IUTILITEITSBOUW I IPREFABRICAGE ISCHAALVERGROTING IN DEGEPREFABRICEERDEUTll..,ITEITSBOUWprof.ir.AJ.HogeslagTU Delft, Faculteit der Bouwkunde/Faculteit der Civiele Techniekvoorzitter Stupr?De schaalvergroting bij de prefabricage in de utiliteitsbouw komt tot uiting in degeleidelijke toename van overspanningslengte en elementomvang. Grenzen wordengesteld door de transportmogelijkheden.Prof: Hogeslag spreekt in deze bijdrage de verwachting uit dat deprefabricage in deutiliteitsbouw sterk aan betekenis zal winnen. Een belangrijk argument daarbij is denadruk op kwaliteitsborging en de wens om gebouwen naderhand te kunnenaanpassen aan gewijzigde gebruiksbestemmingen. De tekst van dit artikel isgebaseerd op de voordracht van prof: Hogeslag tijdens de Betondag 1987.de logistiek. Meer complexegevallenzijn goed oplosbaar. De computerspeelt daarin een belangrijke rol.4. De verbetering van de transportmo-gelijkheden - beter wegennet - envan het transportmaterieel. Dezeontwikkelingen zijn naar mijn me-ning het minst spectaculair.Prefab in de utiliteitsbouwIn dit artikel wordt de aandacht geves-tigd op de schaalvergroting bij het bou-wen in prefab-beton in de utiliteits~bouw.Economische toepassingen van grotereoverspanningen, grotere elementen en/Toen prof.dr.irA.S.G.Bruggeling of projecten van grotere omvang zijn? een nogjong, maar toch alvoor- mogelijk geworden door de volgendeaanstaand ingenieur was op het zaken:gebied van de voorspanning en prefa- 1. De ontwikkeling van het hijsmateri-bricage,voerdehij proevenuitopliggers eel. Kranen met een capaciteit vanvoor een viaduct met overspanningen 6000 ? 8000 kNm met grote reik-van 15 m. Dat was in 1957. De proeven wijdte en/of hijshoogte zijn tegen-stonden in verband met het idee om de woordig ruim beschikbaar (fig. 2).viaductdekken uit te voeren als een 2. De vergroting van de produktiemo-doorgaandeliggerover meerdere steun- gelijkheden op de fabriek. Hijs- en Duidelijke voorbeelden vanhet boven-punten. In het blad NSM-Nieuws transportmiddelen zijn aangepast staande zijn de uitbreidingen van deschreef Bruggeling toen: 'Iedereen be- aan de ontwikkelingen. bloemenveilingen in Aalsmeer en Hon-grijpt, dat het voor de prefabricage, het 3. De ontwikkelingen op het gebiedvan selersdijk. Projecten groot in omvangvervoer en de montage te bezwaarlijk is maar ook groot in overspanningen, al-een balk van 3 x 15,00 m ~ 45,00 m te r-~----------~-......., thans voor gebouwen in meer lagen. Zomaken'. 1 Mal voor 52 m lange moet in Aalsmeer (foto 3) in de uitbrei-Hetophalenvandeze geschiedenis heeft geprefabriceerde ligger voor dingsfasen 3 en 4,200000 m2vloer intwee?rlei bedoeling: aanbruggen Van Brienenoordbrug, in twee verdiepingen en een parkeerdak,- om uit te laten komen dat het in de de produktiehal van Schokbeton, boven fase 3, van 75 000 m2 worden ge~toekomst kijken een hachelijke zaak Zwijndrecht. Voorbeeld van realiseerd. Overspanningen van 16,8 mk dschaalvergroting in de waterbouwis, wat 00 geldtvoor de auteurvan it f--------~~-~~----'----------------,artikel;- om de aandacht te vestigen op de op-getreden schaalvergroring bij het con-strueren in prefab-beton.Overspanning van 40 m bij viaductenzijn nu geen uitzondering meer. Dezeontwikkelingis nog niet ten einde, zoalsblijkt uit de verdubbeling van de Brie-nenoordbrug met overspanningen van52 m voor de aanbruggen (foto 1).8 Cement 1988 nr. 2Wanneer de fabriek en de bouwplaatsdirect aan bevaarbaar w.ater liggen, gel~den de belemmeringen van het weg-transport niet. De voorwaarde 'direct.aan bevaarbaar water' is zeer stringent.Wanneereenkeermoetwordenoverge-laden, al is het voor een korte afstand,dan is het transport over water econo-misch niet meerinteressant. Van de om-standigheid:direct aanbevaarbaarwaterliggen van fabriek en gebouw, is bij hetkantoorgebouw .aan de WillemswerfinRotterdam voor de gevelelementendankbaar gebruik gemaakt (foto 4). Deelementen voor een deel van de gevelshebben afmetingen gekregen van 7,0 x7,5 m2? Het ontwikkelen van een speci-aal daarvoor bestemd hijs- en montage-toestel was wel noodzakelijk.