Cement en... nieuwe schoenen8200854 Cement en... nieuwe schoenen8200854inhoud820082 Inhoud4 ? 23Grote stationsprojectenin NederlandVeel stations in Nederland zijn niet meerberekend op de huidige reizigers-aantallen.10 Poort van Nederland TDe Europese hsl-reiziger komt in Rotterdam onsland binnen. Het nieuwe station RotterdamCentraal moet zich in effici?ntie, capaciteit.14 Publiek gebouw voor reizigers THet nieuwe station van Breda wordt een gebouwmet grote betekenis, voor de stad en de regio.23 Constructeur in de toekomst TIn alweer zijn laatste column kijkt Remko Wiltjernaar de toekomst: is die nou echt zo slecht voor deconstructeur?24 Landschap als organisatiestructuurHet nieuwe Centraal Station van Arnhem is metzijn dubbelgekromde vormen zonder twijfel ??nvan de gewaagdste ontwerpen van dit moment inons land.34 Verbouwing Rotterdam CSNa de vele bouwactiviteiten voor RandstadRail diejarenlang de aandacht trokken van de ruim100 000 reizigers die dagelijks van Rotterdam CSgebruikmaken.44 De kunst van het weglatenHet nieuwe station van Breda wordt een hyper-moderne OV-terminal met kantoren, woningen,commerci?le functies en een`parkeergarage'ophet dak.48 IBIS Amsterdam CentreBijzonder project op bijzondere locatieHet IBIS Hotel aan het Stationsplein te Amsterdamwordt momenteel uitgebreid met 180 kamers,over de treinsporen 2, 3 en 4 heen.18InterviewHans VosBeeldimpressie van deze futuristische,door sterarchitect Santiago Calatravaontworpen spoorwegkathedraal.40Verbouwen met dewinkels openOok de verbouwing van Utrecht CS iseen uitdagende klus, niet alleen omdatalle bestaande activiteiten tijdens debouw moeten kunnen doorgaan.93 Berichten96 Internet97 Boekbespreking98 Productinformatie100 Cement Vacant103 Contents104 Agenda82008Inhoud 356 GeluidsschermenInzicht in de achtergronden van het hoofdstuk`Esthetische vormgeving'uit de nieuwe normGCW-2007.60 HubertustunnelInleiding op een aantal artikelen over de bouw vande Hubertustunnel.64 60 jaar CementMensenwerkEerste aflevering in een serie interviews met demensen die Cement hebben gemaakt tot wat hetnu is: de auteurs.71 Drijvende verdiepingbouwIn een studie zijn de mogelijkheden en debelangrijkste technische aspecten van grotedrijvende bouwwerken onderzocht.76 Nieuwe betonsoortenvoor het funderen van drijvende stedenBetoncomposieten kunnen goed worden toe-gepast als draagconstructie voor drijflichamen.80 Veilig stedenbouwkundig ontwerpenHet Basisnet moet in de toekomst de gebruiks-ruimtes voor transport en de veiligheidszones.84 Eurocode 2 deel 5: KolommenHet vijfde artikel in deze serie gaat in op hetontwerpen en berekenen van kolommen enwanden.Bouwkunde Delft Op 13 mei jongstleden schrok heelNederland op: de faculteit Bouwkunde in Delft stond in brand.Gelukkig waren er geen persoonlijke slachto ers, maar er zijnwel veel (priv?)archieven verloren gegaan. Dat blijft velen nogmaanden en sommigen levenslang achtervolgen.Met verbazing kon iedereen op 13 mei toekijken hoe een mach-teloze brandweer de strijd al snel moest staken. Door accuraatingrijpen kon iedereen het gebouw echter tijdig ontvluchten.Velen dachten dat het een brandweeroefening was, maar volg-den gelukkig de instructies toch op. Al snel vinden we dat van-zelfsprekend, maar het gebouw zat qua vluchtwegen kennelijkgoed in elkaar. Dat moet je in ieder geval toch constateren. Uit-eindelijk was er ook een door de brandweer aangekondigde ?maar voor velen toch verrassende ? instorting. Waarmee ook hetlaatste sprankje hoop op redding van de inboedel verloren ging.Sommigen zijn naar aanleiding van de brand gaan twijfelen aande brandveiligheid, maar de zwaarste eisen ten aanzien vanbrandwerendheid gaan in de bouw niet verder dan twee uur.Het gebouw heeft het aanzienlijk langer volgehouden. Hierbijmoet wel worden aangetekend dat dit niet geldt voor de brand-werendheid tussen de verdiepingen. Van de andere kant: destrijd was al opgegeven en afgezien van een enkel straaltje blus-water, kreeg de brand vrij spel.Opmerkelijk positief was dat de organisatie zeer voortvarendreageerde. Een paar dagen na de instorting werd al met desloop begonnen, de lessen en tentamens gingen gewoon door,de medewerkers hadden snel weer een PC om mee door te kun-nen werken en er werden tenten gebouwd om het projecton-derwijs door te kunnen laten gaan. Met diverse collega's heb ikinmiddels contact gehad en natuurlijk is de brand onderwerp bijelk gesprek, maar van stagnatie is totaal niets te merken.Het dreunt natuurlijk een tijd na, maar Delft zal er uiteindelijksterk uitkomen. Met een nieuw gebouw, een saamhorigheid alsnooit tevoren en veel nieuwe energie gaat er in Delft zeer beslistiets moois voor terugkomen. