Boekbespreking 83boekbespreking72014Theory of Structures:Fundamentals,Framed Structures,Plates and Shellsauteur Peter MartiuitgaveWiley, Ernst & Sohn, 2013aantal bladzijden 680taal EngelsISBN 978-3-433-02991-6prijs 99,90Boeken over constructieleer kun-nen gaan over een specialistischdeelgebied of een overzicht gevenvan een breed domein. Het boek`Theory of Structures: Fundamen-tals, Framed Structures, Plates andShells' van Zwitser Peter Marti,behoort tot de tweede categorie.Het is een weergave van 5 jaarcolleges aan de Universiteit vanToronto en zo'n 25 jaar aan de ETHZ?rich. De auteur heeft over eenbreed en gevarieerd terrein lesge-geven, van toegepaste mechanicatot ontwerpen van betonnen brug-gen. De publicatie is daar getuigevan. Ook Marti's grote betrokken-heid bij de Zwitserse bouwnormenis duidelijk te herkennen.Drie grote deelgebieden komen aande orde: grondslagen, staafconstruc-ties en platen/schalen. Zonder het tezeggen, wordt dynamica uitgesloten,waarschijnlijk omdat zijn Zwitsersecollega Hugo Bachmann toonaan-gevend was op d?t terrein.De volledigheid van het boek (vaneerstejaarskennis tot masterniveau)houdt het gevaar in dat een bespre-king op deze plek gauw te uitvoerigwordt. Ik moet me dus beperken. Hetdeel over staafconstructies (raam- envakwerken) behandelt klassiekeonderwerpen als topologie,invloedslijnen en de theorie van bui-ging en torsie. De auteur bespreektook de krachtenmethode, verplaat-singsmethode en energieprincipes.Natuurlijk is er aandacht voor elas-tisch-plastische systemen en stabili-teit. De eindige-elementenmethodevoor staafconstructies moet hetdoen met een korte introductie.Zeer interessant zijn de hoofdstuk-ken over schijven, platen en schalen.Hierin komt de kracht van de aanplasticiteit verknochte Zwitserseschool tot zijn recht. We lezen hoebetonnen schijven economisch kun-nen worden gewapend op basis vanelastische spanningsberekeningen,krijgen uitleg over staafwerkmodel-len en discontinue spanningsveldenen we leren hoe we knooppuntenmoeten dimensioneren.De elastische buiging en torsie vanbetonnen platen is klassiek van aard,maar niet de hoofdstukken over deplasticiteitstheorie. De potentie vande plastische benadering wordt metverve neergezet. Natuurlijk komt devloeilijntheorie aan de orde en ook heteigen sandwichmodel van de auteur,zoals het zijn weg heeft gevondennaar het deel van Eurocode 2 overbetonnen bruggen.We zouden de publicatie een compen-dium kunnen noemen. Omdat het eencompositie is van lesstof voor verschil-lende leerjaren aan twee universitei-ten, verschijnt soms dezelfde stof inmeer dan ??n hoofdstuk. Ook zoudensommige auteurs de stof misschienanders hebben geordend en wellichtzijn niet alle onderwerpen nog evenrelevant in een tijd van uitbundigeEEM-software. Daar staat tegenoverdat het boek een overtuigende illus-tratie is van wat de ervaren construc-teur-hoogleraar Peter Marti in huisheeft. De vele oefenvraagstukken aanhet eind van de hoofdstukken verge-makkelijken bovendien het bestude-ren van de materie.Ik beaam van harte hoe Marti deinzet van EEM-programmatuur bena-dert:`Om het gebruik van zulke pro-gramma's op verantwoorde wijzemogelijk te maken, zouden ontwer-pers op zijn minst de basis van dealgoritmen moeten weten waarop zezijn gebaseerd'. Gebruikers moetende numerieke resultaten kunnencontroleren.`Hierbij is de bekwaam-heid cruciaal om complexe proble-men terug te brengen tot eenvou-dige, begrijpelijke problemen'. Dithoogst belangrijke doel van depublicatie is meer dan bereikt. Hetboek is een rijke bron voor docentenin de onderscheiden takken van deconstructieleer. En laat elk ingeni-eursbureau het cadeau doen aan hetpuik van haar constructeurs.prof.dr.ir. Johan Blaauwendraademeritus-professor TU DelftTheory of Structures