+ --- telescoopkraanti - - giekkraan20i2 Kraancapaciteit in relatie tothuurkosten per weekx:; 30..~~'":E'Q.reglement zal grenzen blijven stellen.Datde 40 mlangeliggersvoorAalsmeerover de weg konden/mochten wordenaangevoerd, is eigenlijk toeval, als ge-volg van de goede verbinding tussen fa-briek en bouwplaats.Natuurlijkis het tegenwoordigookmo-gelijk, zoals in 1957, elementen in on-derdelen in de fabriek te maken, tetransporteren en op de bouwplaats toteen compleet elementsamen te stellen.Ik zie daar echter in de gebouwensfeergeen toekomst in; het is te omslachtig.Een uitzondering zou ik willen makenvoor ruimtelijke elementen, zoalsschachten.Tervermijdingvan hettrans-port van kubieke meters lucht, kunnendeinvlakke onderdelenontledeschach-O+-"TT-,-,-TT"-r-1rrT-,---~_r~__,r--""--,----_r-__,--..,._-_r-___,-__I tenworden vervoerd. Op de bouwplaatso 50 100 200 300 400 500 600 kunnen deze onderdelen met behulpkraancapaciteit (tm)----7I-__~ --~- ~ ~~ ~_- __j van een een kleine kraan worden sa-mengesteld tot het ruimtelijke elementdatmet de montagekraanop de plaatsinhet gebouw wordt gebracht.3Opslag van elementen ten behoevevan veilinghal Aalsmeer op hettasveld van Betonson, Son.in de ene richting en 20 m in de anderemet veranderlijke belastingen van10 kN/m2voor de vloeren en 2,5 kNlm2voor het parkeerdak. Het aanvoer-centrum in 2 lagen heeft een overspan~ning van 30 m, het expeditiecentrum,waarboven nog twee kantoorlagen,heeft zelfs een overspanning van 40 m(zie ook Cement 1986 nr. 7).De schaal van dit project komt tot uit-:-drukking in:- het vervoer, waarvoor 5000 vrachtenper .as over de weg nodig waren;- de grote hoeveelheid elementen (ca.7500 stuks plus nog bijna 5000 m2ex-trusievloerplaat en bijna 10 000 m2voorgespannen breedplaatvoeren;- een montagetijd van 495 dagen.Voorbeeld van een logistiek aspect vanschaalvergrotingTransport als bepalende factorOp het gebied van de logistiek vraagtzo'n project een grote inspanning, voor-al ook door de omstandigheid, dat deproduktietijd van de elementen .aan-zienlijk groter is dan de montagetijdmet noodzakelijkerwijs daaraan gekop-peld een omvangrijke opslag.Verwacht moet worden dat, in de drogebouw met projecten als deze, de schaal-vergroting de bovengrens wel zo onge-veer zal hebben bereiktals gevolg van debeperking in transportmogelijkheden.De bouwplaats zal voor de benodigdetransporten bereikbaar moeten zijn,denk aan doorrijhoogten onder viaduc-ten en bovenleidingen en aan binnen-stadsituaties. Ook het Wegenverkeers~Elitnineren tussensteunpuntenBij het ontwerpen van langere bruggenis het optimalisatievraagstuk: grotereoverspanningen/minder tussensteun-punten versus kleinere overspannin-gen/meer tussensteunpunten, al langbek?nd. Door de ontwikkelingen inproduktie en montage zijn hier de gren-zen verlegd en zal het optimum naargrotere overspanningen tenderen. In deviaducte bouw doen zich de genoemdeontwikkelingen tegenwoordig ookvoor. Voor Bruggeling was er in 1957geen keuze; met de nu bestaande moge-lijkheden zal overwogen moeten wor-den, of het weglaten van een tussen~steunpunt al dan niet economisch aan-trekkelijk is (fig. 5).Bij gebouwen, in het bijzonder voorkantoorbestemming is ditvraagstuk be-kend, vooral sinds deverdere ontwikke-ling van de extrusievloerplaat. Over-Cement 1988 nr. 2 913 14 15overspanning l (ml--+121110986InN5jNe~ 100Ql"090"50>8070605040302010?4winst: besparing op funderingbesparing bouwtijd tussensteunpuntgrote (ongeveer 12,6 of 14,4 x 60m 2 ), vrij indeelbare ruimtebesparing middensteunpunt: '" 0,35 m3betonlm' gebouw ~ ft. 350.