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf.Vandaar dat ik vanaf deze plaats, mede namens de redactie ende uitgever, de faculteit veel sterkte toewens.RedactioneelBeeld coverTGV station Luik-Guillemins(foto: Daylight SPRL)HoofdredacteurCees Kleinmanvakblad over constructief ontwerpen82008Grote stationsprojectenomslag_cement_defCORR.indd 1 11-09-2008 15:38:491 2Cement en...Andries Harshagenart directorRimke Bartelsvormgever Twin Media bvMet de behoefte tot wijziging van de optische uitstraling kontegelijk een ander redactioneel format worden ingevoerd.Belangrijkste wijziging: een meer integrale aanpak van thema-artikelen, niet langer meer gesplitst in en voor verschillendevakgroepen. Het blad heeft zijn vorm gevonden in de volgorde:thema(artikelen), interview en daarna overige artikelen enrubrieken.UitgangspuntenFunctionaliteit en toegankelijkheid staan in het nieuweontwerp centraal. Tegelijkertijd is in de vormgeving en beeld-gebruik zorgvuldig gekeken naar esthetische waarden van hetblad, aansluitend bij de opvattingen over vormgeving vanconstructeurs en architecten. Anders gezegd: van beton kun jeprachtige dingen maken. Het blad moet dat uitstralen. Lezersmoeten trots op hun blad kunnen zijn.De toegankelijkheid van het blad wordt naast een andere (hori-zontale) redactionele opzet gewaarborgd door een duidelijkenavigatie. Van de cover via de inhoud en de (hoofd)redactio-nele column wordt u gemakkelijk door het blad heen geleid enCement is toe aan een restyling, zo bleekuit lezersonderzoek. De vormgevingheeft zich heel lang goed gehoudenmaar de algemene indruk was dat hetmoderner en frisser zou kunnen. De coverkan een duidelijker uitstraling hebben.Het logo van Cement was geen duidelijkherkenbaar eigen merk. De inzichten invormgeving zijn ook gewijzigd. Zo is dehuidige opvatting dat er in de lay-outniet met al te smalle kolommen magworden gewerkt om leesbaarheid en eenhogere leessnelheid mogelijk te maken.Cement en... nieuwe schoenen 82008 55Cement en... nieuwe schoenen 82008 55themaDroomhuis vanlouter ruimteArchitect MichaelShamiyeh van ShamiyehAssociates ontwierp voorzijn opdrachtgeefster een`Miesiaans' droomhuis.Ruimte, niets dan ruimtevloeit visueel samen methet omringende land-schap. Op de betonnenentreewand na, is debinnenruimte rondomslechts fysiek gescheidenvan de natuur door eengebouwhoge glaswand.Twee gestileerde `rots-blokken' van in het werkgestort schoon betondragen het ver uitkra-gende dakvlak.182008Droomhuis van louter ruimte 5met zo min mogelijk verschillende materialen leidde tot deuitvoering van het woonhuis in louter glas en beton. Een bijko-mende uitdaging voor het ontwerpteam werd gevormd doorhet beperkte budget van 1.350,- per m .ZandlopervormHet ontwerp van Shamiyeh bestaat uit een zandlopervormigvolume dat aan drie zijden is begrensd door gebouwhoge glas-gevelwanden. De vierde gevelwand is volledig van beton, op deentreedeur na. In de ruimte omsloten door de gevelwanden,staan twee kernen van beton als gestileerde rotsblokken. Dezedragen het dak en lossen tegelijkertijd de privacykwestie opdoor hierin het sanitair op te nemen. In de woonvertrekkenzorgt de geknikte vorm van de plattegrond voor al teveel inkijk.Het woonhuis is gedeeltelijk onderkelderd.De rotsblokken en de betonnen gevelwand zijn de enigedragende elementen. Ook de glasgevel is uitgevoerd zondergevelkolommen of beeldbelemmerende kozijnen. Het dakkraagt dus vanuit de kernen uit, op het verste punt zelfs 7meter. Dit is constructief opgelost met extra wapening in hetIne ter Borcharchispecials.comPassiefhuisHet kenmerk van een passiefhuis is de bijzondere combinatievan een aangenaam binnenklimaat en een zeer laag energiever-bruik. Het warmteverlies wordt verminderd en de warmtewinstgemaximaliseerd. Dit wordt bereikt door een goed uitgekiendontwerp, ori?ntatie op de zon, goede schilisolatie en een effec-tieve kierdichting. In de winter zorgen passieve warmtebronnen,zoals de zon, en interne warmtebronnen, zoals bewoners enhuishoudelijke apparaten, voor bijna alle benodigde warmte.Voor de kleine hoeveelheid verwarming die nog nodig is wordtgebruikgemaakt van slimme, hoogeffici?nte installatiesystemen.Een conventionele verwarming met radiatoren is daardoor over-bodig. In de zomer garanderen passieve strategie?n, zoals eengoed ontwerp, zware schilisolatie, de aanwezigheid van thermi-sche massa, zonwering en nachtventilatie, voor een comfortabelbinnenklimaat. Een passiefhuis verbruikt minder dan 15 kWh/mbruto per jaar voor ruimteverwarming. Ter vergelijking: hetverbruik voor woningen van 1960 is circa 200 kWh/m bruto perjaar, voor nieuwbouwwoningen 100 kWh/m en voor een lage-energiewoning 75 kWh/m .1 Lichthappers in het dak2 Opdrachtgeefster wilde zoveel mogelijkcontact met de omringende natuur2Mevrouw Susi Seifert, galeriehoudster, wilde in haar nieuw tebouwen woonhuis zoveel mogelijk contact met de omringendenatuur. Het ruimtelijk onderscheid tussen binnen en buitenmoest als het ware verdwijnen. Niet verwonderlijk dus dat alsnel de ruimteconcepten van Mies van de Rohe in beeldkwamen als inspiratiebron. Met