Na een decennialange, gefaseerde sloop en nieuwbouw, is met de bouw van het hoofdgebouw de ingrijpende transformatie van de campus van het Radboudumc in Nijmegen voor het ziekenhuisgedeelte bijna afgerond (foto 1). De ogenschijnlijk eenvoudige constructieve opzet bevat een aantal bijzondere constructieve elementen, zoals een fundering op staal met een zeer hoog draagvermogen, unieke voorgespannen vloerelementen (n-vloeren) en gewichtbesparende betonvloeren met kartonnen kokers erin. Samen met de bijzonderheden in de bouwput waren het ontwerp en de realisatie van het hoofdgebouw een uitdagend traject.              
                
             
                              
                                      
                      UMC met  
menselijke maat	
Hoofdgebouw vormt sluitstuk van transformatie Radboudumc	
1 Met de bouw van het hoofdgebouw is de ingrijpende transformatie van de campus van het  
Radboudumc in Nijmegen bijna afgerond, foto: Aronsohn	
1
6?	CEMENT	 6 20	22
Het Radboudumc in Nijmegen is in 
1994 gestart met een ingrijpende 
aanpassing van het ziekenhuis: 
het langgerekte ziekenhuis zou 
worden getransformeerd tot een 
compacte campus. 	
Deze ontwikkeling 
is uitgewerkt in het ontwerp van diverse 
nieuwe gebouwen en de renovatie van het 
oudste zorggebouw op de campus: het mo-
numentale bestuursgebouw uit de jaren vijf-
tig. De uitrol van dit zogenoemde structuur-
plan (fig. 2) is afgetrapt met de bouw van een 
ondergrondse bezoekersparkeergarage hal-
verwege de jaren negentig. In een rap tempo 
zijn daarna diverse omvangrijke, nieuwe ge-
bouwen gerealiseerd rondom de gefaseerd 
gebouwde nieuwe Centrale As van het zie-
kenhuis. Deze as zorgt voor de onderlinge 
verbinding van alle zorggebouwen op de 
campus, waarmee zowel patiënten als me-
dewerkers comfortabel van het ene zorgge-
bouw naar het ander zorggebouw kunnen 
lopen. Ook de volledige logistiek van het zie-
kenhuis vindt plaats via de kelderlaag on-
derin deze as. Door middel van een oprol-
plan is de nieuwbouw afgewisseld met de 
sloop van bestaande gebouwen. 	
Het hoofdgebouw: sluitstuk in 
nieuwbouw structuurplan
Als sluitstuk van de nieuwbouw binnen het 
structuurplan is het nieuwe hoofdgebouw 
van het ziekenhuis gerealiseerd. Na inge-
bruikname van het hoofdgebouw in juli 
2022, worden de laatste, oude gebouwen ten 
westen van het hoofdgebouw gefaseerd ge-
sloopt. Daarbij blijft het rijksmonument 
Huize Heyendael behouden op de campus. 
De ontwikkelingen op deze campus staan in 
de tussentijd niet stil: nadat de laatste ge-
bouwen zijn gesloopt, ontstaat ruimte voor 
de verdere uitrol van het masterplan. In dit 
plan wordt nog meer aandacht gegeven aan 
het concept Healing Environment met veel 
ruimte voor groen, licht en ontspanning. De 
ontwikkelingen binnen dit plan zullen zich, 
nu de grote bouwprojecten gereed zijn, 
meer richten op de buitenruimte.
Het ontwerp: functioneel, de 
menselijke maat en duurzaam
Het hoofdgebouw is gerealiseerd op de loca-
tie van drie bestaande gebouwen. Deze ge-
bouwen zijn (deels) gesloopt om ruimte te 
maken voor de nieuwbouw. Het ontwerp 	
PROJECTGEGEVENS 
project 
Hoofdgebouw  Radboudumc
opdrachtgever 
Radboudumc Nijmegen architect 
EGM architecten aannemer 
FourCare, bestaande uit  Trebbe, Van Wijnen, EQUANS en Unica constructeur 
Aronsohn Constructies  
raadgevende ingenieurs geotechnisch adviseur  Fugro NL Land leverancier 
breedplaten 
Prefab Beton Veghel leverancier 
kanaalplaten  VBI
leverancier trappen  en bordessen 
Vlassak Betonbedrijf leverancier overig  prefab beton 
(o.a. n-vloeren)  Holcon
uitwerking overig  prefab beton 
(o.a. n-vloeren)  Lincon	
Na een decennialange, gefaseerde sloop en nieuwbouw, is 
met de bouw van het hoofdgebouw de ingrijpende 
transformatie van de campus van het Radboudumc in  Nijmegen voor het ziekenhuisgedeelte bijna afgerond.   
