I_WE_G_E_NB_O_UW_~ ...LI ~ IRIOLERINGENRIOLERINGEN XIIIRIOLERING IN PERSPECTIEFing.C.Snaterse, hoofd adviesgroep riolering DHV Milieu & Infrastructuur BY;irMLips, Gemeentewerken Rotterdam afdeling WaterhuishoudingIn het dichtbevolkte Nederland vervult de beperkteruimte een groot aantal functies: wonen, werken,recr?eren en sociaal verkeer. Het is een vereiste dezefuncties op een voldoende hoog kwaliteitsniveau instand te houden. De dagelijkse leefomgeving hangtdirect samen met de ruimtelijke kwaliteit waaraaneisen worden gesteld naar functie, vorm en tijd. Degebruikswaarde (functie), belevingswaarde (vorm) en detoekomstwaarde (tijd) moeten elkaar ondersteunen.Riolering is een vitale voorziening bij het kunnenhandhaven van de ruimtelijke kwaliteit. Verandert deinrichting van de samenlevin~en worden aan deruimtelijke kwaliteit andere {hogere) eisen gesteld, danis het ook noodzakelijk het rioolstelsel in dit nieuweperspectiefte zien. Dit artikel plaatst een aantalaspecten die verband houden met het ontwerp enbeheer van het rioolstelsel, in dit perspectief. Trendsworden ge?xtrapoleerd, maatschappelijke entechnische ontwikkelingen worden met elkaar inverband gebracht.Het zien van een perspectiefsuggereert een horizon.Dit artikel pretendeert niet deze te geven, maar vormtmogelijk de aanzet tot een richting van denken.Overzicht serieBlok 1Functioneren- Het functioneren van riolering-stelsels, Cement 1989 nr. 7/8.- Biogene zwavelzuuraantasting vanbeton in riolen, Cement 1989 nr. 9 enCement 1991 nr. 2.- Oorzaken en optreden van lekkages,Cement 1990 nr. 2.Blok 2 Beheeren onderhoud- Rioolbeheer, Cement 1989 nr. 12.- Rioolbeleidsplan in Rotterdam,Cement 1990 nr. 4.- Illspectietechnieken, Cement 1990nr.S..- Herstelmethoden op basis van ce-mentgebonden materialen, Cement1990 nr. 6 en 7/8.Blok3 Ontwerp en uitvoering- Relatie tussen ontwerp en functione-ren stelsel, Cement 1991 nr. 1.- De buizenindustrie in het 'fm du si?-de', Cement 1990 nr. 12.- Uitbreiding en herstel rioolstelsel inGouda, Cement 1989 nr. 10.- De praktijk van het leggen van riool-buizen, Cement 1991 nr. 4.- Riolering in perspectief.1. RIOLERING IN PERSPECTIEF1.1 Ontwikkelingen in maatschappijen ste-debouwIn de 4e nota Ruimtelijke Ordening iseen verkenning uitgevoerd naar de be-langrijkste maatschappelijke verande-ringen tot hetjaar 2015. Deze verande-ringen zijn gegroepeerd rond een zestalthema's: internationalisering, economieen welvaart, bevolking en huishoudens,individualisering, technologische ver-nieuwing en mobiliteit. Voor elk vandeze thema's is nagegaanwelke ontwik-kelingen zijn te verwachten en wat degevolgen zijn voor het ruimtegebruik.De economischegroei hangtsamen metde internationalisering. In dit verband isde belangrijkste sector de dienstverle-ning. De technologische ontwikkelinggaat gepaard met een toenemende ver-Cement 1991 nr. 7/8strengeling van industri?le activiteitenende dienstverlening. Het dienstenaan-deel inde industrie neemt toe, terwijl dedienstverlening meer gebruik gaat ma-ken van technische hulpmiddelen. Ditleidt tot herinrichting van bestaande in-dustrieterreinen en een andere inrich-ting van nieuwe industrieterreinen.Ongeveer 1500 ha oudere industrieter-reinen komt de komende jaren voorvernieuwing in aanmerking.De bevolkingsontwikkeling vertoonteen trend totstabilisatieofzelfs eenlich-te daling. De bevolking vergrijst, watonder meer gevolgen heeftvoor wonin-gen, voorzieningen en de mobiliteit. Deindividualisering binnen de samenle-ving leidt tot een toename van de wo-ningbehoefte. Verschillen in inkomens,duidelijke voorkeuren en sociale statusmaken een diversiteit van de woning-voorraad noodzakelijk.De behoefte aan uitbreiding van de wo-ningvoorraad zal plaats maken vooraanpassing en verbetering van de be-staande woningvoorraad.Het op peil houden van de