In mei 2025 verhuizen de vestigingen in Den Haag en Rotterdam van Royal HaskoningDHV naar de voormalige faculteit Mijnbouwkunde in Delft. De bestaande constructie is bij renovatie zo goed mogelijk intact gebleven, maar moest door aantasting op diverse plekken worden versterkt. Ook zijn enkele onderdelen toegevoegd, waaronder twee grote atria. Een van de grootste uitdagingen was de transformatie tot een Paris Proof-gebouw en het inpassen van de daartoe benodigde installaties.
Van Rijksmonument
tot duurzaam kantoor
Bestaande constructie hersteld en nieuwe overkapping, liftput
en fietsentrap aangebracht
1 Het nieuwe atrium van de voormalige faculteit Mijnbouwkunde in Delft
1
74?CEMENT?3 2025
De faculteit Mijnbouwkunde
(1912) was het oudste gebouw in
het bezit van de TU Delft en bood
tot voor kort onderdak aan het
Science Centre, het Mineralogisch-
Geologisch Museum en een aantal
externe huurders.
In 2018 gaf TU Delft
opdracht om het pand af te stoten omdat
het haar vastgoed qua vierkante meters
efficiënter wilde gaan gebruiken en vanwege
de energie- inefficiëntie.
Omdat de huurovereenkomsten van
de kantoren van Royal HaskoningDHV in
Den Haag en Rotterdam afliepen, deed zich
voor het ingenieursbureau een kans voor
intrek te nemen in het rijksmonument in
Delft. Na een grondige evaluatie is daartoe
besloten. Enerzijds vanwege de locatie: op
de TU Delft Campus, tegen het centrum en
dicht bij het station. Anderzijds bood deze
renovatie een uitgelezen kans om te laten
zien wat er mogelijk is op het gebied van
energiesystemen, circulariteit, bouwfysica
en het kiezen van de juiste materialen.
Van oud naar nieuw
De faculteit Mijnbouwkunde was een beeld
bepalend onderdeel van een cluster van
nieuwe laboratoria en faculteitsgebouwen
dat aan het begin van de 20e eeuw verrees
aan de zuidelijke rand van Delft. Het is een
eclectisch neorenaissance bouwwerk, met
een hoofdentree in de zuidelijke hoofdvleu
gel van waar vandaan gangen lopen rondom
twee binnentuinen (foto 2 en fig. 3).
Mijnbouw was destijds een relatief
kleine faculteit, ontworpen voor 80 perso
nen. Het nieuwe kantoor moet onderdak
bieden aan ongeveer 1000 werknemers.
Extra ruimte is onder meer gevonden door
het overkappen van de twee binnentuinen
(fig. 4). Het vloeroppervlak is toegenomen
van 14.500 tot 16.000 m². Het atrium biedt
aan de oostzijde ruimte voor een restaurant
en een de westzijde voor samenwerkplekken.
Onderzoek
Voor de renovatie was zo veel mogelijk infor
matie over het bestaande gebouw nodig. In
het archief zijn acht bestektekeningen aan
getroffen: plattegronden, doorsneden en ge
velaanzichten (fig. 3 en 4). De informatie op
de oude tekeningen beperkt zich tot afme
tingen, metselwerkdiktes en ruimtenum
mers. Gelukkig is ook de bestektekst bewaard
gebleven. Hierin is bijvoorbeeld aangege
In mei 2025 verhuizen de vestigingen in Den Haag en
Rotterdam van Royal HaskoningDHV naar de voormalige
faculteit Mijnbouwkunde in Delft. De bestaande constructie is
bij renovatie zo goed mogelijk intact gebleven, maar moest
door aantasting op diverse plekken worden versterkt. Ook
zijn enkele onderdelen toegevoegd, waaronder twee grote
atria. Een van de grootste uitdagingen was de transformatie
tot een Paris Proof-gebouw en het inpassen van de daartoe
benodigde installaties.
IR. KOOS TOLSMA
Raadgevend Ingenieur
Royal HaskoningDHV
auteur
CEMENT 3 2025 ?75
ven voor welke ruimtes een gewapende be
tonvloer moest worden aangebracht (fig. 6).
