Certificaat Betonmortel nuofficieel erkend.Stichting Betonmortelcontrole erkend door de Raadvoor de CertificatieOp 23 oktober 1985 ontving de Stichting Be-tonmortelcontrole, BMC, het offici?le certifi-caat van erkenning, verleend door de Raadvoor de Certificatie. Deuitreiking vond plaatstijdens een bijeenkomst in het Kurhaus teScheveningen, georganiseerd door de Ver?eniging van Betonmortelfabrikanten VBN.Deze bijeenkomst vond plaats ter afsluitingvan het zogenaamde Structuurproject Be-tonmortelindustrie, waarover in een afzon-derlijk artikel zal worden gepubliceerd.Deze erkenning betekent dat BMC met offi-ci?le goedkeuring het certificaat betonmor-tel mag verlenen. De certificeerder is dus ge-certificeerd.BetonmortelcontroleBMC vervult hiermee een cruciale rol in dekwaliteitscontrole in de betonwereld. Sinds1962 controleert BMC, uit naam van de Be-tonvereniging, betonmortelbedrijven die inaanmerking willen komen voor het predikaat'goedgekeurd door en onder technischecontrole van de Betonvereniqlnj;', Op grondvan deze goedkeuring mag zo'n bedrijf haarprodukt leveren met het KOMO/Betonver-eniging-certificaat. Door middel van niet-aangekondigde bezoeken blijft BMC nagaanof het bedrijf en haar produkten nog aan dereglementen voldoen. Overtredingen van hetreglement worden aan een Scheidsgerechtvoorgelegd.De kosten van keuring en controle wordengeheel door de betonmortelbedrijven opge-bracht. Op dit ogenblik zijn er 198 goedge-keurde betonmortelbedrijven, die gezamen-lijk meer dan 95% van de totale betonmortel-produktie realiseren. Waarmee duidelijk isdat BMC in de bedrijfstak een groot gezaggeniet.Sinds 1980 werkt de Betonvereniging samenmet KOMO inzake het stimuleren van een ef-fici?nt kwaliteitsbeleid in de betonbouw. Alsresultaat van deze samenwerking wordt van-af 1982 aan goedgekeurde bedrijven het KO-MO/Betonvereniging-certificaat betonmor-tel verstrekt. KOMO heeft in deze certifica-tie-verlening een administratieve functie.Het is BMC die controleert en (uit naam vande Betonvereniging) goedkeuring verleent.Dat de Raad voor de Certificatie BMC heefterkend als een certificerend instituut, ver-leent het certificaat een belangrijke meer-waarde.Cement XXXVII (1985)nr. 12ir. W.Colenbrander, voorzitter BMC,ontvangt het certificaat uit handen vandrs.H.Gundlach, directeur van de Raadvoor de CertificatieRaad voor de CertificatieDeRaad voor de Certificatie is in 1982 opqe-richt op initiatief van de overheid en het be-drijfsleven en is sinds eind 1983 operatic-neel. Er was grote behoefte aan het schep-pen van een ordening in de groeiende chaosvan keurmerken, kwaliteitsmerken, certifica-ten e.d, waarmee de consument in het alge-meen en ook de bouwwereld werd over-spoeld. Tevens diende dit initiatief het ex-portbelang van de Nederlandse industrie.Het vertrouwen van een buitenlandse afne-mer is immers groter als een produkt is voor-zien van een nationaal erkend certificaat. Bo-vendien zal het met nationaal erkende certi-ficaten eenvoudiger zijn om tot afspraken tekomen over onderlinge erkenning van certifi-caten in exporterende en importerende lan-den.BMC is de zesde certificatie-instelling diedoor de Raad is erkend. Eerder kregen KE-MA, KIWA, SKG, SOBA en VPGI het certifi-caat van erkenning. De belangrijkste criteriawaaraan de Raad het certificatie-systeemvan de aanvrager toetst, zijn (in de eersteplaats uiteraard) onpartijdigheid, deskun-digheid, betrouwbaarheid, rechtszekerheidvoor zowel bedrijven als afnemers en in-spraak van alle belanghebbenden bij het