De ogenschijnlijk eenvoudige constructieve opzet bevat   
een aantal bijzondere constructieve elementen, zoals een  fundering op staal met een zeer hoog draagvermogen,   
unieke voorgespannen vloerelementen (n-vloeren) en gewicht-  
besparende betonvloeren met kartonnen kokers erin. Samen  met de bijzonderheden in de bouwput waren het ontwerp en  de realisatie van het hoofdgebouw een uitdagend traject.	
CEMENT  6 2022	?7
van de nieuwbouw (foto 1) is geïnspireerd  
op het monumentale bestuursgebouw uit de 
jaren 50 dat is ontworpen volgens de stijl 
Bossche School (foto 3). Het ontwerp van het 
hoofdgebouw kenmerkt zich als een moderne 
vertaling van deze architectuurstijl. Belang-
rijk element van deze stijl is de menselijke 
maat, waarbij alle gebouwonderdelen op  
elkaar worden afgestemd volgens de ideale 
maatverhouding gebaseerd op de Gulden 
Snede.In het hoofdgebouw worden vele ver-
schillende functies ondergebracht, zoals   de centrale ontvangst met retail, beddenka-
mers, poliklinieken, kantoren en techniek. 
Het gebouw bevat twee kelderlagen, acht 
verdiepingen, een techniekopbouw en drie 
lichte atria en is met een afmeting van  
115 m x 50 m x 37 m (L x B x H) het grootste 
gebouw op de zorgcampus. De plattegrond 
vertoont een kenmerkende H-vorm, waarbij 
het centrale deel van het gebouw bestaat  
uit een bijna vierkante kern met daarin het 
grote centrale atrium (fig. 4). Vanuit dit cen-
trale volume kragen de vleugels uit naar het 
oosten en het westen. In de oksels van 	
2 Overzicht masterplan Radboudumc, bron: EGM architecten & Buro Poelmans Reesink	
IR. STEPHAN TARIS RC
Projectleider 
Constructies en 
Bouwmanagement
Aronsohn Constructies 
raadgevende ingenieurs auteur 
2
8?	CEMENT	 6 20	
22
S1
S2
S3	
SA	SG	SF	SE	SD	SC	SB	SH	SBa	SFa	
S4
S5
S7
S8
S9
S10
S12
S13
S14
S15
S16
S6a
S11a
S6
S11	
B
B	
A
A
a
a	
c30
c31
c32
c33
c34
c35
c36
c37
c38
c39
c40
c41
c43
c42
c44
c45
c46
c47	
3 Het monumentale bestuursgebouw uit de jaren vijftig, foto: Ossip van Duivenbode
4 Plattegrond eerste verdieping, bron: Aronsohn
CENTRALE AS
Meer over de Centrale As staat 
bij de online versie van dit artikel.
Het gebouw heeft 
grotendeels een 
fundering op 
staal, die bestaat 
uit grote beton-
poeren met een 
draagvermogen 
tot wel 21.000 kN 
per poer	
3
4	
CEMENT  6 2022	?9
deze vleugels zijn twee zijatria gepositioneerd. 
De twee zuidelijke vleugels zijn, met acht 
verdiepingen boven maaiveld, aanzienlijk 
hoger dan de vleugels aan de noordzijde, 
met slechts twee verdiepingen boven maai-
veld. Hierdoor ontstaat aan de pleinzijde 
een trapsgewijs aanzicht van het gebouw. De 
lagere vleugels zijn wel berekend op een toe-
komstige uitbreiding waarbij nog twee extra 
bouwlagen er bovenop gezet kunnen worden 
zonder extra versteviging van de onderlig-
gende constructie.Zowel de -2-kelder als de achtste ver-
dieping wordt benut voor de complexe, tech-
nische installaties die voor een modern zie-
kenhuis nodig zijn. In het gebouw zijn vier 
installatieschachten voorzien die het hele 
gebouw voeden. Deze schachten zijn rond-
om het centrale atrium geplaatst en lopen in 
één keer door vanaf de -2-kelder tot aan de 
techniekruimte op niveau 8. De structuuropzet van het gebouw ken -
merkt zich door de grote indelingsflexibiliteit, 
waardoor eventuele functieveranderingen in 
de toekomst eenvoudig door te voeren zijn.
