WATERBOUW CONSTRUCTIEF ONTWERP BEREKENINGBETONNEN DIJK- ENOEVERBEKLEDINGEN(VI)DOORGAANDE BETONPLATENir.J.Stuip?. Universitair Hoofddocent Technische Universiteit, DelftSteeds vaker wordt de vraag gesteld waarom beton wel alster plaatse gestorte bekleding van landwegen wordttoegepast, maar niet voor waterwegen. De overwegingenom een bepaald ontwerp ofmateriaal toe te passen, wordenbehalve door economische factoren be?nvloed doorbekendheid ermee.Om een juiste vergelijking te kunnen maken tussendoorgaande betonplaten en andere typen bekleding, moetmen technisch gezien op een gelijk kennisniveau uitalternatieven kunnen kiezen.Ditartikel gaat in op de overeen-komsten en verschillen tusseneen doorgaande bekleding vaneenlandwegen die vaneenwaterweg, ofeenoeverlangs openwater. Ookdimen-sioneringsaspecten en het detaillerenvan doorgaande plaatbekledingen ko-men aan de orde.Foto 1 laat een betonwegenbouwma-chine zien die 'onder een helling' het ta~Iud van een kanaal in Californi? be-kleedt met in het werk gestort beton.Vergelijken we een dergelijk kanaal meteen Nederlands kanaal, dan valt eenaantal verschillen op. Zo is er geen(grond)water te zien, de uitvoering meteen hoge graad van mechanisatie ge-beurt in den droge, de aangebrachte be-kleding is waterdicht en heeft een gladoppervlak. Voor Nederlandse omstan~digheden komt een uitvoering in dendroge niet in aanmerking. Slechts methoge kosten zou het grondwater dat na-genoeg overal in ons land direct bene-den maaiveld aanwezig is, weggepomptkunnen worden.Het onder water aanbrengen van eendoorgaande plaatbekleding vereist eengoed controleerbare voorbereiding vanhet te bekleden talud, alsookvan het ge-hele aanbrengproces. Dit stelt extra ei-sen aan de samenstelling van het beton-mengsel, de maatvoering e.d.? Ir. Stuip is thans werkzaam bij het ministerieVROM, 's-Gravenhage24Overigens is dit soort technieken nogniet ontwikkeld vooroeverbeschermin-gen.Alleen voorde gedeeltenvan talud-beschermingen boven (laag of gemid-deld)waterniveau, lijkteen techniekzo-als in Californi? toegepast, realistisch.De bekleding met een betonnen plaat iswaterdicht, dat wil zeggen dat er geengrondwaterstroming door de plaat heenplaatsvindt en het niveauverschil tussenhetwaterin hetkanaal en inde oeverge-heel over de betonplaat komt te staan.Vooral bij elkaar Sl).el opvolgende varia-ties van de waterstand in het kanaal,waarbij het grondwater de variatie nietkan volgen, kunnen grote overdrukkenop de bekleding ontstaan. In hetvolgen-de wordt nader ingegaanopde belastingdie dit op de plaat veroorzaakt.l.Belastingen op de plaathekledingl.lHydraulische belastingenInvoorgaande artikelenvan deze serie isuitgebreidingegaan op de verschillendesoorten belastingen door bewegend wa-ter en het effect daarvan op de oeverbe-kleding. Hier komt dit onderwerpslechtsin zoverre aan de orde als van be-lang voor de typische kenmerken vandoorgaande plaatbekledingen.Een doorgaande betonplaatbekledinglaat geen water door. De bekledingwordt belastdoor het doorgaans sterkinbeweging zijnde water aan de 'open wa-ter'zijde.Ten gevolge van de grote verschillen inwatertransporterend vermogen tussenhet open water en de bekleding en deondergrond, blijft de beweging van hetwater aan de 'grondzijde' sterk achter(zowel in fase als wat betreft amplitude).Hierdoor ontstaan grote verschillen inbelastingen aan weerszijd.en van de be-kleding met als resultaat een belastingdie op elk moment in grootte en rich-ting anders kan zijn.In figuur 2zijn enkele belastingsituatiesschematisch weergegeven voor eendoorgaande (waterdichte) plaatbekle-ding. De tijdschaal van de viariaties indebelasting kan seconden (wind- enscheepsgolven) zijn, maar ook minuten(translatiegolven, seiches), uren (getij-golfj ofzelfs dagen ofweken (hoogwa~tergolven). Bovendien kunnen combi-naties van deze belastingen ook nogeens, in verschillende mate, tegelijker-tijd optreden. De verschillen in tijd~schaal veroorzaken te zamen met deverschillen in watertransporterend ver~mogen van de bekleding en de onder-grondeen steeds andere belasting. Maarook kan het grondwater zo laag zijn ge-legen dat er vanaf de grondzijde geen(grondwater)belasting op de bekledingwordt uitgeoefend.In figuur 3 is het krachtenevenwicht ge-geven voor een moot uit een doorgaan-de plaatbekleding. Onderscheid wordtgemaakt tussen de situatie waarbij dewrijving tussen ondergrond en bekle-ding te gering is (grenstoestand afglij~den) en die waarbij opdrijven van de be-Cement 1986 nr. 11. .. . . . .'"..' ........ ", .. ' .///... . . . . .... .lwlw springvloedhw springvloedhw=-"swl-.----.-J//-_/. .. . . . .' .I-++-H+-t-++-I-++"'Irr""'-H-+ 0< 1I-++-I-++-l-++-l-++-l-+--t-'k+-+ 0< 2I-++-+-++-l-++-l-++-l-+-+-I-+"I.. 0
Reacties