I IONDERZOEK IBETONTECHNOLOGlEALKALI-SILICAREACTIENU OOK IN BELGI??drs.L. De Ceukelaire, Rijksuniversiteit GentLaboratorium voor Mineralogie, Petrografie en MikropedologieLaboratorium Magnel voor Gewapend BetonDe alkali-silicareactie is een van de meest gevreesde vormen van aantasting vanbetonnen bouwwerken. In de Verenigde Staten werd deze uiterst destructieve reactietussen bepaalde toeslagmaterialen en alkali?n in het beton reeds in de j aren veertigvastgesteld. Sindsdien werden de symptomen gesignaleerd in o.a. Canada, Australi?,Zuid-A:&ika, Denemarken, West-Duitsland en Groot-Brittanni?. Tot nog toe werddeze aantastingsvorm van beton nog niet uitgebreid beschreven ofaangetoond inBelgische bouwwerken. Deze bijdrage levert de bewijzen dat ook hier eenalkali-silicareactie niet mag worden uitgesloten als mogelijke oorzaak vanbetonschade.Betonpetografie is een relatiefnieuwe wetenschap. Het kandaarom nuttig zijn om deze on-derzoeksmethode nader toe te lichten.De petrografie is de wetenschap die zichhetbeschrijvenvan natuurlijke gesteen-ten totdoel stelt.Ditgebeurtvoorname-lijk met behulp van microscopie-tech-vervolg van blz. 20cente industri?le calamiteiten en de onsachtervolgende milieuproblematiekplaatst voor, zoals Bomhard het uit-drukt, 'Neue Aufgaben f?r den Beton-bau' [25]. Met deze wijze van zeggenheeft Bornhard de onderhavige proble-matiek op dejuistewijze getoonzet. Hetgaat niet om negatieve kritiek op kwets-baar gebleken concepten, maar om eenpositief inspelen op een problematiek,die inherent is aan schaalvergroting enintensivering in techniek en industriali-satie. Een problematiek, die in de eersteplaatsvraagt om bezinningop enbijstel-ling van normen en criteria voor intro-ductie en!ofvoortzettingvanrisicovolleactiviteiten.Vervolgens vraagt zij om constructieveantwoorden, constructiefin de dubbelebetekenis van het woord, om aan dezenormen en criteria te voldoen. Hier ligteen uitdaging voor velen, en zeker nietin de laatste plaats voor de betoncon-structeur: 'Neue Aufgaben f?r den Be-tonbau'.Cement 1988 nr. 10nieken. Daarbetongoed tevergelijkenismet een kunstmatig samengesteld ge-steente, komen de petrografische on-derzoeksmethoden ook bij het bestude-ren van beton goed tot hun recht.In deze optiek startte het Laboratoriumvoor Mineralogie, Petrografie enMikropedologievandeRijksuniversiteitLITERATUUR1. USSR State committee on the utilisation ofatomic energy, The accident at the Chernobylnuclear power plant and its consequences;Vienna, August 1986 (Working document)2.Breugel,K. van, Overdeveiligheidvan de op-slag van gevaarlijke stoffen, Cement 1983 nr. 4,pp.228-2343. Kunreuther, H.C., Linnerooth,J., Risk analy-sis and decision processes, Springer Verslag,1983,p.2904. Lagadec, P., Major technological risk, Pergo-man Press, Oxford, 19825. Ramler, JP.G., Taff~n, E., Domino-effectvoor LPG opslag-terminal, TU Delft, 19876. Cooke, M.,Risico-analysekernenergieonge-loofwaardig, De Ingenieur 1984 no. 6, pp. 52-537. B?chel, R, Umweltschutz in Beton, Aufga-ben und Beispielen, Beton, Heft 5 1987,pp. 185-1908. Bomhard, H., Concrete pressure vessels - thepreventive answer to the Mexico City LPG-di-saster, Gastech 86, Proc. pp. 415-527, GastechLtd, 19879. Bomhard, H., Deponiersysteme f?r vorbe-handelte und nicht vorbehandelte Abfille,Aachen,198610.Breugel, K. van, Potentialities ofconcreteinstorage