Bij de bouw van het nieuwe hoofdgebouw 
hoort ook de bouw van het laatste stuk van 
de Centrale As, waar de meeste gebouwen 
van het ziekenhuis op zijn aangesloten. Deze 
Centrale As bestaat uit twee kelderlagen en 
zes lagen boven maaiveld. Deze gangstruc-
tuur kenmerkt zich door lange zichtlijnen, 
veel daglicht en een heldere stalen structuur 
vanaf de begane grond.
Het constructief ontwerp: heldere 
structuur met veel aandacht voor 
de uitvoering
Het constructief ontwerp van het gebouw is 
zo opgezet dat een grote indelingsflexibiliteit 
wordt behaald, de bouwtijd wordt beperkt 
door het gebruik van veel prefab beton en  
de hoge draagkracht van het onderliggende 
zandpakket optimaal wordt benut. Het ge-
bouw heeft grotendeels een fundering op 
staal, prefab-betonnen kolommen, een in 
het werk gestorte stabiliteitskern rondom 
het hele centrale atrium en (prefab-)beton-
nen vloeren (fig. 5). De glazen gevels en daken 
van de atria worden gedragen door houten 
gelamineerde liggers en kolommen. De   dakopbouw voor de techniekruimte op  
niveau 8 is door middel van een lichtgewicht 
staalconstructie gerealiseerd.	
Fundering?	Dankzij het zeer draagkrachtige 
zandpakket onder het gebouw kon het ge-
bouw op staal worden gefundeerd, met een 
fundering die voornamelijk bestaat uit grote 
betonpoeren. Deze poeren, met afmetingen 
tot 4,5 x 4,5 x 1,5 m³ (L x B x H), zorgen voor 
een draagvermogen tot wel 21.000 kN per 
poer. Hiermee is een veel goedkopere en 
sneller te realiseren fundering ontworpen 
dan wanneer was gekozen was voor een 
paalfundering. Om het verschil in zettingen 
van het gebouw tussen de verschillende poe-
ren onderling te beperken, is per poer geke-
ken naar de optredende belasting en is de 
daarbij horende minimale poerafmeting  
gekozen. Hiermee zijn de verschillen in 
gronddrukken per vierkante meter beperkt 
gebleven, waarmee ook het verschil in zet-
tingen in de hand is gehouden. De geotech-
nisch adviseur heeft op basis van de daad-
werkelijke poerafmetingen en belastingen 
de te verwachten zettingen bepaald voor het 
gebouw. Op basis van deze resultaten is ge-
concludeerd dat de verschillen in zetting 
dermate klein zijn dat dit goed opneembaar 
is binnen de constructie. Op enkele locaties was het praktisch 
niet mogelijk om een fundering op staal te 
realiseren. Onder andere een 7 m brede,  
bestaande leidingtunnel, die dwars door de 
bouwplot loopt, maakte het onmogelijk om 
op die locatie een fundering op staal te ma-
ken. De tunnel moest gehandhaafd blijven 
vanwege de daarin aanwezige leidingen die 
essentieel zijn voor het primaire proces van 
het ziekenhuis. Overkluizen van de tunnel 
zou leiden tot te grote overspanningen. 
Daarom is in de ontwerpfase het gebouw zo 
gepositioneerd dat de kolommen op precies 
die locatie door de tunnel prikken waar,  
tussen de vele leidingen in, precies genoeg 
ruimte was om een smalle poerfundering 
van slechts 900 mm breed te realiseren.  
Onder deze poeren zitten grote Tubex-palen 
waarvan de grootste een puntdiameter van 
bijna 1 m hebben. Deze palen zijn vanaf het 
tunneldek door het dek zelf en de tunnel-
vloer heen geboord (fig. 5).	
De vloeren zijn 
deels uitgevoerd 
als een in het 
werk gestorte 
betonvloer met 
holle, afgesloten, 
kartonnen kokers  
als gewicht-  
besparing
DUURZAAMHEID
Bij de start van het ontwerp is 
de ambitie opgevat om met dit 
gebouw het BREEAM-certificaat 
Excellent te halen. Met een ont-
werpscore van bijna 74% is deze 
ambitie ruim waargemaakt.
