O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eTr illingenHet onderzoek voor de bouwfaseheeft zich geconcentreerd op tweelocaties, Sint Franciscus Driehoeken Conradstraat, waar gezien dewerkzaamheden en afstand tot debron (10 tot 75 m) de hoogste tril-lingsniveaus verwacht worden.Tijdens het ontwerp zijn de trillin-gen in de bouwfase beoordeeldmet betrekking tot het voorkomenvan schade.De trillingen die de lightrailvoer-tuigen zullen veroorzaken, plan-ten zich naar de omgeving voortvia de onderbouw van de baancon-structie, de tunnelconstructie ende bodem. De conventionele delenzijn beoordeeld op ervaring meteerder gebouwde metrotunnels inRotterdam. Voor de boortunnel ismodelonderzoek uitgevoerd. Detrillingen zijn beoordeeld met be-trekking tot het voorkomen vanhinder.T r i l l i n g e n t i j d e n s d eb o u w f a s eToetsingskader? GebouwenVoor de beoordeling van de kansop schade aan gebouwen is eenoverschrijdingskans van 5% aan-gehouden. Vanwege het grotemaatschappelijk belang is voor dehoofddraagconstructie van hetSint Franciscus Gasthuis en hetGroothandelsgebouw bij stationCS een overschrijdingskans van2% aangehouden. De variatie-co?ffici?nt, overschrijdingskansen verwachtingswaarde leiden toteen ontwerpwaarde van het tril-lingsniveau. Deze ontwerpwaar-den zijn getoetst conform deSBR-richtlijn A, `Schade aanGebouwen'.Om de resultaten uit het model-onderzoek te verifi?ren is eenvergelijking gemaakt met deRotterdamse ervaring met heienen trillen van damwanden.Geconcludeerd is dat voor con-structies van metselwerk in goe-de staat (SBR categorie 2), deresultaten uit het model redelijkovereen stemmen met deRotterdamse ervaring.? ApparatuurVoor beoordeling van de kans opstoring aan apparatuur in debeschouwde objecten is in eersteinstantie gebruik gemaakt van deindicatieve waarden uit SBR-richt-lijn C, `Storing aan apparatuur'.Indien deze waarden als grens-waarden worden beschouwd zijndeze veelal maatgevend tenopzichte van de grenswaardenvoor schade aan de constructievan de objecten. Door de groteverscheidenheid aan apparatuurzijn exacte grenswaarden alleen tebepalen door opgave van specifica-ties van de aanwezige apparatuur.Om deze reden is voor de NS-gebouwen (SFD) en het Groot-handelsgebouw gekozen voor eenandere benadering.Inventarisatie van trillingsgrenzenvoor computerapparatuur gaf aandat de waarde volgens SBR-richt-lijn C met een factor 10 te verho-gen is, zonder schade aan dezeapparatuur te veroorzaken.Aanvullend is, in samenwerkingmet Cauberg-Huygen, voor hetGroothandelsgebouw een inventa-risatie gemaakt van de aanwezigeapparatuur en de trillingsgevoelig-heid daarvan. Voor de apparatuurin de gebouwen van de NS heeftProRail zelf maximaal toelaatbaretrillingsniveaus verstrekt.Prognose trillingsniveau -ModelopzetVanwege de diversiteit aan bouw-activiteiten is voor dit trillingson-derzoek een model voor trillings-voorspellingen opgezet op basisvan de methodiek uit CUR-rap-port 166. Dit houdt in dat voorhet trillingsniveau op een bepaaldgebouwonderdeel een verwach-tingswaarde wordt berekend opbasis van een bronsterkte endiverse overdrachtsfactoren. Meteen variatieco?ffici?nt wordt despreiding van het trillingsniveauverrekend. Met een beperkte hoe-veelheid metingen, zoals dezezijn gedocumenteerd in litera-tuur en binnen GemeentewerkenRotterdam, is deze methodiekuitgebreid voor diverse bouwacti-viteiten, zoals het verdichten vande grondverbetering. Resultaat iseen realistische inschatting vanhet verwachte trillingsniveau,met een spreiding voor de onze-kerheden.MonitoringAls vervolg op het uitgevoerde tril-lingsonderzoek is, binnen hetbestek, een uitgebreid monito-ringsprogramma opgedragen. Inoverleg met de bouwdirectie en deeigenaren van de objecten wordende exacte meetlocaties vastgelegd.In combinatie met signalerings-en interventiewaarden (resp. 75%en 90% van de grenswaarden) isde aannemer hierdoor in staatzeer snel te reageren op trillings-niveaus die de besteksmatig vast-gelegde grenswaarden benaderen,zodat schade voorkomen kan wor-den.L a a g f r e q u e n t g e l u i dt i j d e n s d e e x p l o i t a t i e f a s eToetsingskaderVoor het toetsen van de optreden-de trillingsniveaus worden