woningkwa-liteitvereisteenvoortdurende zorgvoorstadsvernieuwing en herinrichting vande openbare ruimte. Ontwikkelingeninde produktietechnologie maken eenverhoogde produktiviteit mogelijk opeen beperkte ruimte. Verhoging van deautomatisering in de dienstensectorleidt vooralsnog niet tot een besparingop het ruimtegebruik. Verwacht magworden dat in de woningen steeds meeractiviteiten worden ontplooid, waar-voor men zich thans nog verplaatst. Ditvraagt om meer ruimte in huis.Menging van industrie, dienstverleningen wonen is technisch steeds vaker mo-gelijk; tegenstrijdig ruimtegebruikneemt af.13IWEGENBOUW1 WOONGEBIEDEN2 GROTE INDUSTRIETERREINEN3RI.JKSWEGEN4 GROTE RECRTEATIEVOORZIENINGENRUIMTEGEBRUIKS 4? 2000-2016? 1986-2000Dit alles heeft gevolgen voor de mobi-liteit. Debeperkte ruimte in Nederland,de prioriteiten voor het goede-renvervoer en de ongewenste milieuef-fecten latengeenonbegrensdegroeivande automobiliteittoeendwingt totkeu-zen in de ruimtelijke ordening.Samenvattend kan worden gesteld datde behoefte aan meer ruimte blijft be-staan, de totale ruimte anders zal wor-den ingevuld en dat de kwaliteitvan hetruimtegebruik moet worden verbeterd.De verwachtingen over het ruimte-gebruik zijn aangegeven in figuur 1. Ditruimtegebruik dient zodanig te zijn datopvang van verdere maatschappelijkeveranderingen mogelijk is. r-l~~R~u-itn-~te-g-e-b~ru~ik~v~oo~r~ve-r-s-ch~i1l-? -e-n~d-e~d-o-e-le-i-n-d-e-n-e~n-t~we-e-p~e-r-io-d-e-n~:-1-9-S5---2-00-0-e-n---!2000-2015- uitbreiding bebouwdeomgeving 54.000 24.000 9,6- uitbreiding bedrijfs-terreinen 6.000 1.800 0,9- sanering verouderdeindustrieterreinen 1.500 600 0,6- herinrichting woonge-bieden 25.000 12.500 12,5- rioolrenovatie 5.000 5,0- verbetering rioolstelsels 2,0totaal 30,6Tabel 1Investeringen in riolering periode 1990 - 2015riool-lengte(km)investering(miljardgulden)Bij het vaststellen van de vervangings-achterstand is uitgegaanvaneencalami-teuze schade aan het rioolstelsel van 10%van de huidige rioollengte. Overeen~komstig het Nationaal Milieubeleids-plan (NMP) is het noodzakelijk dat deachterstand nog binnen deze generatiewordt ingehaald.Rioolstelsels worden aangelegd vooreen levensduur van circa 70 tot 100jaarenmogelijknoglanger. Ofditgewenstisvalt te bezien. Te overwegen is het ont-van het ruimtegebruik voor nieuw-bouw, de sanering van ca. 1500 ha. ver-ouderd industrieterrein, de herinrich-ting van kwalitatief slechte stedelijkegebieden en het inlopen van de vervan-gingsachterstand (renovatie), is een in~vestering in het rioleringsnet nodig zo-als aangegevenin tabel 1.Daarbovenko-men nog de investeringen voor de mi-lieutechnischeverbeteringenvan debe-staande stelsels_ De hiervoor noodzake-lijke maatregelen bedragen voor hetthans bestaande rioolstelsel circa f 2miljard.gebieds-omvang(ha)noodzaak2.1 SituatieToetsingvan de basisfunctiesvan de rio-lering aan veranderende eisen in maat-schappelijk-, ruimtelijk- en milieuhy-gi?nisch oogpunt, is nodig. Reeds nuzullen keuzes moeten worden gemaaktdie geen belemmering mogen vormenvoor een duurzame ontwikkeling vanhet woon- en leefmilieu.De komende jaren zijn aanzienlijke fi-nanci?le inspanningen nodig voornieuwaanleg, het vervangen van be-staande rioolstelsels doorwijzigingeninde bovengrondse infrastructuur en ri-ooirenovatie in verband met het weg-werken van de vervangingsachterstand.Uitgaande van de verwachte toenameweerstand.Afstemmingvan hetgebruikvan de ondergrondse ruimte is eennoodzaak. Een instrument is een inte~grale planning. Steeds vaker zal in detoekomst gebruik moeten worden ge-maakt van sleufloze leidingaanleg.2. ONTWERPENRIOOLSTELSELSDe inrichting van de leefomgevingmoet de basisvoorwaarden scheppenvoor een goed sociaal woon~ en leefkli~maat. Ditvergt eenintegrale aanpakvanmilieubeleid en ruimtelijke ordening,met evenwicht tussen de ruimtelijkefuncties wonen, industrie