? utiliteitsbouw ? constructief ontwerp?ir.J.G.Kraus en ir.R.H. Wiltjer, D3BN Den HaagAan deBlaakin hetcentrum vanRotterdam wordtgebouwd aan een nieuwekantoortoren.Dit gebouw, dat nu nog bekend staat als 'HoofdkantoorCreditLyonnaisBank Nederland'(CLBN), bestaat uit een slanke hoogbouw van 105 m (29 verdiepingen) en een kleinerbouwdeel van elf verdiepingen, vrij van het maaiveld, de zogenoemde bussie. Verdermaakt een drie verdiepingen tellende kelder onder de hoogbouw en onder het plein deeluit van het opvallende bouwwerk.Voor de bijzondere architectuurzijn enkele interessante constructievevoorzieningen toe-gepast. De combinatie van beton en staal springt daarbij het meest in het oog.CONSTRUCTIEVANHOOFDKANTOORCLBNQ) Aanzicht zuid-west zijde, november '9552De 'Blaak Office Tower' is vanaf 1991ontwik-keld voor het Bedrijfspensioenfonds voor deMetaalnijverheid door de maatschap Alves-ta Inter Properties BV j Weijers Project-ma-nagement BV als een 'multi-tenant' kantoor.In 1993 is het gehele project overgenomendoorCogefo, een werkmaatschappij van Cre-dit Lyonnais Parijs, met de bedoeling er hethoofdkantoor van CLBN te huisvesten.ln-middels is bekend dat CLBN door de Belgi-sche Generale Bank van Credit Lyonnaisisovergenomen. Waarschijnlijk zal in de toe-komst het Nederlandse hoofdkantoor vandeze bank huisvesting vinden in het gebouw,waardoor ook de naamgeving zal verande-ren in Generale Bank Nederland.Bijzondere constructieHet gebouw aan de Blaak in het centrum vanRotterdam (foto 1) is een ontwerp van de be-kende Amerikaanse architect Helmut Jahn.Als Nederlandse co"architect is INBO uitWoudenberg opgetreden. Voor de bijzonderearchitectuur zijn enkele interessante con-structieve voorzieningen toegepast, die zijnontworpen door de constructie-adviseurD3BN Den Haag. Vooral de combinatie vanstaal en beton in de constructie geeft hetge-bouw een bijzonder accent.Bij hetontwerp en de bouwvan hetkantoor isrekening gehouden met de kwetsbare omge-ving. Ingeklemd tussen het in 1665 gebouw-de Schielandhuis en de Leuvekolk, staat hetgebouw op circa 10 m afstand van de oost-west metrolijn, terwijl ook een hoofdleidingvan de stadsverwarming direct naast de par-keerkelder ligt. Deze gevoelige belendingenen obstakels hebben invloed gehad op hetkelderontwerp; toepassing van verankerin-gen voor de wanden van de bouwkuip wasniet mogelijk.Om de overlastte beperken zijn de damwan-den niet verwijderd en uitgevoerd als perma-nente grond- en waterkering. Hierdoor kontevens het grondoppervlak optimaal benutworden.De bouwput is in twee delen uitgevoerd, zo-dat een economische stempelafstand ont-stond en de hoogbouw hierdoor in de tijd konworden voorgetrokken. Het deel van de par-keergarage datonder het plein ligt is laterge-start in de uitvoering, maar wordt gelijktijdigmet de hoogbouw opgeleverd.Een slanke kernDe constructie van de hoogbouw bestaat uiteen slanke, in het werk gestorte betonnenkern, uitgeprefabriceerde kolommen en bal-ken en uit massieve betonvloeren, uitge-voerd met een breedplaat.Bijzonder is de wijze van stabiliteit in dwars-richting. Het gebouw heeft een hoogte van105 m (foto 2), terwijl zich onder de hoog-bouwen hetplein een lOm diepe kelder be-vindt. Bij een breedte van de kern van circa 6m geeft dit, gerekend vanaf de onderkantvan de kelder, een breedte-hoogte verhou-ding van bijna 1:20.De afmetingen van de langwerpige kern zijnbepaald door de bouwkundige voorzienin-gen, zoals liften, trappen en schachten. Con-structief zou een bredere kern nodig zijn; ditzou echter een te groot beslag leggen op hetgeringe vloeroppervlak of zou een te grotebelemmering zijn voor de vrije indeelbaar-heid van de kantoorruimtes.Derhalve is ervoor gekozen de kern te latensamenwerken met enkele gevelkolommen.De kern is met grote stalen jukken op eentweetal plaatsen aan enkele geveIkolom-men gekoppeld. Daardoor wordt bij buigingvan de kern een normaalkrachtop de kolom-men uitgeoefend; oftewel de geveIkolom-men zullen de kern terug willen duwen wan-CEMENT1996jlneer deze door de windbelasting een uitbui-ging kr?gt.Dit principe is bekend onder de naam 'over-drachtsconstructie' of 'outrigger-systeem'en is in Nederland nog niet eerder toege-past. In andere landen wordt het