A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2005 54Ir Job Roos, Braaksma & RoosCultureel erfgoed een nieuwe bestemming geven, is perdefinitie een activiteit die zich afspeelt in de spannings-boog tussen wat continu is en wat verandert. Daarbijstaat het begrip waarde centraal. Het vaststellen van watwaardevol is en wat niet, blijkt zowel in de theorie als inde praktijk subjectief. Opdrachtgevers, architecten enmonumentenzorgers zijn het vaak oneens over het begripwaardevol. De TU-Delft heeft dit onderwerp - wat is dewaarde van een gebouw - tot een belangrijk onderzoeks-item verheven: value-assessment. Aan de hand van eencasus gaat ir. Job Roos in op value assessment van indu-stri?le monumenten.De objectiviteit en subjectiviteit van het begrip waarde,het benoemen ervan, het vertalen naar planuitgangs-punten het komt allemaal impliciet aan de orde.De lering die daar voorlopig uit te trekken valt, is datharde of absolute conclusies nauwelijks kunnen wordenvastgesteld. Het begrip waarde handelt meer over bete-kenissen dan over feiten.De bestaande omgeving en het herontwerpen daar-van gaat een steeds crucialere rol spelen bij deactuele bouwopgave. Bij de casus, een bijna tweeeeuwen oud pompgebouw, met een fors gelaagdgebruik en vele ingrijpende veranderingen, heeftdit begrip waarde continu op de agenda gestaan.Onderzoek, redenering en interpretatie lijken sleu-telbegrippen te zijn om bij iedere opgave op grondvan argumenten niet alleen te besluiten wat moetblijven en wat kan veranderen, maar eerder nog dekansen en potentie op te zoeken om wat van waardeis in de toekomst te verankeren.D e c a s u s : P o m p g e b o u w G 4 7De Oude Rijkswerf Willemsoord is een uniek voor-beeld van de negentiende-eeuwse militaire architec-tuur uit de Franse verlichting, gebouwd naar eenontwerp van ir. Jan Blanken (adviseur van NapoleonBonaparte) en ir. Valk rond 1814 . Op de meestmarkante plek van Oude Rijkswerf Willemsoord -de be?indiging van de as naar zee - staat het voor-malige pompgebouw gebouw 47.Het is in 1815 ontworpen als pomphuis, met alsfunctie het leeg pompen van het droge dok . Decombinatie pompgebouw - droge dok vormde eentechnologische ontwikkeling voor de civiele enbouwkundige techniek van die tijd: het bouwen -repareren van de gehavende vloot kon zo sneller enveiliger.Gebouw 47 is een stoommachine met verschillendeonderdelen, onder meer een warmwater opslag/ketelhuis, een stoommotor en een aantal houtenkenterbalken. Deze balken brachten negen koperenzuigers in beweging om het water van het drogedok zes meter omhoog tot in het afsluitingskanaalte kunnen afvoeren. De een tot drie meter dikkeValue AssessmentWAARDE HANDELT MEEROVER BETEKENISSEN DANOVER FEITEN1 |De Oude RijkswerfWillemsoordA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2005 5 5wanden bestaan uit kruisverband metselwerk metkalkmortel. Het gebouw had geen houten vloeren,slechts een houten balklaag op de eerste verdie-ping.Hoewel de stoommachine een stevige bakstenenconstructie eist om de benodigde kracht te kunnenuitvoeren, heeft de architect ingenieur toch veelaandacht besteed aan de compositie van het geheel:vrij symmetrische neoklassieke gevels met rond-boog openingen, blauwe hardstenen sluitstenen enhoekstenen, een stevige plint, en een houtenkap-constructie bekleed met leisteen en voorzien vanloden hoekkepers en een houten dakgoot. Hetgebouw was vermoedelijk niet voorzien van houtenramen zodat de warmte van de stoom vrij naar bui-ten kon stromen.K o r t e b o u w g e s c h i e d e n i sNa twintig jaar heeft het gebouw zijn oorspronke-lijke functie verloren in verband met grondwater-problemen. In 1888 werd Gebouw 47 bestemd totgraanmagazijn, de vloeren en gevelopeningen wer-den dichtgezet en de stoommachine en mechanicagedemonteerd.In 1939 werd de begane grond ingericht als tele-fooncentrale met als gevolg het vervangen van dehouten vloeren door betonnen vloeren op alle ver-diepingen.Tijdens de Duitse bezetting van 1940-1945 werd hetgebouw ingepakt in een stevig betonkorset die inge-hakt in het metselwerk was. Het geheel was `ver-bunkerd' en voorzien van schuilkelders. De houten-kapconstructie werd vervangen door een stevigebetonnen kap. In 1972 brokkelt het korset