en openbareruimten.De rioleringis eenessenti?le schakelvande inrichting van de leefomgeving. Eengoed functionerend rioolstelsel is eenbasisvoorwaarde. Veranderingen in deleefomgeving kunnenleiden totwijzin-genen aanpassingenvan het rioolstelsel;hogere kwaliteitseisen leiden tot her-formulering van de eisen waaraan hetrioolstelsel dient te voldoen.1.2 Leifomgeving en rioleringDe dagelijkse leefomgeving moet vol-doende kwaliteit hebben en behouden.Dit belang geldtde gebouwen, de infra-strUctuur en het landelijke gebied. Hetmilieu dientschoonte zijn:debestaandevervuiling moet worden teruggedron-gen en nieuwe vormen van vervuilingworden voorkomen.1.3 Ondergrondse inftastructuurDe inrichting van de ondergrondse in-frastructuur hangt ten nauwste samenmet de veranderingen in het boven-grondse ruimtegebruik. Een ingewik-kelde samenleving steltkwalitatiefhogeeisen; risico's op calamiteitenzijnslechtsbinnen zeer enge grenzen acceptabel.In de sfeer van communicatie en ener-gievoorziening is voortdurende ver-nieuwing en uitbreiding vande onderg-rondse systemen noodzakelijk.Een ander probleem vormt de kwaliteitvan het huidige rioolstelsel: verlies aanstabiliteit, lekkage en onvoldoendefunctioneren als gevolg van ontoerei-kend onderhoud en beheer. Dit vereistreparatie en renovatie.Het openbreken van de straat onder~vindt steeds meer maatschappelijke14 Cement 1991 nr. 7/8werp van riolen af te stemmen op deleeftijd van debovengrondse infrastruc-tuur.Gezien de toekomstige investeringen ende functie vande rioleringinhetleefmi-lieu is voortzetting van de huidige wijzevan ontwerpen van rioolstelsels geenautomatisme. Dit temeer daar een deelvan de verontreiniging van oppervlak-tewater een direct gevolg is van hetfunctioneren van de riolering.Derhalve is herbezinning op de basis-functies van een rioolstelsel noodzake-lijk,zodatvoorde toekomstnieuwe ont-werpcriteria vanuit deze basisfunctieskunnen worden afgeleid.2.2 Functies rioleringNaast de hoofdfunctie (verwijderen af-valwater) kan de riolering een hydrolo-gische fu.nctie vervullen: het afvoerenvan regenwater uit de bebouwde omge-ving, zodat geen inundaties optredenenbij zware neerslag regenwaterbinnendewoningen komt.Afhankelijkvan het type rioolstelsel zijnde beide functies in meer of minderemate gecombineerd en hierin schuilende tekortkomingen. Hetleidingsysteemen de afvalwaterzuivering in een ge-mengd rioolstelsel kunnen uit econo-misch en technisch oogpunt nooit zogroot worden gedimensioneerd dat alleneerslag en het huishoudelijke afvalwa-ter via het stelsel kan worden afgevoerden behandeld. Daarom worden in hetstelsel regenwateroverstorten opgeno-men.Omgekeerd is een volledige functie-scheidingin eenvuilwater- en regenwa-terstelsel in de huidige praktijk nietzonder meer gewenst. Vooral boven ste-delijke en industri?le gebieden blijktdoor luchtverontreiniging regenwaterOpslag rioolbuizen voor nieuw-aanleg;geen gebrek aan ruitnteCement 1991 nr. 7/8ernstig vervuild. Vervolgens raakt hetregenwater door afstroming over ver-harde oppervlakkenverontreinigd (nat-te en droge depositie) en tenslotte bijkthet niet mogelijk gescheiden riolerings-systemen te realiserenzonder foute aan~sluitingen: hemelwater en vuilwater-aansluitingen raken verwisseld. Via deregenwaterriolen wordt derhalve ver-ontreinigd hemelwater afgevoerd opoppervlaktewater.Enig soulaas biedt het verbeterd ge~scheiden systeem. Maar ook hier wordtvele malen perjaarviade overstortenre-genwater met micro-verontreinigingenen zware metalen geloosd op het opper-vlaktewater.Op grond van het voorgaande zal bijnieuwe ontwerpen functiescheidingtoch een uitgangspunt dienen te zijn.2.3Rioleringsontwerp:4Ject-ofbrongericht?Veel van de huidige problemen met hetrioolstelsel hebben effecten op het leef-milieu:- verontreiniging oppervlaktewaterdoor overstortingen;- ineffici?nte