? tunnelbouw ? onderzoek ? wapening/r.K. van Oosteren*)Reeds in 1985 werd in Cement aandacht besteed aan de toepassing van ge?xtrudeerdstaalvezelbeton in tunnelwanden [1]. Nu de eerste geboorde tunnel in Nederland in uit-voering komt en er een veelvoud voorzien is, neemt de belangstelling voor alternatievetechnieken zoals deze, snel toe. Aan de Technische Universiteit Delft wordt inmiddelsveel onderzoek gedaan naar deze veelbelovende tunnelbouwmethode. Ook het bedrijfs-leven en de overheid besteden er inmiddels aandacht aan. De verwachting is dat dezetechniek op termijn sneller en goedkoper wordt dan de segmentenmethode.Dit artikel, een voortvloeisel uit een afstudeeronderzoek aan de TU Delft [2], besteedtaandacht aan de constructieve toepassing van staalvezelbeton in een tunnelmantel.BOORTUNNELSVAN GE?XTRUDEERDSTAALVEZELBETONDe afstudeercommissie van dit afstudeer-onderzoek bestond uit:prof.drs.ir.J.K.Vrijling (voorzitter, TU Delft);H.H.M.Soen (MEBIN);dr.ir.C. van der Veen (TU Delft);ir.B.Polen (TU Delft).') De auteur is momenteel werkzaam bijHeereMac vof.CD Betonaanvoer bij extrusieprocesDe toepassing van ge?xtrudeerd beton voortunnelwanden bij uitvoering volgens deschildmethode is voor het eerst ge?ntrodu-ceerd door het Duitse aannemingsbedrijfHochtief. Bij deze methode, in het Engels'extruded concrete lining' (ECL) genoemd,wordt direct achter de staart van het boor-schild in een continu proces een zeer plasti-sche betonspecie gepompt, die voor desteundruk tegen de grond zorgt (fig. 1 en 2).Aan de binnenkant is een verplaatsbare sta~len bekisting aangebracht en aan de voor-kant een elastisch ondersteunde frontbe-kisting. De tunnelwand wordt niet van tradi-tionele wapening voorzien. In plaats daar-van kunnen aan debetonspecie staalvezelsworden toegevoegd.De bekistingbestaat meestal uit 1,20 m lan-ge, uit segmenten opgebouwde gietstalenringen. Dezeringen worden met daartoe ont~wikkelde apparatuur achteraan gedemon-teerd en daarna vooraan weer opgebouwdonder de staart van het schild. Het boor-schild zet zich af tegen deze binnenbekis-ting. De totale lengte van debekisting hangtafvan hetverharden van het beton en van demaximale boorsnelheid; tot nu toe is dezecirca 15 m lang geweest.In de staartvan hetschild bevindt zich de be-weegbare, door hydraulische cilinders elas-tischondersteunde frontbekisting met bin~nen- enbuitenafdichting.Het gesloten hydraulisch systeem kan dooreen gaskussen met een van te voren in testellen waarde op drukworden gebracht. Hetgasvolume moet zo worden gekozen, dat dedrukvariaties die tijdens de uitvoering ont-staan door bewegingen van de frontbekis-ting, zeer gering zijn. Daardoor kan enerzijdsgewaarborgd worden dat de druk tussenfrontbekisting en beton vrijwel constant blijften anderzijds dat variaties in de door de be"tonpomp aangevoerde volumestromen zon-der noemenswaardige drukveranderingenworden vereffend [3].@ Extrusiemethode geschematiseerd [3J52rsChild rfrontbekistingI~....~ / " ......../ ..,,/ ..."....' ....' /:'"," ,..,1/,/,',',- ._.--1I:::=a::;::;r '/',// .... ....'/ ./..../"....'","....'...'....