??~.::.ut:::.iI:.:.:it:::::e.:.:it.:::sb::CO::CU::':W':-"'~~~-'.L.-~~~~~~~~__? __.::.b.::.O.::.uw.:..:..ge::cs::..:c",h:.:.:ie::..:d::.:e:..:..n:.:.:is=---~~prof.ir.Ch.).Vos, TU DelftOnlangs verscheen het door M.Treib geschreven boek 'Space calculated in Seconds'. Deachterliggende gedachte was, het complete verhaal te brengen over hetmeest 'vergeten'bouwwerk van Le Corbusier: het Philips-paviljoen voor de wereldtentoonstelling van1958 in Brussel.Hetverzoek aan prof.Ch.J.Vos om van dit boek een recensie te schrijven, is uitgemond inbijgaand artikel. De foto's uit 1958 komen uit het archief van Cement.RUIMTE BEMETENINSECONDEN;HETPHILIPS-PAVILJOENUIT 195819581 Van 'Son et Lumi?re' had niemand nog gehoord, laat staan van multimedia presenta"ties. Hieren daar was er een zwart-wittelevisietoestel, datenkele uur1;ies per avond werd ge-voed vanuit een verbouwde kerk in Bussum. De eerste grote naoorlogse wereldtentoonstel-ling had plaats in Brussel. Het Atomium, symbool van het geloof van dest?ds in vreedzametoepassingen van kernenergie, vormt er het enige markante overbl?fsel van.Philips bouwde er het Philips-paviljoen, een uitwendig voorgespannen, geprefabriceerdeconstructie van een stelsel betonnen hyparschalen, waarin door twee miljoen mensen vaneen oorverdovend, oogverblindend en geestverruimend spektakel isgenoten ofgegriezeld.Overdit bouwwerk, de voorstelling, de totstandkoming en vooral ook overde hoofdrolspelersen hun onderlinge betrekkingen is, na veel onderzoek, in 1996 een boek geschreven doorMarc Treib, hoogleraar architectuur aan de UCAL in Berkeley. Het boek is uitgegeven door dePrincetonUniversity Press, USA.Project en personenVoor de Nederlandse bouwwereld is niet alleen het initiatief van de multinationale Neder"landse opdrachtgeverPhilipsinteressant, maar ook de technologische rol van enkele van dehoofdpersonen.Dat is prof.dr.ir. H.C.Duyster, dest?ds directeur van Strabed, de toenmalige HBG-vestiging inBelgi?, mede-oprichter van de Bouwkunde-faculteit in Eindhoven en eerste hoogleraar uit-voeringstechniek aldaar.Datis ookprof.ir.C.G.J.Vreedenburgh, een enorm inspirerende leermeester in detoegepastemechanica, voor wie wiskundige beschouwingen in de toegepaste mechanica even belang-r?k Waren als kwalitatieve gedachtenexperimenten. En dat z?n verder nog enige medewer-kers van wat dest?ds TNO-Bouw was, zoals de nog in leven z?nde prof.ir.A.L.Bouma enir.F.K.Ligtenberg, die met zeer inventief modelonderzoek aan het bouwwerk b?droegen.Een laatste, niette vergeten, Nederlander in het team was ir.LC.Kalf, een bouwkundig inge-nieur in het Philips management, naar wie in het boek wordt gerefereerd als de artistiek di-Een van de eerste door Xenakis gemaakteschetsen van het Philips-paviljoen163) 1< PC'NTC?su.R..F"1CE 7)~ONol'p?CEMENT1998j9De hoofdpersonen, van links naar rechts:Le Corbusier; Kalf, Duyster en Xenakis .Het Philips~paviljoen aan de buitenzijde; deexterne voorspanning is duidelijk zichtbaarCEMENT1998/9recteur van Philips.Hijis de ontwikkelaar van indirecte verlichtingssystemen in gebouwen,iets waarmee Philips eerder op een wereldtentoonstelling de primeurhad en naam maakte.Hij isookdeontwerpervan hetnogaltijd bestaandePhilips-vignetmetsterretjesen golfjes.De buitenlandse hoofdrolspelers mochten er eveneens zijn. In de eerste plaats te Corbu-sier, de grote Zwitser/Fransman van de architectuur inhet midden van deze eeuw. Velen ken-nen nog slechts de kapel in Ronchamp in de Vogezen, maar Le Corbusier bouwde zowel vil-la's, woongebouwen als hele steden, bijvoorbeeld Chandigahr in India. Hij was verder schil-der, beeldhouwer en auteur vaneen veertigtal boeken.EdgarVar?se, een baanbrekend componistvan moderne muzieken van de in die dagen star-tende elektronische muziek, is een andere beroemde buitenlander bij de spelers. Ten slottemoet de Griekse ingenieur en componist lanni Xenakis worden genoemd, die alsjonge me-dewerker op het bureau van Le Corbusier een zeer belangrijke rol