name het Farnsworth House(Plano, Verenigde Staten, 1951) waarbij alle traditioneleelementen als scheidingswanden en deuren tussen de woonver-trekken zijn weggelaten. Gebouwhoge glaswanden verbindenhet interieur met het omringende landschap. De keuze voor ditruimteconcept als ontwerpuitgangspunt stelde architectMichael Shamiyeh voor meerdere uitdagingen. Allereerst waser het dilemma van privacy enerzijds en open ruimte metzoveel mogelijk visueel contact met de omgeving anderzijds.Een vergelijkbaar spanningsgebied ontstaat tussen de gewensteopenheid en de huidige normen voor energiezuinigheid incombinatie met hoge comforteisen aan het binnenklimaat inalle seizoenen. Ook in constructief opzicht vormt het Miesiaansconcept een uitdaging. Het cre?ren van een kolomloze ruimtevloerverwarmingventilatiekanalen7040014070650250180709000,000-1,080-0,430themadakvlak. Ondanks de grote hoeveelheid wapening is de door-snede van het betondak relatief dun gebleven (verlopend vancirca 260 naar 215 mm).De glasgevels zijn voor de dakrand doorgetrokken zodat dezerand wordt gereduceerd tot een minimaal streepje in de breedtevan het glasprofiel. Aan de vloer sluit de glasgevel op vloer-hoogte aan via een verzonken U-profiel.Beton in het zichtAlle betondelen zijn in het werk gestort. Het betonoppervlakvan wanden, vloeren en plafonds is in het zicht gelaten. Dewanden en het plafond zijn ruw gestraald om het gewensterotsachtige natuurlijke karakter te versterken. Alleen binnen dekernen in de badkamer is het betonoppervlak voorzien van eengladde pastelkleurige afwerklaag. De vloeren rondom dekernen zijn homogeen grijs gepoetst met een cementlaag.In de dikke wanden van de rotsblokken zijn aan de binnen- enbuitenzijde ronde vormen en nissen uitgespaard. E?n van derotsblokken dient als hoofdbadkamer voor de bewoonster engrenst aan haar slaapruimte. Het andere is ingericht als logeer-vertrek met eigen sanitair. Zo zijn aan de binnenkant ronderuimten gecre?erd waarin een bad en een douche zijn geplaatst.De rondingen zijn ter plaatse gemaakt met behulp van houtengietmallen.Aan de buitenzijde zijn er nissen van 300 mm diep voorboekenkasten van de bibliotheek.Alle voorzieningen zoals sanitair, het aanrechtblad, garderobe,praktische bergruimte, de trap naar de kelder zijn geconcen-treerd in de betonkernen. Om het beeld van de `monoliete'rotsblokken niet te ontkrachten zijn voor alle nissen deurenvan diffuus glas geplaatst in het vlak van de betonwand. Hetverlichtingsconcept sluit aan bij de betonuitstraling. In deavond vormen de glasvlakken een bron van diffuus licht.Daglicht komt de rotsblokken binnen via trapeziumvormige`lichthappers' in het dak.PassiefhuistechnologieEen van de grootste uitdagingen was het realiseren van eencomfortabel binnenklimaat zonder inzet van energieverslin-dende techniek. Het grote geveloppervlak in verhouding tot hetgebouwvolume en de hoeveelheid glas die al gauw leidt totoververhitting in de zomer, zijn duidelijk ongunstig voor deenergieprestatie van het gebouw.343 Ventilatiekanalen zijn opgenomaen in de verendelaag en de vloerverwarming in de dekvloer4 De binnenruimte is rondom slechts afgescheidendoor een gebouwhoge glaswand5 m0 1 2 3 47 bibliotheek8 badkamer9 slaapkamer0 berging1 k i1011129876543211 entree2 garderobe3 woonkamer4 gastenkamer5 keuken6 eetkamer7 bibliotheek8 badkamer9 slaapkamer10 berging11 werkruimte12 parkeerplaats82008Droomhuis van louter ruimte 7Om de prestatie te verbeteren, is zoveel mogelijk technologievan het passiefhuisconcept toegepast. Via geavanceerdecomputersimulaties zijn alle randvoorwaarden die het binnen-klimaat kunnen be?nvloeden in kaart gebracht. Zo is optimaalgebruikgemaakt van zonnewarmte, thermische massa, energie-effici?nt verwarmings- en ventilatiesysteem en isolatie. Om hetre?le gedrag van het gebouw te simuleren en te berekenen, iseen speciale `tool' ontwikkeld die de schaduwwerking van debomen ter plaatse meeneemt. Verwarming vindt plaats doormiddel van het ventilatiesysteem dat is uitgerust met een hoog-waardig warmteterugwinningssysteem. Alle in- en uitlaatroos-ters zijn verwerkt in de betonwanden, terwijl de luchtleidingenzijn opgenomen in de vloer. Ten behoeve van extra comfort inde winterperiode is vloerverwarming aangebracht in een zonelangs de glasgevels.De aanwezigheid van grote hoeveelheden thermische massa inde vorm van schoon beton heeft de energieprestatie gunstigbe?nvloed. Voor verwarming of koeling hoeft nauwelijks CO2producerende brandstof te worden ingezet. De totale energie-behoefte voor verwarming en koeling bedraagt slechts 21,9kWh/m2 per jaar. Het Miesiaanse ruimteconcept blijkt dus ookin deze tijd van energiebesparing mogelijk, ondanks de op heteerste gezicht zo ongunstige randvoorwaarden. PROJECTGEGEVENSProject Seifert House, Enns, OostenrijkOpdrachtgever Mevr. S.L. Seifert, Volkersdorf, OostenrijkArchitect Shamiyeh Associates (voorheenBAU|KULTUR), Linz, OostenrijkProjectarchitect Michael ShamiyehConstructeur Helmut SchiebelInstallatieadviseur Oskar PankratzAannemer Winfried OrthBRONNENwww.aeneas.nl5 Het dak kraagt uit vanuit de kernen6 Plattegrond563 31 Omslag, gebaseerd op het omslag uit Cement 2008 nr. 12 Inhoud, gebaseerd pagina 2 en 3 uit Cement 2008 nr. 1De inhoud wordt voortaan gecombineerd met het`Redactioneel'. Het colofon is naar achteren verplaatst3 Een thema-artikel, gebaseerd op pagina 4 t/m 7 uit Cement2008 nr. 3weet u aan het begin al vrij nauwkeurig wat er geboden wordt.Ook kleurgebruik speelt daarin een duidelijke rol, waaroverlater in dit artikel meer.OmslagDe cover heeft een duidelijk herkenbaar logo gekregen. In devormgeving is geprobeerd de relatie met de betonwereld teleggen door het logo een constructief karakter te geven. Het zalals merk ook een rol spelen door het in het blad regelmatig telaten terugkeren, bijvoorbeeld bij de diverse rubrieksonderde-len. Ook in de overige vormen van communicatie zal het logoeen duidelijker rol gaan spelen.Het blad heeft voor velen een bewaarfunctie. Op de ruggen vande bladen zal pas na een complete jaargang het logo zichtbaarzijn. Aan de kleuren kunt u zien welke jaargangen bij elkaarhoren.De lay-outVoor het binnenwerk zijn twee zaken van groot belang. Hetontwikkelde stramien en het lettertype. Het stramien zorgtervoor dat de ruimten in het blad beter worden benut en datvooral het beeldmateriaal meer kans krijgt zich te manifesteren.Het formaat van het blad is iets breder geworden. Het stramienlijkt een strak lijnenspel te zijn maar biedt binnen dit gecon-strueerde gegeven veel mogelijkheden tot creatieve plaatsingvan beeld en tekst. Voor de teksten is een meer open, moderneren speciaal op leesbaarheid getekende letter gekozen. Ditverhoogt de leesbaarheid en leessnelheid. Bovendien sluit hetlettertype goed aan bij regelmatig te plaatsten formules entabellen waarin vaak bijzondere tekens voorkomen.Als stijlkenmerk is gekozen voor een schuine lijn in een hoekvan drie graden die met grote regelmaat (maar nooit storend)in het blad opduikt.De artikelen zullen zoveel als mogelijk is op een linkerpaginabeginnen. Met adverteerders wordt nadrukkelijk meer reke-ning gehouden. De advertenties hoeven de concurrentie met deopening van een artikel niet meer aan te gaan en krijgen in hetnieuwe schoenenCement en... nieuwe schoenen8200856 Cement en... nieuwe schoenen820085618 thema8200818 Nabehandeling als kunstvormAfgelopen zomer werd het vierde betonnen beeld in een reeksvan zeven `Waterwerken' geplaatst langs het Amsterdam-Rijn-kanaal. Wederom ging de Utrechtse kunstenaar Ruud Kuijermet zijn adviseurs Johan Grimmelikhuijzen (constructeur) enGerard Drost (betontechnoloog) verder dan ooit tevoren. Eenmooi moment voor een tussentijdse evaluatie, met de vraag ofde vervuiling inmiddels vat heeft gekregen op zijn eerdereproducties.Het idee voor de serie Waterwerken ontstond uit Kuijersbehoefte de kunstwerken groter en voor buitenexpositiegeschikt te maken [1]. "Tot die tijd werkte ik tot een meter oftwee en met de materialen gegalvaniseerd ijzer en beton,waarbij ik vooral delen uit straatmeubilair gebruikte, zoalshekwerk en paaltjes." Omdat dit steevast problemen gaf bij deaansluiting, ging hij over op het gebruik van slechts ??n materi-aal: beton. Wel hield hij vast aan het collageprincipe: uitverschillende delen een geheel maken. "Ik heb toen een bekis-ting gemaakt met afgedankte gebruiksvoorwerpen en deze methogesterktebeton volgestort." Dat materiaal werd destijdsgebruikt bij de nieuwe brug in de A2 over de Lek bij Vianen.Gerard Drost deed er proeven mee in de naast het atelier vanRuud Kuijer liggende betoncentrale. Kuijer: "toen ik dat mate-82008Nabehandeling als kunstvorm 19Oppervlak"Een beeld is voor mij geslaagd als het een opeenvolging is vanvormen, waarin elke vorm zijn identiteit behoudt en allevormen bij elkaar toch ??n geheel zijn. Bovendien moet dat opeen verrassende manier gebeuren. Vandaar dat afzonderlijkedelen ook scheef op elkaar aansluiten of door elkaar heensteken, zodat het oog nergens een saaie aanblik tegenkomt." Bijbeeld 4 speelt tevens de huid een rol, omdat het een liggendbeeld betreft. "Als een vorm drie zijden heeft, kun je tweezijden glad houden, maar is ??n zijde toch wat ruwer, het heefteen structuur. Een flinter spaanplaat of een oude schutting,alles draagt bij aan de levendigheid van het beeld. Wel moet ikoppassen dat het niet teveel huid krijgt."Het oppervlak moet in elk geval zo dicht mogelijk zijn, zodathet weer er geen grip op krijgt. Luchtbellen moeten daaromzoveel mogelijk worden vermeden, zeker als er zoveel printsworden toegepast als in beeld 4. Ruud Kuijer: "Als er luchtbel-len zichtbaar zijn, dan doe je afbreuk aan het beeld. Bij het stukhardboard werken licht en schaduw heel goed. Als hier lucht-Nabehandelingals kunstvormriaal