BURGERLIJKEONGEHOORZAAMHEID VANDE CONSTRUCTEURn NRC-Handehbladv&n 15 oktoberjl. beeft een beschouwing gestaanover de subsidi?ringswoede van deoverheid, van de hand van A.Klein, oud-burgemeester van Meppel en emeritushoogleraar Bestuurskunde aan de Eras-mus Universiteit. Hij introduceerde hetmaatschappelijk middenveld en legdeuit wat dat eigenlij is: 'Iets ergingewik-kelds, dat wel, waar maar moeilijk zichtop te krij gen is. Het gaat om een immensingewikkelde structuur waar een voort-durende stroom, rechtstreeks uit hetmaatschappelijk leven voortvloeiendeinitiatieven een aldoor wisselende orga-nisatorische vorm krijgt. Tienduizen-den georganiseerde eenheden met eenmeer of minder sterke organisatorischestructuur krioelen dooreen: verenigin-gen, instellingen, stichtingen, commis-sies, werkgroepen, adviesraden, protest-comit?s, vakbonden, groene fronten,groot en klein, allemaal groepen engroepjes mensen die gezamenlijk in eengeorganiseerd verband iets trachten tebereiken. Ieder kan zich er vrijelijk bijaansluiten of kan met anderen ietsnieuws beginnen. Men kan het zo gekniet verzinnen of er bestaat wel een or-ganisatie voor.' Tot zover de heer Klein.Dat lezend, dacht ik aan het wereldjewaarin ik mij bevind. Het had voor datbeton-middenveld geschreven kunnenzijn: Stuvo, Stupre, Stubeco, Stutech,CUR, Betonvereniging, SBR, SBK,CROW, certificatie-instellingen, CIADenz. In dit circuit kan ieder zichzelf eni-ge malen tegenkomen.Zoals het maatschappelijk leven zonderal die initiatieven niet goed zou kunnenfunctioneren, zo ook de betonwereld.Door al die initiatieven en activiteitenzijn er geweldige intercollegiale stimu-lansen ontstaan, met als gevolg een brui-sende betonwereld. Het resultaat daar-van is veel research-activiteiten, ver-meerdering van kennis, waardevollecollegiale contacten, veel nieuwe richt-lijnen en voorschriften enz.Een prachtig voorbeeld hiervan zijn debetonvoorschriften, zo omstreeks 1952nog een dun boekje, nu een dikke bijbel,niet alleen meer enkel een voorschrift,nee ook te gebruiken als handboek vooreen groot aantal berekeningen en ande-re betontechnische problematiek.Het is een groot goed geworden, dooreen ieder in het betoncircuit hogelijkgewaardeerd.Deregulering is momenteel een begrip:ieder ziet in dat er in ons land teveel ge-regeld is en dat de maatschappij waar-schijnlijk beter zou draaien met watmeer vrijheden in ons onderlinge ver-keer. Over verkeer gesproken, juist inhet wegverkeer ziet men een prachtigvoorbeeld van het verlangen van de bur-gers naar een deregulering: voetgangersen wielrijders trekken zich niets meeraan van verkeerslichten; wie als auto-mobilist stopt voor een oranje licht, be-hoort zo langzamerhand tot de truttigeverkeersgroep. Dat dit allemaal moge-lijk is in onze toch wel goed geordendemaatschappij komt door een gebrek aancontrole, maar vooral door een gebrekaan motivatie. Men ziet de zin van hetgeregelde minder in. Het uit zich op al-lerlei gebied en we vatten dat samen methet woord: burgerlijke ongehoorzaam-heid.Zou die burgerlijke ongehoorzaamheidook doorgedrongen zijn in ons beton-wereldj e, waar we toch ook alles zo goedmenen te moeten regelen. Hier geldt: devraag stellen is de vraag beantwoorden.Ingewikkelde voorschriften, gebrek aancontrole, mede veroorzaakt door on-derbezetting van de Bouw- en Woning-toezichten, gebrek aan motivatie, ondermeer door een slechte honorering vanconstructeursbezigheden (zie ook hetartikel van ir.D.Stoelhorst in Cement1990, nr.10), vragen om constructeurs-ongehoorzaamheid.Dat de constructeur zich daarbij geenbuil valt, met andere woorden dat ergeen grote calamiteiten zijn op het ge-bied van de betonbouw, wordt veroor-zaakt door de grote mate van veiligheid:een belastingfactor van 1,7, meestal eenbetere materiaalkwaliteit en een lagerebelasting dan waarmee wordt gerekend.En mocht de constructeur zich dan nogniet helemaal vertrouwen, dan maar watextra wapening erin. Dat kon nog weleens goedkoper zijn dan een verfijndeberekening, zeker voor de constructeurzelf. Al met al, maatschappelijk vragenwe om een stukje burgerlijke onge-hoorzaamheid voor de constructeur.En daarbij te beseffen dat er nog heelveel geregel op ons afkomt, zeker in hetEuropa van 1992.In zo'n situatie moeten wij ons afvragenhoe wij in deze situatie verzeild zijn ge-raakt. Het is al gesteld, de constructeurwordt laag gehonoreerd en de controleop zijn activiteiten is gering.Daarnaast rijst de vraag of we de zakenniet overdrijven. Van de ene kant is heteen groot goed dat zovelen zich inzettenvoor het verfijnen van de voorschriften.De huidige VB 1984 wordt spoedig ver-vangen door de VBC1990 en ook de Eu-rocodes kondigen zich al aan.Geweldig al deze activiteiten, maar voorhet gros van de constructeurs hoeft hetniet. Zij willen rust en niet aldoor bezigzijn nieuwe kunstjes te leren. Datschaadt hun creativiteit.De vraag is, wat doen we eraan.Onze kennis neemt toe en door aanpas-sing van de voorschriften op de verwor-ven kennis en inzicht ontstaat een ont-wikkeling die niet mag worden afge-remd. Dat neemt niet weg dat de bouwvoor 90% bestaat uit eenvoudige con-structies, waarvoor al die kennis niet no-dig is.De conclusie kan alleen maar zijn dat degebruiker ook eenvoudiger middelenkrijgt aangereikt: eenvoudige voor-schriften of aangepaste handleidingen.Wie zich woordvoerder wil maken vande ontwerper van eenvoudige beton-constructies, mag reageren.Hoofdredacteur8 Cement 1991 nr. 2I
Reacties