10?	CEMENT	 6 20	 22
00 b.k. ruwe vloer-70
01 b.k. ruwe vloer+3930
02 b.k. ruwe vloer+7930
03 b.k. ruwe vloer+11930
04 b.k. ruwe vloer
+15930
05 b.k. ruwe vloer+19930
06 b.k. ruwe vloer+23930
-1 kelder b.k. ruwe vloer-4230
-2  kelder b.k. ruwe vloer -8000
07 b.k. ruwe vloer+27930
08 b.k. ruwe vloer+31930
09 b.k. ruwe vloer
+36930	
SA	SG	SF	SE	SD	SC	SB	SH	SBa	SFa	
-3 bk ruwe vloer -9700	
B	Aa	
maten (ook peilmaten) in mm.
peilmaten t.o.v. peil
peil is b.k. afgewerkte begane grondvloer=	
revisie	project	formaat	architectwerknummerfasediscipline
Kruisplein 488
Postbus 2401
3000 CK Rotterdam
010 - 280 80 80
www.aronsohn.nl Ukkelstraat 2D
Postbus 75
5600 AB Eindhoven
040 - 290 99 00
rotterdam@aronsohn.nl
onderdeelwerk
Aronsohnconstructies
A0tekeningnummer	doc.nr. :9970_ UO_ S_009
EGM arc\fitecten	\bordrec\ft	
doorsnede 1Radboudumc
gebouw S (M480)	Nijmegen	
9970UO	S_009	
? datum
omsc\frijvingget. vrijg.	
00 b.k. ruwe vloer-70
01 b.k. ruwe vloer+3930
02 b.k. ruwe vloer
+7930
03 b.k. ruwe vloer+11930
04 b.k. ruwe vloer
+15930
05 b.k. ruwe vloer+19930
06 b.k. ruwe vloer+23930
-1 kelder b.k. ruwe vloer-4230
-2  kelder b.k. ruwe vloer -8000
07 b.k. ruwe vloer+27930
08 b.k. ruwe vloer+31930
09 b.k. ruwe vloer+36930	
S1	S2	S3	S4	S5	S7	S8	S9	S10	S12	S13	S14	S15	S16	S6a	S11a	S6	
-3 bk ruwe vloer -9700	
S11	
maten (ook peilmaten) in mm.
peilmaten t.o.v. peil
peil is b.k. afgewerkte begane grondvloer=	
revisie	project	formaat	architectwerknummerfasediscipline
Kruisplein 488
Postbus 2401
3000 CK Rotterdam
010 - 280 80 80
www.aronsohn.nl Ukkelstraat 2D
Postbus 75
5600 AB Eindhoven
040 - 290 99 00
rotterdam@aronsohn.nl
onderdeelwerk
Aronsohnconstructies
1600x841tekeningnummer	doc.nr. :9970_ UO_ S_010
EGM \frchit\bct\bn	Dordr\bcht	
Unn\fm\bdR\fdboudumc
g\bbouw S (M480)	Nijm\bg\bn	
9970UO	S_010	
? d\ftum
omschrijvingg\bt. vrijg.	
5	
6	
5 Doorsnede over de lengte van het gebouw, bron: Aronsohn
6 Doorsnede over de diepte van het gebouw en de Centrale As, bron: Aronsohn	
Bovenbouw?	Vanaf de fundering naar boven 
is het gebouw opgetrokken met zwaar gewa-
pende prefab-betonnen kolommen met een 
maximale afmeting van 600 x 600 mm². In 
het grootste deel van het gebouw zijn de 
vloeren uitgevoerd als breedplaatvloeren  
op geprefabriceerde balkbodems. Op een 
aantal locaties zijn hierop uitzonderingen 
gemaakt ten behoeve van het besparen van 
gewicht en het realiseren van grotere over-
spanning. De bovenbouw kenmerkt zich door 
grote overspanningen en zeer weinig dra- gende wanden. De verdiepingen kunnen 
daardoor, zonder constructieve aanpassin-
gen, voor diverse functies worden gebruikt. 
Zo wordt maximaal ingezet op de aanpas-
baarheid van het casco, wat uiteindelijk ook 
ten goede komt aan de levensduur van het 
gebouw. Ook in de gevels is gekozen voor  
kolommen in plaats van dragende gevelele-
menten, waarmee het constructieve casco 
in de toekomst eenvoudig kan worden voor-
zien van een nieuwe gevel. Een gevel heeft 
immers een kortere levensduur dan het 
constructieve skelet. 	
CEMENT 
6 2022	?11
Rondom de installatieschachten zijn bewust 
geen constructieve wanden geplaatst zodat 
er maximale ruimte is voor het uittreden 
van kanalen en in de toekomst aanpassingen 
van de installaties mogelijk zijn.
