VERANDERENDE BOUWOPGAVE -PRIORITEIT VOOR TECHNOLOGIEPrecies op de dag na de presentatie van het SBR-rapport 'Het kan best anders in de bouw', hieldir.H. van Tongeren als voorzitter van de CUR zijn jaarrede tijdens de CUR-dag op 28 april jl. teAmersfoort. Vanuit een andere optiek hield ook Van Tongeren een pleidooi voor eenveranderingsproces in de bouw. Een dringend noodzakelijk veranderingsproces, wil een kleinland als het onze de thuis- en exporttnarkt behouden. In enigszins bewerkte vorm geven wij delezing van ir. Van Tongeren weer, wiens visie een ander licht werpt op de bouw in Nederland. Derol van de CUR, met z'n verbreding en verdere samenwerkingen wordt apart belicht.et project Nederland 2050heeft als toekomstverkenningnaar mijn mening terecht desuggestie gewekt dat het toekomstbeeldvan ons land niet louter behoeft te wor-den afgewacht, maar in zekere mate kanworden ontwikkeld. Keuzen moeten enkunnen worden gemaakt en er is nogruimte voor groei. Er waren denkbareconcepten ontworpen, geenkant-en-klare blauwdrukken, want deonzekerheden in de toekomst blijvenimmers.Het wekt verwondering dat bet publiekbij meerdere gelegenheden overheer-send voor het zogenaamde kritische sce-nario heeft gekozen. Een scenario watstaat voor compacte steden, fragmenta-tie van bestuur, kleinschalige landbouwen verweving met recreatie. De randstadblijft economisch, sociaal en culturedbrandpunt, technologische vernieu-wing wordt afhankelijk gesteld van demaatschappelijke wenselijkheid. Meerdynamische scenario's scoorden mini-maal.De waardering voor economische groeistaat kennelijk op gespannen voet metde beleving van de als gevolg daarvanvoortschrijdende groei van gebouwdeomgeving en infrastructuur. De 'prijs'voor consumptieve groei kan te hoogworden bevonden.Maatschappelijke, economische entechnologische ontwikkelingen zullende samenleving voortdurend verande-ren. De nieuwe vormen van telecom-municatie, de internationalisering vande produktie en de distributie alsook debeheersing van de milieu-kwaliteit zul-len hun effect hebben.De bouwnijverheid zal vormen moetenzoeken om deel te kunnen uitmakenvan het creatieve proces van de ruimte-lijke vormgeving.De verandering van aanbiedersmarkt naarvragersmarkt krijgt daarmee voor de pri-vate bouwwereld een extra dimensie. Isde bouw al gereed voor het hanterenvan de meer concrete dimensies van devragersmarkt? Het voltooide bouw-werk als eindprodukt zal handelsobjectzijn. De bouwnijverheid als producentvan dat eindprodukt zal ernst moetenmaken met multi-disciplinaire 'pro-duktontwikkeling' ten dienste van deopdrachtgever/consument. Dat vereist8 Cement 1988 nr. 7/8Heen krachtige technologie-ontwikke-ling. De structuur van de bouw in frag-menten en segmenten werpt daarbij be-lemmeringen op.Structuur en cultuur, technologie hetkind van de rekeningDe bouw kent een segmentering naaronder meer woningbouw, utiliteits-bouw, wegenbouw, waterbouw, bagge-ren en offshore.Deze marktsegmenten hebben een ei-gen cultuur en infrastructuur waarte-genover staat dat de technologie naarspecifieke aspecten per segment ookveel gemeenschappelijke vraagstukkenkent. Samenwerking hierin komt maarmoeilijk tot stand.Binnen elk marktsegment is een grootaantal participanten betrokken, iedermet de eigen disciplines en verantwoor-delijkheden maar ook met de eigen be-langen en cultuur. Het zijn architect,constructeur, aannemer, installateur, fa-brikant, ontwikkelaar en niet te verge-ten: de opdrachtgever. Op het pad van deintegrale (eind)produktontwikkeUnglevert deze veelheid aan participantenevenzovele raakvlakken.De bouwstructuur is met haar segmen-tering en geleding te karakteriseren alseen archipel. De realisatie van het eind-produkt vindt plaats door inspanningenop per project wisselende lokaties. Ditgeeft elk project een uniek karakter,eventueel nog versterkt door de archi-tectuur.Standaardisatie in de bouw ontmoetdaarmee een