af waar-door de gevel bedekt moest worden met een cement-pleisterlaag.PlanuitgangspuntenAllereerst moeten de diverse transformaties aanzowel het interieur als het gebouw zelf en haaromgeving in kaart gebracht worden. In combinatiemet het te realiseren programma en het door deopdrachtgever geformuleerde ambitieniveau, werdeen aantal planuitgangspunten geformuleerd:Het stoomgemaal zal door middel van een aantalplaningrepen aan hedendaags gebruik moeten gaanvoldoen. Huisvesting van een VVV kantoor eninformatieverstrekking over de Rijkswerf zijn daar-bij op dit moment indicatief. In feite zal gebouw 47in verschijningsvorm en gebruik straks bepalendmoeten zijn voor de ontsluiting van de Rijkswerf.Het doel van deze uitgangspunten is inleving in deproblematiek, het geven van een aanzet tot eenredenering en het formuleren van argumenten diede potentie van het voormalig stoomgemaal zullendefini?ren: potentieel van gebruik (interne struc-tuur), van vorm (casco), van betekenis (imago vanhet gebouw) met als belangrijke randvoorwaarde,het beschermen van historische waarden. Binnendit kader is en wordt gebruik gemaakt van verschil-lende studies en onderzoeken als ondersteunendmateriaal.De opgaveDe onderzoeksvraag luidt: hoe kan men een nieuwebetekenis aan gebouw 47 geven die de oorspronke-lijke karakteristieken van het gebouw weer visuali-seert/voelbaar maakt en die ruimte geeft aan eenhedendaags gebruik?Het gebouw zal in ieder geval als een hoofdingang-paviljoen van de Nieuwe Rijkswerf herkend moetenworden en geschikt moeten zijn om de 300.000bezoekers ontvangen en informeren over de Nieu-we Rijkswerf.Binnen de transformatie die het gebouw in de afge-lopen twee eeuwen heeft ondergaan, van een pomp-station naar een granenpakhuis, een telefooncen-trale, een bunker, was de constante de functie: infeite een soort `levende' machine, geen gebouwvoor het verblijf van mensen.Het oorspronkelijke karakter van deze `machine' isin de loop der tijden verdwenen door grote aantas-tingen die hebben plaatsgevonden op de volgendedrie verschillende niveaus: landschappelijk, oor-spronkelijke verschijningsvorm en de interne struc-tuur.L a n d s c h a p p e l i j k e b e t e k e n i sAls West - Oost : stoomgemaal ? houtsleephelling? droge dok 1 ? natte dok ? zeedok sluis vormdeeen landschappelijk element. Het stoomgemaalvormde de kop van de infrastructuur en was dusduidelijk herkenbaar als pompstation. Deze ver-houding is vandaag de dag niet meer aanwezig en2 |Er is gekozen voor eentotale reconstructie vande verschijningsvormvan 1817A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2005 56het imago van gebouw 47 is er een van een ge?so-leerd object. De landschappelijke koppeling tussendroogdok en pompgebouw is niet meer te beleven;Als Noord ? Zuid langs afsluitingskanaal: desequentie langs het afsluitingskanaal geeft aan datgebouw 47 een centrale positie heeft in het totalegevelbeeld. De voorgevel van de oude kern uit 1817pakt de rooilijn van de langwerpige vleugels niet.Het is een punctuatie binnen het totale gevelbeeld.De oude kern komt straks weer vrij te staan, zonderzijn aanbouwen. De voorgevels van de aanbouwenlagen wel op de rooilijn en verankerde de oude kernin het gevelbeeld.Aan de overkant van het water ligt de kerk, die,gezien vanuit de zuidoostelijke hoek een fraaie rela-tie heeft met stoomgemaal naar die ook met haarmassa wedijvert, met het stoomgemaal als belang-rijk teken in het landschap en daar zelfs vanuitsommige zichtpunten mee `samenvalt'.De brug naast het stoomgemaal markeert de hoofd-ingang van het terrein.VoorstelDe landschappelijke dimensie van het stoomge-maal is van groot belang. Men zou kunnen probe-ren om de relatie tussen de (droge) dok en hetstoomgemaal terug te vinden door een landschap-pelijke ingreep binnen een haalbaar scenario; hetoorspronkelijke ketelhuis is vandaag de dag nietmeer aanwezig. Het feit dat de later aangebrachteaanbouw zal worden verwijderd, versterkt hetkarakter van zelfstandigheid van het stoomgemaalen daardoor zijn beeld/icoon als ingang van deRijkswerf.O o r s p r o n k e l i j k e v e r s c h i j n i n g s v o r mDe oorspronkelijke buitenkant is volledig aan hetoog onttrokken. Om bij het oorspronkelijke beeld3 |Gebouw 