-:/.../>'1~ betontoevoerleiding'-stalen binnenbekistingCEMENT1997/2De verwerkingseigenschappen van het be-ton worden door uitvoeringstechnische ei-sen bepaald. De betonspecie die door ver-schillende openingen in de frontbekistingwordt gepompt, moet zich binnen de ring-vorm gelijkmatig en homogeen verdelen.Daarbij moet de specie binnen nauwe gren-zen regelbare tegendruk kunnen bieden aande korrel- en waterdruk, ook bij tijdelijke stil-stand van de specieaanvoer. Dat vereist bij-zondere eigenschappen van de specie, diena het verlaten van de betonaanvoerleidin-gen binnen een voldoende uitgestrekte stro"mingszoneachter de frontbekisting, gedu-rende langere tijd in een vloeibare toestandmoet blijven.Indien aan de specie staalvezels wordentoegevoegd, moet wat betreftde mengbaar-heid, verwerkbaarheid en sterkteontwikke-lingaan tegenstrijdige eisen worden voldaan[3]. De betontechnologische uitwerkingvraagt dan ook de nodige aandacht.Een bouwwijze volgens het extrusieprocesheeft de volgende voordelen:? goedkoper dan de segmentenmethode;? hogere bouwsnelheid mogelijk dan bij desegmentenmethode, waarbij de ontgra-ving telkens moet worden onderbrokenvoor het plaatsen van een ring;? eenvoudig ontwerp;? door de hoge betondruk mogelijk gelijkma-tiger grondbelastingen dan bij de segmen-tenmethode;? met staalvezels:betere weerstand van demantel tegen brand en explosies;? grouten is niet nodig;en heeft als nadelen:? weinig kennis en ervaring beschikbaar;? ontbreken van voorschriften en kwaliteits-eisen;? complexe en daardoor dure boormachinenodig.In Duitsland en Japan zijn al diverse tunnelsgebouwd met behulp van ge?xtrudeerd(staalvezel)beton. Van de acht (bekende)tunnels die volgens deze techniek zijn ge-bouwd, is over de voortgang in de literatuurweinig bruikbare informatie te vinden. Pro"blemen die steeds terugkomen zijn de kwali-teitseisen die aan de tunnelmantel moetenworden gesteld, de uitvoering van de stort-naden, het bepalen van het ideale beton-mengsel en van de vereiste betonoverdruk[2].Effect staalvezelsAangezien bij het extrusieproces geen ruim-CEMENT1997j2te en tijd is voortraditionele wapening, kun-nen staalvezels, die met de betonspecieworden meegepompt, mogelijk uitkomstbie-den. De toepassing van staalvezelbeton isaan het einde van dejaren zeventig op ganggekomen en is nog steeds in ontwikkeling.Het wordt momenteel vooral toegepast inbedrijfsvloeren. In 1978 werd in Duitsland alstaalvezelbeton toegepast in een tunnel.ErJs veel literatuur over staalvezelbeton be-schikbaar. Voor een goede beschrijving vanhet effect vanstaalvezels in beton, zie [4].Kort samengevat: de vezels nemen nascheuren van het beton de trek op (vergelijkconventionele wapening); door het over-bruggen van de scheuren wordt de belastinghierlangs afgedragen. De scheurwijdtewordt beperkt. Het materiaal gedraagt zichtaai.Om een overzicht te krijgen is een poging ge-daan om alle beschikbare vezeltypen in Ne-derland en Belgi? te vergelijken aan de handvan CUR Aanbeveling 35 [5]. Hierin staatvoorgeschreven hoe de constructieve eigen-schappen van staalvezelbeton kunnen wor-den bepaald. Met een buigproef wordt eenbelasting-vervormingdiagram gemaakt. Uitdit diagram kunnen een buigtreksterkte eneen taaiheid worden bepaald.Deze aanbeveling is echter bedoeld voorvloeren en is voortunnelbouwtoepassingente beperkt. Bovendien worden in vloeren an-der betonmengsels en vezelpercentagestoegepast dan in tunnels. De Duitse