DE KUNSTVANDE INGENIEURMet de flitstrein naar ParijsNederland is een klein land. Dat betekent bij voortschrijding van de techniekeen relatieve toename van de import van idee?n en producten. Daar is nietsoptegen. Toen men zich datin de aanvangvan deze eeuwbegonte realiserenontstonden tal van grensoverschrijdende verenigingen om metgelijkgestem-den samen iets te doen en gedachten uitte wisselen. Het verenigen van allearbeiders van dewereld was wat hoog gegrepenen bleef een lokaal gebeuren. Het verenigen vanvakgenoten in technisch wetenschappelijke asso-ciaties werd een succes.De ingenieurs die hun producten Kunstwerkenmogen noemen, bestaan volgens de organisato-ren van een tentoonstelling afgelopen zomer inhet Centre Pompidou, 'L'art de I'ing?nieur', uitconstructeurs, ondernemers en uitvinders en hetliefst uiteen combinatie daarvan. Zo'n vierduizend personen van die catego-rie, onder wie rond honderd Nederlanders, zijn mondiaal verenigd inde IAB-SE, de 'internationale vereniging voor bruggen en algemene constructieleer'.Het constructeursgevoel, de innerlijke drang om welk materiaal dan ookvorm en afmetingen te geven waarbij de specifieke materiaaleigenschappenworden uitgenut om er een dragende functie mee te realiseren, is datgenewat die mensen bindt.Dat heeft dus veel te maken met ijzer en beton; maar ook met hout en metkunststoffen. Het heeft ook te maken metde in de tijd veranderende maat-schappelijke vraag naar constructies en met verbeteringen van materiaalei-genschappen, productie en bouwmethode. Nu, tweehonderdjaar na de startvan de industri?le revolutie, waardatalles begon, hebben enkeleNederland-se IABSE-fanseen eigentijds bezoekje gebracht aan de bovengenoemdetentoonstelling. Eigentijds, dat wil zeggen met de Thalys in ??n dag in de ver-gadercoup? heen en weer. Voorlopig nog even boemelen tot Lilie, maar dangebeurt er iets moois. Uurtje later, de auto's op de Autoroute du Nord voorbij-scheurend, aankomst op het Gare du Nord.NederlandseIAB5E-fansop studiereisin ParijsStaal en BetonTussen relikwie?n als een gietijzeren kolom en een eveneens gegoten spantvan het in tien maanden ontworpen en gebouwde, in 1851 geopende en in1936 afgebrande, Crystal Palace kon men zich de gang van gietijzer naarsmeedijzer, naar staal en die van klinknagels naar bouten en lassen weervoor de geest halen.Maarvooral ook de vragen uit de samenleving, de spoorbruggen voor hetgroeiende netwerk van treinverbindingen, de tentoonstellingspaleizen omde glorie van de industri?le revolutie te tonen, de stationsoverkappingenvoor de groeiende stoomlocomotieven, de eerste wolkenkrabbers in de cen-tra van de Amerikaanse steden en de torens, van VUurtorens en zendmastentot hetshowstuk de Eiffeltoren komen vandaag over als de met en in dat alleslevende scheppingsdrang.Tegen dit stalen geweld ontwikkelt beton zich relatief rustig. De bruggengroeien langzaam uit devorm en hettoepassingsgebied zoals gebruikelijk bijgemetselde exemplaren in park en stad. De eerste spoorbruggen ontstaanpas rond 1900, zoals het Rotterdamse Hofpleinviaduct. De vormgeving vande brug groeit maar langzaam van massieve boog naar eenboog bestaandeuit kokers. Ten slotte worden daar de lijven geheel of gedeeltelijk van wegge-CEMENT1997/10laten en ontstaat iets spannends, zoals de latere bruggen van Hennebiqueen de Zwitserse bruggen van Maillart. Opmerkelijk is die relatief langzameontwikkeling niet, als men zich bedenktdat een gedegen buigtheorie voor ge-wapend beton pas tegen het eind van de eeuw ontstaat. Beton kwam vooraltot z'n recht blj toepassingen