In aansluiting op het eerste deel van het verslag van het Xlle FlP-congres, gepubliceerd inCement van september J.I., volgt hier deel twee. Tal van onderwerpen en evenzovele con-structies worden voor het voetlicht gebracht. In een afzonderlijk kader wordtaandacht be-steed aan de voorbereidingen voor het Xllle FlP-congres, dat in 1998 in Amsterdam zalworden gehouden.XIIe FIP-CONGRES WASHINGTON (II)(1) Proefboog in Moulin, 85 jaaroudHommage aan FreyssinetR.Lacroix c.s.(Frankrijk) brachten een hom-mage aan Freyssinet met een rapportageover een onderzoek naar de toestand vaneen proefgewelf uit 1908. Dit proefgewelf opbijna ware grootte werd ter plaatse van deboogaanzetten ondersteund door paalfun-deringen. De beide fundaties waren onder-ling verbonden door een voorgespannentrekband. En hiermee ?s de eerste voorge-spannen betonconstructie gesignaleerd!Als 27-jarige ingenieur raakte Freyssinet be-trokken bij de reconstructie van verschillen-de oude hangbruggen over de Allier, waar-voor maar een zeer beperkt budget beschik-baar was. Twee van deze hangbruggen wer-den vervangen door een brug met drie (plat-te) bogen van respectievelijk 67,50 m -72,50 m - 67,50 m overspanning. Freyssinetmaakte bij het ontkisten van de bogen ge-bruik van vijzels.Gezien het geavanceerde karakter van zowelde constructie als de uitvoering, werd beslo-ten tot de bouw van een proefgewelf van 50m overspanning en een pijlhoogte van 2 m(fig. 1 en 2). Dit gewelf, dat werd proefbelastmet een locomotief, ligt thans verscholen enoverwoekerd door de natuur in een groente-tuin in Moulin, 85 jaar oud. Sindsdien is we-reldwijd voor miljarden guldens gespen-deerd aan onderzoek naar nieuwe materia-len, kwaliteitsaspecten, berekeningsmetho-den, materiaalgedrag enz. Weinig aandachtechter kregen de uitvoeringsaspecten. En15juist vanuit dit opzicht is het boeiend te erva-ren op welke wijze Freyssinet zijn vernieuwin-gen tot ontwikkeling bracht. De observatie tij-dens de bouw vormde steeds de basis vanzijn idee?n. Zijn geniale geest was altijd opzoek naar een wetenschappelijke onderbou-wing.Het proefgewelf van Moulin verkeert nog ingoede conditie. De trekstang bestaat uit eenbetonbalk van 3x0,50 m2waarin zeven groe-ven zijn aangebracht. In deze groeven plaats-te Freyssinet zijn bundels van 10 voorspand-raden ?10 in twee lagen. Aangespannen tot700 N/mm2werd hier een totale voorspan-kracht van 25 MN verkregen. De voorspand-raden in de met zand aangevulde groevenfunctioneren na 85 jaar nog steeds. Hieruitkan de lering worden getrokken dat voor-spannen met nagerekt staal wel degelijkduurzame constructies kan opleveren. Hetgeheim van duurzaamheid gaat schuil ach-ter de kwaliteitvan de uitvoering. De specia-le voorzieningen die nu worden getroffen omde duurzaamheid van een constructie te ver-groten, waren in die tijd niet beschikbaar.RegelgevingIn Groot Brittanni? bereidt men zich, volgensG.Somerville, voor op het gebruik van de Eu-rocodes. In afgelopen jaren zijn de nationalevoorschriften slechts op enkele onderge-schikte punten aangepast. Er zijn publikatiesverschenen met rekenvoorbeelden, die detoepassing van Eurocode 2 verduidelijkenen er is software beschikbaar.In het rapport worden wel enkele kritischeopmerkingen gemaakt ten aanzien van deaandacht voor het duurzaamheidsvraag-stuk. Zowel in de ENV 206 als in Eurocode 2gebeurt dat weliswaar, doch niet op een ge-lijkwaardige wijze. In Eurocode 2 vindt despreker het vraagstuk onderbelicht, terwijlduurzaamheid vooral in het ontwerpprocesmoet worden behartigd. In Eurocode 2 dienthet dan ook op een systematische en