voor-schriften van de DBV [6] lijken vooralsnogbeter te gebruiken voor de tunnelbouw.Er is bij de betrokken partijen grote behoefteaan verdere uitbreiding van de kennis en re-gelgeving van ontwerpen en werken metstaalvezelbeton. Er is namelijk wel veel erva-ring met het werken met staalvezelbeton,maar de constructieve kennis ontbreekt.Krachtswerking in tunnelringOm een eerste idee te krijgen van de krach-ten en vervormingen die optreden in een on-dergrondse tunnelring kunnen relatief een-voudige analytische rekenmodellen wordengebruikt. In [7] zijn de gronddrukken meteen Fourrierreeks ontwikkeld. Deze reken-methode houdt geen rekening met de inter-actie tussen grond en tunnelmantel, maar iswel eenvoudig toepasbaar.Methoden waarbij wel rekening is gehoudenmet de interactie tussen grond en tunnel-mantel zijn talrijk. Hierbij is onderscheid temaken tussen de verenmodellen en de con-? Grondbelasting op tunnelbuis@ Ovaal worden van tunnelbuis doorgrondbelastingtinu?m-modellen [8]. De laatste zijn hetmeest gebruiksvriendelijk en de uitkomstenvan de verschillende modellen komen rede-lijk met elkaar overeen [9,2].Doordat de verticale gronddrukken veel gro-ter zijn dan de horizontale, zal de tunnelbuiseen ovale vorm aannemen (fig. 3 en 4). Hier-door zal de grond boven en onder de buisontspannen. De gronddruk wordt actief (Kawordt Ka) en neemt dus af (KaJs de verhou-ding tussen verticale en horizontale grond-druk in de uitgangstoestand). Aan de zijkan-ten wordt de grond juist opgespannen. Degronddruk wordt daar passief (Ka wordt Kp)en neemt toe. De verschillen tussen degronddrukken rondom de tunnel nemendaardoor af, waardoor de buigende momen-ten ook zullen verminderen. De continu?m-modellen houden rekening met deze span-ningsverandering. De grond wordt echterweleenvoudigweg als lineair-elastisch be"schouwd.53? tunnelbouw ? onderzoek ? wapeningo5000 10000 15000 20000 25000 30 000 35 000~ E-modulus tunnelmantel (N/mm2)40000? Maximaal moment en normaalkracht ineen tunnelmantel als functie van de elastici-teitsmodulus van beton, berekend met con-tinu?m-model;Utrechts bodemprofiel, diameter 7,8 m,28,5 m onder maaiveld, d = 0,6 ma. maximum-momentb. maximum-normaalkrachtc. minimum-normaalkracht350300250200~ 150-"'=1:: 100QJEoE 50i~ ---,..r ~b or"""V.......... ( wit/'.?JI'V?/2250200017501500Z1250 =.+-1000.c:.uro'-750 =sroro500E'-0c250i0geometrische niet-l ineariteit/? Geometrische en fysische nieHineari-teit [la}In het afstudeeronderzoek zijn vooreen aan"tal fictieve tunnels in het Utrechts, Amster-dams en Rotterdams bodemprofiel de be-lastingen, berekend met hetcontinu?m-ma"del, uitgezet tegen de elasticiteitsmodulusvan de tunnelmantel. Hieruit blijkt dat demomenten sterk afnemen, maar de nor-maalkrachten nauwelijks. Figuur 5 toont deresultaten voor het Utrechts bodemprofiel.De waarden van de momenten volgens [7]liggen voor dit profiel overigens veel hoger(Mmax = 721 kNm); de normaalkrachten zijnvrijwel gelijk. Mits de vervormingen beperktblijven, geldt dus voor de tunnelmantel: hoeslapper hoe beter!Toch geeft dit een wat te optimistisch beeld.Bij een lagere stijfheid zal de tunnel, en dusook de grond, meer vervormen. Des te slap-per de tunnelmantel, des te gelijkmatiger degrondbelasting. De verandering van