DE BETONMARKT NU EN INDE TOEKOMSTJaarrede door prof..ir.A.Glerum, voorzitter BetonverenigingTijdens zijn jaarrede op de Betondag, 22 november 1990, stond de voorzitter van deBV uitvoerig stil bij de maatschappelijke ontwikkelingen die grote invloed hebbenop de bouw. Het is van belang die trends te kennen om vanuit de betonindustriedaar goed op in te kunnen spelen. Kansen en bedreigingen gaan hand in hand, maarde ontwikkelingen op het gebied van zowel de betonmortel als de betonelementenzijn hoopgevend.Algemene maatschappelijke ont-wikkelingen vormen een eersteaandachtspunt.Er zijn de laatste jaren opvallend veelrapporten verschenen over de 'maak-baarheid' van onze samenleving.Enkele daarvan zijn: de 4e Nota Ruim-telijke Ordening, het StructuurschemaVerkeer en Vervoer, de Nota Rail 21 vanNS, het Nationaal Milieu Beleidsplanen de aangepaste variant NMB+. Ookworden door verschillende gemeentenplannen ontwikkeld om de binnenstadte herwaarderen. Kortom, velerappor~ten die erop duiden dat het mogelijk isontwikkelingen te plannen en te orga~niseren. Hoewel ook in het verledenveelvuldig dergelijke rapporten zijnverschenen, valt het op datinde huidigerapporten een gewenste maatschappe-lijke ontwikkeling wordt geschetst. Diewens is gebaseerd op de overtuiging datde mens zijnomgevingkanbe?nvloedenen dat die omgeving voor de mens leef-baar zal blijven.Gezien de ontwikkelingen van enkelejarengeledeniserdus kennelijkbehoef-te aan herstructurering, aan plannenmet visie op de maatschappij.In die maatschappij zijn op technisch.gebied parallele ontwikkelingen te ont-dekken:Hetwas 5 ? 10jaargeleden nog ondenk-baar dat grootscheepse plannen werdenontwikkeld, omdatdie een zodanigein-greep inonzeomgevingzoudenbeteke-nen dat we daarmee de natuur, de om-geving, onrecht aandoen. De laatste ja-ren worden dergelijk? plannen min ofmeergeaccepteerd. Van integratie bij deplanontwikkeling is echter nog weinigsprake. Dikwijls wordt slechts ??naspect zeer gedetailleerd uitgewerkt.voorbeelden zijn het Nationaal Milieu16Beleidsplan en het StructuurschemaVerkeer en Vervoer. Samenhang wordtwel gesuggereerd, maar in werkelijk-heid is die er niet, omdat de beleids-maatregelen niet convergeren.Als de betreffende plannen meer in de-tail worden bekeken dan zijn er diversesmaakmakende ontwikkelingen te on-derkennen. Het l;tatste is natuurlijksterk beeldbepalend. De buitenwereldkrijgt daarmee een idee van de ontwik-kelingen op een bepaald gebied, in onsgeval de bouwpraktijk. Door die voor-beeldfunctie ontstaat ook meer ruimtevoor ontwikkelingen van de min ofmeer gebruikelijke bouwpraktijk.Zo is het financi?le klimaat dusdaniggewijzigd dat het weer mogelijk wordtom grootschalige projekten aan te pak-ken. Meer dan in het verleden zijn daar-bij ook particuliere beleggers betrok-ken. Als er een behoefte bestaat aangrootschalige bouwprojecten, blijkt opde een ofandere manier daar ook de fi-nanciering voor te zijn. Als het niet luktvan overheidswege, maar de behoefte isdesondanks groot genoeg, dan kan heteen en ander ook langs particuliere wegworden gerealiseerd.Eenandere ontwikkelingbetreftdeher-waarderingvan de binnenstad.We heb~ben jarenlang een trek naar buiten ge-zien, met name in de Randstad. Op hetogenblik is een omgekeerde ontwikke-ling merkbaar. Klaarblijkelijk onder-kent men aan het wonen in grote bevol-kingsconcentraties ook voordelen. Al-lerhande voorzieningen zijn dicht bij dehand, de afstand tussen wonen en wer-ken