weten-schappelijke wijze te worden behandeld.U.Morf (Zwitserland) wees op de ontwikke-lingen inzake de kwaliteitsborging en pro-duktiecontrole bij Europese soorten zacht-staal en voorspanstaal. Een en ander wordtgeharmoniseerd, zodat certificatie-insteilin-gen zich op dezelfde richtlijnen en checklistskunnen gaan baseren. Het werd toegelichtveelheid zachtstaal die, in het algemeen be-schouwd, het optreden van scheuren nietmag onderdrukken. Gesteld werd dat dezekennis ook zijn nut kan bewijzen bij het on-derzoek aan bestaande constructies, vooralstatisch bepaalde liggers met weinig voor-spankabels.aan de hand van een concreet voorbeeld,namelijk de kwaliteitsborging bij de fabrica-ge van HiAm-tuikabels.F.Watanabe c.s. (Japan) introduceerdennieuwe ontwerpregels (1990) voor seis-misch belaste voorgespannen betoncon-structies. Deze regels zijn erop gericht ge-bouwen te realiseren die aardbevingen kun-nen weerstaan door de uitgeoefende ener-G.K?nig c.s.(Duitsland) presenteerden ont-werpregels voor voorgespannen betoncon-structies die geacht worden een duidelijksig-naal af te geven wanneer een grenstoestandwordt bereikt. Het gaat hier vooral om ro-buuste constructies. Ofschoon deze dikwijlsbewezen hebben over voldoende vervor-mingscapaciteit te beschikken, is het 'waar-schuwingsgedrag' voor verbetering vatbaar.Dat kan door te voorzien in een geringe hoe-( ) Doorsneden silo voor klinkeropslag inThailand16Fl P-Congres 1998 in AmsterdamHet 13e FlP-Congres wordt georganiseerd in Amsterdam. Hetjaar1998 is dichtbij voor degenen die dat congres moeten voorberei-den.De organisatie ligt in handen van de 'Commissie Xllle FlP-Con-gress', metvertegenwoordigers uit verschillende betrokken partij-en: STUVO als landenlid van FIR STUPRE, Betonverenlging, Rijks-waterstaat, betonaannemers, prefab- en toeleverende industrie,ingenieursbureaus en de stad Amsterdam. Het corresponden-tieadres is: Betonvereniging, postbus 411, 2800 AK Gouda.Met de organisatie is al een begin gemaakt. De studieverenigin-gen STUVO en STUPRE zullen zich moeten buigen over het con-gresprogramma: het doen van voorstellen voor thema's die ener-zijds in de belangstelling staan en eengrote congresopkomst ga-randeren, anderzijds het Nederlandse betonbedrijfsleven in degelegenheid stellen zich goed voor een wereldforum te presente-ren.Ter opwekking van met name buitenlandse belangstelling is eenkleurrijke brochure samengesteld, waarin een beeld wordt ge-schetst van de Nederlandse expertise op betongebied, onderver-deeld naar vijf thema's. Deze brochure, getiteld 'Amsterdam wel-comes FIP-Congress 1998', is verkrijgbaar bij Stichting BetonPris-ma, postbus 3532, 5203 DA 's-Hertogenbosch, tegen overma-king van fl 10,- op girorekening nr. 2129 50 met vermelding van:FIP'98.Bij de Betonverenigingzijn gratis folders verkrijgbaar, getiteld'Hol-land, Gateway to Europe', waarin algemene informatie over hetcongres is opgenomen met een responskaart. De organisatiestelt het op prijs wanneer deze folders aan buitenlandse relatiesworden gegeven, opdat velen aan een succesvoile voorbereidingkunnen bijdragen.(4) Doorsneden over wandconstructie silogiete absorberen. Het grotere incasserings-vermogen van monoliete constructies wordtbij een belasting door aardbeving bereiktdoor energieabsorptie door vervormingenter plaatse van plastische scharnieren.Volgens J.Harrop c.s.