aantal hindernissen. Datmaakt de 'feed-back' van bij eenproject opgedane ervaring voor iederder participanten erg belangrijk.In de ontwerpfase van een project ismeestal geen sprake van een samenhan-gende bemoeienis van alle participantenten gunste van de prijs/kwaliteitsver-houding van het bouwwerk als eindpro-dukt.Integendeel, vaak wordt een bewust on-afhankelijke opstelling van de ontwer-per gewenst teneinde in een latere fasede prijsvorming beter te kunnen beoor-delen.Eigenlijk is het bijzonder jammer dat ereen breuklij n is in de technologische be-handeling van het project, tussen 'voor-traject' en uitvoeringsfase, temeer daarjuist beslissingen in het voortraject eenexponentieel grote invloed hebben ophet uiteindelijke kwaliteits- en kosten-niveau.Gelet ook op de toekomstige mogelijk-heden van automatisering voor ont-werp- en bouwproces vormt dezebreuklij n een forse hindernis voornoodzakelijk grensverleggende ont-wikkelingen.In eerste instantie vormt een terugkop-peling tussen uitvoering en voortrajecteen belangrijke randvoorwaarde voorde stimulering van technologische ont-wikkeling. Daarnaast zal de terugkop-peling uit de fase van beheer en exploi-tatie, het natraject, een voorwaarde vor-men om het eindprodukt kwalitatiefverder te ontwikkelen op alle aspectenvan betrouwbaarheid, duurzaamheid engeschiktheid.Terugkoppeling van deze ervaring ophet programma van eisen voor nieuw-bouw stelt eisen aan de interne organi-satie van de opdrachtgever/beheerder.Zo kunnen deskundige opdrachtgeversmet hun programmering van eisen, gro-te invloed hebben op de kwaliteit vanhet eindprodukt.De reden vooor het schijnbare gemakwaarmee in het algemeen de aanne-mersbemoeienis beperkt bleef tot deuitvoering, is wellicht gelegen in de totop heden zeer beperkte aansprakelijk-heid voor het eindprodukt. Immers hetaannemerscontract is meestal een in-spanningsverbintenis waarbij de pro-duktaansprakelijkheid niet verder gaatdan gevallen van zeer ernstige schadezoals instorting, waarvoor weer eenCAR-verzekering wordt gesloten.Produktaansprakelijkheid, aan-sporing van grote betekenisInvoering van produktaansprakelijk-heid zal binnen de context van een 'con-sumenten-markt' belangrijke belem-meringen wegnemen voor technologi-sche ontwikkeling in de bouw. Van aan-bodzijde zal men streven naar integraleen duurzame kwahteitsverbetering, ge-let op het risicodragend vermogen datmeestal van de bouwer zal zij n. Deze zalhet concept integraal op kwaliteit wil-len toetsen.Voor de ontwikkeling van de bouw-technologie zou het goed zijn wanneerde bouwer de samenhang tussen ont-werp, materiaalgebruik, logistiek, uit-voering, materieel-ontwikkeling, plan-ning en kosten beter zou beheersen.Internationalisering van de industrieleproduktontwikkeling maakt beheer-sing van het ontwerp- en bouwprocesnog meer noodzakelijk. De bouwer zalin samenhang daarmee gehjktijdigmoeten inspelen op een snelle verbeteringvan de arheidsomstandigheden op debouwplaats, de achillespees voor de be-drijfstak in termen van produktiviteit,gezondheid en imago!Deze weg naar een vernieuwende rol-opvatting van de bouwer kent nog heelwat hindernissen.In de eerste plaats is sprake van een nogmaar zeer beperkte acceptatie van deaannemers als betrouwbare hoofdpart-ner. Voor een goed begrip, ons land kentvele goede traditionele aannemers.Maar de bouwer heeft per traditie wei-nig affiniteit met de 'fitness for purpose'van het eindprodukt, het bouwwerk alstotaal.De opdrachtgever/consument accep-teert deze situatie. Het ontwerp wordtmeestal gemaakt door architect en raad-gevend ingenieur, terwijl de onderhan-delingen met de aannemer zich veelalbeperken tot de prijs van uitvoering. Deopdrachtgever beslist ook meestal tengunste van de laagste prijs. De contrac-ten die de opdrachtgever tot op hedenaangaat, hebben merendeels het karak-ter van een 'inspannings-verbintenis'.Welke ontwikkelingen zouden