grond-belasting blijft niet eindeloos doorgaan. Degrond zal in de praktijk bij een bepaalde ver-plaatsing (onder meer afhankelijk van degrondsoort) plastisch worden. Zodra degrond zich plastisch gaatgedragen,zullen demomenten niet meer afnemen want de ver-vormingen van de grond gaan dan door, ter-wijl de belastingen uit de grond gelijk blijven.54Het is moeilijk, zo nietonmogelijk, analytischte rekenen met het plastisch gedrag van degrond. Om een nauwkeuriger beeld te krijgenkan een eindige-elementenmethode(EEM)-programma worden gebruikt.Aangezien het ovaal worden van de tunnel-mantel een behoorlijke reductie in de mo-menten veroorzaakt, moetworden gerekendmet modellen die de interactie tussen gronden tunnelmantel meenemen, zoals bij decontinu?m-modellen het geval is. Met dewetenschap dat de spanningen die de conti-nu?m-modellen opleveren volgens [9] altijdhoger zijn dan de praktijkwaarden, mag dekeuze van de continu?m"modellen voorals-nog veilig worden genoemd.Ook door de mantel dunner te maken ne-men de momenten af, waardoor de spannin-gen in de doorsnede afnemen. Bovendienblijft de normaalkracht vrijwel gelijk voor eenkleinere doorsnede. De normaalspannin-gen nemen dus toe als de mantel dunnerwordt, zodat de kans op trekspanningen af-neemt. Natuurlijk moet naast de sterkte,ook de vorm en de waterdichtheid wordengegarandeerd.Constructief ontwerpen metstaalvezelbetonAangezien er, behoudens voor bedrijfsvloe-ren, geen ontwerprichtlijnen voor staalvezel-beton bestaan, moet gebruik worden ge-maakt van ontwerprichtlijnen voor ongewa-pend ofgewapend beton. Gebleken is dat deoptredende momenten in een tunnelmantelafnemen bij verlaging van de stijfheid. Eenreductie van de stijfheid zal optreden als trek(dus scheurvorming) optreedt. Van staalve-zelbeton is bekend dat na scheurvormingnogeen zekere treksterkte resteert, zoals bijgewapend beton. Bij ongewapend betonworden door een juist ontwerp tweede-ordeeffecten voorkomen. Omdat de ongescheur"de stijfheid van staalvezelbeton en ongewa-pend beton gelijk is, zullen de resultaten vanberekeningen met continu?m-modellen ookhetzelfde zijn. De eigenschappen van staal-vezeibeton zijn echter na scheurvormingheel anders. Om dit mee te nemen in de be-rekeningen zullen ook tweede-orde effectenbestudeerd moeten worden.Bij het optreden van tweede-orde effectenzal de stijfheid afnemen, wat in feite eengunstig effect op de belastingen kan heb-ben. Het is dus de moeite waard om te kijkenhoe een tunnelmantel zich gedraagt bij hetoptreden van deze tweede-orde effecten.Voor gewapend beton wordt hiermee gere-kend [9]; deze rekenregels worden ook hiergebruikt.Tweede-orde effectenDoordat de grondbelastingen ongelijkmatigover de ring zijn verdeeld, zal de normaal-kracht Nexcentrisch aangrijpen met een ex-centriciteit eo (fig. 6). Door het moment Neobuigt de wand zijdelings uit, waardoor de ex-centriciteittoeneemt: mettoenemende nor"maalkracht neemt dus het moment meerdan evenredig toe: hier is sprake vangeometrische niet-lineariteit. De toenamevan de excentriciteit kan nog groter zijn in-dien het element ook nog scheurt: doorscheurvorming neemt de stijfheid af, waar"door het uitbuigingseffect nog verder wordtversterkt. In dit geval is niet alleen sprakevan geometrische, maar ook van fysischeniet-lineariteit [10]. Met name de laatstge-noemde kan flinke invloed hebben op de op-tredende belastingen [9].Bij het ontwerpen in gewapend beton wordtals volgt te werk gegaan om de maatgeven-CEMENT1997/2? M-N-IC-diagrammen voor B 35 en N = 1600 kNa. B 35, d = 0,6 m, met vezelsb. B 35, d = 0,6 m, zonder vezelsc. B 35, d = 0,3 m, met vezelsd. B 35, d = 0,3 m, zonder vezelsa/ '\.,./"'"!