(Engeland) bestaat ereen toenemende belangstelling voor de toe-passing van gewapende en voorgespannencassettevloeren. Erzijn modelproeven uitge-voerd om de weerstand tegen ponskrachtente onderzoeken van cassettevloeren die zijnvoorgespannen met niet-ge?njecteerdevoorspankabels. De onderzoekers stellendat er nog weinig bekend is over de sterkte inhet bezwijkstadium tegen het doorponsenvan kolommen. De meeste voorschriftengaan ervan uit dat de ponssterkte van cas-settevloeren met massieve rand vergelijk-baar is met die van geheel massieve vloeren.Deze verondersteling wordt noch door expe-rimenten, noch door analytische studies be-vestigd.Constructies in voorgespannen betonEen werkzitting vol afwisseling, waarin ver-scheidene constructies de revue passeerden:Een grote siloJ.A.Sindel (Australi?) sprak over het ontwerpvan de grootste silo ter wereld, bestemd voorklinkeropslag in Thailand, 25 m hoog, 65 m indiameter, met een capaciteit van 160 000ton (fig. 3). De 500 mm dikke wand werdvoorzien van een ringvoorspanning metVSL-spankabels. De gekozen dikte was no-digom ervoor te zorgen dat de drukspanningIn het lage wandgedeelte bij het aanbrengenvan de voorspankracht niet te hoog zou oplo-pen. Dankzij deze dikte konden wapening envoorspankabels zonder problemen wordenaangebracht. Het dunner maken van dewand bij grotere hoogte is niet overwogen,vanwege de extra kosten voor het aanpas-sen van de glijbekisting.Speciale aandacht vroegde belasting van debetonwand als gevolg van de hoge tempera-tuur van de hete slak. Uitgegaan werd vaneen gemiddelde maximum-temperatuur van118,3 ?C en een temperatuurverschil over dewanddoorsnede van 75,1 ?C.De details van wand en voorspanning geveneen beeld van deze constructie (fig. 4 en 5).17(5) Maken van een opening in de silowand(6) Doorsnede over reactorvat kerncentralemet dubbelwandige afschermingBijzondere draagvloer in kerncentraleS.GJoglekar c.s.(lndia) presenteerden hetontwerp van een atoomcentrale waarin eenbijzondere vloerconstructie voorkomt.Deze atoomcentrale, met een reactor van235 MW, is gebaseerd op een nieuw veilig-heidsconcept. Hierbij bevinden de stoomge-nerators zich gedeeltelijk buiten het binnen-schild, maar binnen het tweede schild. Eenen ander leidde tot de aanleg van de be-schouwde vloerconstructie.Deze vloer vormt enerzijds onderdeel vanhet biologisch schild om het reactorvat, an-derzijds vervult ze een dragende functie. Fi-guur 6 toont het reactorgebouw in doorsne-de. De twee cilinderwanden omsluiten eenringvormige ruimte, waarin permanent eenonderdruk heerst. Eventueel door de bin-nenwand lekkend radio-actief water wordt indeze ruimte opgevangen.De centrale is gesitueerd in een aardbe-vingsgebied, waar rekening moet worden ge-houden met een aardversnelling van 0,3 g,met een piek van 1 g. Een en ander houdt in,dat massa op grote hoogte zoveel mogelijkmoet worden voorkomen. Om de vloer zolicht mogelijk te houden, werd gekozen vooreen celvormige constructie. Uit de eisen omte functioneren als een biologisch schild,volgde een totale betondikte van 1220 mm,hetgeen gelijk verdeeld is over de onder- enbovenplaataan weerszijden van de celstruc-tuur (fig. 7).Ter afsluiting van de binnenruimte moet devloer een opwaartse druk kunnen weerstaanvan 14,4 t/m2. Rekening houdend met heteigen gewicht resulteert dat in een opwaart-se druk van 11 t/m2.Over het ontwerp in relatie tot de uitvoeringkan het volgende worden opgemerkt.In de planning van het werk werd de uitvoe-ring van het buitenschild onafhankelijk ge-maakt van de uitvoering van het binnen-schild en de vloer. De vloer werd uitgevoerdals opgelegd op het binnenschild en alleenop het eigen gewicht berekend. De verbin-ding met het buitenschild, over de geheleomtrek van de onder- en bovenplaat enplaatselijk aan de dwarsschotten, werd lateruitgevoerd. Daartoe waren in