is beperkten hetwonen ingrote ge-bouwcomplexen kan zeer comfortabelzijn. Een stedebouwkundig- en plano-logisch georienteerde ontwikkeling diedaaraan nauw verwant is, betreft de'compacte stad', een verdichting van debinnenstad die wel eens met het lelijkeNederlandse woord 'inbreiden' wordtaangeduid. .Op allerlei plaatsenin de binnenstad diebraakhebben gelegenofdie een minderhoogwaardige bestemming hadden,worden woningcomplexen gereali-seerd. Een verandering van produktie~maatschappij naar een meer dienstver-lenende maatschappij zal daar mede de-bet aan zijn. Zo worden verschillendehavenfaciliteiten in Rotterdam en Am-st~rdam geschikt gemaakt voor bewo-mng.Eenandere ontwikkelingis de sterk toe-genomen aandacht voor het milieu. Wehebben jarenlang onze zorg voor hetmilieu beperkt tot een geloofsbelij-denis. Op dit ogenblik echter is eengroot deel van onze bevolking bereiddaar ookde consequentiesvan te dragen.Wij zijn ons bewust geworden van hetfeit datwij onderdeelzijnvaneen grotergeheel, datwij levenineeneco-systeem.Bij het uitwerken en plannen van pro-jecten wordt met deze ontwikkelingenrekening gehouden. Veel aandachtkrijgt daarbij het onderzoek naar dehaalbaarheid van de plannen. Maar menschuwt grootse projecten niet. Enkelesaillante voorbeelden mogen dit illus-treren:Het openbaar vervoer in het algemeenen NS in het bijzonder staan aan het be-gin van een periode waarin groot-scheepse projecten totstand moeten ko-men. Het bedrag dat daarmee gemoeidis ligt in de orde van grootte van f 20miljard voor de komende 10 jaar. Datbetekent gemiddeld f 2miljard perjaarvoor allerhande voorzieningenwaarvanCement 1990 nr. 12eengrootdeel uitcivielewerkenbestaat,zoals nieuwe spoorbanen, baanverbre-dingen, aparte busbanen en ten dele on-dergrondse sneltramtrac?s.Ook in de steden worden geavanceerdeen zeer gecompliceerde projecten nietgeschuwd. Met behulp van de compu-ter, CAD-CAM-systemen, kunnenprojekten worden ontworpen en gerea-liseerd die vroeger moeilijk uitvoerbaarwaren geweest.De brug over, de Grote Belt in Dene-marken is daar een goed voorbeeld van,maar ook de vormgeving van gemeen-schapsgebouwenzoals tropische ZWem-baden en dergelijke voorzieningen. Intoenemende mate komen zeer bijzon-dere bouwvormen tot stand dank zij deautomatisering in ontwerp en produk-tie. Datis een maatschappelijke ontwik-keling die invloed heeft op de bouw-markt.Veranderingen in de onderlingeverhoudingen in de bouwmarktIn hetverleden werd het werk aangebo-den door opdrachtgevers. Het kwam inhet algemeen via aanbestedingen op demarkten bij een aannemer terecht. Delaatstejaren treedt hierin een kenteringop.Aannemers gaanzich meer opstellenals bouwondernemers, als de organisa-torenvan bouwwerken. Zij spelen daar-bij in op de latente behoefte aan bouw-projecten.Deze ondernemingen ondergaan ookeen schaalvergroting. De aangebodengeavanceerde en gecompliceerde ont-werpen vereisen een grotere mate vanexpertise en deze is alleen rendabel temaken bij grotere omzetten.De invloed van de overheid als op-drachtgeverwordt minder en die van departiculiere sector groter.Door de gewijzigde opstelling van debouwonderneming nemen andere par-tijen functies Van de eerste over. De toe-leverende industrie doet zich meer gel-den. Deze beschikt dikwijls over meerspecialistische kennis en ervaring Waar-mee de bouwonderneming zijn voor-deel kan doen. Hetzelfde geldt voor ge-specialiseerde onderaannemers. Parti-culiere bedrijven met