Onderzoek & technologie
Betontechnologie
cement 2003 1 95
Om de wachttijden voor het weg-
en scheepvaartverkeer te beper-
ken, wordt bij de bestaande Krab-
bersgatsluis in de dijk Enkhuizen
? Lelystad het Naviduct gebouwd.
Het bestaat uit een dubbele sluis-
kolk met een onderdoorgang voor
het wegverkeer. Om dit onder de
constructie door te kunnen lei-
den, wordt de bestaande rijbaan
verlegd. De ruimte hiervoor wordt
gecreëerd door een polder te
maken aan de Markermeerzijde
van de dijk [1].
Het betonwerk bestaat uit het
maken van de onderdoorgang
voor het wegverkeer en de twee
bovengelegen sluiskolken, inclu-
sief de sluishoofden. De totale
hoeveelheid te storten beton be-
draagt meer dan 20 000m
3. Bij het
verharden hiervan komt hydrata-
tiewarmte vrij. Dit levert in de
eerste dagen na het storten een
temperatuurstijging op. Als deze
niet goed wordt beheerst, kan dit
scheuren veroorzaken.
Temperatuurbeheersing is dus
het beheersen van het risico van
scheuren [ 2]. Dit kan gebeuren
op een drietal manieren: in het
constructief ontwerp, in de be-
tonsamenstelling en in de uitvoe-
ringsmethode. Alle oplossingen
vergen een verschillende engi-
neering [3].
Bij het Naviduct was het con-
structief ontwerp al helemaal ge-
reed. Vanaf het moment dat
VBK? Van Laere het werk gegund kreeg, mocht hier niets meer aan
veranderd worden. De twee ande-
re aspecten waren nog wel te beïn-
vloeden.
Betonsamenstelling
Oorspronkelijk waren in het
bestek een achttal verschillende
betonsamenstellingen voorzien.
In overleg met adviseur, directie en
betonleverancier heeft de aanne-
mer deze geoptimaliseerd wat
betreft kwaliteit, duurzaamheid en
uitvoerbaarheid. Dit heeft geresul-
teerd in een tweetal mengsels voor
het gehele betonwerk, de Navi-
ductmengsels A en B (tabel 1
).
De belangrijkste wijzigingen en
optimaliseringen ten opzichte
van de oorspronkelijke beton-
mengsels zijn:
? Bij een aantal mengsels werd gebruikgemaakt van 20%
betonpuingranulaat. Deze toe-
voeging is echter geschrapt
omdat deze in strijd is met de
gestelde waterindringingseis
van 20 mm. Hierbij speelde
tevens de invoering van het
Bouwstoffenbesluit en de be-
perkte verkrijgbaarheid van het
betonpuingranulaat een rol.
? In het bestek was voor een drietal mengsels het gebruik van 20
% portlandcement voor-
geschreven. De hydratatie van
portlandcement geeft ten op-
zichte van hoogovencement
een grotere warmteontwikke-
ling in een kort tijdsbestek.
Een te grote warmteontwikke-
ling geeft echter een grotere
kans op scheurvorming, het-
geen bij een waterkerend be-
tonwerk moet worden voor-
kom en. Om de warmte ontwik-
keling te beperken worden de
wanden gekoeld. Toevoeging
van portlandcement heeft een
grotere benodigde koelcapaci-
teit tot gevolg, hetgeen niet
wenselijk is.
? Om de warmteontwikkeling te beperken wordt voor mengsel
A gebruikgemaakt van de mini-
maal voorgeschreven hoeveel-
heid cement per m 3.
? Voor mengsel A (mk2) wordt een water-cementfactor van
0,50 aangehouden. Dit is lager
d
an de norm voorschrijft ( 0,55 ).
Deze lagere water-cementfac-
tor zorgt voor dichter en daar-
mee ook duurzamer en water-
dichter beton.