heeft gespeeld bij de ont-wikkeling van een en ander.26 maanden creativiteit en spanningTreib's boek geeft een verslag van de totstandkoming van dit in vele opzichten innovatievekunstwerk, dat van idee tot eerste voorstelling 26maanden in beslag nam. De verschillendelocaties van de betrokkenen hebben het werk niet eenvoudiger gemaakt: Parijs voor Le Cor-busier (die bovendien voor de bouwvan Chandigahrvele maanden perjaar inlndia verbleef)en Xenakis, New Vork en Parijs voor Var?se, Eindhoven voor Kalf en de licht- en geluidsstu-dio's van Philips en Brussel voor Duyster. Automatischtelefoneren, fax en e-mail waren in diedagen geheel onbekend. Maar dankzij deze geografische problemen is er veel ensoms hef-tig gecorrespondeerd, waardoor de geschiedenis van de realisatie van het Philips-paviljoen40 jaar na dato kon worden gereconstrueerd.17? utiliteitsbouw? ? bouwgeschiedenisEen indruk van de bouw, met houten steiger-werk, uitwendige voorspanning18Het verhaal dat verteld wordt, is om te beginnen dat van Kalf, die hetPhilips-managementoverhaalt om af te zien van een conventionele productenuitstalling in Brussel. In plaatsdaarvan stelthij voorin een bijzonderbouwwerk alle technieken van hetbedrijfop hetgebiedvan licht en geluid in ??n, elektronisch gestuurde voorstelling te integreren.Met dit idee wordtLe Corbusierbenaderd, die vrij snel enthousiast is, maardaarna, zoals ve-Ie malen tijdens de realisatie van het project,lange tijd niets meer van zich laat horen.De eerste lijnen staan nog niet op papier als banale vragen, naar het aantal funderingspalenen het aan te sluiten elektrische vermogen, al beantwoord moeten worden!Bij Le Corbusier ontstaat het idee van een maag, waarin 500 mensen naar binnen gaan omachtminuten langhetelektronische gedichtte beleven,waarna ze in twee minuten de ruimteweer verlaten om plaats te maken voor een nieuwe vulling expo"gangers. De elektronischedragervan de voorstelling inspireertLe Corbusier omzich voor hetgebouwook te uiten in ter-men van wiskundig beschrijfbare vormen. Hij schrijft letterlijk: 'De ingenieur, ge'inspireerddoor de wetten van de economie en beheerst door wiskundige berekeningen, brengt ons inhet reine met universele wetten'.Deze eerste accolade tusSen ingenieur en architectbrengt, na een zoektochtin doorwiskun-dige formules gedefinieerde vormen, Xenakis tot de eerste schetsen van het stelsel vanhyparschalen, waaruit het paviljoen zou worden geconstrueerd.Het boek beschrijft vervolgens de verdere vormgeving en de mogelijke constructieverealisa-tie, waarbij de Fransen de firma Lorain &Vall?e inschakelen, het bedrijf dat overgebleven isvan de constructiewerkplaatsen van Eiffel, een bedrijf dus met wereldtentoonstelling-erva-ring. Deze pogingen lopen op technische en economische gronden stuk; in het bijzonder opde akoestische eigenschappen van de voorgestelde constructie.Kalf schakelt vervolgens Duyster in met de firma Strabed, waar snel het idee vandaan komtom de schalen in handzame stukken te prefabriceren op een bekisting van met cement ge-stabiliseerd zand. Deze elementen zouden vervolgens op een houten ondersteuning kun-nen worden gesteld en aan elkaar kunnen worden bevestigd door uitwendige voorspanning.Duyster benadert zijn vriend professorVreedenburgh, met wie hij in dejaren dertig in Indone-si? verbleef, om enige theoretische basis te verkrijgen voor zijn plannen.In zeer korte tijd lukt dit allemaal en worden er bij TNO vier modelproeven op verschillendeschaal uitgevoerd, met verschillende materialen en met verschillende doelstellingen, waar-onder interne PR bij Philips. Vreedenburgh's idee dat de schaal slechts aan ??n zijde uitwen-dig behoeft te worden voorgespannen, blijkt juist, maar wordt uit praktische overwegingenverlaten. Alle betrokkenen zijn geweldig tevreden met deze inventieve en praktische reddingvan het project, door de Hollandse ingenieurs.CEMENT1998/9CEMENT1998/9Hier is binnen dit project dus sprake van een tweede accolade