specialistischekennis hebben dikwijls een voorsprongop andere ondernemingen.Het belang van beton bij deze ont-wikkelingenBeton is nog steeds een eenvoudig toe tepassen bouwmateriaal, gebaseerd opveel kennis en ervaring. Anders echterdaninhetverledenwordt de besluitvor-ming over de toepassing van materialenniet meer alleen overgelaten aan detechnicus (de bestekschrijver), maar ookCement 1990 nr. 12de initiatiefnemer (de opdrachtgever) isbetrokken bij deze keuze. De besluit-vorming die tot een bepaalde construc-tie leidt, komt dus op andere wijze totstand~Daarbij zijnde technologische ei-genschappen van materialen van grotebetekenis. Geavanceerd bouwen bete-kent onder meer dat de betrokken ma-terialen aan speciale technische eisenmoeten voldoen.Men zou kunnen spreken van een spi-raalwerking. Door de techniek wordengeavanceerde materialen gegenereerd.Dat stimuleert de ontwikkeling vanprojecten waarin deze mogelijkhedenworden uitgebuit. Die ontwikkelinggaat verder en zo moet door de techniekvoortdurend invulling worden gegevenaan het voldoen aan aangepaste materi-aaleisen.De veranderingen in de besluitvormingbetekent dat nu andere partijen verant-woordelijk zijn voor het ontwerp en deopdrachtverlening.Ervalt eenverschui-ving te constateren van adviseur naarbouwondernemer.Alvorel1seenprojecttotstand komtzul-len bedrijfseconomische afwegingenworden gemaakt. Daarbij spelen mate-riaaltechnologische argumenten zoalsonderhoudsgevoeligheid, betrouw-baarheid e.d. een doorslaggevende rol.De relatie tussen opdrachtgeveren bou-wer/bouwonderneming is nauwer ge..:worden. De eerste verkeert in een beterepositie om de kwaliteit te eisen die isovereengekomen. Daarmee wordt nietgesuggereerd alsofin het verleden geenkwaliteit werd geleverd, maar door deiniti?rende rol van de bouwonderne-ming komthetkwaliteitsaspect meer opde voorgrond te staan.De perspectieven van de betontoepas-sing zullen onder meer afhankelijk zijnvan de mate van kennisoverdracht aanalle betrokkenen in hetbouwproces. DeBetonvereniging doet veel aan het over-dragen van kennis over nieuwe ontwik-kelingen, maar vergeet daarnaast nietdat ook bestaande kennis en ervaringopde juiste plaatsen terecht moet komen.In de vele cursussen en andere vormenvan opleiding krijgen deze zaken veelaandacht.De maatschappij stelt hoge eisen aan hetbouwen, dus aan beton. Datvraagtgrotetechnologische kennis die verkregenwordt door bundeling van bestaandekennis en door onderzoek op gebiedenwaarin het nog aan voldoende kennisontbreekt.Er bestaan in Nederlandver-schillende instituten die zich met on-derzoek bezig houden. Maar de maat-schappij zal voldoende geld moeten op-brengen om verdere ontwikkelingen testimuleren.Cijfermatig inzichtIn dejaarrede 1985 van de BV-voorzit-terwerd ingegaanop de investeringeninde bouw als percentage van het brutonationaal produkt. Toen werd de ver-wachting uitgesproken dat die investe-ringen in de bouw met meer dan 10%zou afnemen. Het tegendeel was waar.Sindsdien is er sprake geweest van eenstijging van meer dan 10%, ofschoon ditjaarwaarschijnlijk van een lichte terug-gang sprake zal zijn. In absolute cijfersvertaald, is er een stijging geweest vanf 35 miljard in 1985 tot f 52 miljard in1989/1990. In 1985 werd verwacht dathet bouwvolume aan beton zou afne-men van 14,3 miljard m3beton in 1984tot 13,5 miljard m3 in 1988.Inwerkelijk-heid bleef het volume constant: ook in1989 werd naar schatting 14,2 miljoenm3beton geproduceerd.Al met