- Im' gebouw~= 12,6 x ft. 23.-""fl. 300,-/m' gebouw1 -C=14,4 x fl. 27.- ... ft. 400,-/ m' gebouw___________I_P_RE__FAB__RI__C_A_G_E _5 K()stenbesparing do()r eliminerenvan tussensteunpunt4 a? b Kanto()rgebouw aan de- . WillemswerfteRotterdam; grotere elementafinetingenwaren mogelijk dankzij het verv()erover waterIlTfILITEITSBOUW12 13 14 15overspanning (mI ----,-.11109prijs franco werkop of naast de wagen8montagekosten(kraa nkosten, voegen vullen, oplegmateriaal )-----.--------_.-'"""-- ----l~~~~-...- __"'------_.__.7prijs in hetwerk6fOOUi 90c~ 80"5t:n- 70'":~ 6054030201004 5Kosten extrusievloeren in relatiemet overspanningslengte6spanningen tot ca. 15 m kunnen daar numee worden gerealiseerd. De prijs perm2is aantrekkelijk en de overspanning-kostencurve vertoont een gunstig heeld(fig. 6). (Bij de extrusieplaatvloeren zijndan met de 'Gleitfertiger'geproduceer-de platen inhegrepen.)Stellenwij het kostenverschil tussen eenvloer met twee overspanningen van7,2 m en een vloer met ??n overspan-ningvan 14,4 m tegenover de kostenvaneen middensteunpunt, dan hlijken diezeer glohaal gelijk te zijn. De hesparingop de fundering en dewinstinhouwtijd,die ongeveer 15% kan zijn, zijn meege-nomen voordelen. Glohaal gezien zal inveel gevallen de grotere overspanningvoordeliger zijn.Flexibel bouwenOm redenen van een goede energie-huishouding in het gehouwen dikwijlsook op grond van eisen ten aanzien vangeluidsisolatie,is een grotere massain degevels gewenst. Het ligt daarbij voor dehand het materiaal in de gevel een dra-gende functie te geven. En de volgendestap is dan snel gemaakt naar een dra-gende geveL Uitgaande van alleen eendragend hinnenspouwblad en een ge-wicht overeenkomstig dat van de vloer-platen (ca. 75 kN) kunnen de afmetin-gen van het gevelelement 3,5 x 6,0 m2hedragen. Deze gevel- en vloerelemen-ten samengevoegd resulteert in een kol-omvrije ruimte van 12,6 ? 14,4 x ca..60 m2en een hoogte tussen de vloerenvan 3,15 ? 3,2 m. Delengteheperking totca. 60 m is nodig, omdat naar mijn me-ning dilatatievoegen en ook verstij-vingswanden in dwarsrichting niet ver-der dan 60 m van elkaar moeten liggen.Dit om enerzijds de grootte van de ver-vormingenheperkt te houdenen ander-zijds om ervan overtuigd te zijn, dat de10 Cement 1988 nr. 27 Woontoren te Vlaardingen;voorbeeld van prefabdcage vanzowel deconstructie als degeveldichting8 Om de wens naar face"lifting vaneen gebouw mogelijk te maken,moet een gevelbekleding op relatiefeenvoudige wijze vervangen kunnenworden9 Extrusieplaatvloer alsstandaardelementvloer in zijn vlak voldoende stijfis. Destandzekerheid van het gebouw kan ge-heel door de gevels worden verzorgd,mits de gevelelementen op een stijveconstructie zijn gefundeerd en zodanigmet elkaar zijn verbonden, dat schuif-krachten kunnen worden overgebracht.Gebouwhoogten tot 20 verdiepingenzijn daarbij mogelijk. Met de zojuist be-schreven wijze van gebouwconstructieworden de mogelifkheden om flexibelte bouwen groot (foto 7).In de ontstane ruimten kunnen voor deinstallaties zones worden gereserveerddoor middel van een dubbele vloer ofeen geheel ofgedeeltelijk verlaagd pla-fond. Desgewenst houdt men de leidin-gen in het zicht.Mogelijkheden en beperkingenDoor de gevel op te bouwen uit:- een dragend en windkerend binnen-spauwblad,- thermische isolatie,- een geventileerde luchtspouw,- en een regenkerend buitenspauw-blad,zijn technisch en bouwtysisch heel goe~de oplossingen