het buiten-schild de nodige deuvels opgenomen.De gekozen volgorde had als bijkomstig voor-deel dat er grotere positieve momenten in18het vloermidden werden ge?ntroduceerd endaarmee een grotere voordruk ?n de boven-plaat als gevolgvan het eigen gewicht. Wan-neer een naar boven gerichte druk op devloer wordt uitgeoefend, moet die groter zijndan het equivalent aan eigen gewicht om devoordruk uit het eigen gewicht te neutralise-ren. Met andere woorden hiermee wordteenreductie verkregen van het negatieve mo-ment in het vloermidden en een reductie aanwapeningsstaal in de bovenplaatDe onderplaat werd zodanig voorgespan-nen, dat de spanningen door eigen gewichten veranderlijke belasting ruimschoots wer-den gecompenseerd door de voorspandruk.De voorspanning in de onderplaat werd aan-gebracht voordat de tussenschotten en debovenplaat werden gestort. Zo werd voorko-men dat er een negatief buigend moment Inde vloer zou ontstaan als gevolg van de ex-centriciteit van de kabels.De vier stoomgeneratoren werden via even-zovele openingen van ruim4 m diameter metbehulp van een grote torenkraan in de koe-pel gemonteerd.Figuur 8 geeft schematisch weer hoe dezegeneratoren in de vloer werden gehangen.Drijvende platforms in zeeDoor de Noor S.Fjeld gepresenteerd als off-shore van de 21e eeuw.De kosten van constructies die op de zeebo-dem staan nemen aanzienlijk toe bij water-diepten van 200 m en meer. Het totale ge-wicht van zo'n platform kan dan beter wor-den gedragen door een drijflichaam. De op tenemen hydrostatische druk is daarbij aan-zienlijk. Een zeer geschikt toepassingsge-bied voor hoge sterkte beton.In de 'paper' worden verschillende platform-configuraties besproken (fig. 9-11). De be-langrijkste onderdelen van dergelijke gevaar-tes worden gevormd dooreen ponton en dedrie of vier kolommen die boven de zeespie-gel uitsteken en het dek dragen. Bij eenhoogte van 10 m of meer kan voor de bouwvan zulke pontons een glijbekisting wordenoverwogen. In het geval van een dobbervormis sprake van ??n reusachtig vat. Bij de uit-voering kan de aanzet van dergelijke con-structies worden gemaakt langs een kade ofop een bak. Na tewaterlating van een 8 tot12 m hooggedeelte in voldoende diep water,kan de constructie verder in glijbekisting wor-den afgebouwd.19Kantoorgebouw met buisachtige gevelstruc-tuurDoor P.Boardman (Nieuw Zeeland) werd ge-rapporteerd over het ontwerp van een kan-toorgebouw ?n Auckland. De hoogte van het41 verdiepingen tellend kantoorgebouw be-draagt vanaf de fundering gerekend 167 men het is daarmee het hoogste bouwwerkvan Nieuw Zeeland.De horizontale doorsnede laat een driehoekmet afgeronde hoeken zien: breedte 42 men diepte 35 m (fig. 12). De gevel wordt ge-vormd door kolommen op 7,2 m h.o.h., ver-bonden door balken.Vanwege de vorm van het torengebouw ende relatief dicht bij elkaar staande kolom-men, functioneren de gevels als een soortbuisstructuur. Deze draagt niet alleen de ver-ticale, maar ook de horizontale belasting uitwind en aardbeving naar de fundering af. Bijeen gegeven richting ondergaan de kolom-men in de as van die belasting min of meerzuivere trek en druk en weinig buigend mo-ment, terwijl de kolommen loodrecht op dekrachtsrichting weinig axiale belasting, maarhoofdzakelijk dwarskrachten en de bijbeho-rende buigende momenten te verwerken krij-gen.Het draagf rame ?s opgebouwd uit ter plaatsegestorte kolommen en geprefabriceerdebalken, die in het midden van de overspan-ning zijn verbonden.Het ontwerp en de uitvoering waren afge-stemd op de voorkeur van de aannemer omhet werk zoveel mogelijk buiten de bouw-plaats te houden. De oplossing met prefabbalken bood hetvoordeel datweiniggekwali-ficeerde arbeiders nodig waren, met behoudvan een hooggekwalificeerd gebouw. Ookdevloeren waren opgebouwd uit prefab onder-delen.Voorgespannen beton; constructies endetailsEen bijdrage van D. van Landuytc.s.