/ ~/ b/ lr"'"...-/I cV--- dV35302520158001000E......:z 600.xo M-N-IC-diagram [la}de excentriciteit te vinden. Eerst moet hetM-N-IC-diagram bekend zijn: dit is het M-IC-diagram van de doorsnede bij de gegevennormaalkracht N (fig. 7) (op de bepaling er-van wordt nog ingegaan).Met het aanvangsmoment Ma en de aan-vangsstUfheid (EI)o wordt de kromming ICoberekend. Uit hetdiagram volgtechterdat bUMa in werkelijkheid een kromming IC1 > ICohoort. Er is dus met een te hoge stUfheid(El)o en met een te kleine excentriciteit (eo)gerekend. Daarom wordt een nieuwe bere-kening gemaakt, met een (uit de krommingIC1 berekende) grotere excentriciteit el enmet een kleinere stijfheid:Op deze wUze worden in enkele rekenstap-pen de uiteindelijke excentriciteit ei en stUf-heid (EI); gevonden. Wordt uitgegaan van hetkwadratisch oppervlaktemoment van de on-gescheurde doorsnede (I = 1/12 bh3), danis een fictieve elasticiteitsmodulus EI te be-palen, waarin de stUfheidsreductie van dedoorsnede is opgenomen. Deze rekenwUzeis bedoeld voor gewapend beton, maar mo-gelUk ook geschikt voor vezelversterkt be-ton.Opstellen M-N-IC-diagrammenEr bestaan (nog) geen M-N-IC-diagrammenvoor staalvezelbeton. Om zulke diagram-men te kunnen maken moet het volledigspanning-rekverloop van het materiaal be-kend zijn. Volgens [5] en [6] kan volgensvoorgeschreven proefopstellingen en formu-les de buigtreksterkte worden bepaald. Detreksterkte kan nu worden bepaald uit debuigtreksterkte conform VBC-art. 6.1.2. Zo-doende wordt voorgesteld de rekenwaardevan de treksterkte van staalvezelbeton fbi tebepalen uit:f. = fbrlbi 1,4 Ym (1,6 - h)Hierin is:fbr! de gemiddelde buigtreksterkte vanstaalvezelbeton;h de hoogte van het proefstuk;Ym een materiaalfactor.Aangezien staalvezelbeton meer zekerheidvoor de treksterkte biedt dan ongewapendbeton, kan voor de materiaalfactor, evenalsvoor de druksterkte, Ym = 1,2 worden aan-gehouden.Nu kan een volledig spanning-rekdiagramvanstaalvezelbeton worden opgesteld. Metbehulp van dit diagram kunnen voor iederwillekeurig rekverloop de aanwezige span-ningen in een doorsnede worden bepaald(integreren over de hoogte). Daarmee zUnvervolgens momenten normaalkrachtte be-rekenen. Als dit voor een aantal rekverlopenwordt gedaan, is een M-N-IC-diagram op testellen. Vanwege hetgrote aantal berekenin-gen verdient het gebruik van een spread-sheet of een eenvoudig computerprogram-ma [2] aanbeveling; figuur 8 toont een voor-beeld.Nu kan EI worden bepaald en, zoals in figuur8 is te zien, blijkt er een lang traject tot be-zwijken te zUn. Voordat een doorsnede be-zwijkt op sterkte, zal de fictieve elastici-teitsmodulus sterk afnemen en daarmeeook de optredende momenten. Staalvezel-beton kan aanzienlijk hogere momenten op-nemen dan ongewapend beton. Dit is te ver-klaren door hetfeit datstaalvezelbeton in detrekzone (tot een rek van circa 5%0) ookkrachten opneemt. Met