen, omdat men het dan niet meer volledig met de speciekan vermengen, zodat er plaatselijk concentraties van de hulp-stof ontstaan, die tot ongelijkmatige bindings- en verhardings-verschijnselen aanleiding kunnen geven. Het is zelfs voorge-komen, dat men schilfers calciumchloride in de specie heeft*Het eerste gedeelte van dit verslag is gepubliceerd in Cement XIV (1962)Nr. 11, blz. 660-663. Het forum werd gevormd door de heren: ir. N. J.Rengers (voorzitter), J. F. Th. Lern, ing., D. W. E. Smit, prof. drs. E.M. T h e i s s i n g en M. H. Vale.7) Door de spreker wordt terloops opgemerkt, dat met het woord 'mortel', alsafkorting van 'cementmortel', wordt bedoeld een mengsel van cement, zanden water, zoals dat in een groot gedeelte van de wereld de gewoonte is.8) Zie ook het onlangs verschenen boekje 'Calciumchloride in beton' (Van deFl ie rt en De Ku ij er), ENCI-Prij'svraag 1969, uitgegeven door de Verkoop-associatie ENCl-CEMIJ N.V., Amsterdam.gestrooid, maar deze werkwijze is 'uit den boze', omdat mendan 'kruimels' verhard cement krijgt, die praktisch niet meerzullen deelnemen aan de normale verharding van de betref-fende specie.De 'heer L e m is van mening, dat men bij normaal onderhouddoor middel van schoonspoelen met water geen abnormaleaantasting of vervuiling van de mengapparatuur behoeft tevrezen. Indien men om de een of andere reden de mengtrom-mel e.d. niet met water schoonspoelt, is er kans op een ietssnellere roestvorming, daar chloor-ionen de corrosie van staalen ijzer versnellen.Vraag 12. Hoe stelt men op de juiste manier een mengselsamen van cement, zand, spramex en water voor toepassingin diverse soorten systeemvloeren?Door de heer D. W. E. S m i t wordt erop gewezen, dat ermomenteel door de 'Vloerencommissie' ('Commissie tot be-oordeling van gewapend-betonconstructies in woningen') voorruim 50 vloersystemen een modelblad is afgegeven9), zodathet zijns inziens onmogelijk is om voor al deze systemen ??nbepaalde samenstelling op te geven. Daarom zal hij dezevraag zo algemeen mogelijk dienen te beantwoorden.Naar zijn mening is het altijd raadzaam om zich steeds tenaanzien van het onderhavige vloersysteem te ori?nteren doormiddel van het betreffende modelblad.Bij de meeste vloersystemen wordt een zgn. drukverdelendelaag toegepast, waarvan de dikte over het algemeen zodanigis, dat men er bij de vaststelling van de grootste korrelafmetingrekening mee moet houden. Dit laatste is nog meer nood-zakelijk met het oog op de minimale doorsneden van het zgn.vulbeton, waarbij men bovendien nog rekening moet houdenmet het wandeffect. In veel gevallen zal de grootste korrel-afmeting dan ook op 16 mm gesteld worden, hetgeen de toe-passing van bij voorbeeld spramex noodzakelijk maakt. Voor-al voor het zgn. vulbeton dient de specie een behoorlijke ver-werkbaarheid te bezitten, ten einde tussen en vooral onderde gewoonlijk aanwezige wapeningsstaven geen holle ruimtente krijgen.In verscheidene vloersystemen worden poreuze, d.w.z. water-opzuigende betonelementen toegepast; deze dienen vanzelf-sprekend v??r het storten bevochtigd te worden, zodat er aande specie geen water onttrokken wordt.Wanneer men de toe te passen grootste korrelafmeting een-maal vastgesteld heeft, kan men Volgens de heer Smitde te gebruiken betonspecie op de normale wijze samen-stellen. Over het algemeen blijkt de aanwezigheid van eenextra hoeveelheid fijn materiaal gewenst en zeer gunstig tezijn. Bij de beantwoording van vraag 8 (zie Cement XIV(1962) Nr. 11, blz. 663) heeft de heer Vale meegedeeld, dat--volgens H u m m e l -- de hoeveelheid materiaal
Reacties