Voordrachten gehouden op de Jaarvergadering 1953te Stuttgart van de 'Deutscher Betonverein'Prof. Dr. phil. Dipl.-Ing. Oscar Parret, LudwigsburgWatervoorziening en waterbouw in de oudheidTer sprake komen: de aanleg van bevloeiingen en droogleggingenin Indi?, Mesopotami?, Armeni?, Griekenland, waarvan de oudsteongeveer 5 000 jaren geleden werden uitgevoerd en ten dele noggebruikt worden, dan de grootscheepse scheppingen van deRomeinen op dit gebied in Spanje en Noord-Afrika en verderde drinkwatervoorziening van nederzettingen.De, onderaardse leidingen van Kreta en de Peloponesos, deoudste, die tot nu toe bekend zijn, stammen uit het jaar 2 000v. Chr. De oudste onderaardse waterleiding, nauwkeuriger be-kend, is de door koning Salomon omstreeks 100 v. Chr. gestichtewaterleiding van Jerusalem. De spreker behandelt verder dewatervoorziening van Pergamon en Rome. Gegevens overde toe-gepaste bouwstoffen en afbeeldingen van in de oudheid gebouwdeaquaducten en een beknopt overzicht over de havenwerken inhet oude Ostia en de Romeinse oorlogshaven bij Misenum in debaai van Napels completeren deze interessante lezing.Dr.-lng. Fritz Leonhardt, StuttgartBruggen in voorgespannen beton in Zuid-Duitsland1. De Rosensteinbrug over de Neckar in Stuttgart, geconstru-eerd als voorgespannen boog met twee scharnieren; 4 hoofd-liggers. Bij een overspanning van 68 m bedraagt de constructie-hoogte over 2/3 van de overspanning niet meer dan 1,36 m. Defundamenten van de oude brug moesten aan de lastoverbrengingdeelnemen: tenslotte moest er voor gezorgd worden, dat deelastische en plastische zettingen van de top binnen redelijkegrenzen bleven. Een en ander had de toepassing van interessantevoorzieningen tot gevolg. De breedte van de brug bedraagt24,50 m. Het aanbrengen van voorspanning is uitvoerig weer-gegeven.2. Herbouw van de spoorwegbrug (dubbel spoor) over deKocher, Kochendorf. De hoofdconstructie bestaat uit twee overvijf tussensteunpunten doorlopende kokers, uitwendige breedte3,40 m, uitwendige hoogte 2,00 m, met overstekken voor tweevoetpaden aan de buitenkanten. Zes overspanningen van 25 m. Devoorspanningskabels zijn zodanig geplaatst, dat door de voor-spanning de statisch onbepaalde oplegdrukken niet worden be-invloed. De kokers zijn ook in dwarsrichting voorgespannen.3. De Donautalbrug, Untermarchtal; 5 overspanningen van62 m tot 70 m. De dwarsdoorsnede toont 2 hoofdliggers op eenonderlinge afstand van 6 m; de liggerhoogte is overal constant4,10 m, de liggerbreedte resp. 0,50 in de top en 0,65 m boven depijlers. De totale breedte van de brug bedraagt 11,40 m, d.w.z.rijvloer 9,50 m + 2 voetpaden van 1,45 m elk. De vloer tussen detwee binnenste hoofdliggers is ca 5,40 m breed en bestaat uit2 langsliggers en 3 dwarsliggers per overspanning. De doorplaatstalen kokers omsloten hoofdwapeningskabels kunnen inieder vak worden nagespannen om de wrijvingsverliezen te com-penseren. De voordracht sluit met een pleidooi voor geconcen-treerde spankabels.Dipl.-Ing. Aulis Junttila, HelsinkiGewapend-betonconstructies in FinlandDe spreker geeft een overzicht van de historische ontwikkelingvan het bouwen in beton in Finland met het jaar 1950 als uitgangs-punt. Gewapend beton is op grote schaal toegepast bij de grotestuwen en waterkrachtwerken; van laatstgenoemde zijn behan-deld: de centrale Pyhakoski in de rivier de Oulu, verwerkt zijn150 000 m3beton en 5 000 t staal; de Nuojua, eveneens in derivier de Oulu, verwerkt 75 000 m3beton en 2 500 t staal; dederde, Montta, in de rivier de Oulu is in aanbouw. Verder zijngenoemd: een droogdok te Rauma (ook de dokdeur is van ge-wapend beton), een vuurtoren met een funderingscaisson, die1 400 t weegt, verscheidene bruggen van gewapend beton en invoorgespannen beton, olietanks met een inhoud van 7 500 m3vanvoorgespannen beton, skeletconstructies en silo's; de laatst-genoemde uitgevoerd met gebruik van een glijdende bekisting.Regierungs-Baumeister a.D. Erich Barnemann, WiesbadenRecent nieuws op het gebied van gewapend beton als constructie-materiaalDeze interessante