nu, geletop het voorgaande, het vertrouwenrechtvaardigen dat de bouwer op ditmoment de gegarandeerde kwaliteitwel degelijk structured in de afwegingzou willen en kunnen betrekken opdateen 'produkt-verbintenis' kan wordengesloten?Hier verkeren de partij en 'producent'en 'consument' in wezen in eenpatstelling. Het eindprodukt kan nogniet worden aangemerkt als object vantransactie. Hierop stagneert deontwikkeling van een effectiefmarktmechanisme. Deze historischgegroeide situatie manifes-teert zich bijhet overgrote deel van de projecten enwordt slechts incidenteel doorbroken.Alternatieven zijn niet zo-maarvoorhanden.Cement 1988 nr. 7/8 9Te weinig is men zich ervan bewust dat nietzozeer bestaande posities in het geding zijnals wel dat de toekomst gewoon een nieuweverbrede en verdiepte opgave stelt waarop debouw eenpassend antwoordzal moeten vin-den.Minder deskundige opdrachtgeverszullen zich laten bijstaan door een advi-serend ingenieur voor studie, program-mering van eisen, evaluatie van aanbie-dingen, het voeren van directie enz.Fabrikanten zijn niet langer bereid zichte beperken tot de rol van toeleveran-cier, waar de bouwer aarzelt uit eigenbeweging de technologische armslag teverbreden tot de integrale ontwikkelingvan het eindprodukt. Daaromontwikkelen fabrikanten in toenemendemate op eigen kracht en inzichtcomponenten, varierend van to-taledraagconstructies, gevels en daken totbinnenwanden en keukens. Japan gaathierin voor!Voor een samenhangende technologi-sche ontwikkeling van het eindproduktis een meer gestructureerde benaderingnodig opdat het eindprodukt kan wor-den vertaald naar het programma vaneisen voor de industriele fabricage. Par-ticipanten in het bouwproces zullenhun positie moeten bepalen opdat aandeze belangrijke randvoorwaarden kanworden voldaan.Marktmechanisme voor een eind-produktDe bouwwereld kan zich niet langer be-perken tot de marktvolgende opstellingdie stamt uit de thans aflopende situatievan een 'aanbiedersmarkt'. De aanne-mer geniet nog niet het vertrouwen en isdoorgaans nog niet geequipeerd om eeninhoudelijke rolverandering naar devragersmarkt gestalte te geven. Welis-waar staat kwahteit zeer in de aandachtmaar voor de aannemer ligt de horizonop het werken met een contractueelvastgelegd kwaliteitssysteem en voor defabrikant op produkt-certificatie. Eenzekere marktordening zal ongetwijfeldhet gevolg zijn.Aansprakelijkheid voor het eindpro-dukt vormt echter het perspectief oplanger e termijn.Toch mag alleen van de technologie eenpassend antwoord worden verwacht opkwahteitseisen voor het eindprodukt, insamenhang met een optimalisering vanhet kapitaalgebruik. Bevordering vaneen volwassen marktmechanismetussen producent en con-sument heefthoge prioriteit. De producent zal erbijgebaat zijn een gepaste in-vulling vande consumentenrol daad-werkelijk aante moedigen. Opdracht-gevers zouden een professionele bena-dering verder kunnen ontwikkelen;zo'n professionele benadering kan danbijvoorbeeld via een symposium eenbrede introductie worden gegeven in demarkt. 'Fitness for purpose' van heteindprodukt moet d'aartoe de gemeen-schappehjke doelstelling zijn voor hetbouwwerk zelf en daarnaast als compo-nent van de gebouwde omgeving.De private partnerDe overheidsverantwoordelijkheid voorde bouwsector mag groot wordengenoemd en reikt aanzienlijk verder dande zorg voor werkgelegenheid. Het be-drijfsleven daarentegen kent nauwelijksproduktverantwoordelijkheid. Depublieke opinie kan een halt toeroe-penaan ontwikkehngen die weliswaar voorde groei noodzakelijk zijn, maarwaarvoor de acceptatie niet of niet tijdigis veiliggesteld. Het is dan ook van hetgrootste belang om in de bouwnijver-heid een proces van bewustwording tebevorderen naar de medeverantwoor-delijkheid voor de leefbaarheid van degebouwde omgeving. Het gaat om desteden, de regio's en de infrastructuur inons distributieland. Dat moet niet ge-beuren door