deze EI kunnen be-rekeningen worden gemaakt, waarbij het be-ton zich niet meer lineair-elastisch gedraagt.Deze diagrammen zijn niet alleen voor dedwarsdoorsnede van een tunnelbuis te be-palen, maar op dezelfde manier ook voor delengterichting van de tunnelbuis.Resultaten parameterstudieOm een beeld te krijgen van de invloed vande verschillende materiaaleigenschappenis in het onderzoek met behulp van de M-N-IC-diagrammen een parameterstudie uitge-voerd. Hiervoor is weer dezelfde fictieve tun"nel ontworpen. Voor de materiaaleigen"schappen zijn beproevingen uit [11] ge-bruikt. Door de invoerparameters te vari?-ren,is een beeld ontstaan van deinvloed diede keuze van hetmantelmateriaal heeft [2].Invloed betonsterkteEen hogere betonsterkte geeft hogere op-neembare momenten en normaalkrachten.DoordatbU een hogere betonsterkte en gelij-ke manteldikte de doorsnede minder snelbezwUkt op druk, is de vervormingscapaci-teit ook groter. Door de grotere vervormings-capaciteit kunnen de vezels beter wordenbenut. De doorsnede bezwijkt dan niet voor-datde maximale rekvan de vezels (hier 5%0)is bereikt.Invloed vezelgehalte en sterkteDirect valt op dat door de toevoeging vanstaalvezels de opneembare momenten gro"ter worden (fig. 8).CEMENT1997/2 55? tunnelbouw ? onderzoek ? wapeningHet is eenvoudig te verklaren door het feitdat er in de trekzone ook krachten wordenopgenomen die een moment leveren. Detreksterkte is weliswaar niet zo hoog, maartreedt wel op over een relatief groot opper"vlak.Minder logisch is het feit dat de staalvezelsde vervormingscapaciteit verkleil'len. Ditkomt doordat de vezels ook in de trekzoneeen kracht opnemen. Deze krachtmoetvoorhet evenwicht worden gecompenseerd dooreen grotere drukkracht. Hierdoor zal in dedrukzone eerder de bezwijkwaarde wordenbereikt.Invloed dikteEen dikkere mantel zorgt voor een hoger op"neembare normaalkracht. Bij dezelfde nor"maalkracht zal een dikkere doorsnede eenhoger opneembaar moment en een groterevervormingscapaciteit hebben.Invloed stijfheidsreductieDoor de stijfheidsreductie toe te passen opde continu?m-modellen blijkt dat een veeldunnere tunnelwand nog lange tijd de belas"tingenkan dragen. Voorhetopnemenvan denormaalkrachten is maar een kleine door"snede nodig. De momentbelastingen uit degrond nemen af naarmate de tunnelwandslapper (bijvoorbeeld door enige scheurvor"ming) en dunner is. Als de tunnelwand ietsvervormt,zal de stijfheid afnemen, daarmeenemen de momenten af en daarmee weerde vervormingen enz. Meteen iteratiepro"ces wordt een eindwaarde bereikt. De ver"vormingseisen zullen uiteindelijk maatge-vend zijn, maar ook de vervormingen blijvenlange tijd beperkt door de reductie van demomenten.Overigens zal de stijfheidsreductie slechtslokaal optreden (als eerste daar waar hetmoment maximaal is) en niet over de gehelering. Met de continu?m-modellen kan hier"mee geen rekening worden gehouden.Waarschijnlijk zal zo'n lokale stijfh?tdsreduc"tie nog gunstiger zijn, want de vervormingenbeperken zich dan ook tot een klein deel vande ring. Nader onderzoek is hier op zijnplaats.DiscussieDoor een scheiding te maken tussen de wa"terdichtheidseis en de sterkte-eis, door bij"voorbeeld het aanbrengen van een water"dicht membraan om de tunnelwand, kanmet een veel dunnere