Gezien de bouwperiode 1908- 1910 was dit
een van de eerdere toepassingen van gewa
pend betonconstructies in Nederland, nog
voor eerste uitgave van de Gewapend-Beton-
Voorschriften in 1912. Helaas zijn geen ver
dere archiefgegevens aangetroffen zoals
wapeningstekeningen.
Om een beter beeld te krijgen van de
constructie zijn diverse inspecties uitgevoerd.
Het pand was toen nog in gebruik, waardoor
de inspecties moesten worden beperkt tot
wat er zichtbaar was. Uit het onderzoek
volgde dat het gebouw geen zettingen ver
toonde en in staat bleek om beperkt extra
gewicht op te nemen.
Door Wareco is een specifiek onder
zoek naar de fundering uitgevoerd. Op vier
locaties zijn inspecties gedaan, waarbij in
totaal 13 kespen en 24 palen volledig zijn
vrij gegraven en geïnspecteerd. Tevens zijn
houtmonsters genomen. Er is geconclu
deerd dat de fundering in goede staat ver
keert. Een andere belangrijke constatering
was dat de opbouw van de fundering volle
dig overeenkwam met de bestektekst en de
archieftekeningen. Dit bood vertrouwen
voor het ontwerp van de nieuwe onderdelen
die een raakvlak hadden met de fundering.
Constructie bestaande gebouw
De draagconstructie van het bestaande
gebouw was in hoofdlijnen opgebouwd uit
dragende metselwerk gevels, stalen kolom
men en betonnen en houten vloeren. Om
de overspanning van de vloeren te beperken
zijn stalen liggers toegepast (foto 7).
De fundering betreft een Amsterdamse
houten paalfundering bestaande uit 4000
palen. Daarop eikenhouten kespen en ver
volgens dennenhouten funderingsvloeren
met daarop het metselwerk (fig. 3). Onder de
noord- en westvleugel en delen van de zuid
vleugel is een kelder aanwezig, waarvan de
keldervloer uit vijf lagen metselwerk be
2 Luchtfoto na 1930. Foto: AVIODROME Lelystad
2
PROJECTGEGEVENS
project
Renovatie
Mijnbouwgebouw Delft
opdrachtgever
Royal HaskoningDHV
architect
Royal HaskoningDHV
restauratiearchitect
Braaksma & Roos
interieurarchitect
Fokkema & Partners
adviseur constructie,
installatie, bouwfysica,
akoestiek, licht,
brandveiligheid,
duurzaamheid
Royal HaskoningDHV
hoofdaannemer
SPIE
funderingsonderzoek
Wareco
houtherstel epoxy
Conserduc
restauratieaannemer
Jurriëns
staalleverancier
Buiting Staalbouw
76?CEMENT?3 2025
3 Langsdoorsnedes oude faculteit Mijnbouwkunde
4 Plattegrond oude faculteit Mijnbouwkunde
3
4
CEMENT 3 2025 ?77
staat met grondwaterdruk. De overige vleu
gels hebben een kruipruimte.
De beganegrondvloer is grotendeels
gemaakt van in het werk gestort beton. Be
paalde delen boven de kruipruimtes zijn uit
gevoerd in hout. De verdiepingsvloeren zijn
grotendeels van hout, met uitzondering van
de gangzones van de eerste verdieping en de
zuid- oostvleugel (zijvleugels), waar de zoge
heten voormalige stenencollectie werd opge
slagen (foto 7). Die vloeren zijn van beton.
Atriumoverkapping
Voor de overkapping van de atria was het
van belang dat de karakteristieke daken, de
ronde toren en de gevels van de binnenzijde
zichtbaar bleven. Daarom is gekozen voor één
grote overkapping op zolderniveau en een
glazen kraag rondom, voor de aansluiting met
het bestaande gebouw (fig. 8 en foto 9).