al een onvoorstelbare hoeveel-heid indien men zich realiseert dat dejaarlijkse betonproduktie neerkomt opeenprismameteen grondoppervlakvan1bij 1 kilometer en een hoogte van 14,2m.Materiaal wordtverwerktdoor mensen.Ook de cijfers over de werkgelegenheidin de bouw zijn illustrerend.In 1983 tel-de de bouw 120 000 werklozen. Eind1989 bedroeg dat aal1ta136 000. Hierbijis wel uitgegaanvan de min ofmeerver-vuilde bestanden van arbeidsbureaus,maar de cijfers geven een duidelijketrend aan. Worden deze cijfers afgezettegen de vacatures in de bouwnijver-heid, dan valt er in 1983 een dieptepuntte constateren met slechts 1000 arbeids-plaatsen. Dat aantal is gestaag toegeno-men tot 13 000 in 1989. Tot 1985/1986was de verhouding tussen het aantal va-catures en hetaantal werklozen nog cir-ca 1:10. Het afgelopenjaar bedroeg dieverhouding minder dan 1:3. Feitelijkblijkt daaruit dat de openstaande vraagnaar arbeidsplaatsen de beschikbare ar-beidsreserve overtreft. Dat zou dus dui-den op een gespannen arbeidsmarkt inde bouwsector.Er bestaateen gebrek aangeschooldear-beidskrachten. Maar de bouw is jaren-lang een slechte werkgever geweest, diezijn werknemers naar andere nijver-heidssectoren heeft verjaagd. We zittennu met de gebakken peren. Hiermee isnog eens duidelijk aangegeven hoe be-langrijk goede opleidingen zijn.Hoe ziet nu, in 1990 de toekomst van debouwmarkt eruit voor de komende vierjaar?Vanuit verschillende bronnen is ge-tracht dit na te gaan voor de sectorenwoningbouw, utiliteitsbouw en deGww. De milieusector is hier niet als17De twee pilaren die de betonbouw dra-gen zijn de betonmortel- en de beton-warenindustrie. Beide bedrijfstakkenzijn inventiefin het vinden van oplos-.singenvoor de problemendie zich bij deuitvoering van projecten voordoen enbeide beschikken over de know-howvoor verdere ontwikkelingen.We dienen ons te realiseren dat bouw-industrie?n die andere materialen danbeton verwerken ook niet stilzitttm. Inhet verleden heeft beton bijvoorbeeldzijn belangrijke positie bij het makenvan tussenwanden verloren. Ook in debuitenspouwbladen wordt veel andermateriaal verwerkt. De inventieve ont-wikkelingen in andere materialen heb-ben hun weg naar de markt gevonden.Voor de positie van het materiaal betonzijn smaakmakende projecten sterkbepalend. Technische ontwikkelingendie zich voordoen bij verschillendeKansen voor betonWat zijn daarbij de perspectieven voorhet materiaal beton? De beantwoordingvan die vraag is minder eenvoudig. Inhet voorgaande is uitvoerig ingegaan opde plaatsvan betoninkomende ontwik-kelingen. De bouwmarkt zal wordengekenmerkt door bedrijven die in staatzijn in te spelen op latente behoeften.Specialisatie van toeleverende indus-trie?n enonderaannemerszal met nameop die bouwondernemingen afgestemdworden.Wat hebbenzij voor specialisti-sche kennis inte brengendie kan bijdra-gen aan het eindprodukt waarin de op-drachtgever ge?nteresseerd is?Totale bouwsector nieuwe betonsoorten zijn dan van groteDe totale bouwinvesteringen zullen in betekenis.komendejarennog iets stijgen.De groei Gewezen kan worden op de economi-is echter niet extreem groot. sche mogelijkheden van schuimbeton(Recent hebben zich nog ontwikke- , in grote delen van ons land met een zet-lingen voorgedaan die hierin niet zijn tingsgevoelige ondergrond, methet oogopgenomen: de golfcrisis en het stijgen- op het snel bouwrijp maken van terrei~de rentepeilzulleneenverhogingvan de nen, de aanleg van wegen en