causerie houdt zich bezig met de volgendeHet jaarboek bevat 334 bladzijden op formaat 14,5x20,5 cm. De elfvoordrachten nemen hiervan 268 bladzijden in beslag, behandelen zeeruiteenlopende onderwerpen, bieden dus veel afwisseling; ze zullen inhet kort in dezelfde volgorde worden besproken, als ze gehouden werden.onderwerpen:1. de behandeling van betonvlakken, die in het zicht komen. Omeen mooi oppervlak te verkrijgen moet aan de volgende voor-waarden worden voldaan:gelijkmatige samenstelling van de specie,gelijkmatige verwerking van de specie,dichte en vlakke bekisting.De ontkiste betonvlakken worden al dan niet gebouchardeerd eneventueel gekleurd;2. het stellen van de wapening.De toepassing van afstandhouders is een vereiste om de wape-ning juist te stellen;3. de betonbereiding.De noodzakelijkheid van een juiste dosering van water, cementen toeslagstoffen wordt onder de ogen gezien;de verwerking van onverpakt cement in de specie en van,,transportbeton" komt ter sprake;4. een beschouwing over het aanbrengen van blijvende of tijde-lijke uitzetvoegen;5. gewapend-betonskeletten voor de woningbouw, die ten deletot wolkenkrabbers zijn uitgegroeid enwoonhuizen, waarvan de volle wanden uit ter plaatse gestortbeton bestaan;6. moderne bekistingsmethoden en ondersteunende steiger-constructies t.b.v. de uitvoering van gewapend- betoncon-structies;7. ,,Formstahlen";8. air-hulpstoffen;9. principi?le beschouwingen over halconstructies met groteoverspanningen van beton en voorgespannen beton. Door eenvoorbeeld wordt het gebruik van een glijbekisting gedemon-streerd.Origineel is het wijzen op de mogelijkheid, het trillingsgetal vanmachinefundamenten door het aanbrengen van voorgespannenstaven tussen de boven- en funderingsplaat ook na hun voltooiingte kunnen be?nvloeden.10. verscheidene bruggen, o.m. 3 boogbruggen met overspan-ningen van resp. 52,78 en 100 m, en een voorgespannen brug overde rivier de Main te Karlstadt, die zonder montagesteiger suc-cessievelijk vrij werd voorgebouwd.Pierre Lebelle, Parijs, adviserend ingenieurHerbouw van het spoorwegstation van de haven van Le H?vreHet gebouw is 575 m lang, 52,55 m breed, 8,00 m hoog en bestaatuit 4 beuken met overspanningen van resp. 8,33, 10,00,20,00,7,00 m, met een overstek van 6,50 m. De eerste verdieping is44,10 m breed en bestaat uit 3 beuken met overspanningen van10,00 m en 5 m hoog, 20,00 m en 8 m hoog, 7,00 m en 5 m hoog,en een overstek van 6,50 m, 5 m hoog.Alle constructie-onderdelen zijn geprefabriceerd en worden ophet werk door voorgespannen kabels, die volgens de methodevan Eugene Freyssinet zijn aangebracht, tot een geheel metelkaar verbonden.Al het beton van de geprefabriceerde onderdelen werd doorstoomverwarming op 80?C gebracht en was na 2? uur voldoendeverhard. De voorspanning wekte drukspanningen in het betonop, die plaatselijk tot 370 kg/cm2opliepen. Deze plaatsen wordenmet stoom van 100?C nabehandeld.Dipl.-Ing. Eberhard Weingaertner, DarmstadtTelevisietorens van de posterijen van de Duitse bondsrepubliek op deoverbrengingslijn Hamburg-Keulen en cylindrische schachten uit-gevoerd in twee typen.Eerste type: hoog 70 m, buitendiameter 8 m, wanddikte 18 cm,met cirkelvormige 3,25 m buiten de toren overstekende bor-dessen, resp. 54,20 m, 59,20 m en 64,20 m boven het maaiveld.De dakplaat ligt 69,20 m boven het maaiveld en heeft eveneenseen diameter van 14,50 m. De toren is op staal gefundeerd; dediameter van de cirkelvormige funderingsplaat bedraagt 13 m,de dikte 1,50 m Uitlopend tot 0,50 m. De drie bordessen zijn overeen betonnen trapte bereiken.De uitvoering geschiedde met gebruikmaking van een glijbekis-ting, waarvan 3 systemen ter beschikking stonden:346 Cement 6 (1954) Nr 19-201. het systeem van McDonald en Heine. De bekisting en hetwerk plateau hangen aan stalen staven ? 