IONDERZOEKZIJN NAUWKEURIGEDEKKINGSMETINGEN IN DEPRAKTIJK MOGELIJK?ing.HJ. van Weesep. DHV Raadgevend Ingenieursbureau bv, vakgroep materiaal- en bouwtechniek, AmersfoortDekkingstnetingen dienen otn te controleren ofdevoorgeschreven dekking op de wapening aanwezig is.Meestal worden deze tnetingen uitgevoerd tnet het oogop de duurzaatnheid van een constructie. Het tnetenvan de plaats van de wapening kan echter ook uitconstructiefoogpunt belangrijk zijn in verband tnet desterkte van de constructie.In dit artikel wordt een tneetprocedure bij betonbuizenbehandeld waarbij de dekking gecontroleerd tnoestworden ten behoeve van de constructieve kwaliteit vande buis. Er waren duidelijke redenen aanwezig otn tetwijfelen aan de juiste ligging van de wapeningwaardoor een partijkeuring noodzakelijk werd geacht.Het betrof hier gewapende be-tonbuizen met een enkel netvan cirkelvormige doorsne-den. Bij de berekening van de buis wasuitgegaan van een betondekking van47,5 mm op de binnenzijde van de buis.Dit resulteerde in een betondekking opde spiraalwapening vanuit de buitenzij-de van de wand van 57,5 mmoMet het door DHV ontwikkelde com-puterprogramma 'Buizen', gebaseerdop CUR-rapport 122, was berekendwelke afwijking in ligging en vorm vande spiraalwapening nog acceptabel wasomaan de gestelde eisen ten aanzienvansterkte en scheurwijdte te voldoen.Uitgaande van de aanwezige omge-vingscondities en de voorgeschrevenuitvoeringsmethode was een afwijkingvan de betondekking van plus en min10 mm acceptabel.Een betrouwbare meting van de beton-dekking was noodzakelijk voor de be-slissing ofdebuisal dannietkonwordengoedgekeurd.Keuze van meetmethodeVoor het meten van betondekkingenkan van verschillende methoden ge-bruikworden gemaakt, zoals vermeld inCUR-rapport 113 'Betondekking'.Inhetonderhavigegevalis gekozenvoorde elektro-magnetische methode incombinatie met een destructieve me-thode bestaande uithet aanborenvan deCement 1988 nr. 9wapening. Bovendien zijn nog metin-gen uitgevoerd op uit de buizengeboor-dekernen. Deze kernenzijneveneens opsterkte beproefd.Voor de betondekkingsmetingen is ge-kozen voor de wapeningsdetector Co-vermeter type Mark VI met toepassingvan de platte sonde. De Covermeter iseen meetapparaat waarbij de betondek-king kan worden gemeten in een bereikvan 0-100 mmo Hiertoe is op de metereen schaal-verdeling aangebracht intwee bereiken, namelijk het bereik0-40 mm (schaal A) en 40-100 mm(schaal B). Tussen deze twee schalen isnog een derde dimensieloze schaalver-deling aangebracht met een verdeling0-100. Met de dimensieloze schaalver-deling kunnen, na ijkingvan deze schaalop de in het beton aanwezige wape-ningsdiameter en staalkwaliteit, beton-dekkingen worden gemeten onafhan-kelijk van de schaalverdelingen A en B.Bij de vereiste betondekking van57,5 mm vanuit de buitenzijde van dewand en de toegestane tolerantie vanplus of min 10 mm is meting in hetmeetbereik van schaal B noodzakelijk..Gezien de vereiste nauwkeurigheid vande metingen werd gekozenvoor metingmet de dimensieloze schaal. Voorwaar-de hierbij is dateenijkgrafiekwordt op-gesteld tussen meetwaarde op dezeschaal en werkelijke betondekking. Debij de praktijkmetingen gevondenmeetwaarden kunnen dan middels degrafiek worden omgezet in dekkings-waarden.Als controle op de op deze wijze bepaal-de betondekkmg zijn tevens een aantalaanboringen van de wapening uitge-voerd.Opstelling van ijkgrafiekVan drie wapeningsdetectoren, alle vanhetzelfde merk en type, is een ijkgrafiekvan de meetwaardelbetondekking op-gesteld. Het opstellen van de grafiekheeft plaatsgevonden met een stuk wa-peningsstaal, lengte ca 300 mm, gehaktuit eenbuis. Ditstukstaalwerd geplaatstonder uit kubussen 150 x 150 x 150 mmgezaagde plakken beton sterkteklasseB 22,5 van verschillende dikte.Voor iedere metingwerd de meternaaidop de nulstand van de dimensielozeschaal ingesteld. De keuzeschakelaarstond hierbij op meetbereik B (40-100 mm). Direct na de meting werd de-ze nulstand gecontroleerd. Bij de nul-stand-afstelling en controle werd