pressie op de bestuurhjkebesluitvorming bij incidentele projec-ten, maar met een actief deelnemen alspartner in het samenspel van civieletechnologie en bouwtechnologie.Maatschappelijke ontwikkehngen, zo-als privatisering en uitbesteding doorgrote overheids- en private opdrachtge-vers, vormen een extra impuls.Daarmee groeit de vraag naar 'all-in'aanbiedingen waarbij niet alleen heteindprodukt maar ook onderhoud enzelfs exploitatie zijn inbegrepen. Hierliggen de kansen om met een integraleaanpak te scoren op een gunstige prijs/kwaliteitsverhouding respectieve-lijkprijs/prestatieverhouding. Men kangevoeglijk aannemen dat de buiten-landse concurrentie zich in deze sectorniet buiten de deur laat sluiten. Totdeze sector behoren ook de veelbe-sproken publiek-private samenwer-kingsprojecten. Daarbij rijzen echterproblemen met het synchroon schake-len van bedrijfsleven en overheid. Hetbedrijfsleven zal in eerste instantie demeest rendabele krenten uit de pap wil-len halen. Daar kan niemand een verwij tover maken, maar het zou beter zijn tezoeken naar een meer integrale partici-patie met afspraken aangaande het nietrendabele deel. Blijft het probleem datde overheid de risico's voor het bedrijfs-leven tot een acceptabel niveau moetkunnen afdekken. Er is veel creativiteitnodig om hier goede oplossingen voorte vinden.Vragersmarkt, terugtredende overheid,Europese harmonisatie en opkomendemondiale concurrentie versterken el-kaar en roepen de vraag op of aan de zij-de van het bedrijfsleven de onderne-mingsbasis niet aanzienlijk zal moetenworden verbreed om op procesverande-ringen en gehjktijdige schaalvergroting,een passend antwoord te kunnen geven.De buitenlandse concurrentie laat zich nietbuiten de denkbeeldige deur sluitenHet bouwbedrijfsleven zal een toplaagvan bedrijven moeten voortbrengen diezicb kunnen onderscheiden als 'centresof competence'.Competentie met betrekking tot be-leidsadvisering, planvorming en realise-ring van het eindprodukt 'bouw'. Dezebedrijven kunnen dan als 'dragers' func-tioneren voor een bestel waarin ook de10 Cement 1988 nr. 7/8andere participanten een passende rol-opvatting kunnen ontwikkelen.De bouw zal met toenemende flexibili-teit voor het eindprodukt de consumentmoeten interesseren, ondanks de be-lemmerende structuur en cultuur van debedrijfstak, Op bet segment van dewoningbouw zal bovendien een finan-cieel maatschappelijk instrument moe-ten worden ontwikkeld om de vraag testimuleren.Ik wilsterkpleiten voorhetsnel uitvoeren vanpubliek-private onderzoekprojecten met be-trekking tot degebouwde omgeving en infra-structuur, in termen van de kwaliteit van deplanvorming, dejlexibiliteitvan heteindpro-dukt alsook het complexe systeem voor mar-keting. Van initiatieven in deze, die buitenhet CUR-terrein vallen, hoop ik nog ditjaarmededeling te kunnen doen.Grensoverschrijdend technolo-gischonderzoekDe technologische ontwikkeling staatnatuurlijk niet stil, al zetten structuur-en cultuurverandering maar beel gelei-delijk door. Voor een succesvolle ont-wikkeling en introductie van nieuwetechnologie, vormen economische enmaatscbappelijke condities belangrijkecriteria. In een netwerk als de CUR ligthet zwaartepunt op technologisch on-derzoek met de nadruk op een directerelatie tot de markt, zowel wat betreft deprogrammering als de financiering.Alle fundamenteel, strategiscb en tac-tisch onderzoek in de bouw wordt aanprofessionele ondernemingen uitbe-steed.Tecbnologie-ontwikkeling valt daar-mee veelal buiten de bedrijfshorizonvan de individuele ondernemingen.Ontwikkelde kennis is mede daaromvaak moeilijk tijdig en effectief in be-drijven in te brengen. Men is er niet opgeorganiseerd. Rendement uit techno-logische ontwikkelingen komt om diereden moeilijk tot stand. Dit geeft aan-leiding tot een relatief lage waarderingvoor technologische kennis en kunde.De uitwisseling van kennis en cultuur iseen beel belangrijke zaak, niet