zag, dacht ik direct aan mijn buitenkunstwerken, quadegelijkheid, dichtheid en sterkte. Het was wel moeilijkerverwerkbaar." Het eerste manshoge beeld werd nog door Kuijerhelemaal zelf gestort; bij het volgende beeld begeleidde Drosthem."Het werken met betonnen beelden vergt een omgekeerdedenkwijze. Creaties ontstaan vanuit een negatieve vorm.Belangrijk is bovendien dat het beton de gehele bekisting vulten dat er nergens luchtbellen ontstaan. Het beton heeft dus eenzekere soepelheid nodig. Op plaatsen waar veel wapening zit,moet je bovendien rekening houden met de korrelgrootte vanhet grind."Beeld 1 in de serie Waterwerken is in twee keer gestort. "Daarinzit nog een lelijke stortnaad, waarvan we veel hebben geleerd."Ook beeld 2 is in twee keer gestort, met al meer aandacht voorde stortnaad. Beeld 3 is vervolgens in ??n keer gestort, met tochnog op 6 m hoogte een zichtbare verstoring. Ook beeld 4 is in??n keer gestort en hier zijn nog maar kleine naadjes van stort-pauzes zichtbaar.1Henk Wapperom 1 Het vierde beeld, met zijn kenmerkende verschillendeoppervlaktetexturen, voegt zich in de verzameling20 themabellen in zitten, neemt de beeldkwaliteit hiervan af."Een andere les is dat horizontale vlakken altijd luchtbellenopleveren. Hoe meer schuine en diagonale vlakken, des teminder problemen met luchtbellen. Verder zijn ontluchtings-pijpjes toegepast en zijn sommige platen zelfs geperforeerd.BekistingsmaterialenEen beeld blijft doorgaans zeker een week in de bekisting zittenin een binnenomgeving. Daarna staat het nog minstens eenmaand uit te harden voordat het naar buiten mag. Aanvankelijkvalt de blauwkleuring, vanwege de toegepaste hoeveelheidhoogovencement, op. Dit gebeurt vooral op plekken waarweinig of geen zuurstof kan komen, met name bij plastic bekis-ting. Bij een plastic vorm heeft het beton bovendien eenzodanig gladde huid, dat je het zelfs wilt aanraken. Bij houtenbekisting treedt blauwkleuring veel minder op, omdat het houtin zijn pori?n lucht bevat.Kuijer: "De naam Waterwerken verwijst naar het water; nietalleen staan de beelden langs het water, maar de vormenhebben dat ook in zich." Verschillende vormen in de beeldenhebben met water te maken: een container, een badkuip, eenroeiboot, een septic tank. Beeld 3 is onder meer gemaakt metbekisting van de pijlers van een brug bij Tiel. Verder wil Kuijerdat de beelden van verschillende zijden ook andere aanblikkenhebben, dat ze levendig zijn. Als je er omheen loopt, moet hetbeeld telkens mee veranderen. "De verschillende bekistingendie ik gebruik, met allemaal verschillende texturen, dragen allebij aan de expressiviteit van het beeld. Ze worden allemaalgekozen om hun vormkwaliteit. In beeld 4 heb ik dat nog eensbenadrukt door in sommige vormen bijvoorbeeld een strookhardboard aan te brengen of een lattenprofiel te timmeren. Hetmooie is: beton is een materiaal dat telkens een andere identi-teit krijgt op al die verschillende plekken. De enige afwerkingna ontkisten die ik heb toegepast, is het met een papjedichtsmeren van de conusgaten die ik bij beelden 3 en 4vanwege de omvang heb moeten gebruiken."KleurRuud Kuijer streeft naar beton zoals we het kennen en zaldaarom niet zo gauw kleur gebruiken. "Voor iedereen is betongrijs, en als het nieuw is, dan is het lichtgrijs." Aan de beton-technoloog de taak telkens bij een volgend beeld rekening tehouden met de kleur van de bestaande beelden. Dat kan doorbijvoorbeeld de verhoudingen portlandcement en hoogovence-ment aan te passen. Kuijer: "ik vond wel bij de oplevering datbeeld 4 een stuk lichter was dan de andere beelden. Bij beeld 32 Ruud Kuijer draait een afstandhouder vastfoto's: www.fotorobversluys.nl3 Geconditioneerd storten in de voormaligehal van Werkspoor2382008Nabehandeling als kunstvorm 21lag het initiatief voor de kleur geheel bij de betontechnoloog,maar bij beeld 4 hebben we er niet over gesproken." Nadatechter ook hier een beschermende coating op het beeld wasaangebracht, was het kleurverschil nagenoeg verdwenen. "Ikheb hiervan wel geleerd dat ik bij mijn volgende beelden ookde nabehandeling in het overleg betrek, omdat ik meer duide-lijkheid wil over de eenheid in kleur. Alle zeven beelden die ikin totaal wil neerzetten, moeten uiteindelijk ??n geheelvormen."Het onderwerp nabehandelen is overigens pas aan de ordegekomen toen er al twee beelden stonden en het derde beeldnagenoeg klaar was. Willem Addink, van de Haven- en Reini-gingsdienst van de gemeente Utrecht, bood toen aan debeelden tegen graffiti te beschermen door het aanbrengen vaneen coating. Kuijer: "de hele serie van drie beelden is toen in??n keer behandeld. Dat is me zo goed bevallen, dat ik er bijbeeld 4 zelf om heb gevraagd." De beelden zijn daartoe eerstschoongespoten en vervolgens nabehandeld met EurogardeanShield, een zelfopofferende coating. Eventuele verontreinigin-gen kunnen worden verwijderd met heet water. De