totstand komen van de certificatieproceduresen de kwaliteitseisen. Het certificaat moetde leverancier optimale zekerheid geven datzijn produkt (of het kwaliteitssysteem dat hijhanteert voor de produktie) aan de overeen-915gekomen eisen voldoet. De afnemer moetmet het certificaat optimale zekerheid krij-gen dat het produkt in een beheerst produk-tieproces is vervaardigd, dat onder voortdu-rend toezicht staat van een deskundige eer-tificatie-instelling, zodat hij kan afzien vanregelmatige afnamecontrole.ErkenningBMCBMC behoefde slechts minimale aanpassin-gen aan te brengen om te kunnen voldoenaan de criteria voor erkenning. Naar het oor-deel van de Raad loopt BMC voorop gezienhaar moderne aanpak van de certificering,omdat naast procescontrole ook een aan-vang is gemaakt met kwaliteitssysteemcon-trole. De erkenning zal, zoals reeds opge-merkt, de marktwaarde van het certificaatbetonmortel verhogen. Bovendien vond hetBestuur Betonmortelcontrole het waardevolde organisatie en werkwijze op deze manierte onderwerpen aan een deskundige beoor-deling, om te zien otrnen met de eigen struc-tuur inderdaad op de goede weg is. Desnelleerkenning bewijst dat dit het geval is.Vermeldenswaard in dit verband zijn dewoorden van drs.Gundlach, directeurvan deRaad voor de Certificatie, ter gelegenheidvan de uitreiking van het certificaat van er-kenning aan BMC: 'voor wie het gelijk vande kwaliteit zoekt, is het verschil tussen ge-lijk hebben en gelijk krijgen door BMC totminimale proporties teruggebracht'.Afzien van afnamecontroleVan groot belang voor de afnemers van ge-certificeerde beton mortel is de wijze waaropin de Voorschriften Beton Technologie VBT1986, die volgend jaar van kracht zullen wor-den, het certificaatbetonmortel is genoemd.In het normontwerp staat: 'Als betonspeciewordt geleverd door een bedrijf dat beschiktover een certificaat, afgegeven door een cer-tificatie-instelling, erkend door deRaad voorde Certificatie, dan kan worden afgezien vanafnamecontrole en mag worden aangeno-men dat de betonspecie voldoet aan de ge-stelde eisen. Keuring en controle geschiedenin dat geval door de producent, onder toe-zicht van de certificatie-instelling, voor zoverniet in strijd met de bepalingen van dit voor-schrift. De afnemer heeft in dat geval hetrecht op inzage van de resultaten van de des-betreffende controle.'De afnemer krijgt dus nu ook formeel de mo-gelijkheid om af te zien van de afnamecon-trole op de bouwplaats.ProduktdifferentiatieDe moderne wijze waarop BMC het certifica-tiesysteem hanteert, blijkt uit de produktdif-ferentiatie die met igang van 1986 in hetcertificaat zal worden doorgevoerd. Het cer-tificaat zal dan perbedrijf een opgave bevat-ten van de betonkwaliteit die standaard doordat bedrijf worden geleverd en waarvan delevering door het bedrijf wordt gegaran-deerd.Dit betekent dat ook voor minder frequentgevraagde betonkwaliteiten het betonmor-telbedrijf zijn produktieproces voortdurendmoet blijven testen. Het reglement Beton-mortelcontrole bevat voorschriften voor deproduktiecontrole, met per betonkwaliteiteen vastgelegde frequentie voor de monster-name ten behoeve van de produktiecontrole.Een en ander zal moeten leiden tot een goeduitgewerkt kwaliteitssysteem voor ieder be-ton mortelbedrijf.BMC zal in haar jaarlijks te publiceren lijstopgave doen van de gec?rtificeerde beton-kwaliteiten per bedrijf.Metselmortel en cementNaast betonmortel besteedt BMC ook aan-dacht aan fabrieksmatig vervaardigde met-selmortel. Vooruitlopend op de norm metsel-mortel, is