(VS) overde invloed van kabelplaatsing op zijdelingseuitwijkingen. Zij stelden dit probleem aan deorde in relatie tot de wanden van gebogenkokerliggers. In de VS hebben zich daarmeeernstige problemen voorgedaan, doordat inhet midden van brugoverspanningen, waarde voorspankabels dicht bij elkaar liggen,aan de holle kant schollen beton werden af-gedrukt. Naar aanleiding daarvan werd aande universiteit van Texas een experimenteelonderzoek op modelproeven uitgevoerd.De verankering van strengen was een bijdra-ge van LVanderwalle c.s. (Belgi?). Het be-treft hier de verankering van voorspanstren-gen in kanaalplaten. De aanhechting wordtvoornamelijk bepaald door wrijving. Met be-hulp van uittrekproeven is nagegaan of dewrijvingsco?ffici?nt, die een functie is van deslip tussen de streng en het beton, be-schouwd kan worden als een materiaalei-genschap. Daarmee wordt de juistheid vaneen theoretisch model nagegaan, waarin debovenstaande vraag als uitgangspunt werdgenomen. Uit de proeven kon niet zondermeer de juistheid van het model wordenvastgesteld. Mogelijk heeft de vorm van deprisma's ook meegespeeld. Het model zal inde toekomst verder worden verfijnd.D.Jungwirth c.s. rapporteerden over ervarin-gen met het gebruik van coatings. Coatingsworden in toenemende mate toegepast, on-der meer bij grondankers, tuikabels, prefabProdukten en uitwendig aangebrachte voor-spankabels. Om beschadigingte voorkomenis voorzichtig behandelen tijdens de verwer-king geboden. Bij het mechanisch veranke-ren worden speciale wiggen gebruikt. Meteen coating op de voorspandraden wordtplaatselijke corrosie als gevolg van schuren-de werking tussen de draden onderling voor-komen. Daardoor neemt ook de vermoei-ingssterkte toe. Hetzelfde geldt voor het ge-bruik van de speciale verankeringswiggen.Een en ander valt af te lezen uit het W?hler-diagram van figuur 13.(12) Doorsnede kantoorgebouw NieuwTegen corrosie moet de coating als een tijde-lijke bescherming worden beschouwd. Bijgrondankers bijvoorbeeld driejaar of meer inplaats van twee jaar bij niet-gecoate kabels.Een duurzame corrosiebescherming vereistaanvullende maatregelen.(13) W?hler-diagram voorspanstaal met ofzonder coating/verankerd met of zonderspeciale wiggenVoorspanning van hoge balken en het effectop de dwarskrachtsterkte was een bijdragevan Teng c.s. (Singapore). In tegenstellingtot normale balken is de trekboogwerking in20hoge balken zeer aanzienlijk, waardoor dezeveel meer belasting kunnen opnemen dande diagonale scheurbelasting. Deze reserveis niet zonder kosten beschikbaar. De toe-passing van voorspanning is in zulke geval-len zeer aantrekkelijk, omdat daarmee hetgedrag in het gebruiksstadium aanzienlijkwordt verbeterd en de breukbelasting wordtvergroot. Onderzoek heeft het een en andernog eens bevestigd.De meeste voorschriften en ontwerpaanbe-velingen voorzien niet in de toepassing vanvoorgespannen hoge balken. Internationalesamenwerking heeft geleid tot een Kong-CIRIA-methode, die in zulke gevallen redelijkbruikbaar is. In de vergelijking tussen experi-ment en berekening werd de berekenings-methode vergeleken met die van CEB-FIP enACI.Prefabricage in ontwikkelingslandenEen bijdrage van C.AIimchandani (India) overaspecten van de uitvoeringspraktijk in zijnland. Hierin werd de prefabricage be-schouwd in relatie tot