? ? ? duurzaamheidir.G.M. Wolsink, Bouwdienst RijkswaterstaatOp 23 mei 1996 vond de Conferentie 8etononderzoek & de Praktijk plaats. Ter voorberei-dingop deworkshop 'Duurzaamheid, reparatie, bescherming' is, deels aan dehand van in-gebrachte artikelen van diverse auteurs en deels aan de hand van eigen ervaringen, eenvijftiental stellingen geponeerd en van te voren aan de deelnemers van de workshop ge-stuurd met het verzoek een volgorde van prioriteit aan te geven. Met de uitslag van dezeenqu?te is de voorkeur van de deelnemers bepaald, leidend tot een topvijf.Achtereenvolgenswordt hierdetekstvan dezevijfstellingen weergegeven metenige ach-terliggende beschouwingen, om daarna af te sluiten met de conclusies zoals die volgdenuit de discussies tijdens de workshop.BETONONDERZOEK&DE PRAKTIJK(IV)DUURZAAMHEID, REPARATIE, BESCHERMINGReparatie met spuitbeton46De natuur streeft naar wanorde, de mensnaar orde. Op term?n wint de natuur het vande mens.Het resp?t dat de natuur ons geeft heet ookwel levensduur van een constructie.Stelling 1De levensduur van een constructie wordt ineerste instantie bepaald door de keuzen diein het ontwerpstadium worden gemaaktDe levensduur vaneen betonconstructiewordt primair bepaald door de vraag in hoe-verre het omliggende beton in staat is hetstaal (betonstaal en voorspanning) tegencorrosie te beschermen. Hiertoe dient ener-zijds het staal voldoende betondekking tebezitten en anderzijds het beton voldoendedicht te zijn. De dichtheid van het betonwordt voornamelijk bepaald door de water-cernentfactor.Beton van hogere sterkte heeft in het alge-meen een wat lagere water-cementfactor enis daarmee duurzamer. Het zonder naden-ken toepassen van de volgens devoorschrif-ten vereiste minimale betondekking is voor-al bij de dikkere betonconstructies niet ver-standig. Zonder veel meerkosten (margina-le vermindering van de inwendige hefboom-sarm) kan door de dekking te vergroten delevensduur aanzienlijk worden verlengd.De mate waarin aan beheersing van descheurvorming wordt gedaan is een anderebelangrijke factor. Ook het gegeven of bij desamenstelling van het betonmengsel al danniet rekening is gehouden met een sterkevorst-dooizoutbelasting (goed pori?nsys-teem) bepaalt onder deze bijzondere om-standigheden de levensduur.Conclusie: Deze stelling is in principe een'open deur', maar daardoor niet minderwaar.Stelling 2De kwaliteit van een betonwerk wordt betergewaarborgd door het opstellen van functio-nele specificaties, dan door gedetailleerdevoorschriften en bestekseisenHet is een algemeen verschijnsel dat dekwaliteit het meestgewaarborgd wordt doordiegene die daarvoor ook nadrukkelijk deverantwoordelijkheid draagt. Door het op-stellen van functionele specificaties ('nietde minimale betondekking is maatgevend,maar hetachterwegeblijven van corrosie ge-durende een vooraf vastgestelde periode')zullen niet langer de uit te voeren handelin-gen centraal staan, maar veeleer het reali-seren van het uiteindelijk te bereiken resul"taat. Daarvoor is het echter noodzakelijkmeetbare criteria te ontwikkelen op grondwaarvan het functioneren ondubbelzinnigkan worden vastgelegd.Conclusies: Het verleggen van een deel vande eindverantwoordelijkheid van de opzich-ter naar de aannemer kan bij een goed wer-kend kwaliteitssysteem de kwaliteit van hetbetonwerk bevorderen. Het is echter vangroot belang dat de geleverde kwaliteit een-voudig