systems for liquefied gases and hazar-.dous products, PIPSymposium., NewDelhi,vol4, 1985, pp. 80-98.11. Breugel, K. van, Concrete and the economyof hazard protection, Edinburgh, September198712. Soest, J van, Elementaire statistiek, Delft,198713. Composite concrete and steel high pressurevessels for general industrial use,ACI Commit-te Gentin 1985 methetontwikkelenvandeze speciale discipline. Naast de sa-menwerking met het LaboratoriumMagnel voor Gewapend Beton (even-eens RUG) zorgden de contacten methet Onderzoekscentrum voor de Ce-mentn?jverheid en met buitenlandseexperts uitdeVerenigdeStaten,Canada,tee 361,State-of-the-art-report,ACI-361,R-8614.Hetongeval bij Tsjernobyl: oorzaken, gevol-gen en maatregelen, KIvI-Kerntechniek, ISBN90-353-1002-0, 198715.Breugel,K. van, Domino effects inlarge sca-Ie storage facilities, Symp. Prevention and con-tainment of large scale industrial accidents,Rotterdam,juni 1987, pp. 135-13916. Fensch, L., Beton-Hochdeponie mit Lang-zeitsicherheit: Ein Konzept zur Sonderm?llla-gerung, Beton, Heft 5 1987, pp. 191-19417. Bomhard, H., Concrete structures as a pre-ventive answer to environmental catastrophes,IABSE-Congress, Versailles, September 198718. Baldewicz, Wl., Dam failures: insight ranuclear power risks, Low probability/High-Consequence Risks, plenum Press, 1984, pp.81-9019. Liquefied gas storage installations under at-mospheric pressure, Bureau Veritas, GuidanceNote, NI 002 CMI, October 198420. Philips, D.w., UK-aircraft crash statistics -1981 revision, SRD-report R-198, 198121. Ramler, JP.G., Belastingen en effecten tengevolge van impact, TU Delft, februari 198822. Sitter, W.R de, Veiligheid, Cement 1981 nr. 4pp.262-26623. Strating, J, Veiligheid nader beschouwd,Cement 1981 nr. 10, pp. 669-67124. Manuele, FA., One hundred largest losses -A thirty year review ofproperty damage lossesin the hydrocarbon - chemical industry, LossPrevention Bulletin 038, pp. 1-1125. Bomhard, H., Neue Aufgaben f?r den Be-ranbau, Beton, nr. 3 1988, pp. 99-10326. Strating, J, Filosofie van de veiligheid,SPDCT, Delft 198321IONDERZOEKWest-Duitsland, Denemarken enGroot-Brittanni?voorde nodige rugge-steun. Case-studies leverden al gauwook de essenti?le ervaring; dit artikelvormt een neerslagvan de opzienbaren-de resultaten van een van deze onder-zoeken*.Voor dit onderzoek werd gebruik ge-maakt van technieken als stereomicros-copie, polarisatiemicroscopie (met mo-gelijkheid tot flu?rescentie-microsco-pie) en X-straaldiffractie, die stuk voorstuk zeer interessante onthullingen ble-ken op te leveren.Methode van onderzoek**In een eerste fase wordt de stereomi-croscoop (vergroting tot 50 x) aange-wend voor een verkennend onderzoekvan het betonmonster of van de boor-kern. Opvallende zones worden geken-merkt, om voorbereid te worden voorverder onderzoek. Deze volgende fasekan uitgevoerd worden met een polari-satiemicroscoop en!ofmet een elektro-nenmicroscoop.Voor het onderzoek met de polarisatie-microscoop is het vervaardigen vanslijpplaages van het te bestuderen mon-ster noodzakelijk. Dit is een geduldver-gend precisiewerkje, daar het hier gaatom het (hoofdzakelijk handmatig) re-duceren van een betonblo~e tot een opglas gelijmd betonvliesje van 20 tot 30micrometer dik. Bij deze afmetingen ishet slijpplaage transparant en kan hetonder doorvallend licht worden bestu-deerd.Via een polarisatiemicroscoop (vergro-ting tot 500 maal) krijgt men een duide-lijkbeeldvan de mineralogische samen-stelling van het beton. De elektronen-microscoop verlegt de grenzen van hetbetonpetrografisch onderzoek. Metvergrotingsmogelijkheden die tot bo-ven de 5000 maal kunnen reiken, wor-den kristalleges van enkele micrometergroot, scheurges van vergelijkbare af-'metingen ofandere detailkenmerken inaangetast beton duidelijk zichtbaar. Bo-vendien wordt de elektronenmicros-coop extra interessant wanneer er eensemi-kwantitatief analysesysteem aanverbonden is, zodat men ook een ideekan krijgen van de chemische samen-stelling van wat men ziet.De X-straaldiffractie biedt nog andereidentificatiemogelijkheden. Door hetlaten diffracteren van monochromati-* Een gedeelte van dit onderzoek werd moge-lijk gemaakt door het FKFO-project 'Micros-copische analyses van breuken enlof opper-vlaktestrucruren in biologische, organische ofanorganische materialen'.** Voor meer informatie over deze methodevan onderzoekwordtverwezen naar een artikelin Cement 1987 nr. 11, blz. 16-22 (Red.).22IBETONTECHNOLOGIEsche X-stralen, verkrijgt men een voorieder mineraal karakteristiek diffracto-gram. Hierdoor wordt het mogelijk omeen onbekend mineraal ondubbelzin-nig te identificeren. Bij het stellen vaneen diagnose inverban9 met een beton-schadegeval kan de aanwezigheid vanbepaalde mineralen een doorslaggeven-de rol spelen.Daarom kan ookinbeton-petrografie de techniekvan deX-straal-diffractie een belangrijk hulpmiddelvormen.Schadegev?lDe bestudeerde betonmonsters zijn af-komstig uit een brug over een belangrij-ke snelweg in Vlaanderen. Dit kunst-werk is een plaatbrug in lichtbeton, ge-bouwd in 1976. Vier jaar later werd deeerste scheurvorming opgemerkt.Thans bevindt de brug zich in sterk ge-havende toestand. Vanuit een centralekoppelbalk boven het tussensteunpuntspreiden zich talrijke longitudinalescheuren uit in de plaat. Deze preferen-ti?le ori?ntatie heeft vermoedelijk temaken met de richting van het voor-spannen. De scheuren in de koppelbalkvertonen echter het voor de alkali-sili-careactie (in het vervolg kortweg ASRgenoemd) typische landkaartenpa-troon. Nabij deze koppelbalk werdenuit de plaat twee boorkernen genomenen onderzocht.Als theoretische samenstelling van hetoriginele mengsel werd opgegeven dater per m3meter beton 425 kg portland-cement (P-40), 690 liter ge?xpandeerdeleisteenkorrels en 570 kg kiezelzuur-houdend zand zou gebruikt zijn. Overde water-cementfactor en over de her-komst van het gebruikte zand zijn geengegevens bekend.De twee reeds vermelde laboratoria vande Rijksuniversiteit te Gent zijn sindseind 1985 bij het onderzoek betrokken.Voorafwaren reeds door andere instan-ties onderzoeken uitgevoerd, die sterkwezen in de richting van een ASR-reac-tie, maar die niet tot een sluitende be-wijsvoering aanleiding gaven. Totop datmomentwas erook nog geenberoep ge-daan op betonpetrografische technie-ken. In 1986 leidden deze onderzoeks-methoden inhetlaboratoriumvoorMi-neralogie, Petrografie en Micropedolo-gie (RUG) tot het nodige bewijsmateri-aal om deze eerste vermoedens te beves-tigen.Waarnemingen en resultatenReactievegranulatenReeds met het blote oog zijn oranje-ge-le, doffe granulaatkorrels (diameter 1tot 5 mm) te zien. Ze vertonen vaakscheuren, waarin met de stereomicros-coop een gelachtige substantie en!ofwitte kristallisaties