werking afvalwaterzui-vering ten gevolge van variaties in af~gevoerde hoeveelheden en de afval-waterkwaliteit;- sedimentatie van rioolslib in voordroogweerafvoer tegroteriolenwaar-door de vuilemissie bij overstortingentoeneemt of grote hoeveelhedenZWaar verontreinigd rioolslib uit deriolen moet worden verwijderd;- aansluitenvanverharde oppervlakkenop de riolering met als gevolg toena-me regenwaterafvoer;- slechte kwaliteit riolen waardoor be-lemmering optreedt in de afstroming,grondwaterverontreiniging door lek-kages enz. en risico's voor verkeersvei-ligheid;- aantasting van riolen en stankoverlastdoor de aard van het afvalwater en ex-treme verblijftijden;- afvalproblemen door reststoffen bijrioolrenovatie van materialen als as~bestcement ofkunststoffen.Bij het kiezenvan oplossingenvoor der-gelijke toekomstige problemen magmen zich niet beperken tot het voorko-men van de effecten. Een brongerichteaanpak is nodig, waarbij uitgangspun-ten zijn:1. Beperking van de hoeveelheid afval-water behoort tot de meest effectievebrongerichtemaatregelen. Reiniging en(gedeeltelijk) hergebruikvan afvalwaterwordt in verschillende bedrijven metsucces toegepast.2. Een effectieve en effici?nte reinigingvan afvalwater is optimaal bij toepassingvan op de aardvandit afvalwatergerich-te zuiveringssystemen. Scheiding vanindustrieel en huishoudelijk afvalwaterkan derhalve noodzakelijk zijn om eenafzonderlijke behandeling mogelijk temaken.3. Regenwater is min ofmeer vervuild.De aard van de vervuiling kan zodanigzijn dat ongezuiverde lozing op het op-pervlaktewaterniet gewenst is.Geschei~den inzameling, transport en behande-ling zijn noodzakelijk.4. Het is niet gewenst de milieufunctieen de hydrologische functie van de rio-lering te combineren.5. Bestaande systemen moeten zoveelmogelijk worden verbeterd volgens deprincipes en inzichten voor de aanlegvan nieuwe systemen.6. De rioleringssytemen dienen be-heer(s)baar te zijn. Afvalwaterstromenmoeten niet op hun beloop worden ge-laten. Dit maakt in grotere stelsels be-sturingssystemengewenst,waarmeeeenoptimale afstemming kan worden be-reikt tussen hydraulische eigenschap-pen van het systeem, het milieutech-nischfunctioneren hiervan endebenut-ting van de behandelingscapaciteit vande afvalwaterzuivering. Het beheer vanrioleringen dient te zijn gewaarborgddoor controle, inspectie en een planma-tig opgezette exploitatie. De financie-ring moet langjarig zijn verzekerd.7. De rioleringssystemen dienen vol-doende duurzaam tezijn. Maatschappe-lijke overlast en hinder dient in de com-plexe stedelijke infrastructuur tot eenminimum te worden beperkt.3. UITVOERING3.1 InnovatieTechnologische innovatie is te beschou-wen als een cyclisch proces dat begintmet de produktie en verspreiding vannieuwe technologische kennis. Vervol-gens worden met behulp van deze nieu-we kennis produkten en produktie-processen verbeterd en vernieuwd.Daarna vindt de afname en toepassingvan de vernieuwde en verbeterde pro-dukten en technieken plaats waarna hetproces weer van voren afaan begint.In ditproces spelen drie partijen een be-langrijke rol: de rioolbeheerder als op-drachtgever, het bedrijfsleven voor deproduktontwikkeling en uitvoering enhet onderwijs voor kennisontwikkeling(en onderzoek). De belangen voor eengoed samenspel in de innovatie van derioleringstechnologie zijn evident. Degemeentelijke overheid als beheerder isgebaat bij een kwalitatief betere riole-ring zo mogelijk tegen lagere kosten.Zijzullen daartoe het bedrijfsleven echterwel de kans moetengeven omhetverbe-terde en vernieuwde aanbod van pro-15I_WE_~G_E_NB__O~UW__~_~ -~--~~--IRIOLERINGENWoekeren met de ruimte in deondergrond...Bij het schoonmaken van riolen is vraagnaar technieken die effici?nter inspelenop het verwijderen van boomwortels envastgekoekt slib (vooral bij grote