alleenvoor de vrager maar ook voor de aanbie-der van onderzoek.Zo is op dit moment een slecbts kleinekring ervan op de hoogte dat alle moge-lijkbeden van de computer ten spijt, deontwikkeling van vele civieltechnischesystemen zal stagneren wanneer als ge-volg van bezuinigingen fundamenteelonderzoek van de kennis-ontwikkelingvan fysiscbe verschijnselen in de civieletechniek wordt beperkt. Het zal in hetalgemeen moeilijk zijnruimte te krijgen voor zaken waarvoorzelfs het begrip nog ontbreekt.CUR-actiesEen goede samenhang in de onderzoek-programmering is van groot belang.Niet alleen voor het toepassingsgerichtecollectieve onderzoek, maar voor alleonderzoek. Daarbij niet te vergeten datbehalve CUR ook de technologische in-stituten en universiteiten elk voor zichweer werkzaam zijn in diverse interna-tionale verbanden.Vandaar dat CUR van harte de adviezensteunt van de Commissie Van der Plasom met de aanbevolen instelling van deProgramma Raad voor Collectief On-derzoek en de Raad van Advies voorTechnologiebeleid in de Bouw (RATB)de nodige coordinatie en samenhang tebereiken.Intussen zet de verbreding van CURverder door. Baggerindustrie, baksteen-industrie en Gemeente Rotterdam von-den aansluiting op het netwerk. Met di-verse andere groeperingen heeft overlegplaats.Samenwerkingsovereenkomsten wor-den gesloten met het NNI voor regelge-ving, met de Stichting Technische We-tenschappen (STW) voor onderzoek enhet KIVI voor de Raad van Advies voorBijzondere Problemen bij Constructies(RABPC).Op dit moment wordt getracht de sa-menwerking tussen technische univer-siteiten en CUR (mede namensCROW), van de oorspronkelijke be-perkte basis voor het materiaal beton, teverbreden tot in beginsel de civiele tech-niek met inbegrip van de draagcon-structies voor woning- en utiliteits-bouw. Een daartoe in te stellen Raad vanOnderwijsbetrekkingen zal vervolgensook HBO- en vakopleidingen in haartaak moeten betrekken. Met de Lely-stichting zijn goede afspraken gemaaktom de relatie met universiteiten gecoor-dineerd in te vullen. Internationale sa-menwerking heeft de algemene aan-dacht waarbij projecten met Indonesieen de Engelse CIRIA in behandelingzijn. Een verdere samenwerking met deRijkswaterstaat krijgt in meerdere sec-toren gestalte.Initiatieven worden ontwikkeld om inBrussel meer invloed te kunnen aan-wenden op de totstandkoming van Eu-ropese voorschriften, normen en richt-lijnen.Het CUR-bestuur beraadt zich intussenover de interne organisatie en werkwijzevoor het bewaken van het evenwichttussen verbreding van activiteiten enbehoud van kwaliteit. Het bestuur zalzich laten bijstaan door top-experts diehet mentorschap voor het groeiend aan-tal commissies professioneel zullen be-hartigen.Een woord van dank is op zijn plaatsvoor de financiers van het CUR-werken de 450 deskundige medewerkers uithet veld die pro-deo werkzaam waren inde CUR-commissies, hiertoe in staatgesteld door hun diensten of bedrijven.CUR vraagt om individuele input tengunste van een cooperatieve output. In-dividuele bedrijven stappen over hunvrees heen voor een kennis-drain. Dekennis op een gezamenhjk platformontwikkelen en vervolgens in eigen be-drijf exploiteren, is hierbij de opgave.BesluitIk ben begonnen de bouwwereld alsomgeving van CUR te schetsen, eenomgeving in beweging, maar ook ver-snipperd door talloze 'grenzen'. Met deEuropese grenzen, mag ik hopen datook deze 'grenzen' gaandeweg zullenvervagen.Zullen wij er als onbetwiste meestersvan de inpoldering in slagen om binnende archipel 'centres of competence' en'centres of excellence' te realiseren?De tijd zal leren of de partners in debouw een passend antwoord op denieuwe bouwopgave zullen vinden.Voor de bouwwereld een hardenoodzaak, ter-wijl met dit gereedschapeen creatieve bijdrage kan wordengeleverd in het scheppen vanvoorwaarden voor een aantrekkelijkwoon- en werkklimaat in ons land.Cement 1988 nr. 7/8 11
Reacties