? Om bij het lage cementgehalte voldoende samenhang te ver-
krijgen ter voorkoming van
'bleeding', wordt zowel in
mengsel A als in mengsel B
40 kg/m
3vliegas bijgemengd.
Vliegas heeft als extra voordeel
dat het een tweede reactie
veroorzaakt, die de duurzaam-
heid verhoogt.
Temperatuurbeheersing van beton in het Naviduct
Koud, wa rm, alles kan!
ir. B.E.J. Baetens, INTRON BV
ir. W.J. van Leeuwen, VBK ? Van Laere
Het Naviduct is op het gebied van temperatuurbeheersing een waar paradijs
gebleke n*). Bijna alle aspecten van temperatuurbeheersing om scheurvor-
ming te voorkomen kwamen aan de orde. Het koelen van wanden, het ver-
warmen v an uitgehard beton, het isoleren van een vloer en het optimaliseren
v an de mengselsamenstelling: al deze aspecten hebben ertoe bijgedragen dat
de temp erat uu rsch eu ren in het Naviduct weinig tot geen kans kregen.
*) Eervolle vermelding Stubeco-
uitvoeringsprijs 2002
Ta b e l 1| Naviductmengsels A en B
grondstof merk mengsel A mengsel B
B 35, mk2, cg3 B 35, mk3, cg3
CEM III/B 42,5 LH HS (kg/m 3) Schwenk Karlstadt 280 300
poederkoolvliegas (kg/m 3) Euroment 40 40
water(kg/m 3) 140 135
water-cementfactor 0,50 0,45
superplastificeerder (kg/m 3) Addiment SPL FM951 ± 3 ± 4
Uitvoeringsmethode
Het bestek van het Naviduct voor-
ziet in koeling van wanden die 750
mm of dikker zijn en vermeldt
hierbij de eis dat de optredende
trekspanning onder de limiet van
50 % van de op dat moment aan-
wezige treksterkte moet blijven.
Koeling is echter niet de enige
vorm van temperatuurbeheersing
in de uitvoeringsfase. Andere mo-
gelijkheden zijn:
? isoleren;
? verwarmen;
? verlagen van de specietem- peratuur.
Alle drie varianten zijn toegepast
in het betonwerk van het Naviduct.
en zijn berekend met de module
HEAT van FEMMASSE [ 4].
De in tabel 2 genoemde construc-
tiedelen zijn in de studie geanaly-
seerd.
De druksterkte van proefkubus-
sen en de adiabatische warmte-
ontwikkeling van de Naviduct-
mengsels zijn in het laboratorium
bepaald.
Vloer onderdoorgang
De vloer van de onderdoorgang is
een groot massief blok van 40x 30
m
2met een dikte van 2m, op staal
gefundeerd (foto 1). Tijdens het
uitzetten en krimpen gedurende
de verharding wordt het blok niet
gehinderd in de vervorming. De
spanningen in deze constructie
worden grotendeels veroorzaakt
door de gradiënt tussen de kern
en de buitenzijde van de vloer.
Door het oppervlak te isoleren kan
deze gradiënt worden vermin-
derd en daardoor ook de trek-
spanningen. Deze isolatie moet
echter wel lang genoeg blijven
liggen om een temperatuurschok
bij het verwijderen te vermijden, waardoor alsnog scheuren kun-
nen ontstaan. Bij de vloer van de
onderdoorgang was de keuze voor
een isolatie die drie maanden aan-
wezig moest blijven of voor een
isolatie die na een week kon
worden verwijderd, waarna direct
werd aangevuld met grond. Er is
gekozen voor het laatste.
Wanden onderdoorgang
In de wanden van de onderdoor-
gang zijn tijdens de vlechtwerk-
zaamheden over de volle lengte
stalen koelleidingen aangebracht,
verdeeld over vier systemen (fig.
2).
De koelleidingen rusten op de
wandsupporten van de wapening.
