Exact tien jaar na het verschijnen van het derde en laatste deel van de boekenserie ?Bruggen in Nederland; 1800-1940?, is ook het vervolg ?Bruggen in Nederland; 1940-2000? klaar. Twee delen waren er dit keer voor nodig om verantwoord verslag te kunnen doen van deze belangrijke periode in onze geschiedenis.
8200988boekbesprekingBoekbesprekingBoekbesprekingExact tien jaar na het verschijnenvan het derde en laatste deel van deboekenserie`Bruggen in Nederland;1800-1940', is ook het vervolg`Brug-gen in Nederland; 1940-2000'klaar.Twee delen waren er dit keer voornodig om verantwoord verslag tekunnen doen van deze belangrijkeperiode in onze geschiedenis. Heteerste deel`Bruggen in Nederland1940-1950, Vernieling en herstel',beschrijft de gebeurtenissen in deTweede Wereldoorlog en het hersteldaarna. Het tweede deel`Bruggen inNederland 1950-2000, Techniek inontwikkeling'beschrijft de groteontwikkelingen in de bruggenbouwin de periode 1950-2000, zowel inmateriaalkundig als in constructiefopzicht.Bruggen bouwen was lange tijd bijuitstek het domein van de construc-teur. Weinigen weten hoeveelarbeid steekt in het construeren vaneen brug. Hele ontwerpteams zijnsoms maanden bezig met alle voor-bereiding op het bouwen, en ver-richten hun werk in de anonimiteit.In een vorig boekwerk, Nederlandsebrugontwerpers en hun bruggen1950-1985 (2008), werden daaromenkele markante brugontwerpers aleens door de Nederlandse BruggenStichting (NBS) voor het voetlichtgebracht. Nu staan de bruggen zelfweer centraal.Deel 1: Vernieling en herstelDeel 1 begint met een uiteenzettingover wat vooraf ging. In de tweedehelft van de 19de eeuw werden deeerste grote spoorbruggen over degrote rivieren gebouwd. N? 1900werd ook het wegvervoer een fac-tor. Het uit 1927 daterende Rijkswe-genplan kwam dan ook niet tevroeg. Tussen 1930 en 1943 werdentwaalf verkeersbruggen gebouwd,zodat de belangrijkste steden in onsland op slag ook over de weg metelkaar waren verbonden.De Tweede Wereldoorlog gooideflink wat roet in het eten. De vijandmaakte in zijn opmars dankbaargebruik van de nieuwe oeververbin-dingen, al wisten enkele Nederland-se strijdkrachten nog net op tijd eenflink aantal bruggen te vernielen.De eerste oorlogsjaren stonden ver-volgens in het teken van herstel vandeze bruggen, totdat het laatsteoorlogsjaar zich aandiende. Om debevrijders op hun zegetocht te frus-treren, bediende zich de bezetterop zijn beurt van dezelfde vernieti-gende tactiek.In het laatste hoofdstuk komt hetnaoorlogse herstel tot 1950 aan deorde. Vertragende factor waren deheersende materiaalschaarste enhet tekort aan machines en werktui-gen. Daarbij werd voorrang gege-ven aan de spoorinfrastructuur, ookal omdat het wagenpark in de oor-log flink was uitgedund en debehoefte aan verkeersbruggen aan-merkelijk kleiner was. Veel hulpkreeg Nederland in de begintijd vanCanada en de Baileybrug was eenfrequent gehanteerde noodoplos-sing.Deel 2: Techniek in ontwikkelingRond 1950 was onze infrastructuurgoeddeels van de oorlogsschadehersteld en ons land, mede dankzijfinanciering door het Marshallplan,ook weer uit het economische dalgeklommen. Het werd tijd voor eentoekomstvisie, want vooral het weg-verkeer nam explosief toe.Vlak voor het uitbreken van de oor-log, in 1938, was nog het tweedeRijkswegenplan verschenen. Projec-ten waren wel in uitvoering geno-men, maar gaande de oorlog alle-maal stilgelegd. Pas in 1948 werd er,met het verschijnen van een derdeRijkswegenplan, weer voorzichtigaan uitbreiding gedacht, ook al ont-brak het aanvankelijk aan financi?lemiddelen daarvoor.Een echte versnelling kwam er in1958, met het vierde Rijkswegen-plan. De flink toegenomen welvaartleidde tot een