toegepastvoor hoogbouw met een hoogte van circa200 m. Gezien de verhoudingen van het ge-bouwen detypische problemen, die normaalgesproken aan hoogbouwprojecten toebe~horen, kan ook hier van hoogbouw wordengesproken.Figuur 3 geeft een dwarsdoorsnede van hetgebouw; de outriggers z?n hierin duidel?kzichtbaar.De situatie b? dit project is reeds vaak verdui-delijktdoorhetgebouwte schematiseren zo-als in figuur 4 is weergegeven. De wankelepositie, voeten bij elkaar, wordt gestabili-@ AanzIcht zuId-oost zijde, november '95 seerd door de handen in de z? en de stokkenonder de ellebogen.De constructieve plattegrond van de twaalf~ @ De stabWte?t schetsmaUg weergegeven@ Dwarsdoorsnede over het gebouw de verdieping wordt getoond in figuur 5.F= F==..... I---f-Z ~~ ./!===-:........-I---1---I---F--!===-./ ~1'0... .// ~ , 1===1-~ 1===~1===~:fX \..Xl0011I I I II I I.TI I I~I..I I II ICEMENT1996/1AlternatIevenVoor de constructie z?n diverse andere con-cepten onderzocht. Een grotere kern, doorlo-pend tot aan de gevel, deed een zodanigeaanslag op de flexibiliteit van de indelingvande plattegrond, dat dit voor de opdrachtge-ver onacceptabel was.8?een andere oplossing, een stalen con-structie, is gezocht naar de mogelijkheid destabiliteitsvoorzieningen in de gevels teplaatsen. Ditnu was voor dearchitectonaan-vaardbaar.De gekozen variant, het staal-betonsysteemmet outriggers, tast de gevel niet aan en? Plattegrond van de twaalfde verdIepIng?12e verdiepinggeeft een groot, vr? in te delen vloeropper-vlak, waardoor een goede bruto-nettover-houding wordt bereikt. De vr?e indeelbaar-heid wordt slechts op enkele verdiepingenenigszins be?nvloed. Door de b?zonder con-structie komt een grote verhuurbare vloerop-pervlakte beschikbaar, waardoor het kan-toor volledig aan de verwachtingen voldoet.BerekeningenDe stabiliteitsberekening is b? een gebouwmet outriggers zeer complex. In het statischonbepaalde systeem spelen de stijfhedenvan de kern, de kolommen en de outriggerseen belangr?ke rol.53? utiliteitsbouw ? constructief ontwerp?VervormingenHet belangrijkste in ditontwerp- en rekenpro-ces washet beheersen van de vervormingenten gevolge van het gedrag van de construc-tie en de verschillende belastingen.Door de wind worden de gevelkolommen on-der de outriggers verticaal, dus in het vlakvan de gevel,belasten nietalleen meerlood-recht op de gevel. De vervorming is extra ge-compliceerd, omdat ook vervormingsver-schillen ten gevolge van verschillen in krimpen kruip zullen optreden; de staal-betonko-lommen onder de outriggers hebben immerseen ander krimp- en kruipgedrag dan de be-tonnen kolommen.Naar de diverse vervormingen van het ge-bouw is een uitgebreid onderzoek uitgeevoerd, wat heeft geleid tot tekeningen waar-op de maximale vervormingen zijn aangege-ven. Met deze mogelijke vervormingen vande achterliggende constructie is onder an-derebij het ontwerp van de gevel rekeninggehouden (fig. 8).Op verzoek van de opdrachtgever is voor hetgebouw nog een dynamische berekening eneen beschouwing over het comfort in de topvan het gebouw uitgevoerd. Dit heeft geleidtot een grotere zekerheid met het oog op degeschiktheid van het gebouw voor hetbeoogde doel. Het bleek niet nodig een 'Tu-ned Mass Damper' toe te passen (een grotemassa in de top van hetgebouw, waardoorde verplaatsingen en de versnellingen be-perkt kunnen worden). De maximaal optre-dende versnelling blijkt 0,08 m/s2te bedra-gen, een waarde die nauwelijks voelbaar zalzijn. De eerste eigenfrequentie bedraagt vol-gens de berekening 0,29 Hz.Vervormingen van de funderingEen andere bron van vervormingen en ver-vormingsverschillen is de fundering van hetgebouw. Daartoe wordt eerst het kelderont-werp toegelicht.Figuur 3 toont de drie lagen diepe kelder, ex-centrisch onder de hoogbouw gelegen enhoofdzakelijk ingericht als split-level par-keergarage. Ook de grote poer onder de kernen de outriggerkolommen zijn goed zicht-baar. De hoogbouw is gefundeerd met Vibro-palen.al verder gevorderd was. Enige zetting vanhet gebouw heeft dan al kunnen optreden,omdat er ter plaatse van de aansluiting vande outriggers aan de kern nog een vervor-mingsmogelijkheid bestond. Na het aan-spannen is de definitieve stabiliteitsvoorzie-ning in werking gesteld.
Reacties