demeetsonde evenwijdig gehouden aanhet te meten oppervlak op een af-stand > 100 mmo Controle van de nul-stand na de meting is noodzakelijk:, aan-gezien in meetbereik B de naaldstandsnel ontregeld wordt. De meting werdpas als correctbeoordeeldindiende me-ternaald na de meting weer in de nul-stand terugkwam zonder bijregeling.Bij de ijking werden de in tabel 1 gege-ven waarden verkregen. Figuur 1 toontde grafiek van deze waarden.Voor de metingenwerd eerstdebatterij-spanning gecontroleerd. De gevondenwaarden bedroegen respectievelijk 74,78, en 87. Deze lagen alle boven de doorde fabrikant aangegeven minimumwaarde van 65.Naast het opstellen van de ijkgrafiekwerd tevens de invloed op de aangege-ven meetwaarden onderzocht van dehart-op-hart afstand van de wapeningzoals deze in de buis aanwezig was. Het27IONDERZOEKTabeltCorrelatie betondekking/meetwaardedimensieloze schaaldekking wapeningsdetectormm I 11 III39 > 100 95 10040 100 - -45 66 58 6049 51 45 4655 34 31 3261 25 23 2467 18 17 1775 13 11 12bleekdatde toegepastespoedvandewa-pening de meetwaarde van de enkelestaaf niet be?nvloedde. Er was ook vol-doende ruimte aanwezig voor de ge-bruikelijke maattoleranties.Veldmetingen80-70-60I~+ wapening detector Io wapening detector II -----x wapening detector III -._.-10 20 30 40 50 60 70----? schaalverdeling van de dimensieloze schaal80 90 100Bij het uitvoerenvan de metingen moet IJkgrafiekde sonde over het gehele oppervlak aan- 1 betondekking/meetwaardeliggen op het betonoppervlak. Bij een 1--------------------------------1AI B! Cl r-'D' ~sondeI I .~ I }~q~")j~1002246CD54576266D533364-49punten de ijklijn van de wapeningsde- r - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - ltector, opgesteld met de dimensielozeschaal, zeer goed benaderen. In het ge-bied van 40-55 mm is een afWijking vande ijklijn geconstateerd van maximaal1 mm.Voorhetgebiedvan55-70 mmisdeze afWijking maximaal 2 mmo Degrotere afWijking in dit gebied is waar-schijnlijk toe te schrijvenaan het steilereverloop van de ijklijn in dit gebied.De ijkgrafiek werd dan ook geaccep-teerd als correlatiegrafiek voor beton-dekking/meetwaarden.De metingenwerden uitgevoerd met deCovermeterMarkVI. Ditapparaatis in-middels vervangen door een nieuwereuitvoering. De uitgevoerde metingengeven echter aan dat ook met mindergeavanceerde apparaten het uitvoeren'van nauwkeurige dekkingsmetingenmogelijk is. Een juist meetprotocol datook in het veld nauwkeurig moet wor-den opgevolgd is echterwel eenvereiste.Gebleken is dat het meten van de dek-807060~ 50.!:en.E 40.x.xQJ"0.E 30QJ..0C..e! 20QJEQJf'"correlatiegrafiekbetondekking I meetwaarde lijklijnwapening detector IIImet ingetekende gegevens van metingen in hetwerk en op de kernijktijn? meting op de kernx meting in het werk;---,--,---,--,---,--,---,--,----,----r--ID m ~ 40 ~ 60 m W 90 100~ schaalverdeling van de dimensieloze schaalking ook in het minder nauwkeurige f - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - ld 4 Correlatiegrafiekgebie van 40-100 mm met behulp van hetondekking/meetwaarde/ijklijnde dimensieloze schaal goed uitvoer- ' - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 1baar is. Voorwaarde hierbij is dat nauw-keurig wordt gewerkt en een ijkgrafiekwordt opgesteld voor het te meten ge-bied metbehulpvanwapeningsstaalvandezelfde kwaliteit en diameter als in hette meten object aanwezig is.Resultaten van de metingenDe totale partij bestond uit ca 400 bui-zen. In eerste instantie is hieruit eena-selecte steekproef genomen van 40Cement 1988 nr. 9buizen. Bij bestudering van de meetre-sultaten bleek dat na een bepaalde pro-duktiedatum de ligging van de wape-ning te grote afWijkingen vertoonde.Beslotenwerd om alle buizen geprodu-ceerd na deze datum, in totaal ca 250stuks, te controleren.Uit deze uitgebreide controle werdende volgende resultaten verkregen:52% van de buizen werd goedgekeurd;28% van de buizen kon worden toege-pastindien bij hetleggenvan de buis aanbepaalde (extra) voorwaarden werd vol-daan;20% van de buizen werd afgekeurd.29
Reacties