worden opgemerkt.MetdeX-straaldiffractieendepolarisa-tiemicroscopie zijn deze korrels te iden-tificeren als cherten. Chertofsilex is eenmicrokristallijne vorm van siliciumdi-oxide die in de literatuur samen met on-der andere opaal bekend staatals een re-actiefgranulaat inverband met de ASR.Hetvoorkomenvan deze chertkorrels isbeperkt tot 3% van de zandfractie (eenresultaatvan tellingen in tien slijpplaat-jes). Het feit dat de reactieve korrels nietin grote massa's voorkomen, hoeft geenbezwaar te zijnvoor een diagnose als de-ze van een ASR. Integendeel, in toon-aangevende werken over dit aantas-tingsverschijnsel is er steeds sprake vaneen 'pessimum'-concentratie [3, 6, 13,14,15,16 en 19].Ditis eenbepaaldgehal-te aan potentieel reactieve granulaat-korrels waarbij de reactie zich het he-vigst zal manifesteren. De waarde vandit pessimum hangt van vele factoren af(korrelgrootte, gehalte aan alkali?n, be-toneigenschappen), maar ligtvolgens deliteratuur vaak in de grootteorde vaneen paar procenten.Het is niet onbelangrijk om op te mer-ken dat lang niet alle chertkorrels in hetbestudeerde beton reeds aantastingsver-schijnselen vertoonden. Dit kan impli-ceren dat de reactie niet zal stoppen zo-lang er ook nog alkali?n en water be-schikbaar zijn in het beton.Gel-ontwikkelingDat er een opmerkelijke gel-ontwikke-ling plaats vond in de buurt van de aan-getaste chertkorrels, wordt snel duide-lijk door de waarneming met het bloteoog van uitgebreide, kleverige en door-zichtige zones op de boorkern zelf.Het oppervlak van een macroscheur inhet beton kon bestudeerd worden opeen boorkerngenomen uit eensterkge-scheurde zone van de brug.Het resultaat van dit onderzoek is zeerinteressant. Het scheuroppervlak bleekvolledig bedekt te zijn met een witte,opgedroogde en gebarsten gel-achtigesubstantie.Via een energiedispersief analysesys-teem (EDX), verbonden aan de raster-elektronenmicroscoop, kon een semi-kwantitatieve analyse van de gel bepaaldworden. De gemiddelde samenstellingvan diverse gel-zones situeert zich rond64% Si02, 21%CaO, 9% Kp, 3% Na20,2% AlP3 en 1%S03' In [5] worden ver-gelijkbarewaardengevondenvoor alka-li-silica-gelen.Hoewel de gel-ontwikkeling aan debrug zelf niet spectakulair zichtbaar is,blijkt het genererenvan alkali-silica-gelin het laboratorium vrij gemakkelijk.Cement 1988 nr. 10Reeds na het drogen van nat gezaagdeschijfjes van hetbetreffende beton blijkter zich op ofrond chertkorrels een gel-achtige substantie te vormen die eve-neens de bovenvermelde ASR-typischesamenstelling bezit.Kristallijne reactieproduktenDe witte kristallisaties op de gescheurdeoranje-gele chertkorrels blijken na on-derzoek met de rasterelektronenmi-croscoop rozetvormige kristalle~es tezijn (foto's 1en 2). De grootte van een ro-zet bedraagt ongeveer 10 micrometer.Via het EDX-analysesysteem kan ookhier een semi-kwantitatieve analyse eenidee geven van de samenstelling: 60%Si02, 21%CaO, 15% K20, 1%Na20, 1%Al20 3en 2%S03. Davies en Oberholster[5] troffen kristalle~es van dezelfde af-metingen en met een identieke morfo-logie aan in een Zuid-Afrikaans betondat sterk door een ASR werd aangetast. 1 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 1Zij vermelden deze rozethabitus als demeest voorkomende vorm van het kris-tallijne ASR-produkt. Deze rozetvormkon nog niet met X-straaldiffractieworden ge?dentificeerd. Vermoedelijkgaat het hier om rhodesiet:(K2Na2Ca4(Sil?03S). 