De inlaat bevindt zich op circa een
halve meter van de onderzijde van
de wand en het systeem slingert
vervolgens tot boven aan de wand
waar zich de uitlaat bevindt.
Na
het aanbrengen en koppelen wor-
den de leidingen met leidingwater
doorgespoeld en wordt het systeem
afgeperst. Vervolgens wordt de koel-
unit aangesloten (foto 3 ), in hoofd-
zaak bestaande uit:
? een pomp met debietregeling om het water door de koellei-
dingen te pompen;
? een bufferreservoir van onge- veer 2 m
3om het koelwater op
te vangen;
? een koelaggregaat om het water in het reservoir naar
10 °C te koelen.
Voorafgaand aan het storten wor-
den de thermokoppels van de rijp-
heidscomputer aangebracht en
wordt het water in het reservoir
naar de gewenste inlaattempera-
tuur gekoeld.
Het extra leidingsysteem in het
bovenste gedeelte van de wanden
is in eerste instantie niet voor de
koeling gebruikt.
Onderzoek & techno logie
Betontechnologie
cement 2003 1 96
Ta b e l 2| Geanalyseerde constructiedelen
onderdeel afmetingen
(l x b x h in m)
vloer onderdoorgang 40 x 30 x 2
wanden onderdoorgang 40 x 1 x 5,5
dek onderdoorgang 40 x 30 x 1,25
wanden sluishoofden 24-26 x 0,75-2,4 x 7,5
wanden sluiskolken 20-37 x 1 en 1,25 x 7
1 |Vloer onderdoorgang. De isolatie aan voor- en zijkant is nog aanwezig
vóór de grondaanvulling
2 |Locatie koelleidingen in wanden on derdoorgang en het extra systeem
3 |Koelen buitenwand onderdoorgang uit 3 en 4
in systeem 5 (alleen opwarmen)
uit systeem 5 (alleen opwarmen)
thermokoppel
koelbuizen
in 3 en 4
in 1 en 2 uit 1 en 2
300 400 500
LET OP:
Dit thermokoppel
instorten in wanden.
Is nodig voor
verwarmen
A
B
C
400
400
400
400
600
600
600
400
400
400
Onderzoek & technologie
Betontechnologie
cement 2003 1 97
Ongeveer 36à 40 uur na het
storten bereikt de wand de maxi-
male temperatuur en begint de
temperatuur te dalen. In het koel-
plan is aangeven hoeveel graden
de temperatuur gezakt moet zijn
voordat de koeling kan worden
gestopt. Zowel langer als korter
koelen leidt tot een verhoogde
kans op scheurvorming. Hiervoor
is een koppeling aangebracht
tussen de koelmachine en de rijp-
heidscomputer. Deze schakelt de
koeling op het juiste tijdstip uit.
Dek onderdoorgang
Het dek van de onderdoorgang
meet 30x 40 m
2bij een dikte van
1,25 m. Het dek is vast verbonden
met de vier ondergelegen wan-
den.Tijdens de verharding van
het beton zet het dek als gevolg
van de ontstane warmte uit en
gaat trekken aan de wanden. Hier-
door ontstaan grote trekspannin-
gen in de wanden, waardoor
scheuren kunnen ontstaan. Bij
het weer afkoelen krimpt het dek
en wordt het tegengehouden door
de wanden. Dit veroorzaakt grote
trekspanningen in het jonge
beton van het dek.