aanmerkelijk groterautobezit en een noodzaak tot forseuitbreiding van het autosnelwegen-net, en daarmee van het aantal brug-gen. Ook werd duidelijk dat vele fac-toren van invloed waren op de brug-genbouw, zowel van maatschappe-lijke als van technische aard.Ruim aandacht is er in dit tweededeel voor de beschrijving van devele mogelijke brugtypen en uit-voeringsmethoden. Prefabricage,als exponent van de toegenomenindustrialisatie, wordt steedsbelangrijker, en ook het aantalmegaprojecten neemt toe.Natuurlijk ging er ook wel eens ietsfout: in het ontwerp, in de uitvoe-ring en tijdens het gebruik. Enkelespecifieke schadegevallen, die vanbetekenis zijn geweest voor de ver-dere ontwikkeling van het ontwerpen het bouwproces, worden bespro-ken.Deel 2 eindigt met bijdragen overenkele bijzondere bruggen en metNederlandse bruggenbouw in hetbuitenland. Daarbij gaat het omexport van kennis die door Neder-land is ingebracht, zoals NEDECOheeft gedaan, en het bouwen vanbruggen door de grote Nederlandseaannemers.60 jaar bruggenBoekbespreking 82009 89Bruggen in Nederland1940-2000auteur deel 1 Elisabeth vanBlankensteinauteur deel 2 Hans Binkhorst,Jan van den Hoonaard, JanManhoudt, Frans Remeryuitgave UitgeversmaatschappijWalburgpersaantal bladzijden 640prijs tot 1 januari 2010 89,-ISBN 978 90 5730 636 5MateriaalgebruikV??r 1930 was staal het vanzelfspre-kende materiaal waarmee de gro-tere vaste bruggen werdengebouwd. Nadien verschenen ookgrotere bruggen in gewapendbeton, aanvankelijk met een over-spanning tot circa 60 m. In de jarenvijftig begon beton aan een wareopmars. Door de introductie vanvoorgespannen beton namen deoverspanningen van betonnenbruggen fors toe. De grens waarstaal nog economisch was, schooflangzaam op tot 300 m in 2000.Het onderhoud tijdens de gebruiks-fase was aanvankelijk een bijko-mend voordeel voor beton. Gaan-deweg bleek echter dat ook betonregelmatig onderhoud behoeft, endat de sloopfase zelfs nadeligeeffecten kon hebben. Nadat al dezekosten zo goed mogelijk warengekapitaliseerd, bleek de keuze tus-sen beton en staal bepaald te blij-ven door de laagste bouwprijs.De laatste jaren komt staal weermeer in beeld, vooral als gevolg vande toenemende invloed van dearchitect. Opdrachtgevers durvendieper in hun buidel te tasten en afen toe hun nek uit te steken. Doorde techniek te koppelen aan vorm-geving ontstaan er prachtige vor-men van bouwkunst. Ook anderematerialen worden uitgeprobeerd,zoals hout en kunststof.Presentatie en uitgaveDe tweedelige boekenserie is als??n geheel gepresenteerd. Tochzijn de verschillen tussen beidedelen opvallend. Deel 1 leest vlotweg, af en toe zelfs als een span-nend jongensboek. Deel 2 komteen stuk `degelijker' over, en is eer-der een naslagwerk; de lezer kanzelf bepalen welke informatie hij ofzij tot zich wil nemen. De totstand-koming van de boeken is hier vooreen belangrijk deel debet aan. Heteerste deel is geschreven door dehistorica Elisabeth van Blanken-stein. Het tweede deel is samenge-steld door een redactieteam van deNBS bestaande uit Hans Binkhorst,Jan van den Hoonaard, Jan Man-houdt en Frans Remery. Tientallen`brugspecialisten' hebben er eenbijdrage aan geleverd en de eindre-dactie van deel 2 was in handenvan voormalig CementredacteurPieter Spits.De tweedelige boekenserie is tot 1januari 2010 tegen gereduceerdeprijs verkrijgbaar; deel 1 voor 49,50 en deel 2 (incl. dvd met his-torisch film- en fotomateriaal) voor 59,50. Voor de echte brugliefheb-bers zijn ook beide delen in eenluxe cassette verkrijgbaar; de prijsbedraagt dan tijdelijk 89,-. Na 1januari 2010 kost de cassette 125 Henk WapperomBrug over de Bergse Maas bijHeusden (Bouwjaar 1989)foto: Walburgpers
Reacties