12H20Een f~nkorrelige porie-opvulling konechter wel met de techniek vanX-straaldiffractie worden ontmaskerdals het calciumsilicaat-hydraat okeniet:(Cal.s(Si30?(OH)3)?1,5H20.De EDX-analyse van deze substantiebracht ook een opmerkelijk gehalte aanK20 aan het licht (10%). De manierwaarop deze alkali?n in of tussen hetokeniet gebonden zijn, kon nog nietachterhaald worden. Ook Davies enOberholster maken melding van oke-nietpieken in de diffractogrammen vanASR-produkten.Tenslotte kunnen op het scheuropper-vlak in een boorkern nog diverse soor-ten ster-, naald- of speervormige kris-tallenworden aangetroffen (foto's3 en 4).Ook deze kristalle~es zijn waarschijn-lijk het resultaat van een ASR, gezienhun hoog alkaligehalte (tabel 1).TabellAnalyses van alkali-silicaprodukten, tnet behulp vaneen energiedispersiefanalysesysteetn (EDX)Cement 1988 nr. 102Rozetvormige alkali-silica produkten op het scheuroppvervlak van een aange-taste chertkorrel (REM-opname, vergroting 1930 x)1Si02 60%CaO 21%K20 15%Na20 1%Al20 3 1%S02 2%Fe20 3 -1 - rozetten2 - substantie met okeniet3 - stervormige kristallen4 - speervormige kristallen5 - gelvorm274%12%10%2%2%--3 4 522% 71% 64%69% 2% 21%2% 3% 9%4% 15% 3%1% 3% 2%2% - 1%- 5% -23IONDERZOEKEttringietvormingDoor het bestuderen van slijpplaageskomt aanhetlichtdatde microscheurenin de betonmatrix (meestal beginnendevanuit gescheurde chertkorrels) vaakgevuld zijn met anisotrope (en dus kris-tallijne, niet-gelvormige) produkten.UitEDX-analyses blijkt dathet hier omeen calciumsulfo-aluminaat (zoals bijv.ettringiet) gaat.In bepaalde gevallen worden hele zand-korrels aldus door een met ettringietopgevulde scheur omvat (foto 5). Wan-neer bij een gescheurde chertkorrel deverspreiding van de elementen zwavelen kalium wordt bestudeerd, blijktmeestal datde scheurbinneninde korrelgevuld is met eenASR-produkt dat bui-ten de korrel abrupt wordt vervangendoor het calciumsulfo-aluminaat. Ookmet de polarisatiemicroscoop zijn dezekenmerken duidelijk te volgen.Jonesvermeldt ettringietvorming als se-cundaire expansievorm in bouwwerkendie aangetast zijn door ASR als frequentvoorkomend in Groot- Brittanni?. Hetsulfo-aluminaat zou zich vormen dooreensoortreorganisatievanhetinhetbe-ton aanwezige sulfaat of ettringiet, zo-dat hiertoe geenexternesulfaatbronzounodig zijn. De door de ASR aangetastekorrels kunnen dan beschouwd wordenals aantrekkingspolen waaromheen deettringietrnassa's zich concentreren.Jones en Poole zijn van mening dat ditverschijnsel in vele gevallen ook aan debasis ligt van het feit dat er in het doorASR aangetaste Britse beton weinigASR-gel wordt teruggevonden. VolgensIBETONTECHNOLOGIEdeze auteurs zou de ettringietmassa de f - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - jgel in de microscheuren vervangen. Zijmenen tevens dat de ettringietmassa deeigenlijke ASR-zwelreactie nog kanverergeren.In het bestudeerde geval worden gelijk-aardige symptomen waargenomen.De oorzaak?De aanwezigheid van sulfo-aluminaat-concentraties mag dan wel volgens detheorie in de vermelde literatuur ver-klaard worden, maar daarmee is degrondoorzaak van de schade nog nietaangeduid. De aanwezigheid van reac-tieve granulaten in een potenti?le pessi-mumconcentratie is een feit. Ook detoevoer van vocht (via scheuren, of bijaanvang mogelijk via de lichte