Met een parametrisch model zijn di
verse varianten onderzocht voor de con
structie van de overkapping. Uiteindelijk is
de keuze gevallen op een stalen ruimtevak
werk, ondersteund door acht stalen kolom
men. Het ruimtevakwerk biedt ruimte voor
installaties, is in beide richtingen zeer stijf
en heeft een zeer laag gewicht van slechts
22 kg/m². Hiermee is ook de belasting op het
monument en op de kolommen beperkt. De
5
6
5 Model nieuwe situatie
6 Fragmenten uit oude bestekstekst over de gewapende betonvloeren
Het pand had
energielabel G.
Paris Proof
komt overeen
met energielabel
A+++
78?CEMENT?3 2025
Liftput
In de bestaande kelder van de noordvleugel
(achterzijde) moest ten behoeve van de nieu
we lift een nieuwe betonnen liftput worden
gemaakt. Volgens het oorspronkelijke bestek
bestaat de keldervloer uit 'vijf lagen van
vlakke klinkers in sterke trasspecie'. De be
staande keldervloer zit permanent in het
grondwater, waarmee het ontwerp en de
uitvoering van de liftput een precair onder
deel van het project vormde.
Uitgangspunt in het ontwerp was om
geen nieuwe palen aan te brengen, maar om
de bestaande houten palen te hergebrui
7
7 Interieur in de jaren 60. Draagconstructie met stalen kwadrant kolommen, stalen liggers, en daarop een betonvloer.
In deze ruimte is de stenencollectie te zien. Bron: Fotografische Dienst TU Delft
8 Impressie atrium
kolommen rusten op driepaalspoeren en
de atriumvloer op eenpaalspoeren. Voor de
paalfundering is gekozen voor schroefinjec
tiepalen, aangezien de palen trillingsvrij
moesten worden geschroefd en de stelling
door de gangen naar de binnenpleinen
moesten worden vervoerd.
De atriumvloeren bestaan uit relatief
dunne betonvloeren op poeren. Om de
CO?-footprint te beperken, is gekozen voor
een lage sterkteklasse C20/25 of C30/37,
CEM III en toepassing van 30% gerecycled
betongranulaat. De atriumvloer is voorzien
van ronde gaten voor bomen.
8
CEMENT 3 2025 ?79
ken. Dit stelde wel eisen aan het maximale
gewicht. Daarom moest de liftschachtcon
structie licht worden uitgevoerd in staal en
de dikte van de betonconstructie van de lift
put worden beperkt. Uitgangspunt was het
palenplan uit 1908, waarop de palen globaal
waren getekend, zonder maatvoering. De
bestaande houten palen hadden voldoende
capaciteit om het gewicht van de liftcon
structie op te nemen.
Door de keldervloer is een gat geboord
om een klokpomp aan te brengen om de
grondwaterstand te verlagen. Vervolgens is
eerst de keldervloer recht ingezaagd en
9
10
9 Atriumoverkapping in aanbouw
10 Uitvoering liftput
ENERGIEBESPARING
Voorheen had het monumentale pand
energielabel G en een energieverbruik
van 4 miljoen kilowattuur per jaar.
Door de twee grote binnentuinen was
het geveloppervlakte groot en voor-
zien van enkel glas. Paris Proof komt
overeen met energielabel A+++. Hier-
voor moest het gebouw van gas
gestookt naar groene energie en naar
een energiegebruik van 975.000 kilo-
wattuur per jaar, wat overeenkomt met
70 kilowattuur per vierkante meter per
jaar. Om dit te realiseren is 6500 m²
dak geïsoleerd en is 2000 m² glas ver-
vangen door HR++-glas. Daarnaast is
de oplossing gevonden in het overkap-
pen van de twee binnentuinen, waar-
mee 10.000 m² buitengevel in binnen-
gevel is veranderd. Dit dak bood tevens
de mogelijkheid tot het plaatsen van
600 zonnepanelen. Daarnaast zijn
nieuwe warmtepompen geplaatst en is
warmtekoudeopslag aangelegd.
80?CEMENT?3 2025
daarna het vloerhout en de kespen. Na ont
graven is de situatie geïnspecteerd (foto 10).