inmiddels aan meer dan 25 beton-mortelbedrijven een voorlopige goedkeuringals metselmortelbedrijf verleend. Na vankracht worden van de norm zal voor metsel-mortel een certificatiesysteem worden uitge-werkt. .Tot slot kan nog worden gewezen op devoorbereiding van een certificatiesysteemvoor cement. Het overleg hierover tussen deBetonvereniging, BMC en KOMO en de be-trokken bedrijven zal naar verwachting in1986 zijn beslag krijge.n.J.H.K?hneSymposium 'De geschiedenisvan het beton in Nederland'Lessen uit het verledenProefbelasten van een spoorwegviaduct ingewapend beton. Hoe grootzou dedoorbuiging zijn?CementXXXVII (1985)nr. 12Derde lustrumHet betondispuut is op 6 oktober 1970 opge-richt als 'studievereniging van Delftse TH-studenten die in het materiaal beton ge?nte-r?sseerd zijn'. Het Betondispuut, sinds 1975een 'aangesloten organisatie' van de Beton-vereniging en.thans 219 leden tellend, heeftin samenwerking met de Betonvereniging op1 oktober 1985hetSymposium 'Degeschie-denis van het beton in Nederland'georgani-seerd.Nostalgie?Nostalgische gevoelens zijn niet direct teverwachten van Delftse TH-studenten dienog niet eens aan hun professionele loop-baan zijn begonnen. De ondertitel 'Lessenuit het verleden' maakt echter duidelijk watde jeugdige organisatoren voor ogen stond:de deelnemers een beeld van het beton enzijn toepassingen geven, beginnend in hetverleden en dan via het heden naar de toe-komst kijkend.Het programma vroeg aandacht voor zevenonderwerpen uit het uitgestrekte betonge-bied en daardoor ontstond een vrij volledigpanorama van de betontechniek: niet alleenhet verleden en het heden, maar ook de toe-komst, voor zover die zich thans al aftekent.WaardevolIn de openingsvoordracht vroeg prof.ir.J.Oosterhoff (TH-Delft) aandacht voor dewaarde van historische beschouwingen, ookop betongebied. Hij bepleitte het in standhouden van 'historische betonwerken of ge-deelten daarvan, als die dit waard zijn, als-mede-het voor vernietiging behoeden van re-levante archiefstukken. In dit verband noem-916de hij ook de TH-Groep 'Geschiedenis vande bouwtechniek', die onlangs is gevormd inverband met een opdracht van de Rijks-dienst voor de Monumentenzorg. Voorts be-tuigde hij adhesie meten vroeg hij onder-steuning voor het 'initiatief-Van derVIist', datzal moeten leiden tot een soort Beton-archiefannex Betonmuseum, voor het behoud vandocumenten, tekeningen, foto's enz. uit degeschiedenis van de betontechniek.FunderingstechniekAlle bouwwerken bezitten een of andere fun-dering. Prof.ir.J. van Loenen (KMA Breda)schetste de ontwikkelingslijnen van beton inde funderingstechniek,in het bijzonder depaalfunderingen. De houten palen kregenbeton-opzetters, maar zijn thans groten-deels verdrongen door palen van gewapendbeton en vooral van voorgespannen beton,en ook door de in de grond gevormde palenen diepwanden van beton.Bruggen en viaductenBruggen en viaducten zijn vanouds een be-langrijktoepassingsgebied van het materiaalbeton. Ir.J.J.Eberwijn (Directie Bruggen,Rijkswaterstaat) belichtte enkele markantepunten uit de ontwikkeling op dit gebied, zo-als vergroting van de overspanningen en debetekenis van vervormingen. Bij de evolutiein de dwarsdoorsnede blijkt de (niet-con-stante) verhouding materiaalkosten/ar-beidskosten een belangrijke rol te spelen. Deontwikkeling in het materieel (bijv. mobielekranen met een groot hijsvermogen) heeft detoepassing van grote geprefabriceerde be-tonelementen mogelijk gemaakt. Geconclu-deerd kan worden, dat ook bij bruggen en
Reacties