granula-ten) ligt voor de hand.Ook aan de derde voorwaarde voor hetpropagerenvan eenASR, een hoog alka-ligehalte, blijkt te zijn voldaan. Metin-gen van het alkaligehalte van het betonleverden waarden op van 1,43% ~O en0,37% Naz? (bepaald op de geijkte che-245 Een scheur opgevuld met ettringiet, loopt door de cementmatrix (rechts) enrondom een kwartskorrel (links) (REM-opname, vergroting 388 x)Cement 1988 nr. 10mischekwantitatievewijze), ende bepa-ling van de hoeveelheden uidoogbarealkali?n tonen nog steeds hoge resulta-ten: 0,51%K20 en 0,13% Na20. Omge-rekend naar natrium-equivalenten be-tekent dit respectievelijk 22,7 kg/m3(totaal) en 8,1 kg/m3(uidoogbaar), watopmerkelijk veel is als men de richt-waarde voor ASR-veilig beton voorogen houdt: 3 tot 5 kg in zuur oplosbarealkali?n per m3 beton [7,8, 15, 16,20].Het hoge alkaligehalte is niet gemakke-lijk te verklaren. Waar aanvankelijk delichte granulaten als bron van de alkali-toevoer verdacht werden, brachten uit-logingstesten haast de zekerheid dat de-ze componentenchemischinertzijn. Delichte granulaten zijn wel vrij alkalirijk(3,60% K20 en 0,60% Na20), maar ver-moedelijkzitten deze elementengevan-gen in de verglaasde structuur van dege?xpandeerde leisteenkorrels.X-straaldiffractie op de granulaten le-verde geen identificatie van mogelijkealkalimineralen op. Bovendien blijktook een boorkern, genomen uit een vande brugpijlers (waarin geen lichte gra-nulaten werden verwerkt), ASR-gel tebevatten.Het gebruikte zand bevateveneens wei-nig alkalimineralen. Mogelijk kan hetzand echter veel alkali?n in het betongebracht hebben indien het afkomstigwas uit de zee. Jammer genoeg bestaaner geen gegeverts meer over de bron vanhet gebruikte zand.Het gebruik van bepaalde strooizoutenkan eventueel een externe bron van al-kali?n hebben gevormd.En alhoewel hetweinigwaarschijnlijkisdat het cement als een bron van alkali?nkan hebben gefungeerd, mag ook ditbestanddeel van het beton omwille vandewetenschappelijke objectiviteitniet ?priori buiten beschouwinggelatenwor-den. Helaas zijn ook hiervan geen gege-vens bewaard gebleven, en heeft de hyd-ratatie intussen reeds voor teveel uitwis-seling van elementen gezorgd om nunog eenzinvolle reconstruerende analy-se te kunnen maken. Normaal wordtaangenomen dat beton van een ASR enhaar destructieve werking zal gevrij-waard blijven als het alkaligehalte vanhet cement onder de waarde van 0,6%natriumequivalent blijft.Volgens Bakker [2] kan preventiefwor-den ingegrepen door in de plaats vanportlandcement hoogovencement tegebruiken. Beton met hoogovencementzou minder gevoelig zijn voor de ASRdank zij de lagere diffusiesnelheid vanalkali-ionen in dit beton.Cement 1988 nr. 10BesluitOp basis van diverse waarnemingen enmetingen moet de alkali-silicareactieals de meestwaarschijnlijke oorzaakvande schade aan de bestudeerde brug be-schouwd worden. Ettringietvormingkan een secundaire reactiezijn, met eve-neens een destructieve werking.De vraag omtrent de herkomst van deschadelijke alkali?n blijft echter onbe-antwoord.Literatuur1. ASTM, C33-84, Standard specifica-tion for concrete aggregates;ASTM, Standards in building codes, vol.1, p.l786-1793, 19852. Bakker, R, On the cause ofincreasedresistance of concrete made from blastfurnace cement to the alkali-silica reac-tion and to sulphate corrosion; Dokto-raatsthesis, RWTH Aken 19803. Biczok, 