Het metselwerk en de voegen bleken in uit
stekende staat te verkeren, net als de kes
pen, het vloerhout en de houten palen. De
afmetingen kwamen ook overeen met de be
stektekst. Na het aanbrengen van verloren
bekisting, is de wapening aangebracht en
zijn in het metselwerk stekken ingelijmd. In
combinatie met twee lagen zwelband en op
geruwd metselwerk, is de waterdichte aan
sluiting gerealiseerd tussen beton en met
selwerk (fig. 11). Nadat het beton voldoende
sterkte had bereikt, is ballast (water) in de
liftput aangebracht ter voorkoming van het
opdrijven (tijdens bouwfase), waarna de
bemaling kon worden beëindigd.
Fietsentrap
In het kader van duurzame mobiliteit is in
de kelder een grote fietsenstalling opgeno
men. Om deze te bereiken moest een nieu
we fietsentrap worden aangebracht (fig. 12).
De bestaande fietsentrap was in een latere
verbouwing toegevoegd en vertoonde meer
dere grote scheuren. Na de sloop van deze
fietsentrap bleken er geen palen te zijn aan
gebracht. Voor de nieuwe fietsentrap zijn
nieuwe schroefinjectiepalen aangebracht,
waarop de betonconstructie is gestort. Ge
zien de grondwaterdruk is een waterdichte
aansluiting gerealiseerd ter plaatse van de
aansluiting bij het monument (fig. 13). In het
ontwerp van deze aansluiting is uitgegaan
van een dilatatievoegenband. In de uitvoe
ring is dit op verzoek van de aannemer ge
wijzigd naar een dubbele rij zwelband in
combinatie met in te lijmen stekken. Daar
naast is de betonvloer in zijn geheel ingekast
in het monument, waar in het ontwerp was
voorzien in lokale betonnokken (fig. 13 en
foto 14). Houtherstel met glasvezelstaven
en epoxy
Ten gevolge van langdurige lekkages bleken
zeer veel houten onderdelen aangetast. Alle
balkkoppen zijn geïnspecteerd, waarbij
11
11 Dwarsdoorsnede liftput
Voor de twee
nieuwe atria is
gekozen voor
één grote
overkapping op
zolderniveau en
een glazen
kraag rondom
CEMENT 3 2025 ?81
het ook noodzakelijk was de stenen naast de
balkkoppen te verwijderen, omdat dan pas
de schade zichtbaar was.
Op diverse locaties is huiszwam en
kelderzwam vastgesteld, waarbij de aantas
ting soms dermate ernstig was dat ruimtes
moesten worden afgesloten en constructies
gestut. Het vochtprobleem is opgelost door
de dakbedekking te vernieuwen en moge
lijkheden tot ventilatie aan te brengen.
Diverse herstelplannen zijn opgesteld,
waarna het aangetaste hout is verwijderd
en overige delen zijn geïmpregneerd. In de
meeste gevallen zijn onderdelen een-op-een
vervangen, of aangetaste balkkoppen opge
klampt.
In de voormalige collegezaal in de
zuid-westhoek bleken deze eenvoudigere
herstelmethoden niet mogelijk, aangezien
de krachten te groot waren. De ruimte be
vindt zich op de eerste verdieping en heeft
een vrije hoogte van 8 m. Daarboven bevindt
12 3D-model nieuwe fietsentrap
13 Doorsnede fietsentrap
In de bestaande
gemetselde
keldervloer is
een nieuwe
betonnen liftput
gemaakt
12
13
82?CEMENT?3 2025
15
zich een imposante houten kapconstructie
van nog eens 8 m hoog (foto 15). Deze kap
bestaat uit twee vakwerken in de korte
overspanning en één in de lange overspan
ning. Van twee spanten was de oplegging
dermate aangetast dat deze meerdere
centimeters was ingezakt. Om het verticale
gewicht op te vangen, zijn drie ondersteu
ningssteigertorens onder het spant aange
bracht. Om de spatkrachten uit het spant
op te vangen, is een tijdelijke versterking
aangebracht met horizontale trekbalken toe
te voegen. Na verwijdering van het aangetas
te hout, zijn vijf glasvezelstaven Ø20 inge
lijmd en is de balkkop aangegoten met epoxy
(foto 16).