waar de specifieke eigenschappen functioneelinteressant waren. Dus vanwege de waterdichtheid bij watertorens, trans~portleidingen en reservoirs, vanwege de massivi-teiten duurzaamheid voor funderingen en langza-merhand vanwege de vormvrijheid voor publiekegebouwen. Pas echt spannend wordt het als debetonnen schalen gaan ontstaan. Eerst voorzich-tig met de koepel van het Zeiss planetarium in dejaren '20 door Dischinger, gevolgd door Torroja'sMadrileense paardenrenbaan en markt in Aljeci-ras, door Nervi's vliegtuighangars in Turijn enOlympische stadions in Rome en doorde bouwwerken van Isleren Candela.De combinatie van waterdichtheid, massiviteit, vormvrijheid en de ontwikke-ling van de schaaltheorie maakte beton het ideale materiaal voor de bouwvan steeds grotere stuwdammen, koeltorens en offshore platforms.Licht en Lucht, Natuur en MilieuGlas en kunststof, vormgeving als schaal en 'houtjes touwtjes'-constructies,dat zijn de associaties die bij de bezoeker van de tentoonstelling bij de afde-ling 'lichte constructies' bovenkomen. Klassieke beroemdheden als Buck-meister Fuller hebben hier samen met de pioniers van de blaashallen, waar-van de grootste, ontworpen door de Japanner Kawaguchi, inmiddels een af-meting van meer dan 100 m heeft, een nieuwe trend ingezet.Nieuwe materialen, zoals het inde autoindustrie ontwikkelde gelijmde glas,vinden langzamerhand toepassingen. Vernieuwing in de klassieke materia-len betreft vaker productie en verbindingstechnologie, dan echte vernieu-wingen in het materiaal. Dat is niet verwonderlijk in een samenleving dievraagt naarduurzaamheid ten aanzien van technische levensduur en milieu,lage kosten en bouwsnelheid.Alle hout is geen timmerhoutEchte nieuwe materialen zoals het Franse BPR (Beton ? Poudre Reactive)worden ook in onze dagen in praktijk en laboratorium afgewisseld met nieu-wigheden door klassieke materialen als hout.En dat laatste blijftaanspreken; ook letterlijk. Hetduurt kennelijk langvoordeeigenschappen van een bouwmateriaal bij de burger aanleiding geven totbeeldspraak. Van Dale's zestalig spreekwoordenboek met rond de 1600spreuken kent er zeven waarin hout een rol speelt en geen enkele over staalen beton. Maar ja, afgezien van de subtiele duurzaamheid is hout door z'nspecifieke eigenschappen, het bezitvan trek- en druksterkte en het beschik-ken over een grote hoeveelheid holle ruimte, ooit het ideale bewerkbarebouwmateriaal geworden.Spijkeren, boren, schroeven, lijmen, zagen, kloven, ... noem maar op, probeerhet maar eens met beton of staal.En toch .... In een wijk in Haarlem, leert een krant, vreet de pseudomonas-bacterie de grenen palen onder meer dan duizend woningen op. Ten oostenvan Rotterdam overleeft een brugdek van staal, hout en asfalt zijn tientallenjarenjongere moderne kopie die aan vermoeingsscheurtjes lijdt. Om dan nogmaar niet over betonrot te spreken, weliswaar niet door organismen, maardoor matig ontwerpen en bouwen veroorzaakt.Er is kennelijk behoefte aan breed geori?nteerde constructeurs, onderne-mers en uitvinders, om deconstructieve uitdagingen van onze tijd te ontdek-ken en aan te pakken. Voor de smalle materiaalspecifieke constructeur isweinig plaats. Lees het maar eens na in het hieronder beschreven, zeshon-derd pagina's tellende rijk ge?llustreerde boek. Nederlanders zult u er niet integenkomen. Hoe zou dat ook kunnen als onze grote constructeurs ook in ei~gen land anoniem blijven, tenzij ze problemen veroorzaken of politicus zijngeworden.L'art de l'ing?nieur, ?dition du Centre Pompidou, lJaris 1997.ISBN: 2-85850-911-531
Reacties