kan worden getoetst en dat er sanc-ties bestaan op het leveren van kwalitatiefslecht betonwerk.Verder is het van belang de functionele- engebruikerseisen goed in kaart te brengen.Geconcludeerd werd verder dat bewustwor-ding van levensduur- en onderhoudsaspec-ten bij het ontwerp meer aandacht behoeft(er is een overlap met stellingen 1 en 4).CEMENT1997/1Stelling 3De aandacht voor de gerealiseerde kwaliteitvan betonwerk is in de praktijk veelal nietoptimaalIn de uitvoeringsfase van betonwerk wordenvaak onnodigerisico's metbetrekking tot dekwaliteitgelopen. Hoewel algemeen bekendis dat een goede nabehandeling en verdich-ting van het allergrootste belang zijn vooreen homogeen en dicht beton, wordt hiertoch te vaak tegen gezondigd. Zo wordt on-voldoende rekening gehouden met de eisendie hetklimaat stelt. Het maaktnogal wat uitof het beton verhardt onder een brandendezon met hoge buitentemperatuur of dat ditgebeurt bij een bewolkte hemel en lage bui-tentemperatuur. Verder moeten het toege-paste consistentiegebied van de betonspe-cie en de wijze van verdichten goed aange-past zijn aan de aard van de constructie (o.a.de dichtheid van het wapeningsstaal). Ookbe?nvloedt de eis van een snelle ontkistingte vaak de kwaliteit van hetbetonoppervlaknegatief.Een gebrekkige vakkennis en/ofsamenwer-king van bouwdeelnemers zijn ook belangrij-ke oorzaken van kwalitatief onvoldoendebetonwerk. Is het toepassen van kwaliteits"borging (certificering) de oplossing voor de-ze kwalen?Conclusies: Meer beschikbare tijd en beterevoorlichting zorgen voor betere kwaliteit.Eenkwaliteitsbewuste mentaliteit van hetuitvoerende personeel is zeer belangrijk ensteltze meerverantwoordelijk voorde gerea-liseerde kwaliteit. Dit is effectiever dan eenuitgebreid toezicht. De hoge werkdruk ge"koppeld aan relatief lage marges heeft veel-al ook een nadelige invloed op de kwaliteitvan hetbetonwerk. Een goede werkplanningspeelt hierbij ook een grote rol. Er is behoef-te aan het praktisch goed meetbaar makenvan kwaliteit met de daarbij behorende ont-wikkeling van meetapparatuur. Controle opkwaliteit werkt tevens preventief.Stelling 4Een integrale afweging van stichtingskostenen onderhoudskosten vindt veelal onvol-doende plaatsIn de praktijk overheerst te vaak een korte-termijnvisie. De nadruk ligtnogal eenzijdig bijde stichtingskosten van een bouwwerk, ter-wijl te weinig een duurzaamheidsfilosofiedoor de opdrachtgever van de ontwerperswordt ge?ist. Dit heeft onder meer temakenmet hetgegeven dateen eenmalige grote in-vesteringsimpuls veelal moeilijker te finan-CEMENT1997/1cieren is dan over de jaren gespreide onder-houdskosten. Ook is veelal te weinig inzichtaanwezig in de gewenste bouwkwaliteit - detechnische levensduur - in relatie tot de ver-wachte economische levensduur.Onderzoek naar een betere economischeafwegingtussen stichtings- en onderhouds-kosten behoeft meeraandacht. Is hetop ter-mijn veelal economisch niet voordeliger aanhet ontwerp en de uitvoering meeraandacht-en dus kosten -te besteden, opdat in de be-heersfase minder problemen optreden?Conclusies: De opdrachtgever zou in zijn ei-sen ook met betrekking tot onderhoud alaan moeten geven wat zijn uitgangspuntenzijn. In feite betekent dit meerfunctionele ei-sen. Het is een kwestie van budget dat ditniet gebeurt (prijspolitiek). Beleggers in ge-bouwen zijn vaak alleen in de eerste twintigjaar ge?nteresseerd; daarna