coatingzwelt bij een temperatuur boven 60 ?C en kan gemakkelijk metde verontreiniging van de ondergrond worden afgespoten. Nahet reinigen moet wel een nieuwe laag worden opgebracht [2].Op het product zit tien jaar garantie; de gemeente geeft zevenjaar garantie op de applicatie.Vervuiling is overigens (nog) geen item, wellicht vanwege deplek waar de beelden staan. Ze staan geheel vrij en krijgen van(bijna) alle kanten wind, regen en zonneschijn. Daardoor is ernog maar weinig natuurlijke vervuiling zichtbaar.SchaalvergrotingBeeld 1 was voor Kuijer een grote stap op het gebied vanschaalvergroting. "Ik ging hier opeens van 2 m naar 6 m en hetbeeld is ook heel verticaal. Bovendien hangt er een badkuipaan, wat voor de constructeur een hele opgave was." Spannendwas het vooral toen de badkuip volliep met beton en het devraag was of de constructie het wel zou houden. "Van beeld 2 isde compositie al veel vrijer; er zitten diagonalen in, eengeknikte pijp. In beeld 3 hangt zelfs een soort heipaal aan eeneven groot vlakje als de badkuip bij beeld 1. Bovendien steektdeze paal dwars door het beeld heen."Ook de ondersteuning evolueert. De eerste twee beeldenmaakte Kuijer samen met een kleinschalige timmerman. Bijbeeld 3 heeft een echte infrabouwer geassisteerd bij het verste-vigen van de bekisting, een samenwerking die bij beeld 4 isvoortgezet. Kuijer: "Beeld 3 is een beeld waar je doorheen kunt.Ik zie regelmatig een groepje jongeren rond het beeld hangen.Dat doe je alleen als je je er beschut voelt. Ze hebben ook nietde neiging het te bekladden." Het is een beeld met veel schuinelijnen, waardoor de afwatering goed is. "Ik zal ook niet gauween beeld maken met op 3 m hoogte een vlak waar gegaran-deerd water achterblijft. Maar ik ben er niet echt bewust meebezig, ik richt mij toch hoofdzakelijk op de visuele kwaliteit vanhet beeldhouwen en het materiaal beton is waarmee ik mijnbeelden maak. Dat alles moet in eerste instantie een interessantbeeld opleveren."GrensverleggendInmiddels zoekt Ruud Kuijer nieuwe grenzen op. "Voor BosKa-lis maak ik momenteel een beeld voor bij de uitbreiding van hethoofdkantoor in Papendrecht. De plek vormt daarbij mijnuitgangspunt: welke kleuren zijn hier bepalend? Beton kanallerlei grijstinten krijgen en dat is betontechnologisch te be?n-vloeden." Kuijer sluit niet uit dat zijn beelden ooit een noggrotere schaal krijgen, in een nog wijdsere omgeving. "Dan zalzo'n beeld van veel grotere afstand manifest moeten worden.De consequentie is ook dat ik dan mijn werkwijze behoorlijkmoet veranderen." PROJECTGEGEVENSProject Seifert House, Enns, OostenrijkOpdrachtgever Mevr. S.L. Seifert, Volkersdorf, OostenrijkArchitect Shamiyeh Associates (voorheenBAU|KULTUR), Linz, OostenrijkProjectarchitect Michael ShamiyehConstructeur Helmut SchiebelInstallatieadviseur Oskar PankratzAannemer Winfried OrthBRONNEN1 Brehm, Ton, De huid van beton. Cement 2004 nr. 8.2 Seegers, A.J., Preventie van schade door grafitti bijRijkswaterstaat. Cement 2004 nr. 8.www.aeneas.nlHans VosOnlangs is het boek `Leren door demon-streren, de oogst van zeven jaar industri-eel, flexibel en demontabel bouwen'verschenen. In dit boek staan de resulta-ten van het IFD-demonstratieprogramma.Hans Vos begon in 1999 als projectleidervan dit programma. Ondertussen zijn we92 projecten verder en is het programmabe?indigd. Samen met bouwIQ blikt Vosterug op zeven jaar IFD.interview22_25_def_interview.indd 4 19-11-2008 16:04:3582008 5CVNaam Hans VosLeeftijd 40 jaarOpleiding Bouwkunde, bouw-productietechnologieWerkgevers de universiteit, eenindustrieel ontwerpbureau, eenadviesbureau voor de scholenhuis-vesting en sinds 10 jaar de SEVIne ter Borcharchispecials.com22_25_def_interview.indd 5 19-11-2008 16:04:37interviewIn 1997 bracht het ministerie van economische zaken hetrapport `marktpotentie voor IFD-bouwen' uit? Hieruit bleek datIFD-bouwen antwoorden kan bieden op het tekort aanvakmensen en de verscherping van de milieu- en arbo-eisen.Hans Vos: "De conclusie uit het rapport was dat IFD-bouwengoed mogelijk is, maar dat er wel een aantal belemmeringenzijn voor de toepassing van het concept. E?n van de aanbeve-lingen was om IFD te stimuleren met een voorbeeldenpro-gramma." EZ en VROM zetten dit programma op met de SEVals uitvoerder. Vos: "Toen dit programma in beeld kwam heb ikal snel aangegeven dat ik daar wel bij zou passen en ik ben erdan ook vanaf het moment van werven bij betrokken geweest.Formeel zijn we december 1998 gestart. De eerste wervings-ronde was in 1999."Wat Vos het best geslaagde IFD-project vindt dur hij niet tezeggen ? "ik vind ze zelf natuurlijk allemaal goed" ? maardesgevraagd noemt hij er een aantal. "De van Del groep heein Nieuwkuijk bijvoorbeeld een heel mooi gebouw neergezet.Wat ik verder een charmant project vond was een project vanPanagro aan de Elandstraat in Den Haag. Hierbij zijn tweewoningen op een invullocatie