35 mm, die successieve-lijk in de wand ingebetonneerd worden en dus verloren zijn;2. het systeem van Lenz-Bau A.G. voorziet in een stalen steigeraan de binnen- en aan de buitenkant van de te maken beton-cylinder, zodat de klimstaven komen te vervallen;3. het systeem van Siemens-Bau-Union G.m.b.H. In tegen-stelling met de beide eerstgenoemde systemen wordt de bekis-ting niet met de hand, maar hydraulisch bewogen. De bekistingklimt langs vertikale tralieliggers omhoog, zodat ook hierbij geenverloren klimstaven voorkomen.Tweede type: hoog 40 m, buitendiameter 7 m, wanddikte 15 cm,met cirkelvormige, 3 m buiten de toren overstekende bordessen,resp. 30,00 m en 34,40 m boven maaiveld; dezelfde diameter van13 m heeft de dakplaat op 38,80 m. Een stalen trap voert tot debordessen. De fundering op staal is ringvormig, buitendiameter9,50 m en binnendiameter 5,00 m, dikte 1,00 m. De uitvoering isanaloog aan die van type 1.Dr. A. Aas Jakobson, OsloEnige ondervindingen opgedaan bij het bouwen van Noorse bruggenAan een voorbeeld, de Elgesterbrug over de rivier de Nideloente Trondheim, werden de in Noorwegen zich voordoende pro-blemen besproken, n.l.:de keuze van de hoofddraagconstructie, de afstand van de uitzet-voegen, het gevaar van ontgronding van de rivierpijlers, het be-zwaar voor het bevriezen van de betonconstructie in de nabijheidvan de sterk schommelende waterspiegel en tenslotte de beton-en cementcontr?le.De brug is 23,40 m breed. Als hoofddraagsysteem zijn, rekeninghoudend met het mooie landschap, vier rechte, over de steun-punten doorlopende liggers gekozen, bestaande uit negen over-spanningen van 22,50 m. Overwegende dat uitzetvoegen aantas-ting door vorst begunstigen, is het aanbrengen ervan geheelachterwege gelaten.De fundamenten rusten op houten palen. Op grond van water-loopkundige proefnemingen bleek de doelmatigste fundering vande rivierpijlers te bestaan uit een betonnen sloof (over de houtenpalen), die in de rivierbodem werd ingegraven en daarop vier op-gaande cylindrische kolommen als onmiddellijke ondersteuningvan de vier hoofdliggers. Aangezien het verschil tussen hoog- enlaagwater 2,50 m bedraagt, zijn de pijlerkolommen aan vorst-gevaar blootgesteld. Eveneens gebaseerd op proefnemingen wer-den de kolommen over een hoogte van 3 m van 3 mm dikke roest-vrije plaatstalen ommantelingen voorzien. Tenslotte werd debeton- en cementcontr?le zonder tussenkomst van een proef-station voor bouwmaterialen in een laboratorium op het werkdoorgevoerd.Dipl.-lng. Hans-Kilian Kessler, BerlijnDe vernieuwing van de Kooksfabriek Berlin-MariendorfDe oude staalconstructies voor de kooksovens en de transport-bandbruggen werden vervangen door constructies van gewapendbeton. Verder zijn uitgevoerd: een kolentoren 45 m hoog, capa-citeit 3 000 ton; een generatorgebouw; bluswatergoten; de baanvan de uitdrukmachine en een koeltoren completeren het bouw-programma.Enige bijzonderheden betreffende de constructie:Opgemerkt zij, dat gebroken baksteenpuin als toeslagstof werdgebruikt. De druksterkte van het beton bedroeg 250-300 kg/cm2na 28 dagen. De wanden van de kolentoren zijn over hun gehelehoogte van 24 m met gebruikmaking van een glijdende bekisting,systeem Siemens-Bau-Union, gestort; wanddikte 0,40 m.De transportbruggen met overspanningen van 22 m en 5 m zijnvan voorgespannen beton. De temperatuur in de kooksovens be-draagt 1 200 ?C, de kopwanden van gewapend beton glijden opde kopwandpijlers.Prof. Dr.-lng. Nabil Friedrich T?lke, Docteur en sdencesh.c, StuttgartBetonbereijiing voor massale bouwwerkenProf. T?lke begint met een overzicht te geven van transport-installaties voor grote hoeveelheden betonspecie. Genoemdworden: Dirkkranen tot een hoogte van 90 m, torenkranen enkabelbanen in het hooggebergte als enige mogelijkheid voorhet vervoer van materialen.Verder is de vraag behandeld: Waardoor wordt het weerstands-vermogen van beton tegen weersinvloeden be?nvloed ?De invloeden zijn:1. eigen spanningen in het beton;2. na het storten optredende chemische reacties;3. de porositeit van de cementsteen.Ad I. De eigen spanningen in het betonlichaam ontstaan t.g.v.arbeidsvoegen. Hieruit blijkt het grote voordeel, dat bereiktwordt door het gebruik van een glijbekisting.Ad 2. De eigen spanningen, die t.g.v. scheikundige reacties ont-staan, zijn een