drijvendeinflatie tot gevolg hebben ende budget- funderingen.gefinancierde projecten nadelig be?n- Ookde toepassingvanhoogwaardigbe-vloeden. Wellicht kan.daardoor een te- tonbiedtperspectieven. Inditverband isrugloop van enkele procenten van het het interessant er op te wijzen dat bij detotale bouwvolume ontstaan.) bouw van nieuwe wolkenkrabbers in deUSA, waarbij gedacht wordt aan hoog-ten van 600 m, de toepassing van betoneconomisch verantwoord blijkt te zijn.Voor het zover is zullen nog talloze pro~blemen moeten worden opgelost, maardat maakt ons vak zo aantrekkelijk. Detoepassing van combinaties van staal enbeton in dit soort constructies is veelbe-lovend.WoningbouwIndewoningbouwwordteendalingvanenkele procenten verwacht. De beper~kingvan de investeringenindewoning-bouw hebben in belangrijke mate eenremmende invloed op de totale groeivan de bouwmarkt. Het nieuwbouw~programma daaltvan 110000woningenin 1988 tot ca. 80 000 in 1994. Het aantalgesubsidieerde woningen neemt nogverder afenwordt maargedeeltelijkge-compenseerd door een toename in wo-ningen in de vrije sector. Ook voor dewoningverbetering zal steeds minderdirecte overheidssubsidie beschikbaarzijn. Gelukkig zijn de reserves van wo-ningbouwcorporaties de afgelopen ja-ren dusdanig verbeterd dat daar ruimteaanwezig is om die woningverbeteringzelfstandig te financieren.GWWOok de GWW-sector zal in de komen-de vier jaren een lichte stijging te ziengeven van circa 3% perjaar.UtiliteitsbouwVerwacht wordt dat de totale utiliteits-bouw met enkele procenten zal stijgen.Geschat wordt 3% per jaar. De investe-ringen in het bedrijfsleven nemen dekomendejaren nog toe. Er is sprake vaneen kwalitatieve achterstand in de be-drijfshuisvesting die nog moet wordeningelopen. De bouwproduktie inde uti-liteitsbouw die voortvloeit uit over-heidsinvesteringen zal inkrimpen. Ditblijkt uit het betreffende meerjaren-uitgavenprogramma.een aparte categorie opgenomen, maarverwerkt in de ontwikkelingen in deutiliteitsbouw. In deze categorie zijnook de bouwactiviteiten in de agrari~sche sector ondergebracht.DOBetonpromotie in nieuwe faseDe cement- en betonbranche werkt voortdurend aan de ver-betering van het imago van beton. Dat gebeurt onder meerdoor middel van advertenties en sinds het voorjaar van 1989met het tijdschrift PIAZZA waarin het 'ongewone' van betonvoor het voetlicht wordt gebracht.Een nieuw element in deze betonpromotie is het hierbovenafgedrukte Beton-beeldmerk met bijpassende ondertitel:Daar maakje 't mee.Hetis de bedoelingdatallen die betrokkenzijn bij devervaar-diging en de marketing van cement en beton, dit beeldmerkstelselmatig en eenduidig gaan gebruiken. In grote lijnenwordt getracht te bereiken dat:- het positieve imago van beton bij de doelgroepen in debouw wordt versterkt;- de herkenbaarheid van de ondernemingen en mensen diedaadwerkelijk bezig zijn met beton, wordt bevorderd.Inde praktijkzal het beeldmerkworden gebruiktop commu-nicatiedragers als vrachtwagens, truckmixers en betonpro-dukten. Ook op briefpapier, nota's, brochures, posters, ten-toonstellingen en de aftiteling van films en video's is hetbeeldmerkop z'nplaats. Hetmerendeelvan depotenti?letoe-passersvanhet betonbeeldmerkzijntevindenbij de ledenvande BFBN, VBN en VOB.Tijdens deBetondag is het offici?le startsein gegevenvoor hetgebruik van het beeldmerk. De komende tijd zal het beeld-merk gaandeweg een vertrouwde verschijning worden in onsland.18 Cement 1990 nr. 12
Reacties