tussen ingenieurs en archi-tect, iets wat de auteur vergelijkt met de inspanningen van Ove Arup voor de realisering vanhet Sydney Opera House.Voor de constructeurs gaat het plan vervolgens naar de door Duyster gedirigeerde bouwuit"voering, maarvoorde ontwerpers moeten degrootste uitdagingen nog worden overwonnen.Hier begint het 'bemeten van de ruimte in seconden'. Het visuele aandeel in het gedicht vanfilm, beeld en kleur geprojecteerd op de verschillende inwendige vlakken van het paviljoenen het belichten van enkele objecten binnen het paviljoen, is iets dat minutieus op plaats inde ruimte en in de tijd moet worden vastgelegd 'op de seconde'. Evenzo moet hetstereofoni-sche geluid uit acht verschillende reeksen luidsprekers in al zijn dimensies op plaats en tijdworden vastgelegd. Dat alles is het werk van te Corbusier en Var?se, in samenwerking metvele medewerkers van Philips en externe studio's en laboratoria.Voor de realisatie van zowel beeld als geluid worden voor ontwerp, communicatie en plan-ning nieuwe presentatie-technieken ontwikkeld. Ook hier ondervindt het project de nodigeproblemen, waaronder opnieuw scepsis en zelfs tegenwerking bij de Philips-directie na hetaanhoren van een fragment van de door Var?se gecomponeerde muziek. Er is zelfs evensprake van een andere componist.Het boek besluitmet citaten uitde ontvangstvan het paviljoen doorpers en publiek. Deze 10-pen uiteen van: 'een moderne nachtmerrie' tot 'De intensiteit van ditgedicht iS zo overweldi"gend, dat de acht minuten wel een eeuwigheid lijken'.Een boek voor liefhebbersVoor de betonconstructeur die wil leren hoeje parabolische hyperbolo?deschalen uitwendigmoet voorspannen en doorrekenen bevat het boek weinig informatie. Als iemand dat wil le-ren uit ditproject, dan is er andere literatuur, zoals een uitgave van het Philips Technisch Tijd-schrift eind jaren vijftig en de collegedictaten van ijverige studenten uit die jaren [2].Wil men echter iets leren omtrent hetmanagement van een echt multidisciplinair bouwpro-ject, dan is het boek een goede keuze.Managers uit zowel de constructieve als bOUWkundige discipline kunnen in het boek veel in-teressants vinden en herkennen. De beschrijving Van de charme van de als regisseur optre-dende Kalf, het autoritair arrogante optreden van de grote meester Le Corbusier, de begin-nende revolutie van de jonge effectief acterende Xenakis tegen zijn leermeester en de 'nononsense', op profijt gerichte houding van de Philips-directie, maken het boek tot een wareroman voor lezers uit de bouw.Voor degenen die indertijd in Brussel het spektakel ondergingen of als student Weg - en Wa-terbouwkunde de enthousiaste colleges volgden van Vreedenburgh over zijn bijdrage in hetPhilips-paviljoen, geeft het boek ook nog iets van een onthulling. Vreedenburgh placht zijnverhaal op college te starten met zijn bevindingen toen Duyster hem in de trein naar Parijsvoor het eerst de schetsen van het ontwerp liet zien...'het leekWei alsof het door een krank-zinnige was ontworpen',begon hij, om vervolgens helderen duidelijk de doorhem en Duysterbedachte theorie te demonstreren. Er was, zoals ook uit een recent gesprek met Boumavolgde, sprake van een oranjegevoel, van wij klaren deze klus wel even.Het boek laat nog eens zien wat die klus inhield. Een recent nummervan Time (8-6-1998),dat de 100 invloedrijkste kunstenaars van deze eeuw nomineert, tipt Le Corbusier als d? ar-chitect, meteen foto van het Philips-paviljoen. Time meent datde verdienste van deze galerijvan belangrijke kunstenaars is, dat ze de technologie van 20e eeuw in hun werk hebbenge?ntegreerd. Voor het Philips-paviljoen is dat zeker waar.Literatuur1. Marc Treib, Space calculated in seconds: the Philips Pavilion, Le Corbusier, EdgarVar?se; Princeton UniversityPress,Princeton, NewJersey, USA, 285 x220 mm2, 282 pag.ISBN 0-691-02137-6.2. H.C.Duyster, Het Philips-paviljoen op de Wereldtentoonstelling 1958, Cement 1957, blz.447 - 450.?19
Reacties