gebouwd. Binnen een week stondhet casco. Dit project demonstreert, net als het veel grotere LaFen?tre, de kracht van IFD voor bouwen op postzegellocaties.Hetzelfde geldt voor de Leeuw van Vlaanderen in Amsterdam.Verder vond ik De Kamers in de wijk Vat-horst in Amersfoorteen heel sympathiek project. De exibiliteit van dit gebouwwerd direct al op de proef gesteld, want al tijdens het ontwik-kelproces is het project naar drie verschillende locaties toegedirigeerd en op elke locatie was het mogelijk om metdezelfde bouwstenen net een ander gebouw te maken."CriteriaHet IFD-programma bestond uit vier verschillende wervingsron-des? Marktpartijen konden hun project aanmelden voor eendemonstratiestatus en de geselecteerde projecten kondenrekenen op een subsidie. In totaal zijn er in de vier rondes zo'n400 aanmeldingen binnen gekomen, waarvan er 92 de begeerdestatus gekregen. De projecten werden uiteraard beoordeeld opde mate waarin ze industrieel vervaardigd werden, exibelindeelbaar waren en demontabel waren, maar er waren meercriteria. Vos: "Andere aspecten waren duurzaamheid, e ciencyen samenwerking. Het laatste slaat terug op het proceswaarmee de projecten tot stand komen. Verder keken we naarde innovativiteit, de volkshuisvestelijke aspecten in het gevalvan woningbouwprojecten en op de navolgbaarheid. Je kuntnamelijk wel een mooi project stimuleren, maar als de werk-wijze maar voor ??n bedrijf werkt, heb je er als bouwsector nogsteeds niet zo veel aan." En dat is precies waar het volgens Vosbij het IFD-programma om draait: de massa bereiken.Houtje-touwtjeWe kregen af en toe wel eens het verwijt dat er projecten tussenzaten die niet achttien karaats IFD zijn? Dat klopt, we hebbenheel bewust gezocht naar een goede spreiding. Als je namelijkalleen de hoogvliegers selecteert, krijg je een heel select clubjemet allemaal mooie projecten, maar kom je te ver af te staanvan de reguliere bouwstroom. Ik heb er daarom liever ookprojecten tussen zitten die op een `houtje-touwtje manier'invulling geven aan IFD en daarin gestimuleerd worden doorzo'n subsidie. Je ziet dat de betrokken partijen nog een tandjebij zetten en zich verder verdiepen in de IFD-gedachte. Er zitdus een aantal projecten bij van mensen die in de gewone doen.Met de demonstratiestatus kregen ze een kans en voelden zezich gestimuleerd om hun nek uit te steken.""Het Scharnier in Hoogvliet, een project uit de eerste selectie-ronde, is hiervan een mooi voorbeeld. Het is een verzamelge-bouw dat door een woningcorporatie is gerealiseerd. Er zatenwel wat aardige idee?n achter, maar er waren geen partijen bijbetrokken die normaal ook bezig zijn met IFD. De betrokke-nen voelden zich door het programma gestimuleerd om extrainspanningen te leveren. Zo hebben ze bijvoorbeeld een ??n-op-??n maquette gemaakt waar de bewoners de verschillendeindelingsvarianten konden ervaren en hebben ze een exibili-teitsdeskundige van de TU Del bij het project betrokken. Hetproject is begonnen op een normaal niveau en ze zijn steedsverder gekomen en dat is precies wat je wil!"I, F of D?Als u terugkijkt: op welk gebied ? I, F of D ? zijn de belangrijkstestappen gemaakt? "De meeste aanvragen waren op het gebiedvan exibiliteit. Dat is toch wel het hoofdthema van de drie endat is op zich ook wel logisch vind ik. Flexibiliteit vertegen-woordigt namelijk waarde. Opdrachtgevers zijn ge?nteresseerdin wat een gebouw kan en minder in hoe het gemaakt is." Tochwordt de waarde van exibiliteit lang niet altijd voldoende opwaarde geschat volgens Vos. "Ik denk dat beleggers en instel-lingen die hun vastgoed langere tijd in beheer hebben veelmeer zouden kunnen leren van hun eigen facilitaire diensten.Er valt veel te leren door gewoon te kijken wat er de afgelopentien jaar met een gebouw is gebeurd en welke kosten hiermeegemoeid waren. Dit gebeurt in mijn ogen veel te weinig. Er820086 Hans Vos22_25_def_interview.indd 6 19-11-2008 16:04:381 Het dak kraagt uit vanuit de kernen82008Hans Vos 7wordt teveel gestuurd op investeringskosten en te weinig opexploitatiekosten."Daar waar opdrachtgevers meer aandacht besteden aan deexibiliteit, besteden de bouwende partijen volgens Vos meeraandacht aan het industri?le aspect. "Bouwers zijn er in ge?nte-resseerd hoe je iets op de meest e ci?nte manier maakt en danbij voorkeur met zo min mogelijk vakmensen. Van het demon-tabele aspect kun je zeggen dat dit een beetje het ondergescho-ven kindje is geweest. Hier is niet zo veel speci ek voor ontwik-keld. Natuurlijk werd hier bij de projecten die zeer tijdelijkwaren wel aandacht aan besteed, maar bij een hoop andereprojecten was het demontabel omdat het montabel was. Als jeindustrieel en exibel aan het bouwen bent zullen dingen noueenmaal uit elkaar gehaald kunnen worden."Streven naar een tienDat er niet meer ontwikkeld is op het gebied van demonteer-baarheid beschouwt Vos niet direct als een gemis? "Het