Om deze spanningen te beperken
was in het bestek koeling voorzien
in het dek, waarvoor zeer veel
koelleidingen nodig waren. Een
andere mogelijkheid om de span-
ningen te verminderen is het ver-
warmen van de onderliggende
wanden, die dan het uitzetten en
krimpen van het dek volgen. Hier-
voor kunnen de leidingen worden
gebruikt die in eerste instantie
zijn gebruikt voor het koelen van
de wanden, alsmede het aange-
brachte extra systeem bovenin de
wanden. Vooraf is deze uitvoe-
ringsmethode doorgerekend en is
bepaald welk vermogen aan ver-
warming geïnstalleerd moest
worden. Het bleek voldoende
alleen de twee buitenwanden van
de onderdoorgang tot ongeveer
40 °C te verwarmen, waarvoor
twee verwarmingsketels van elk
400 kW zijn ingezet. Door middel
van thermokoppels in de wand en
het dek konden temperatuurver- schil en temperatuurverloop in de
constructie worden gevolgd en
handmatig worden bijgesteld.
Wanden sluishoofden
Op de sluishoofden zijn verschil-
lende keren twee wanden tegelij-
kertijd gestort en gekoeld (circa
400
m
3per stort), namelijk een
wand van 750 mm dikte aan de
buitenzijde van de sluiskolk en
een waterkerende wand van 1250
mm dikte. De koelinstallatie had
slechts vier aansluitingen. In de
wand van 750 mm kwam één koel-
systeem, waardoor er nog drie
aansluitingen over waren voor de
wand van 1250 mm. Door een
slimme plaatsing van de buizen
was het mogelijk beide wanden te-
gelijkertijd te storten.
Wanden moot OW-3
Moot OW-3 van het Naviduct is de
sluiskolkmoot die zich boven de
onderdoorgang bevindt. Deze
moot heeft vier lange wanden ( 37
m), waarin door de stijfheid van
de onderliggende onderdoorgang
veel koeling noodzakelijk was.
Over de volledige hoogte zou een
dubbele rij buizen moeten worden
geplaatst. Om een aantal koelbui-
zen te kunnen besparen is ge-
keken naar de mogelijkheid om in
de eerste van de vier wanden (qua
spanning de minst kritische) één
rij buizen te plaatsen. Een aanvul-
lende berekening met een lagere
specietemperatuur liet zien dat dit
haalbaar was. Navraag bij de be-
toncentrale wees uit dat dit moge-
lijk was zonder veel extra moeite.
Hierdoor is een forse hoeveelheid
koelleiding bespaard.
Samenvatting temperatuur-
beheersing Naviduct
? betonsamenstelling optimali- seren;
? vloer onderdoorgang isoleren;
?
wanden onderdoorgang koelen;
? buitenwanden onder dek onderdoorgang verwarmen;
? 1e wand moot OW- 3lagere
specietemperatuur.
Door het toepassen van de vele
facetten in de temperatuurbe- heersing is het Naviduct een zeer
bijzonder project geworden.
?
Literatuur
1.Van der Kooij, W., Naviduct
En khuizen. Cement 2000, nr. 7.
2.V an Breugel, K. et al., Het
grijze gebied van het jonge
beton (I t.m. VI). Cement1995,
nr. 12 en 1996, nrs. 1, 2, 3, 4
en 5.
3.B aetens, Schlangen, Van
Beek, Roelfstra en Bijen, Com-
puter simulations as tool for
temperature control in prac-
tice. Concrete International ,
december 2002.
4.M anual HEAT of FEMMASSE,
www.femmasse.com
Projectgegevens
opdrachtgever:
Rijkswaterstaat Directie IJsselmeer-
gebied
ontwerp:
Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht
Zwarts & Jansma Architecten
aannemer:
Comb inatie Naviduct Krabbersgat
(CNK), bestaande uit:
Aannemingsmaatschappij VBK Hoorn
bv, Algemene Aannemingen Van Laere
NV, Boskalis bv
adviseur temperatuurbeheersing:
Intron bv, Culemborg
betonleverancier:
BEMOG, Hoorn ? Enkhuizen
bouwperiode:
1999 ? 2003
bouwsom:
E uro 45 miljoen
4 | Wanden en dek onder-
doorgang gereed;
opbouw wapening voor
aquaductwand
foto: Klaas Laan, Hoorn
Reacties