mogelijk. Hetgeeft ookde architect ruimte voor het vormgevenvan de gevels.Spelen met raamplaatsing en de keuzevan gevelafWerking zijn daartoe instru-menten. Glas-, metaal-, baksteen-,be-ton- en natuursteenbekleding kunnenalle worden toegepast. Mocht het overeen aantal jaren gewenst zijn het ge-bouw een face-lift te geven, dan kan degevelbekleding op relatief eenvoudigewijze worden vervangen (foto 8). Voorhet concept van het totaal zal de archi-tect de spanning moeten oproepen doorhet bekwaam rangschikken van de ove-rigens betrekkelijk simpele bouwmas-sa's. Een voorbeeld kan zijn het kantoorvan de zwolsche Algemene in Nieu-wegein.Cement 1988 nr. 2De betrekkelijk simpele bouwmassa iseen consequentie van het gebruik vanextrusieplaatvloeren. Deze elementenzijn echte standaardprodukten (foto 9).Zonder schade voor de deugdelijkheidvan de plaat kan er maar weinig aanworden gemodificeerd. Dat moet wor-den gerespecteerd. Grote sparingenvoor liften en trappen kunnen dan ei-genlijk niet worden gemaakt zondertoepassing van een toegevoegde onder-steuning, of de sparingen moeten vangevel tot gevel reiken. Bij de eerste op-lossing zit men met hetverschil indoor-buiging c.q. opbuiging, de laatste ver-stoort de voor de standzekerheid nood~zakelijke schijfWerking van de vloeren.Constructiefgezien kunnen goede op~lossingenwordenverkregen door de lif-ten en trappen onder te brengen in eenverbrede dilatatiezoneofdoor deze bui-ten het gebouw te plaatsen (fig 10).11IUTILITEITSBOUW IPREFABRICAGE~IX:--r--r--r--~161 .[0)worden opgenomen. Ook de omzo-ming van de vloer, noodzakelijkvoor deschij1Vverking, is niet aan te brengen.Een constructiefgoede oplossing is hettoepassen van oplegconsoles aan de ge-velelementen. Deze maken de wand-elementen wel duurder.Studie en ontwikkelingStupr?-commissie 37 heeft het pro-bleem van deze verbinding, wat ook in-ternationaal een 'hot item' is, in studie.Goede oplossingen voor het toepassenvan de verb?nding en bijbehorenderichtlijnen zullen nietlang meer op zichlaten wachten. Onderzoek richt zich opvragen zoals:- aan welke voorwaarden moet de con-structie van een uit prefab elementensamengesteldevloervoldoen, datdezeals schijfkan werken;- aan welke voorwaarden moet de con-structie voldoen opdat een uit prefabelementen opgebouwde gevel destandzekerheid van het gebouw kanbewerkstelligen;- hoe groot mogen de perforaties in degevel zijn;- zijn de verbindingen tussen de gevel~elementen sterken stijfgenoeg te ma-ken enhoe kunnenzij hetbestwordenuitgevoerd?Al deze vragen zijn onderwerp van stu~die en onderzoek bij Stupr?, CUR en deTU Delft en Eindhoven. Op de studie-dag voor prefabricage op 12 april ditjaar, zullen vele antwoorden gegevenkUhUen worden.Overigens, de combinatie van dragendegevel en vloeren met grote overspan-ning is niet nieuw. Reeds in de jaren1965 tot 1970 zijn meerdere gebouwenvolgens dat principe ontworpen en ge-realiseerd. Gewezen kan worden op hetCoen-gebouw in Amsterdam en hetABP-kantoor in Heerlen.1?111overspan.nings-. rrchtlng[g1 trappe huis~.dilatatie-zone(liften, trappen,leidingen, etc. )Ontwikkelingen in het ontwerp van dedraagconstructies zoals die hiervoor aande orde zijn geweest, gaan dikwijls ge-paard met extrapolatie van bestaandkennen en kunnen. Daarmee moet menvoorzichtig zijn. Studie en onderzoekzullen dergelijke ontwikkelingen moe-ten begeleiden.Zo verdient bijvoorbeeld bij het laatstbesproken constructieconcept de op-legging van de vloerplaten op de gevel-elementen aandacht. Het eenvoudigeopleggen en doorstapelen zal voor tweetot drie bouwlagen wel goed te rekenenzijn; voor meer bouwlagen houdt dezeverbinding een beperking van hetdraagvermogen van de wanden en risi-co's voor de vloer