hoe~veelheden).Technieken voorspecifieke onderdelenOnder deze categorie vallen de ontwik-kelingen die te maken hebben met deoverige facetten van de rioleringspro- L-- ~-~~-- ~_blematiek. Onder meer is er behoefte ooibuis, waarvoor veelal certificatenaan standaardisatievan buizen, verbete- aanwezig zijn).ring van aansluitingen (uniforme buis- Daarnaastworden door de opdrachtge-vervindingen) en optimalisatie van ver vaak plaatselijke aannemers inge-randvoorzieningen (overstorten, vaste schakeld die niet altijd de kennis in huisen flexibele bergbezinkbassins e.d.). hebbenvan de nieuwe technieken ofhetvermogen om hierin te investeren. Me-In de praktijkblijkt het innovatieproces de daardoor wordt inde huidige situatienogal traag teverlopen.Blijkbaarkiezen slechtsin 5% gebruik gemaaktvansleuf-veel beheerders, maar ook aannemers, loze technieken. Deze kleinere bedijvenvoor de conservatieve technieken/pro- zouden meer moeten gaan samenwer-dukten, waarvan de toepassingsrisico's ken om zo door gezamenlijk onderzoekbekend zijn. Het bedrijfsleven zou de een hoger niveau van innovatie te reali-onzekerheid bij de opdrachtgevers kun- seren (en een betere concurrentie-nen wegnemen door introductie van positie). De bedrijven kunnen daarbijcertificatie-systemen of kwaliteitsbor- gebruik maken van verschillende sti-ging ten aanzien van nieuwe riolerings- muleringsregelingen,waarmeede rijks-produkten, -technieken en -diensten overheid de bedrijvenfinancieel wil on-(met uitzondering van de betonnen ri- dersteunen bij innovatie-initiatieven.Duurzaamheidsonderzoeken(terplaat-se in riolen of versneld in laboratoria)zijn noodzakelijk.Inspectie en beoordelingstechniekenOokop dit gebied is de laatstejarenveelgebeurd.Door diverse technieken is eenbeeld te vormen van de kwaliteit van deondergrondse rioolleiding (zowel lig~ging als materiaalsterkte). Toch valt erop dit vlak nog veel te doen. Inzicht isonder meer nodig naar het lekgedragvan riolen, naar de wijze waarop in hetafvalwater aanwezige stoffen wordenafgezet, opgewoeld en getransporteerden inzicht is nodig in het aantastings-proces (fYsisch-chemischonderzoekomvoorspelling te kunnen geven over rest-levensduurenaantastingsomvang).De behoefte aan innovatie komt naarvoren op vrijwel elk aspect van de riole-ringstechnologie.Bij de uitvoering is behoe:/ieaaninnova-ties op de volgende terreinen.dukten en diensten toe te laten passen.De betekenis voor het bedrijfsleven isgelegen in het concurrentie-voordeeldat zij kunnen bereiken ten opzichtevan Nederlandse en Europese concur-renten (groeimarkt voor infrastructu-rele werken).Technieken voor aanleg en renovatieOp het gebied van rioolrenovatie issinds 1982 eensterkeontwikkelingwaarte nemen. Vooral in de renovat?e-technieken, waarbij het wegdek slechtsincidenteel dient te worden opgebro~ken, is een grote keus. Maar voor hettoepassen van de meest geschikte tech~niek is nog meer onderzoek nodig. InCement 1990 nr. 6 worden factoren be-schreven die van invloed zijnop de keu-ze. Gelet op de maatschappelijke en ste-debouwkundige ontwikkelingen zal derioolbeheerder bij zijn keuze ook reke-ning dienen te houden met de levens-duurverwachting van de bovengrondseinfrastructuur. Voor buitenwijken zaldeze lager zijn dan voor de stadscentraen voor de grotere doorgaande wegen.Zo zouden de wegen die eengroot eco-nomisch belang hebben niet ofinciden-teel mogen worden opengebroken. Destad Z?richheeft dit probleem fraai op-~;lost met zogenaamde leidingtunnels(jig.2).Technieken voorschoonmaak en reparatieAfgelopen jaren hebben met name dereparatietechniekende nodige aandachtgekregen. Nieuwe materialen zijn ont-wikkeld (kunstharsen, verbeterde ce-mentsoorten, combinaties kunsthars encementprodukten enz.). Van de levens-duur van materiaal en gerepareerdeconstructies is nog weinig bekend.2 In Z?rich is de L?wenstrasse