1., Betonkorrosion-Betonschutz; Bauverlag GmbH Wies-baden-Berlin, 19684.Brown,L.S., Some observations on themechanics ofalkali-aggregate reaction;ASTMBulletin, april 1955, p 40-465. Davies, G., Oberholster, RE., The al-kali-silica product: a mineralogical andamicroscopic study;Proc. ofthe 8th. Int.Conf. on Cement Microscopy, p. 303-326, 19866. Figg,J, Concrete durability and alkalireactions; Concrete augustus 1981, p.18-227. Hobbs, D.W., Expansion ofconcretedue to alkali-silica reaction; The structu-ral Engineervol. 62a, nr. 1,januari 19848. Hobbs, D.W, Alkali-silica reaction inconcrete; The structural Engineervol 64a,nr 12, december 19869. Idorn, GM., Durability of concretestructures in Denmark; Danish Techni-cal Press, Kopenhagen 196710.Jones, T.N., A new interpretation ofalkali-silica reactions and expansionmechanisms in concrete;studiedag'ASR- the current scientific understanding'19 februari 198711.Jones, TN., Poole, A.B., Alkali-silicareaction inseveral UK concretes: the ef-fect oftemperature and humidityonex-pansion and the significance ofettringi-te development; 7th Int. Conf. on Alka-li-Aggregate Reaction, Carleton Uni-versity, Ottawa, Canada, augustus 198612. Krell, J, Alkalireaktion im BetontBeton nr. 8, 1983, p. 306-30713.Kuhl P.H.,Zement-ChemieBand III;VEB Verlag Technik Berlin 196114. Lea, EM., The chemistry ofcementand concrete; Edward Arnold Publis-hers Ltd., London 195615. Locher, EW, Sprungs, S., Ursacheund wirkungsweise der Alkalireaktion;Beton nr. 7 1973, P .303-306; nr. 8 1973,p.349-353,16. Palmer, D., Alkali-aggregate reac-tion in Great-Brittain: the present posi-tion; Concrete maart 1981, p. 24-2717. Ramdohr, P., Strunz, H., Klock-manns Lehrbuch der Mineralogie; Fer-dinand Enke Verlag, Stuttgart, 197818. Ray, JA., Things petrographic exa-mination can and cannot do with con-crete; Proe. 5th Int. Conf. on CementMicroscopy, 1983, p.66-8519. Sims, 1., Application ofstandard te-sting procedures for alkali reactivity;Concrete oktober 1981, p.27-29; novem-ber 1981, p.29-3220. Sprung, S., Effect ofcement and ad-mixtures on th9 alkali reaction; Symp.on preventive measures against alkali-aggregate reaction in concrete, Ham-burg, 1973, vol 43, p.69-7821. Tuthill, L.H., Alkali-silica reaction:40 yearslater; ConcreteInternational, april1982, p.32-35STUPR?-EXCURSIE NAAR PARIJSDe tweejaarlijkse buitenlandse excursie van de Stupr?, gaat ditjaar naar Parijs enomgeving. Op 3, 4, en 5 november zullen verschillende interessante bouwwerkenworden bezocht, waarbij uiteraard de toepassing van prefab beton voorop staat.Een keuze zal worden gemaakt uit onderstaande projecten:- villes Nouvelles rondom Parijs;- Forum de Halles;- Pla?e de Bastille: nieuwbouw Op?ra,- Minist?re de Finance: gebouw in viaductvorm, met een vleugel in de Seine;- Palais Omnisports, .- Tete -de la D?fence: het 110 m hoge open venster van Parijs;- Nieuwbouw Louvre: 4 lagen ondergronds en de glazen pyramide van Pey;- kantoor en woningproject aan de Rue du Chateau Rentiers;- woningbouw van Ricardo Bofill: project Les Colonnes.Met een contactpersoon ter plaatse wordt het programma voorbereid en vastge-steld. De kosten zullen omstreeks f750,- per persoon gedragen. Belangstellendenwordt verzocht contact op te nemen met het Stupr?-secretariaat: 03402-78312.NB. Ook voor niet-Stupr?-Ieden is deze excursie toegankelijk.25
Reacties