isvooral belangrijk om van tevoren goed te bedenken wat je meteen bepaald gebouw wil. Je moet weten op welke onderdelen jewil inzetten en op welke onderdelen minder. Als je van tevorenweet dat een gebouw ergens 200 jaar kan blijven staat, hoef jenatuurlijk minder te investeren in demonteerbaarheid dan alseen gebouw ergens maar 20 jaar blij staan.""We hebben bijvoorbeeld ook voorstellen gehad waarbijopdrachtgevers ernaar leken te streven een 100 procent exibelgebouw te maken. Als je met zo iemand aan tafel gaat zitten envraagt of ze al die exibiliteit ook echt nodig hebben, danblijken er genoeg onderdelen waar dit helemaal niet noodzake-lijk is. Je moet niet altijd streven naar een tien. Het mag natuur-lijk wel, maar je moet je wel realiseren dat je stree naar eentien die je niet echt nodig hebt en die je wel geld gaat kosten."SamenwerkingOndertussen is de subsidiekraan van het project dicht-gedraaid? Dit houdt echter niet in dat er niet meer IFDgebouwd wordt. Een aantal bouwers is zich volgens Vos bewustgeworden van de waarde van exibiliteit en het nut van eenandere aanpak en is omgeschakeld. Als voorbeeld van zo'nIFD-bouwer noemt hij Nijhuis met het Trento systeem. "Ze zijndaar nu een jaar of zeven op een totaal andere manier bezigmet hun proces. Dat zie je misschien niet direct aan alle gebou-wen en of ze allemaal even exibel zijn weet ik ook niet, maarze hebben het industrieel bouwen omarmd. Ze hebben anderesamenwerkingsvormen gezocht en organiseren heel veel in devoorfase. Hierdoor kun je snel bouwen en houd je de faalkos-ten in de hand. Dit is een voorbeeld van een goede procesaan-pak. Maar, deze omslag kost wel veel tijd."BekendheidDe twee hoofddoelstellingen van het IFD-programma waren`het stimuleren van toepassingen' en `meer bekendheid verlenenaan het begrip IFD-bouwen'? Het eerste is gelukt met 92demonstratieprojecten, maar hoe zit het met de bekendheid?"Het thema exibiliteit staat, net zoals het thema industrieelbouwen, veel meer in de belangstelling. Goed, er was al eenautonome verschuiving aan de gang richting industrialisatie,maar ik heb wel het idee dat deze verschuiving onder invloedvan het IFD-programma is versneld. Verder merk je gewoondat de term IFD is ingeburgerd; ik zie de term steeds vaker.Laatst zag ik hem zelfs in een personeelsadvertentie waar zezochten naar een IFD-projectleider.""Al heel snel in het programma zag je dat ook fabrikanten determ gingen gebruiken: `ons product past binnen de IFD-crite-ria'. Dan vraag ik me af welke criteria dat zijn ? want wijhebben nooit harde criteria opgesteld ? maar het gee wel aandat mensen er mee willen werken. Stel dat we de de nitie heelprecies hadden uitgewerkt en we hadden gesteld dat de termalleen gebruikt mocht worden met onze toestemming, dan hadniemand het nu nog over IFD gehad...""Wat ons in de beeldvorming wel parten hee gespeeld is datbouwen. Slechts een klein gedeelte van de voorbeeldprojecten.Of de term IFD over tien jaar nog gebruikt wordt dur Vos niette zeggen. "Dat weet ik niet en dat maakt me ook niet zo veeluit om eerlijk te zijn. Zaken worden teveel in hokjes gestopt alsje het mij vraagt.122_25_def_interview.indd 7 19-11-2008 16:04:445 54 4en rubrieken is consequent doorgevoerd. Ook de vormgevingen lettertype van de rubrieken zijn duidelijker anders vankarakter dan die van de artikelen.Het kleurenpalet kan per jaargang wijzigen.Het ontwerp gepresenteerdBinnen de opdracht was uitdrukkelijk uitgesproken dat er perartikel moet worden gewerkt met dezelfde hoeveelheid tekst. Opde lengte van de tekst mocht niet worden bezuinigd. Om te latenzien dat er in de nieuwe vormgeving niet alleen meer rust enopenheid is gebracht, maar dat de vormgeving ook leidt tot eenbeter en prominenter beeldgebruik, is in de presentatie van deontwerpen gebruikgemaakt van artikelen die al eerder, in voor-gaande nummers zijn geplaatst. Onder de in dit artikel getoondespreads staan de edities en paginanummers van de gebruikteartikelen. U kunt dus zelf beoordelen of er met hetzelfde materi-aal in een nieuwe jas een beter resultaat is bereikt. blad een meer autonome plaats waardoor ze in attentiewaardevan hun eigen vormgeving beter tot hun recht komen.IllustratiemateriaalBeeldmateriaal krijgt een iets belangrijker plaats en ook inkwalitatief opzicht worden er hogere eisen aan gesteld. Bij deopeningen wordt zoveel mogelijk relevant en aansprekendbeeldmateriaal geplaatst en in de rest van de artikelen komenrelevante beelden met een toegevoegde waarde. Bladvulling isuit den boze. Niet alleen aan foto's, maar ook aan tabellen engrafieken is extra aandacht besteed.KleurenHet kleurgebruik is frisser maar tevens functioneel gehouden.Niet meer de driedeling van functionele groepen maar wel eendeling. Het kleurgebruik van thema-artikelen, overige artikelen4 Een thema-artikel, gebaseerd op pagina18 t/m 21 uit Cement 2007 nr. 75 Het interview
Reacties