over een lengte van ruim 200 m voorzien van een leidingtunnel.Geen goedkope, maar wel een ideale oplossingEI'-C\J16 Cement 1991 nr. 7/8Maatschappelijke kosten buiten het di-recte werk aan een riolering, bijvoor-beeld inkomstenderving door winkel-iers, komen niet ten laste van het riole-ringsbudget en daardoor wordt denoodzaak voor een andere uitvoerings-techniekdan in eenopensleuf,geringer.Voorts is op onderzoeksgebied, kennis-ontwikkelingen-verspreiding behoefteaan een overkoepelende, sturende, ini-ti?rende organisatie die de problemenen vragen van de beheerders en bedrij-ven kan behandelen. Deze taak is toebe-dacht aan de Stichting Rioned. Echterom goed te kunnen opereren zal dezeorganisatie zich in personele zin dienenuit te breiden.Daartoezullende Neder-landsegemeentenfinancieel meer moe-tengaan bijdragen aan de Stichting (be-gin 1991 waren circa 35%van de Neder-landse gemeenten aangesloten, voor 20cent per huisaansluiting).3.2 MateriaalaspectenVan de totale lengte aan hoofdriolen inNederland(circa 50.000 km) ligt 75%alsbetonnenbuis en 20%als PVC-buisindegrond. De overige 5% worden ingeno-men door riolen van staal, gietijzer, as-bestcement, gres, metselwerken kunst-stoffen.Van de totale lengte aan huisaansluitin-gen (circa 75.000 km) bestaat het deeldat aangelegd is na 1960 voornamelijkuit PVC en van voor 1960 uit gres.Cement 1991 nr. 7/8Bij de voorbereiding van aanleg en re-novatie van rioleringswerken zal in detoekomst steeds meer gekeken wordennaar belangen in relatie met milieube~heer. Deze milieubelangen spelen inverschillende stadia Van materiaalver~werking, namelijk bij:- het fabricageproces (grondstoffen-winning, procesafval);- toepassingengebruik(verwerkingsaf~val, duurzaamheid, reparatie/renova-tiemogelijkheden);- vervanging (hergebruik, afvaldepo-nie).Voor deze aspecten is verder van belangde mate van energieverbruik (bij win-ning, fabricage, verwerking, sloop).Uit oogpunt van milieubelasting wordthet materiaal beton als positiefervaren.De duurzaamheid van de betonnen ri-oolbuis is in het algemeen groot indienuitgegaan wordt van een goed rioolont-werp (voldoende afschot, goede lek-dichte verbindingen) en een goed toe-zicht bij de uitvoering. In situaties waarhet afvalwater agressiefkanworden, eenzeer lange levensduur wordt vereist ende ondergrond draagkrachtig is, zullende gresbuizen steeds meer in de belang-stelling komen.4. BEHEER4.1 ContextDe zorg van het inzamelen en transpor-teren van rioolwater berust bij de ge-meentelijke overheid.Echterslechts 1/3van de 672 gemeenten heeft op dit mo-ment concrete meerjarenplannen voorrioolbeheer.Bij veel kleinere gemeenten (300 van672 hebben minder dan 10.000 inwo-ners!) ontbreekt de organisatie en dekennis voor doelmatig rioolbeheer.In de gemeenten zonder planmatig ri-oolbeheer doen zich de volgende knel-punten voor met betrekking tot dit be-heer:- het ontbreken van een goed bedrijfs-plan (onder andere de planvorming,een bekostigingsstructuur voor het ri-ooibeheer, de organisatie);- niet voldoende toegespitste regelge-ving;- problemen op het vlak van politiek-bestuurlijke afweging.Hierna zal dieper worden ingegaan inhettoekomstig rioolbeheervoorwatbe-treft regelgeving en enkele bedrijfskun-dige aspecten. De planvormings-aspecten van het rioolbeheer zijn reedsin Cement 1989 nr. 12 uitvoerig toege-licht.4.2 RegeringsbeleidHet ministerie van VROM heeft in denotitie 'Rioleringen'(1986) en in het 'Beleidsstandpunt inza-ke toekomstig rioleringsbeheer' (1989)haar betrokkenheid aangegeven voorhet rioleringsbeheer.In de 'Vetvolgnotitie rioleringen' (ge-reed 3e kwartaal 1991)zal het ministeriemet name ingaan op de problematiekenvan regelgevingenschaalvergrotingvanrioleringsbeheer bij kleinere gemeen-ten.De regelgeving zal zich toespitsen optwee zaken: wettelijke bepalingen encontrole.De rioleringsbelangen