47 is het enigeovergebleven ontwerpvan ir. J. Blanken4 |Het oorspronkelijke met-selwerk is ruw gelatenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 2005 5 7terug te komen, wordt er vanuit gegaan dat degevels voor een deel gereconstrueerd worden inoud metselwerk. Het betondak wordt gehandhaafden bekleed met leien. De huidige afwerking metcementpleisterwerk van de vier buitengevels zalworden verwijderd. De natuursteenbanden zullengereconstrueerd worden en de gevelopeningen her-steld. De aanbouwen zullen verdwijnen.VoorstelHet gebouw krijgt een nieuwe functie dus ook eennieuwe identiteit ge?nspireerd op de oorspronkelij-ke verschijningsvorm. Mensen zouden straks moe-ten herkennen dat dit de hoofdtoegang naar deRijkswerf is. Het dak zou een andere materialise-ring dan lei-bedekking kunnen krijgen. Bij handha-ving van het betondak, residu van een gebruik eningreep in een geschiedenis van het gebouw, is hiereen extra aanleiding aanwezig voor meer danslechts reconstructie van het oorspronkelijke beeld.De uitdaging is, mede in relatie tot het landschapen in aansluiting op de restauratievisie op de bui-tenzijde van het casco, de bezoeker te verleidengebouw 47 niet slechts te betreden maar sensatie telaten ondergaan.I n t e r n e s t r u c t u u rDe `verbunkering' en de verschillende bouwkundi-ge ingrepen van het stoomgemaal hebben de inter-ne structuur zodanig aangetast dat het oorspronke-lijke imago van de machine verdwenen is. De dua-liteit tussen machinekamer en pompkamer bestaatniet meer. De binnenruimtes zijn donker, verkavelden geven niet het idee dat men zich in een soortmachine bevindt.De mens hoort hier in principe niet te blijven. Zemogen alleen tijdelijk naar binnen. Een machineeist onderhoud, een tijdelijke taak. Het binnenko-men is lastig. Het was en is op dit moment dus nietgeschikt voor een intensief gebruik.D e u i t e i n d e l i j k g e r e a l i s e e r d e o p g a v e :Gebouw 47 is het enige overgebleven ontwerp vanir. J. Blanken. De ligging geeft zonder meer eengrote stedenbouwkundige waarde als onderdeel vanhet gevelbeeld langs het Afsluitkanaal. De relatiemet dok 1 is te herstellen door midden van het slo-pen van een aantal gebouwen tussen dok en gebouw47.Voor de restauratie van de buitenkant is uiteinde-lijk gekozen voor een totale reconstructie van deverschijningsvorm van 1817. De gevels en dakenworden gereconstrueerd. De betonnen kap is ech-ter niet weg te krijgen om pragmatische construc-tieve redenen en wordt bekleed met een strakkeleistenen dakbedekking. De reconstructie naar deoorspronkelijke houten kap werd door monumen-tenzorg wel gewenst. De dakgoot krijgt een nieuwestalen uitstraling en geeft het onderscheid tussende gereconstrueerde gevel en de eigenaardigheidvan een betonnen dak bekleed met leisteen.Opmerkelijk is dat met deze aanpak van het dakde gelaagde geschiedenislijn (het imperfecte) opsubtiele wijze wordt benadrukt. De gevels zijndichtgezet met terugliggende ramen om recht tedoen aan de oorspronkelijke verschijningsvormvan het gebouw waarbij ieder opening een gatwas.De ontwerpopgave van het interieur betreft detransformatie ten behoeve van een VVV kantoor enkantoorruimte voor de directie en administratie vanRijkswerf Willemsoord en Cape Holland. Degelaagdheid werd binnen leesbaar gemaakt en debouwgeschiedenis daardoor verhelderd door eeneerlijk gebruik van materialen. Het oorspronkelijkemetselwerk is ruw gelaten, de Duitse ingrepenbestaan uit beton, alle nieuwe architectonische toe-voegingen bestaan uit blauw gewalste staalplatenen de losse inrichtingen zijn in gelamineerde houtuitgevoerd. Alle facilitaire functies zijn ge?nte-greerd in een `vrijstaand' uniek object: een abstractestalen monoliet.De staalplaten zijn in de hoogovens gehard. Doordit proces ontstaat een vrij unieke tekening vantranen op de staalplaten. Deze zijn behandeld tegenroest met een glimmende was. De combinatie vandeze twee effecten refereert aan het element `water'en het begrip machine dat oorspronkelijk het interi-eur van dit gebouw (niet bedoeld voor mensen)domineerde. Het hedendaagse object illustreert opdeze subtiele wijze de oorspronkelijke functie vanhet pompgebouw. 5 |De staalplaten zijn in dehoogovens gehard
Reacties