raakt het hunportemonnaie niet meer, omdat dan veelalhet gebouw al van eigenaar is gewisseld.Het na relatief korte tijd al repareren wordtals negatief voor het imago van beton erva-ren.Door het feit dat een gebouw wordt opgele-verd inclusief de verantwoordelijkheid voorhet beheer gedurende een niette korte ga-rantietijd, worden impulsen ingebouwdwaardoor de kans op een betere bouwkwali-teit stijgt.Doorinhetontwerp uitte gaan van flexibel tewijzigen indelingen kan bij zich wijzigende ge"bruikerseisen de levensduur worden ver-lengd.Het ontbreekt in de markt aan voldoendekennis met betrekking tot de levensduur. Inhet bijzonder moet de reparatiebranchemeer doen aan kennisoverdracht naar deklant.Als het onderhoud in een integrale kosten-benadering wordt meegenomen, is het nietuitgesloten dat een onderhoudsonvriende-lijke constructie wel eens goedkoper kanzijn.Stelling 5Op het gebied van de non-destructieve de-tectiemethoden naar verborgen gebrekenvindt nog te weinig onderzoek plaatsGedachtig het spreekwoord 'Voorkomen isbeter dan genezen', is een goed inzicht in destaat waarin de constructie verkeert vangroot belang.Vragen als:? wat is de betondekking op hetstaal ?(hier-voor zijn voldoende nauwkeurige detectie-technieken voorhanden)? wat is de porositeit (ook grindnesten) vanhet beton in het werk in relatie tot diffusie-processen als chloride-indringing en car-bonatatie?? zijn voorspankanalen volledig ge?njec-teerd?? is de voorspanning gecorrodeerd? (zeergevoelig)kunnen tot op heden veelal alleen goed wor-den beantwoord door ter plekke te gaan kij-ken (hakken dus). Dit gebeurt wegens de in-grijpende gevolgen meestal alleen curatief,terwijl een preventieve aanpak ook belang"rijk is.Conclusies: In de praktijk is bekendheid metnon-destructievedetectiemethoden gering;dergelijke methoden worden als te duur ofals te onbetrouwbaar beoordeeld. De func"tionaliteit die voorgeschreven is moet toets-baar zijn. Hieruit volgt dat vanuit het onder-zoek initiatieven ontplooid moeten wordenteneinde betere detectie-apparatuur ter be-schikking te krijgen.Verder iserbehoefte aan apparatuurdie nietalleen door specialisten is te gebruiken,maar ook door de aannemer.BesluitDoor de deelnemers van de workshop werdde strekkingvan de vijfgeprioriteerde stellin-gen op hoofdlijnen ondersteund.Wat opvalt is dat vooral het uitvoeringstra-ject als het meest kritische deel in hettotalebouwproces voor het realiseren van eengoede bouwkwaliteit wordt gezien. Het isdan ook van belang dat het betononderzoekzich meer richt op het verschaffen van in depraktijk hanteerbare meetinstrumententeneinde de gerealiseerde kwaliteit beter tekunnen controleren. Ditsluitgoed aan op detrend van de laatste tijd van het werken vol-gens kwaliteitssystemen.Vanaf de zijde van deopdrachtgevermoetdegewenste kwaliteit explicieter worden om-schreven. Dit moet zich uiten in het stellenvan duidelijkere functionele eisen aan hetverwachte resultaat.Wellicht gaat de ontwikkeling bij belangrijkebouwwerken en infrastructurele kunstwer-ken voor de toekomst in de richting van inge-bouwde sensoren (bijv. sensoren voor demeting van corrosiegevoeligheid, optreden-de rekken en spanningen, temperaturen,vochtverdeling, chloride- en carbonatatie-in-dringing), die het mogelijk maken een aantalbelangrijke aspecten in het kader van deduurzaamheid min of meer continu temoni-toren. ?47
Reacties