Gewichtbesparende kokervloeren?	Vanaf 
de derde verdieping naar boven verspringt 
de voorgevel naar buiten waardoor de over-
spanning van de bovenliggende vloeren bij-
na 5 m groter wordt (fig. 6). Om het eigenge-
wicht van de vloer te beperken, is voor deze 
vloeren met een overspanning van 14 m,  
gekozen voor een gewichtbesparende beton-
vloer. De vloer is uitgevoerd als een volledig 
in het werk gestorte betonvloer, waarbij hol-
le, afgesloten, kartonnen kokers (Monotub, 
Ø310 mm) zijn opgenomen tussen de wape-
ning. Het gewicht van de vloer is daarmee 
met gemiddeld 30% gereduceerd. Doordat 
de kokers met een hart-op-hart-afstand van 
ongeveer 450 mm een groot deel van de 
ruimte voor wapening innemen in de vloer 
van slechts 420 mm dik, is de hoofdbuig- 
wapening geconcentreerd aangebracht ter 
plaatse van de betondammen tussen de  
kokers (fig. 7).  Aan de randen van de vloer draagt 
deze de belastingen af naar de gevelbalken 
rondom de vloer. Dit heeft tot gevolg dat de 
vloer daarmee gedeeltelijk in twee richtingen 
overspant, waardoor ook buiging en dwars-
kracht haaks op de hoofdoverspannings-
richting optreedt. Hierdoor is niet alleen 
buigwapening haaks op de kokers nodig, 
maar zorgt de dwarskracht haaks op de  
kokers ook voor lokale buiging in de beton-
dammen rondom de kokers en in de dunne 
betonstroken boven en onder de kokers. De 
dwarskracht in de vloer moet immers boven-  en onderlangs de kokers worden gevoerd. 
De ongewapende doorsnede van de 
betondammen zou onvoldoende sterk zijn 
om deze krachten op te kunnen nemen. 
Speciale kanteelvormige wapeningstaven 
zijn daarom ontworpen die haaks op de  
kokers zijn geplaatst (fig. 7). Deze staven 
hebben meerdere functies:	
 dwarskrachtwapening (in combinatie met 
extra verticale haarspelden); 
 verticale buigwapening in de betondam-
men; 
 koppelwapening tussen eerste en tweede 
stort van de vloerplaat;
 positioneren en verankeren van de kar-
tonnen kokers tijdens de storten.
Dit laatste punt was nodig omdat tijdens  
het storten van de vloer de met luchtgevulde 
kokers willen opdrijven. Dit effect is tegen-
gegaan door de vloer in twee fasen te stor-
ten. Eerst is een dunne onderschil gestort 
waarin de kanteelvormige wapeningstaven 
zijn verankerd. Na deze stort en bij voldoen-
de uitharding van het beton, zijn de kokers 
op hun plek gehouden door het bovennet 
aan de kanteelstaven te knopen, waarmee 
het opdrijven werd voorkomen. De bovenzij-
de van het beton van de eerste stort heeft 
een speciale nabehandeling gekregen om 
een goede aanhechting tussen de twee stor-
ten te garanderen.