in (fOto 11). Door detwee horizontale ~oegen en de holleruimten wordt het doorgeven van dekrachten in de wanden gestoord, terwijlhet inklemmingsmoment van de vloerdoor trekspanningen in het beton moetverschil in vervormingextra opleggingConstructieve aspecten bijgebruik van extrusievloeren1011 De verbindingsconstructietussen vloerplaat engevelelement bepaalt de hoogte van destapelingrr--I11,~L.12 Cement 1988 nr. 2WoningbouwDan de woningbouw: schaalvergrotingin de constructie is aljarenlang een feitsinds de geluidstechnische eisen maat-gevend zijn geworden voor de dimen-sionering. De projectomvang is kleinergeworden, evenals de totale produktie.Niettegenstaandedatneemtdeproduk-tie van prefab vloeren toe, in het bijzon-dervande extrusievloeren.Vanhettota~Ie vloeroppervlak in deze sector wordtmeer dan 70 %samengesteld uit prefabelementen, waaronder ook de breed-plaatvloeren worden gerekend.Het geheel geprefabriceerde betonnencasco neemt een duidelijkbescheidenerplaats in op de bouwmarkt (f?to 13).Hoewel cijfermatig niet aan te tonen,heb ikde neiging te stellen: 'nogwel'.Bijeen doorzettende tendens van kwali-teitsborging en van rationalisatie moetde oplossinginfabriekmatige produktieworden gezocht. Een onderzoek doorProgresbouwnaar automatiseringopdebouwplaats (Research-rapport 55) le-vert als ??n van de conclusies op 'datau-sfeer. Meer verwacht ik van de ontwik-keling van sneller verhardende cemen-ten. Bij de produktie van prefab-ele-menten zou van een omwenteling spra-ke zijn indien deze sneller kunnen wor-den belast dan nu mogelijk is. Het zouwenselijk zijn om per etmaal ten minstetwee elementen per mal te kunnen pro-duceren. Mal-en fabriekskosten zou-den dan aanmerkelijk lager zijn, waar-door de concurrentiepositie van prefabbeton beduidend kan worden versterkt.Eerlijk gezegd zie ik nog geen stor-machtige ontwikkelingen in de CAM-Kwaliteitsbeheersing voert naar auto-matisering. Minstens zo belangrijk alsde rationalisatie die mogelijk is doorhetcomputer-ondersteund ontwerpen enproduceren, is de betere kwaliteitsbe-heersing daardoor. Op dit momentwordtbij hetbouweninprefab beton decomputer behalve voor het ontwerpen(CAD) gebruikt bij onder meer de pro-duktie-planning en het opslagbeheer(CAM).Er zijn computerondersteunde ont-werpprogramma's mogelijk voor eennauw gedefinieerd produkt. Voor dewoningbouw bestaan programma's,waarmee op basis van de bestektekenin-gende hoofdberekening, de elementen-berekeningenen -tekeningenals ookdeproduktietekeningen kunnen wordengeproduceerd.In twee afstudeeronderwerpen bij devakgroep Mechanica & ConstructiesTU Delft is in samenwerking metIBBC-TNO en Schokbeton een pro-gramma ontwikkeld waarmee prefabhallen kunnen worden ontworpen engeoptimaliseerd. Na een interactievekeuze kunnen de verschillende elemen-ten worden berekend, geoptimaliseerden uitgetekend.12 Demonteerbare constructies (indit geval het CD20 systeem) alsoplossing voor veranderbaregebruiksbestemmingenkeuren van een prefabelement over hetalgemeen minder verstrekkende gevol-gen dan van een in het werk gestort on-derdeel. De psychologische drempelvoor afkeuren is bij prefab lager wat dekwaliteit ten goede komt.Kwaliteit. automatisering en pro-duktiesnelheidDe begrippen kwaliteitsborging enkwaliteitsbewaking worden de laatstetijd bij het bouwen steeds vaker ge-noemd. Wanneer deze begrippen inharde eisen en daden worden omgezet,zal de bouwproduktie zich meer in derichting van prefabricage bewegen. Dekwaliteitscontrole en daarmee ook de-beheersing is bij een fabriekmatigeproduktie eenvoudiger en effectieveruit te voeren. Bovendien heeft het af-Met prefab is het mogelijk op deze ten-denzen in te spelen. Behalve de realise-ringen van grotere overspanningen ishet mogelijk de draagconstructie de-monteerbaarte ontwerpenen uittevoe-ren. De verbindingen zijn daarbij vandoorslaggevend belang, in het bijzonderde droge verbinding. Stupr? heeft bijhaar studie altijd veel aandacht aan deverbindingen besteed. Gewezen kanworden op de rapporten Van de Stupr?