zullen in diversewettelijke bepalingen worden opgeno-men.Zoligtereenvoorstelvooruitbrei-ding enwijzigingvande 'WetAlgemeneBepalingen Milieuhygi?ne' waarin on-dermeerdeverplichtingwordtgeregeldvoor gemeenten om periodiek een rio-leringsplan op te stellen. Het riolerings-plan dient minstens informatie te gevenover de aanwezige voorzieningen, determijn van renovatie, een beheersplanen de financi?le consequenties.Bij de opstellingvanzo'nplandienen deWater- en Zuiveringsschappen te wor-den betrokken.Voorts zullen de gemeenten verplichtworden om per 1januari 1994 de retri-buties (inkomsten uit het Rioolrecht)volledig te bestemmen aan de werkelij-kekostenvoor de riolering. Degemeen-tewet is daarvoor onlangs aangepast.Het is denkbaar dat voor het overslaanvan afvalwater (zoals na zware regenvalnogal eens vorkomt) op het oppervlak-tewater de beheerder daarvan kosten inrekening gaat brengen.Verder zijnwettelijke bepalingentever-wachten voor het grondwaterbeheer,waardoorhetaspektwaterd?chtheidvande rioleringeensterkaccentgaatkrijgenop het onderhoudsbeleid.Controle is noodzakelijk om zorg tedragen dat het rioleringsbeleid daad-werkelijk wordt uitgevoerd.Het ministerie zal schaalvergroting vanhet rioolbeheer stimuleren zodat kleineen middelgrote gemeenten de moge-lijkheid krijgen om meer deskundigenindienst te nemen zonderdat dit tot eenrelatief kostbare beheersorganisatieleidt. De schaalvergroting dient door degemeenten teworden aangepakt. Geko-zen kan worden uit:- samenwerking met andere gemeen-ten;- samenwerking in een rioleringsbe-drijf;17IWEGENBOUW- ofpubliek-private samenwerking.Bij de laatste samerwerkingsvorm tus-senoverheiden bedrijfslevenworden derisico's, kostenenopbrengstendoorbei~de partijen gedeeld.4.3 Bedrijfskund?ge aspectenOm het rioleringsbeheer goed te kun~nen runnen, dient een organisatie aan-wezig te zijn die inspeelt op een aantalfuncties. Volgens het rapport 'Optiesvoor toekomstig rioolbeheer' zijn er ze-ven kernfuncties te onderscheiden:- management;- financieeVadministratieve zaken- voorlichting/juridische zaken;- secretariaat;- technische planning en bestandsbe-heer;- voorbereiding + directievoering;- inspectie en onderhoud.Voorelkegemeente kande noodzakelij-ke arbeidsinspanningwordenberekend,indiendezefuncties wordengerelateerdaan het inwoneraantaL Voor een ge-meente van 10.000 inwoners isbepaald dat voor een goed rioolbeheereenarbeidsinspanningnodig isvan circa630 werkdagen perjaar.Aan twee functies moet de gemeente-lijke overheid extra aandacht schenken:de dienstverlening(onderdeelvanvoor-lichting) en de financi?le zaken.Gelet op de bijdrage die van de burgerwordt verwacht voor het onderhoudenbeheer van de riolering dient de over-heid niet alleen voor een kwalitatiefgoed functionerend riool te zorgenmaarookde nodige zorg tebestedenaande voorlichting bij rioolrenovatie en deklachtenbehandeling. Daarnaast zal derioolbeheerder zich moeten gaan in-spannen voor een goede produktstruc~tuur met Planning en Controle om zozorgvuldig met de beschikbare finan-ci?n om te gaan.Dit betekent dat niet alleen gestuurdmoet worden op de geplande meters ri-ooirenovatie perjaar, maar dat ook eenvastlegging wenselijk is naar kengetal-len en een bandbreedte voor de kostenvan een meter riolering, of de kostenvoor het schoonmaken van 1 km riole-ring.In relatie tot de bestuurlijke verant-woordelijkheid dient inzicht te bestaanvan de invloed die het (technisch) riool-beheer heeft op het financieel beheervan de gemeente. De Vereniging vanNederlandse Gemeenten (VNG) ont~wikkelt in samenwerking met Neder-landse adviesbureaus de noodzakelijkebasisinformatievoor eencomputerpro-gramma die als hulpmiddel kunnendienen bij eeneffici?nte besluitvorming18IRIOLERINGENbinnen de gemeente. De resultaten vandit onderzoek kunnen in het n~aarvan1991 beschikbaar zijn.Met