Impact installaties
Om de ambitieuze doelstellingen qua duur
zaamheid te behalen waren diverse installa
tiesystemen benodigd. Het was een grote
uitdaging om alle installaties in het gebouw
14 Uitvoering fietsentrap
15 Houten kap collegezaal
14
CEMENT 3 2025 ?83
te krijgen, voorzieningen te treffen om het
constructief mogelijk te maken en om de
monumentenzorg mee te krijgen. Voor de
warmtevoorziening wordt het gebouw aan
gesloten op een WKO-systeem (warmte- en
koudeopslag). Aanvullend worden lucht/
water- warmtepompen gebruikt. In vrijwel
het hele gebouw gaat de afgifte via klimaat
plafonds. De vloeren moesten worden ge
controleerd op deze belasting.
Een grotere uitdaging waren de in
stallatietracés, verticaal, maar vooral ook
horizontaal. Horizontaal zijn de tracés ge
positioneerd in de gangzones op de verdie
pingen. Door de grote sparingen van de
luchtbehandeling en de kabelgoten in de
hoeken te plaatsen, konden de installaties
worden ingepast (foto 17 en fig. 18). Voor
diverse posities waren lateien benodigd om
het metselwerk of de vloeren op te vangen.
Op de zolderverdieping was de belasting
uit de installaties dermate groot, dat de hou
ten vakwerkspanten moesten worden ver
sterkt.
Leerpunten
Een herontwikkeling van een Rijksmonu
ment gaat nooit zonder slag of stoot. Zeker
niet in combinatie met een hoog ambitie-
niveau qua duurzaamheid. Het is van groot
belang om vooraf de bestaande constructie
zo goed als mogelijk in kaart te brengen.
16 Herstel balkkop met glasvezelstaven en epoxy
16
84?CEMENT?3 2025
17 Installaties in gang
18 Fragment coördinatiemodel installaties
17
18
Tijdens het voorontwerp was het pand nog
in gebruik, daarom was het strippen van het
gebouw niet mogelijk. Hierdoor bleek pas
later dat de situatie anders was dan vooraf
aangenomen en dat constructieonderdelen
waren aangetast. Communicatie, coördina
tie en slimme oplossingen waren van groot
belang om het project tot een succesvol
einde te brengen.?
CEMENT 3 2025 ?85
Thema Transformatie
Dit artikel is onderdeel van een themanummer van Cement over transformatie. Bekijk voor alle andere artikelen dit dossier.
Project: Renovatie Mijnbouwgebouw Delft
Opdrachtgever: Royal HaskoningDHV
Architect: Royal HaskoningDHV
Restauratiearchitect: Braaksma & Roos
Interieurarchitect: Fokkema & Partners
Adviseur constructie, installatie, bouwfysica, akoestiek, licht, brandveiligheid, duurzaamheid: Royal HaskoningDHV
Hoofdaannemer: SPIE
Funderingsonderzoek: Wareco
Houtherstel epoxy: Conserduc
Restauratieaannemer: Jurriëns
Staalleverancier: Buiting Staalbouw
De faculteit Mijnbouwkunde (1912) was het oudste gebouw in het bezit van de TU Delft en bood tot voor kort onderdak aan het Science Centre, het Mineralogisch-Geologisch Museum en een aantal externe huurders. In 2018 gaf TU Delft opdracht om het pand af te stoten omdat het haar vastgoed qua vierkante meters efficiënter wilde gaan gebruiken en vanwege de energie-inefficiëntie.
Omdat de huurovereenkomsten van de kantoren van Royal HaskoningDHV in Den Haag en Rotterdam afliepen, deed zich voor het ingenieursbureau een kans voor intrek te nemen in het rijksmonument in Delft. Na een grondige evaluatie is daartoe besloten. Enerzijds vanwege de locatie: op de TU Delft Campus, tegen het centrum en dicht bij het station. Anderzijds bood deze renovatie een uitgelezen kans om te laten zien wat er mogelijk is op het gebied van energiesystemen, circulariteit, bouwfysica en het kiezen van de juiste materialen.
Reacties