Voorgespannen n-vloeren?	Naast de toepas-
sing van de kokervloeren, zijn unieke gepre-
fabriceerde, voorgespannen betonvloeren 
toegepast die overspanningen van bijna 16 m 
in één keer maken. Dit vloersysteem is toe-
gepast vanaf de eersteverdiepingsvloer in 
alle vleugels die uit het centrale volume ste-	
Naast de   
toepassing van 
de kokervloeren, 
zijn unieke   
geprefabriceerde, 
voorgespannen 
betonvloeren 
('n-vloeren')   
toegepast die 
overspanningen 
van bijna 16 m in 
één keer maken	
7 Detail kokervloer met kanteelwapening, bron: Aronsohn	
7	
12?	CEMENT	 6 20	 22
ken (fig. 4). De voorgespannen, prefab platen 
zijn specifiek voor dit project door Aronsohn 
ontworpen en hebben in de doorsnede de 
vorm van een nietje of 'n' en worden daarom 
ook wel 'n-vloeren' genoemd (fig. 8). Elke 
vloerplaat van 1,95 m breed (vier platen per 
stramien van 7,8 m) bestaat uit twee voorge-
spannen ribben van 220 x 550 mm² met 
daartussen een gewapende, maar niet voor-
gespannen betonnen spiegel van slechts  
100 mm dik. Door de voorspanning en grote 
lengte van de n-vloeren is een toog van de 
platen niet te voorkomen. De toog is wel 
aanzienlijk gereduceerd door, naast voor-
spanning in de onderzijde van de ribben, 
ook voorspanning toe te passen in de boven-
zijde van de ribben. Er is geen druklaag toe-
gepast op de vloer om het totale gewicht van 
de constructie en om de constructieve vloer-
hoogte te beperken.Dankzij dit vloersysteem bestaan de 
vleugels vanaf de eerste verdieping volledig 
uit prefab beton. De prefab kolommen onder-
steunen de prefab balken (gerbersysteem) 
waarop, met behulp van een doorlopende 
nok, de n-vloeren zijn opgelegd. Voor de on-
derlinge samenhang (trekbanden), schijf-
werking en doorkoppeling van de n-vloeren 
naar de prefab balken zijn de voegen tussen 
de platen én de koppen van de n-vloeren in 
het werk aangestort. De constructieve samen -
hang en tweede draagweg zijn daarmee in  het verder volledig prefab skelet van de vleu
-
gels geborgd. 	
Stabiliteit?	De stabiliteit van het gebouw 
wordt centraal geregeld: de 600 mm dikke 
wanden van het negen bouwlagen hoge 	
 atrium 	
vormen één centrale stabiliteitskern 
en verzorgen de stabiliteit van het hele ge-
bouw (fig. 9). Dit atrium van 21,6 m breed en 
14,4 m diep zorgt niet alleen voor licht op de 
begane grondvloer, maar dankzij grote ope-
ningen in de atriumwanden, ook voor dag-
licht op alle verdiepingen. Vanwege de plaat-
sing van de transparante liftschachten in 
het atrium moesten in de twee korte wan-
den ook nog drie deursparingen per verdie-
ping en per wand worden opgenomen (foto 
10). Daarmee blijft er weinig volume in de 
wanden over. De penanten naast en de latei-
en boven deur- en raamopeningen zijn 
daarom zwaar gewapend, waarbij de wape-
ningconfiguratie in overleg met de aanne-
mer is bepaald zodat deze schoonbeton 
wanden nog goed te storten en te verdichten 
waren. De schijfwerking in de vloeren wordt 
onder andere verzorgd door forse trekban-
den die vanuit de kern starten en doorlopen 
tot in de koppen van de n-vloeren. Door de 
centrale stabiliteitskern bleek het mogelijk 
om het hoofdgebouw volledig zonder dilata-
ties uit te voeren. Met name bij het ver-	
8 3D-weergave n-vloer, bron: Aronsohn
8 	
CEMENT  6 2022	?13
maten (ook peilmaten) in mm.
peilmaten t.o.v. peil
peil is b.k. afgewerkte begane grondvloer=	
revisie	project	formaat	architectwerknummerfasediscipline
Kruisplein 488
Postbus 2401
3000 CK Rotterdam
010 - 280 80 80
www.aronsohn.nlUkkelstraat 2D
Postbus 75
5600 AB Eindhoven
040 - 290 99 00
rotterdam@aronsohn.nl
onderdeelwerk
Aronsohnconstructies
1600x841tekeningnummer	doc.nr. :9970_ UO_ S_1202R
EGM architecten	Dordrecht	
3D afbeeldingen van de volledige
IHW G
-stabiliteitskernRadboudumc
gebouw S (M480)	Nijmegen	
9970UO	S_1202R	
? datum omschrijvingget. vrijg.	
plaatsen van patiënten in bedden of rolstoe-
len, zijn dilataties hinderlijk en zijn deze om 
die reden voorkomen in het gebouw.
Bouwfase: stabiliseren, bouwen, 
slopen en bouwen
 
Bouwput?	
De bouwput grensde bij start 
bouw aan alle vier de zijden direct aan be-
staande belendingen. Bouwen op slechts 
centimeters naast en deels op bestaande  
bebouwing heeft tijdens het ontwerp veel 
aandacht gekregen. Met name het realiseren  van de fundering op staal, ruim 8 m lager 
dan het naast gelegen maaiveld en 2 m tot 4 m 
dieper dan de funderingen op staal van de 
naastgelegen gebouwen, zorgde voor een 
aanzienlijke uitdaging. Tel daar nog de be-
staande leidingtunnel dwars door de bouw-
put bij op en er is daadwerkelijk sprake van 
een uitdagende bouwput.