gevolg van de warmte-ontwikkeling (tijdens hetbinden en verharden van het beton), die in hoge mate afhankelijkis van de cementsoort en de verwerkte hoeveelheid cement perm3beton. Om de warmte-ontwikkeling binnen de gewenstegrenzen te houden, werd bij de stuwdam te Bleyenburg om tebeginnen een 0,35 tot 0,40 m dikke betonlaag gestort en dan eenevenhoge laag steen er overheen gespreid. Door middel vanschudden werd de steen in het beton ingewerkt. Zo bedroeg dedruksterkte na 28 dagen 450 kg/cm2bij niet meer dan 120 kg/m3cement per m3beton.Als eenvoudigste kunstmatige koeling stelt Prof. T?lke voor: detoeslagstoffen v??r hun verwerking af te koelen en aan het aan-maakwater ijskorrels of sneeuw toe te voegen. Nakoeling na hetstorten met koud water kan worden verkregen door de aanlegvan een buizennet. De tangentiale trekspanningen in het, debuizen omgevende beton lopen dan echter zo hoog op, datscheurvorming moet worden verwacht, die het last-spannings-verlo?p verbreken.Ad 3. De porositeit van de cementsteen is de doorslaggevendefactor voor de sterkte, maar ook voor de waterondoorlatendheiden de weerstand tegen weersinvloeden van het beton. Uit de uit-komsten van proefnemingen, die Prof. T?lke heeft verzameld,trekt hij de conclusie, dat de watercementfactor resp. het ge-bruik van ,,droog" beton niet het enige absoluut geldige criteriumvoor de betonsterkte is. Van grote betekenis is ook de hoedanig-heid van de toeslagstoffen t.o.v. het weerstandsvermogen tegenvorst. Met het oog hierop wordt het nodig geacht, veront-reinigd zand te wassen. Ook strekt het tot aanbeveling, air-hulp-stoffen aan de specie toe te voegen; mede in verband met devolumebestendigheid voor massale betonconstructies dienen detoeslagstoffen aan een onderzoek te worden onderworpen.Dipl.-lng. Heinz W. Puell, M?nchenDe uitvoering van bouwwerken in de U.S.A.Bepalend voor de toestanden in de U.S.A. zijn ook op het gebiedvan de bouwnijverheid de wetten van de massaproductie, ge-kenmerkt door lage materiaalkosten, hoge lonen en grootscheep-se projecten. Door een reeks van voorbeelden wordt de er meeverband houdende, vergaande mechanisering van alle werkzaam-heden aangetoond, verduidelijkt door een groot aantal zeer in-structieve afbeeldingen.Dipl.-lng. Reinhold Weyer, KeulenRijvloerploten, die deel uitmaken vansamengestelde constructies voor bruggenUitgegaan wordt van het eenvoudigste geval, nl. van een stalenligger op twee steunpunten, waarbij de betonvloer als drukrandvan de constructie meewerkt. Naarmate de stalen binten tijdenshet storten van de plaat al dan niet ondersteund zijn, moet heteigen gewicht:Ie in het geheel door de samengestelde constructie,2e ten dele door de samengestelde constructie en ten dele doorde stalen binten, of3e door de stalen binten worden gedragen.Aangezien t.g.v. het krimpen van het beton in de betonplaat trek-en in de stalen binten drukspanningen optreden, strekt het totaanbeveling, de samengestelde constructie ten minste ten deledoor het eigen gewicht te belasten. Tenslotte moet ook met hetkrimpen van het beton rekening worden gehouden, zodat devolgende belastingstoestanden onder de ogen moeten wordengezien:1. De begintoestand na het verwijderen van de eventueel aan-wezige ondersteuningen plus temperatuurinvloeden plus mo-biele basting, en2. de eindtoestand, nadat het krimpen en het kruipen van hetbeton volledig is uitgewerkt plus temperatuursinvloeden plusmobiele belasting.Een en ander in de ongunstigste combinatie.Soortgelijke beschouwingen worden uitgebreid tot doorlopendeliggers en vakwerkliggers. Weyer deelt mee, dat de DIN 1078,,,Berechnungsgrundlagen f?r die Bemessung von Verbund-tragern im Strassenbr?ckenbau" in bewerking zijn. Ik twijfel erniet aan, dat belangstellenden in deze voorschriften zullen vinden,wat zij zoeken.Er volgen tal van voorbeelden. Wat de uitvoering betreft zijndiverse gereedschappen besproken (en door afbeeldingen duide-lijk gemaakt), die de vereiste nauwkeurigheid van de uitvoeringverzekeren. Dipl.-lng. E. A. F. HuberCement 6 (1954) Nr 19-20 347
Reacties