behulp van software voor riole-ringsbeheer kunnen consequenties vaneen gekozen technische beheerstrategie(bijvoorbeeld op basis van kwaliteitscri~teria voor onderhoud en milieu) kun-nen directzichtbaarwordenvoor het fi-nancieel beheer (lasten, baten, begro-ting). Zo ook omgekeerd zijn de conse~quenties van een gekozen financi?le be-heerstrategie (bijvoorbeeld hoogte vande woonlasten) direct zichtbaar voor dekwaliteit van het rioolbeheer.De software berekent op welke wijzepieken en dalen in de investering van derioolrenovatie het beste financieel kun~nenworden opgevangen,zodatvariatiesin de hoogte van het rioolrecht beperktkunnen blijven. De gemeenten dienendan wel de mogelijkheid te hebben omkapitaal te reserveren (fondsvorming).Tot slotHet aspect van de automatisering speeltniet alleen een rol inde technische en fi-nanci?le informatieverwerking.Ookinde procesbesturing kan bedrijfs-kundig gezien voordeel worden be-haald. In het geval dat meerdere gema-len het afvalwater transporteren naarzuiveringsinrichtingen kan door sturenop de afvoerregelaars (pompen, stuwen,kleppen) verbeteringen worden bereiktop het zuiveringsproces, energiever-bruik (afvlakking piekbelasting) en hetaantal malen overstortenOmeenvoorbeeld te geven: de gemeen-te Rotterdam stuurt het proces voor ca.30 gemalendoormiddelvaneencentra-le meld- en regelkamer waarbij gebruikwordt gemaakt van weer-radarbeelden.5. EVALUATIE ENSAMENWERKINGOm te bewerkstelligendat het ruimtge-bruik in ons land niet ten koste gaat vande kwaliteit van het leefmilieu, zullende ontwikkelingen in de RuimtelijkeOrdening met de daarbij behorendevi-tale voorzieningen een duurzaam enkwalitatief hoogwaardig karakter die-nen te krijgen.Aanzienlijke delen van bebouwde ste-delijke gebieden moeten de komendejaren worden heringericht.De riolering isbij het handhaven van dekwaliteit van het leefmilieu een vitalevoorziening. De kwaliteit van dit sys-teem schiet echter tekort: het milieu-technisch functioneren is onbevredi-gend en de technische staat waarin hetsysteem verkeert is onvoldoende. Re~cente onderzoekingen hebben deze te-kortkomingen aangetoond. De oorza-ken hangen nauw samen met de wijzewaarop met de basisfuncties van de rio-lering in hetverledenin het ontwerp re~kening kon worden gehouden. Datgeldt ook nu, want niemand weet hoeover bijvoorbeeld 40 jaar wordt terug-gekeken op de huidige ontwerpen.De komende decennia zijn aanzienlijkeinvesteringen noodzakelijk in het riole-ringssysteem. De mogelijkheid bestaatom de rioleringsproblemen fundamen-teel en in samenhang met de functiesvan het ruimtegebruik, de milieu-eisenen als onderdeel van het integrale wa-terbeheeraan te pakken. Het isdan welnoodzakelijk de geformuleerde uit-gangspunten verder te concretiseren.In Nederland is en blijftde gemeehte derioleringsbeheerder. Het is aan deze in-stantie mede de taak aan het integralebeleid verder vorm te geven.Literatuur1. Ministerie van VROM; Vierde Notaover de Ruimtelijke Ordening; TweedeKamer, vergaderjaar 1987-1988, 20490.2. Mimsterie van VROM; NationaalMilieubeleidsplan; Tweede Kamer, ver-gaderjaar 1988-1989, 21137.3. Ministerie van V & W; Derde NotaWaterhuishouding; Tweede Kamer,vergaderjaar 1988-1989,4. Stichting Natuur en Milieu, Vereni-ging van Nederlandse Gemeenten;Congresverslag Gemeente en Milieu;mei 19895. Nationale Werkgroep Riolering enWaterkwaliteit;Eindrapportage eneva-luatie van onderzoek 1982-1989; no~vember 19896. Wiggers, prof. J.B.M.; De rioleringbovengronds; Intreerede januari 19907. Ministerie van VROM; Doorspoelenvan kennis; concept-rapport december1990.8. Snaterse, c.,De relatie tussen materi-aalkeuze voor riolering en milieu;Tweede Nationale Rioleringscongres,1991.9. Grontmij, Moret, Stibbe, Blaisse enDeJong; Opties voor toekomstig riole-ringsbeheer in Nederland, 1988.Cement 1991 nr. 7/8
Reacties