arbeids- en materiaal-kosten. In veel gevallen zijn bij zulke werkenaannemers betrokken die nog weinig erva-ringhebben en technische bijstand noggoedkunnen gebruiken. Ingenieurs in ontwikke-lingslanden moeten dikwijls onder moeilijkeomstandigheden werken. Op basis van loka-le ervaringen en met de beschikbare midde-len dragen zij vaak innovatieve oplossingenaan. Met een aantal voorbeelden werd aan-getoond dat ook op deze wijze indrukwek-kende bouwwerken tot stand kunnen wor-den gebracht.Een bijdrage van S.Gammon c.s. (India) overde bouw van silo's voor kunstmest-, graan-en sulfaatopslag in een nieuwe haven bijBombay, kan het betoog van de vorige bijdra-ge ondersteunen. Het zijn enorme opslag-ruimten van 42 m breed, 21 m hoog en 499m lang, die op verschillende wijzen werdengerealiseerd. Enerzijds met behulpvan para-boolvormige tweescharnier spanten, geas-sembleerd uit zes geprefabriceerde trogvor-mige elementen, waarbij de trogvorm van despanten afwisselend naar binnen en buitenis gekeerd. Anderzijds met behulp van hoeki-ge tweescharnier spanten, h.o.h. 7,41 m, diede vorm van de eerder genoemde parabool-spanten benaderen.Al metal betrof het hier vier silo's, binnen 10maanden op te leveren, waarbij 20 000 m3geprefabriceerd beton moest worden ge-maakt en gemonteerd. De prefabricage hadplaats in een veldfabriek. Daarnaast werd56 000 m3beton ter plaatse gestort.LRihui c.s. (China) brachten een bijdrageover de toepassing van geprefabriceerdebetonschachten in de mijnbouw. De mijn-schachten worden geboord tot grote diepte.De Chinese ondergrond is rijk aan kolenla-gen, die in toenemende mate worden ge?x-ploiteerd. In de bijdrage gaat het klaarblijke-lijk over boren in een slappe waterhoudendegrondslag. Tot 400 m diepte worden voor destabilisering van de schachtwanden gewa-pend betonnen ringsegmenten gebruikt. Bijnog grotere diepte zijn die segmenten ver-sterkt met een stalen'lining'. Afhankelijk vanhet montagematerieel bedraagt de hoogtevan de segmenten 3 tot 8 m. In het aange-haalde voorbeeld van een 469 m diepeschacht bedraagt de diameter 7 m. Het on-derste element is voorzien van een bodem.De elementen worden aan de bovenzijde vande schacht aan de vorige gekoppeld en ver-volgens over de elementlengte naar bene-den gelaten in de vloeibare moddersubstan-tie. Na het bereiken van de gewenste dieptewordt de ruimte rondom de schacht gevuldmet een cementhoudende slurry.Toeschouwersaccommodaties in de VSVanuit de VS een bijdrage van L.Martin c.s.over sportvoorzieningen. De recessie in debouw in de laatste jaren werd in elkgeval nietveroorzaakt door een afnemende behoefteaan faciliteiten voor actieve en passievesportbeoefening. Het gaat hierbij met nameom voorzieningen die de grote toestroomvan het belangstellende publiek moeten op-vangen. Prefabricage in beton speelt in dezemarkt een grote rol. Enkele beproefde de-tails worden getoond in figuur 14.Eveneens uit de VS de rapportage van eenonderzoek naar vervormbare verbindingenin geprefabriceerde betonconstructies.LPalmiere c.s. beschrijven het onderzoek-programma, waarbij het met name gaat overde verbindingen tussen kolommen en bal-ken. Dit ter voorbereiding van een ont-werpaanbeveling voor constructies in aard-bevingsgevoelige gebieden. In figuur 15 zijnenkele verbindingen te zien die bij dit onder-zoek waren betrokken.21Beton en milieuDe relatie tussen beton en milieu heeft in-middels een vaste plaats veroverd op beton-congressen. Die bijdragen kunnen over vanalles gaan: materiaaltechnologie, construc-ties ter bescherming van mens en omgeving,esthetische aanpassingen enz. Bijdragenwaarvan