tunnelwand wordenvolstaan. Die scheiding is overigens nieteenvoudig en goedkoop. Maar ook gedeel-56telijk gescheurd beton zonder membraankan de grondbelastingen weerstaan. De wa-terdichtheid komt hierbij niet in gevaar in-dien geen grote doorgaande scheuren ont"staan.De belangrijkste conclusie van dit onder"zoek is, dat een lage stijfheid van het betongunstig is en dat daarmee beperkte scheur"vorming acceptabel is.Een hoge betonsterkte biedt beperkte voor"delen. Constructief gezien is het een voor-deel dat de opneembare momenten groterzijn. Echter kan hetzelfde effect worden be-reikt door de wand simpelweg iets dikker temaken. Daarnaast is dit materiaal stijf, zo"dat de grondbelastingen relatief hoog blij~ven. Het voordeel zit met name in de snellesterkteontwikkeling, waardoor een korterebekisting nodig is. Het is de vraag of dezevoordelen opwegen tegen de hogere materi"aalkosten.AanbevelingenOm snel in de behoefte aan kennis en regel"geving te voorzien moet er meer onderzoeknaar deze techniek worden gedaan. Aanbe"volen wordt met behulp van een risicoanaly"se een vergelijking te maken tussen het ge"bruik van staalvezelbeton en traditionelemethoden. Zo kan meer duidelijkheid wor"den verkregen over de risico's van deze tech"niek. Met name over de uitvoeringsrisico'sbestaat nog veel discussie. Daarnaast ver"dient het aanbeveling andere belastingsge-vallen te beschouwen die in dit onderzoeknog niet zijn meegenomen, zoals dynami"sche belastingen en Iiggerwerking. Omdatde gebruikte analytische rekenmodelleneenvoudig zijn (constante stijfheid van hetbeton over de ring, grond lineair"elastisch),kan er met behulp van een EEM"berekeningnauwkeuriger worden gekeken naar het ge"drag van de gronden naar lokale stijfheids"reducties in de ring.Een exemplaar van het afstudeerverslag iste bestellen bij de vakgroep Waterbouwkun"de van TU Delft, tel. 015-2783345/278256.Literatuur1. Redactie Cement, Moderne tunnelbouw"techniek: Tunnelwanden van ge?xtrudeerdbeton, gewapend met staalvezels. Cement1985, nr. 11.2.Van Oosteren, K., Toepassing van ge?xtru~deerd staalvezelbeton in de Nederlandsetunnelbouw. Afstudeerverslag, TU Delft, fa"culteit der Civiele Techniek, vakgroep Water"bouwkunde, augustus 1996.3. Maidl, B., M. Herrenknecht, L.Anheuser,Maschineller Tunnelbau imschildvortrieb.Ernst &Son, Berlin, 1995.4. Betoniek 8/21, januari 1991.5. CUR"Aanbeveling 35, Bepaling van debuigtreksterkte, de buigtaaiheid en de equi-valente buigtreksterkte van staalvezelbe"ton.6. Deutscher Beton-Verein, Merkblatt Be"messungsgrundlagen f?r Stahlfaserbetonim Tunnelbau. Fassung September 1992.7. Bouma, A, Mechanica van constructies;Elasto-statica van slanke structuren. Delft,1989.8. Erdmann, J. und H. Duddeck, Statik derTunnel im Lockergestein" Vergleich der Be"rechnungsmodelle. Bauingenieur 1983,nr.58.9. Duddeck, A., Analysis of linings for shield"driven tunnels. Institutfur Statik, TechnischeUniversit?t Braunschweig. In: Tunnelling inSoft and Water"Bearing Grounds, Boston,1985.10. Walraven, J.C., Collegedictaat g20a: ge-wapend beton. TU Delft, 1993.11. Schnuetgen, B, Dams, S, Stahlfaserbe"ton im Tunnelbau. Grundlagen, Bemessungund Ausfuerung am Beispiel der Innenscha"Ie der Stadtbahn Essen.Beton"lnformationen 1994, nr. 5.?CEMENT1997/2
Reacties