Om een stabiele bouwput te creëren, is 
rondom de hele put een gewapende Cutter 
Soil Mix-wand (CSM-wand) aanbracht. Af-
hankelijk van de locatie en daar aanwezige 
bebouwing, is de diepte van de wanden en 	
9	
10	
9 De wanden van het atrium vormen een centrale stabiliteitskern, bron: Aronsohn 10 Atrium van onderaf. Vanwege de liftschachten zijn in de twee korte wanden   drie deursparingen per verdieping opgenomen, foto: Radbouwumc	14?	CEMENT	 6 20	 22
bijbehorende afmeting van de staalprofielen 
in de wanden aangepast.Aan de noordzijde van de put moest 
ruim 8 m grond worden gekeerd om vol-
doende diep te kunnen ontgraven. Over de 
gehele lengte van de wand is deze daarom 
voorzien van groutankers. Een deel van deze wand is als perma -
nente, grondkerende wand uitgevoerd voor 
de realisatie van een 8 m hoge koekoek 
(foto 11). Op een deel van deze permanente 
wand is een van de kolommen van het ge-
bouw geplaatst, waarmee de CSM-wand 
ook nog functioneert als fundering van het 
hoofdgebouw. Aan de overige drie zijden van de 
bouwput was sprake van bestaande funde-
ringen waarvan de aanlegdiepte aanzienlijk 
hoger ligt dan de aanlegdiepte van de nieuw 
te maken funderingen. Op die locaties was 
het voornaamste doel van de CSM-wanden 
het stabiliseren van het zandpakket onder 
de bestaande funderingen op staal, zodat 
strak naast de CSM-wand verticaal ontgra-
ven kon worden. Direct na het stabiliseren 
van de belendingen en het naastgelegen 
maaiveld, is de put ontgraven en is gestart 
met de ruwbouw.
Bypass bezoekers en medewerkers?	Vooraf-
gaand aan de nieuwbouw zijn de bestaande 
gebouwen op de plek van het nieuwe hoofd- gebouw gesloopt. Dit was echter niet moge-
lijk voor de bestaande Centrale As: op de  
locatie van de nieuwe Centrale As stond tij-
dens start van de uitvoering nog de bestaan-
de, betonnen Centrale As. De as werd, ook 
tijdens de nieuwbouw, gebruikt door bezoe-
kers en medewerkers. Ook alle interne 
transport vond plaats via de as. Tevens be-
vindt zich onder de as zoals gezegd de 
-2-tunnel waar alle kabels en leidingen (o.a. 
ook buizenpost) van het ziekenhuis door-
heen lopen. Al deze functies moesten onge-
hinderd doorgang vinden terwijl de as tot 
het dek van de tunnel -2 gesloopt en op-
nieuw opgebouwd zou worden. 
Het was daarom essentieel om voor de 
vervanging van dit bouwdeel een goed plan 
uit te werken. Dit plan is al in de ontwerpfase 
ontwikkeld, waarmee vooraf voor de aanne-
mer duidelijk was hoe de nieuwbouw kon 
worden gerealiseerd met het onverhinderd 
door functioneren van de as. Het faserings-
plan bestond in hoofdlijnen uit de volgende 
stappen:
1?stabiliseren belendingen en bestaande 
Centrale As door middel van gewapende 
CSM-wanden naast de funderingen van  
belendingen (foto 12);	
2?ontgraven en aanleggen nieuwe funderin-
gen hoofdgebouw;
3?realiseren betonnen casco hoofdgebouw 
tot en met vloerniveau 2;	
11
11 Gewapende CSM-wanden voor het stabiliseren van de belendingen, foto: Aronsohn	CEMENT  6 2022	?15
4?realiseren tijdelijke bypass voor publiek, 
medewerkers en transport op laag -1 en 0 
door het in aanbouw zijnde nieuwe hoofd- 
gebouw;
5?sloop van de bestaande Centrale As tot  
bovenzijde -2-tunnel terwijl verder gebouwd 
wordt aan het hoofdgebouw;
6?nieuwbouw van de Centrale As boven op 
de bestaande -2-tunnel;
7?afbreken van de bypass na in gebruik  
nemen van de nieuwe centrale as;
8?afbouw van het hoofdgebouw ter plaatse 
van de tijdelijke bypass.