de relevantie in dit kader ver te zoe-ken was, worden hier niet besproken.Vanuit de VS een beschouwing over mate-riaalontwikkeling. D.Pfeiferc.s. zien terug op20 jaar ontwikkeling inzake het ontwerpenvan scheurvrije en corrosiebestendige con-structies in geprefabriceerd voorgespannenbeton. Elementen in die ontwikkeling betref-fen betondekking, water-cementfactor, wa-peningsstaal met hoge corrosieweerstanden dergelijke. Als aandachtspunt voor naderonderzoek wordt onder meer het voorspan-nen ter realisering van een vroegtijdige druk-spanning genoemd. Daardoor kunnenscheuren in betonconstructies als gevolgvan warmte-, hydratatie- en krimpinvloedenworden onderdrukt.K.van Breugel (Nederland) besprak de rolvan betonconstructies bij bescherming vande omgeving tegen gevaarlijke stoffen enprocessen. De benadering van het probleemhoe te anticiperen op de mogelijkheid vangrote industri?le catastrofes, vraagt om vei-ligheidsconcepties als uitgangspunt. Ele-menten daarvan kwamen aan de orde, zoalsgeringe waarschijnlijkheid in relatie tot degrote consequenties. Voor de beoordelingvan die consequenties is een brede ori?nta-tie nodig die ook aspecten van politieke-, so-ciale-, culturele- en morele aard omvat. Enhoe daarmee om te gaan is sterk afhankelijkvan de visie op de kwaliteit van het leven ende plaats die de techniek en de technologiedaarin hebben.De ontwikkeling inzake de duurzaamheidvan beton was een bijdrage door DJungwirth(Duitsland). Hierin kwamen velerlei elemen-ten ter sprake die in het verleden de duur-zaamheid ongunstig hebben be?nvloed. Aan-dacht werd gevraagd voor bekende schade-gevallen, de belangrijkste redenen van onze-kerheid ten aanzien van de beoogde duur-zaamheid, belangrijkste oorzaken van scha-de en de voor- en nadelen van maatregelenwaarmee de duurzaamheid wordt bevor-derd.Plattelandswoningen van geprefabriceerden voorgespannen beton in Bangladeshkwamen aan de orde in een rapport vanM.Mannan (Bangladesh), waarin een lanswordt gebroken voor woningen uit prefab be-ton. De grote behoefte aan goede woningenin dit dichtbevolkte arme land is evident. Erworden argumenten gegeven voor de bouwvan een type waarbij om kostenredenen vierstadia van afbouw worden onderscheiden.Interessant is een vergelijking met de VS,waar hetzelfde type (echter in ??n stadiumcompleet) wordt aangeboden in gebiedendie evenals Bangladesh regelmatig wordengetroffen door overstromingen en orkanen.Ook wat de kosten betreft wordt een vergelij-king tussen beide landen gemaakt.Milieu-eisen als uitdaging voor de prefabin-dustrie, een bijdrage van S.Alexander (Noor-wegen), waarin deze betoogde dat de con-currentie tussen bouwmaterialen in de toe-komst evenzeer wordt bepaald door milieu-belasting als door prijs. Genoemd wordt eenaantal redenen waarom beton in dit opzichtgoed scoort. Om de positie van beton goedte kunnen bepalen, is een gedetailleerdoverzicht nodig van milieubelastingsaspec-ten. Hiervoor wordt een berekeningsmetho-de aangegeven. Vanuit energiebehoefte be-schouwd, wordt een vergelijking getrokkentussen beton en andere materialen. Aange-geven wordt voorts op welke wijze de ecologi-sche eigenschappen van materialen kunnenworden gewaardeerd.Bijdragen van E. Figgc.s. (VS)enC.AIimchan-dani (India) beschouwden, terecht uiter-aard, de esthetica van constructies als eenbe?nvloedende milieufactor. De eerste bij-drage beperkt zich tot bruggen, de tweedeheeft die beperking niet.Het onderwerp esthetische aspecten ver-leidt mensen dikwijls tot subjectieve kwalifi-caties. De fijnproever moet er zelf maar overoordelen.M.G.P.Nelissen22
Reacties