-SBR-commissie B7 en op het Stupr?-rapport 'Constructieve verbindingen'.Tenslotte wordt gewezen op het werkvan Stupr?-commissie 26 en Stupr?-CUR-commsisie C46 die tot studieon-derwerp hebben de invloed van vertica-le voegen in stabiliteitselementen, resp.de droge verbindingen die daarbij kun-nen worden toegepast.Flexibilite?t door demonteerbare verbindin-genIkverwacht dathetprefabricerenvandedraagconstructies meer opgang zal ma-ken. Dat beperkt zich niet tot alleenkantoren. ~elangrijke argumentendaartoe betreffen niet in de eerste plaatsde kortere bouwtijd en de bouwkosten,maar de flex?biliteit van het gebouw; demogelijkheden voor een hernieuwdeinrichting om het anders te gebruiken.Immers de produktieprocessen veran-deren snel en kunnen na eenvijftaljarenal verouderd zijn. Een gebouwen zekerde draagconstructie heeft dan als bouw-werk nog niets ofslechtszeerweinig aan f--.-,~~---~~~~--~-~~~--~~~~-~~~-~-"'--Ikwaliteit ingeboet. Kan in een bedrijfs-gebouw het vernieuwde produktiepro-ces gemakkelijk of na eenvoudige aan-passingenwordenondergebracht, dan isdat gebouw nog veel waard. Een draag- ~~~~~~-~~~~~~-~~~~~~-~~-~~~~~-"'--Iconstructie met grote overspanningenzal de economische waarde vergroten.Voor de vervangbaarheid c.q. verplaats-baarheid van constructie-onderdelenzoals balken, wanden en vloer en de ge-vel (f?to 12) geldt hetzelfde.Cement 1988 nr. 2 13ILUTILITE_?_?_rr_SB_O__U_W.__~~---l. ~ ~_1PREFABRICAGE13 Het geprefabriceerde betonnencasco neemt op dewoningbollwtnarkt nog een bescheidenplaatsintomatisering van menselijke arbeid opde bouwplaatsvooralsnog een utopie is'.Bij een fabriekmatige produktie moetechter vooral voor de grote en vlakkeelementendieindewoningbouw gang-baarzijn, bij dehuidigekennisvanCAMeen robotisering mogelijk zijn. Zekervoor de langebank-produktie. In Fin-landis mendaarmee alvergevorderd;deproduktie, inclusiefde aanvoer van hetmateriaal en het leggen en spannen vande strengen wordt met de computer ge-stuurd. En waarom zouden naast devloerelementen geen vlakke wand-elementen op de lange bank kunnenworden gemaakt?Op de keper beschouwd is de elemen-tenfabricageeen toeleverende industrie.In het genoemde rapport van Progres-bouw wordt gesteld: Wordt hetzelfde(de automatisering van de menselijkearbeid; red.) betrokken op de toeleve-ringsindustrie, dan is wel een duidelijketoenamevanautomatiseringwaar tene-14men, die zich steeds verder zal ontwik-kelen.'Mijn 'nog wel' in het voorgaande is ge~baseerd op deverwachtingdatdebeton-fabrikanten de weg van de toeleverings~industrie verder zullen opgaan, zoals nual voor de vloerelementen het geval is.Uiteindelijk, kan dan een tiental gespe-cialiseerde fabrieken (vloeren, bouw~muurelementen, dunnen scheidings-wanden) de volledige woningproduktieverzorgen.Het schrikbeeld van een land vol ??n-vormige woningen duikt misschien op.Ten onrechte! Noodzakelijk is dat be-paalde standaards worden overeenge-komen. Daarover wordt nu al gefIloso-feerd in het kader van bijvoorbeeld het'Open Bouwen'. Uitgaande van diestandaards blijft echter nog een zeergrote ontwerpvrijheid over. Bij de auto-matisering is de ontwikkeling al zo vergevorderddatunica kunnenwordenge-maakt.Een en ander zal de nodige investerin-gen vereisen.De vraag 'Wie zal dat betalen?' laat ikopen door te stellen: 'De cost gaet voorde baet uyt', dus 'Wie durft?'Cement 1988 nr. 2
Reacties