Deze operatie, waarbij bezoekers en mede-
werkers door het in aanbouw zijnde hoofd-
gebouw liepen, stelde strenge eisen aan de 
sterkte van de constructie in verband met 
het risico dat zware (betonnen) elementen 
uit één van de torenkranen zouden kunnen 
vallen. De kans daarop was weliswaar zeer 
klein doordat alle elementen dubbel waren 
gezekerd, maar de consequenties zouden 
enorm kunnen zijn. Daarom is geanalyseerd 
onder welke strikte randvoorwaarden het 
mogelijk was om toch boven de bypass ver-
der te bouwen met zware, prefab elementen. 
Hiervoor is de impact van verschillende 
zware, vallende objecten, zoals de n-vloeren 
en kolommen, constructief geanalyseerd. 
Uit deze analyse en bijbehorende berekenin-
gen volgde dat als de valhoogte van een zwaar 
element, zoals een n-vloer, ten opzichte van   de onderliggende constructieve vloer beperkt 
werd tot een vastgestelde hoogte, de con-
structie in staat zou zijn om de impact van 
het vallende object op te vangen zonder ge-
vaar voor de gebruikers van de bypass.
Uitgangspunt van de analyse was dat de 
vloer, waar de impact op plaatsvindt, grote 
vervormingen ondergaat en uiteindelijk 
door middel van zeilwerking de klap absor-
beert en voorkomt dat het vallende object 
door de vloer heengaat. Om de gebruikers 
van de bypass verder te beschermen tegen 
afbrokkelend beton, wat niet te voorkomen 
is bij een vloer die dermate ver doorbuigt 
dat er sprake is van zeilwerking, moest er  
te allen tijden nog een extra constructieve 
vloer tussen de impactvloer en de bypass 
zitten. Daarmee kon men dus veilig op de 
begane grond lopen terwijl verder gebouwd 
werd aan laag 2 en hoger.	
Healing Environment
Het nieuwe hoofdgebouw is door de bouwers 
overgedragen aan het Radboudumc. Daar-
mee is het einde in zicht van een bijzonder 
structuurplan met als hoogtepunt dit nieuwe 
hoofdgebouw. Mede dankzij de succesvol 
doorgevoerde ontwerpfilosofie gericht op 
een Healing Environment, is het hoofdge-
bouw een waardevolle bijdrage geworden 
aan het spoedige herstel van de patiënten 
van het Radboudumc.
 	
12 In het ontwerp is voor veel daglicht en groen gezorgd, foto: Radboudumc	
12	
16?	CEMENT	 6 20	22                  
                 
              
    
    
        Projectgegevens
        
Project: Hoofdgebouw Radboudumc
Opdrachtgever: Radboudumc Nijmegen
Architect: EGM architecten
Aannemer: FourCare, bestaande uit Trebbe, Van Wijnen, EQUANS en Unica
Constructeur: Aronsohn Constructies raadgevende ingenieurs
Geotechnisch adviseur: Fugro NL Land
Leverancier breedplaten: Prefab Beton Veghel
Leverancier kanaalplaten: VBI
Leverancier trappen en bordessen: Vlassak Betonbedrijf
Leverancier overig prefab beton (o.a. n-vloeren): Holcon
Uitwerking overig prefab beton (o.a. n-vloeren): Lincon
 
             
    
    Het Radboudumc in Nijmegen is in 1994 gestart met een ingrijpende aanpassing van het ziekenhuis: het langgerekte ziekenhuis zou worden getransformeerd tot een compacte campus. Deze ontwikkeling is uitgewerkt in het ontwerp van diverse nieuwe gebouwen en de renovatie van het oudste zorggebouw op de campus: het monumentale bestuursgebouw uit de jaren vijftig. De uitrol van dit zogenoemde structuurplan (fig. 2) is afgetrapt met de bouw van een ondergrondse bezoekersparkeergarage halverwege de jaren negentig. In een rap tempo zijn daarna diverse omvangrijke, nieuwe gebouwen gerealiseerd rondom de gefaseerd gebouwde nieuwe Centrale As van het ziekenhuis. Deze as zorgt voor de onderlinge verbinding van alle zorggebouwen op de campus, waarmee zowel patiënten als medewerkers comfortabel van het ene zorggebouw naar het ander zorggebouw kunnen lopen. Ook de volledige logistiek van het ziekenhuis vindt plaats via de kelderlaag onder in deze as. Door middel van een oprolplan is de nieuwbouw afgewisseld met de sloop van bestaande gebouwen.
         
Reacties