de tril-lingen getoetst aan de SBR richt-cement 2005 162Trillingen RandstadRailir. M.W.L. van Adrichem en ir. R. Dalmeijer, Projectbureau RandstadRailRotterdamHet boortunneltrac? ligt in het bebouwde gebied van Rotterdam. In de ont-werpfase van RandstadRail zijn diverse activiteiten tijdens de bouw- en exploi-tatiefase onderkend als trillingsbron. In de bouwfase zullen trillingen optredendoor heien van palen, trillen van damwanden en verdichten van zand. In deexploitatiefase zullen de lightrailvoertuigen trillingen veroorzaken,O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eTr illingenlijn `Hinder voor personen ingebouwen'. Voor laagfrequentgeluid bestaat geen wettelijk toet-singskader. Bij RandstadRail isgetoetst aan streefwaarden die inhet verleden ook voor de conven-tioneel gebouwde metrotunnels inRotterdam zijn gebruikt. Alsstreefwaarde voor laagfrequentgeluid in woningen wordt aange-houden Lequivalent, etmaal= 35 dB(A),het passageniveau mag hierbijniet meer dan 10 dB(A) boven hetequivalente geluidsniveau liggen.Voor de avond en nacht geldt voorLequivalenteen verlaging met respec-tievelijk 5 en 10 dB(A). Concreetbetekent dit een maatgevendestreefwaarde voor het passageni-veau van 35 dB(A). Bij overschrij-ding van de streefwaarde wordthet rendement van de maatregelvastgesteld op de overschrijdingvermeerderd met 5 dB(A) vanwe-ge spreiding.Prognose en toetsing? Conventionele tunnelMet het dynamisch gedrag vanconventioneel gebouwde metro-tunnels is in het verleden in Rot-terdam ervaring opgedaan; hierbijzijn theoretische uitgangspuntendoor metingen geverifieerd. Opbasis hiervan is vastgesteld wathet te verwachten trillingsniveauis.? BoortunnelHet aanleggen van een boortunnelbinnen stedelijk gebied met deRotterdamse grondslag is nieuw.Voor het verkrijgen van inzicht inhet dynamisch gedrag van boor-tunnels in de Rotterdamse bodemis door TNO in samenwerkingmet PRR modelonderzoek ver-richt naar het gedrag van de boor-tunnel in relatie tot de omgeving.Op basis van dit modelonderzoek,dynamische berekeningen meteen eindige-elementenmodel, ishet te verwachten trillingsniveaubepaald.Uit de prognoses blijkt dat lokaallangs de Statenweg de streefwaar-de met 4 dB(A) en bij het SSH-gebouw met 14 dB(A) wordt over-schreden en trillingreducerendemaatregelen derhalve noodzake-lijk zijn.MaatregelenVanwege het beperkte aantal leve-ranciers van trillingreducerendemaatregelen is ervoor gekozeneen marktverkenning uit te latenvoeren door het adviesbureauAEA Technology (AEAT). Op basisvan de benodigde reductie is eenaantal maatregelen geselecteerd.De geselecteerde maatregelen zijnvervolgens door PRR in samen-werking met AEAT en RET gewo-gen op reductie, spoordeformatietijdens de exploitatiefase, kostenen uitvoering.Voor delen van de Statenweg is degevraagde reductie 9 dB(A). Uitoogpunt van aanleg en onderhoudis gekozen voor het toepassen van??n maatregel over een groot deelvan het bebouwde trac?. Vanaf hetemplacement van Rotterdam CStot en met het Noorderkanaalwordt een gemodificeerde flexibe-le railbevestiging met rubber padstoegepast. Door de keuze voorzachtere en dikkere pads ten op-zichte van de als `standaard' toege-paste pads wordt de beoogde re-ductie bereikt. De grotere verticaleraildeformatie blijft net binnende gestelde randvoorwaarde van4 mm.De oostelijke boortunnel ter plaat-se van het SSH-gebouw ligt opkorte afstand van de bebouwing.Door de korte afstand is degevraagde reductie 19 dB(A). Methet inbouwen van een afgeveerdebetonnen plaat wordt de reductiebereikt. De benodigde massa incombinatie met de beperkte ruim-te in de boortunnel maakt het toe-passen van zwaar beton (34kN/m3) noodzakelijk (fig. 1).Ter beperking van de spoordefor-matie wordt de plaat als ??n door-gaande plaat gemaakt. Bij de over-gang naar de standaard baanwordt ter beperking van de verti-cale verschildeformatie tussen detwee railsystemen aan weerszijdevan de plaat een overgangscon-structie toegepast. Deze over-gangsconstructie bestaat uit het intwee stappen toepassen van stijve-re matten in combinatie met eenharde oplegging aan het uiteindevan de plaat. cement 2005 1 631 |Afgeveerde baan in boor-tunnelasspoorharttunnelbuisb.s.
Reacties