NEN 6702 [1] stelt dat voor woongebouwen een refe-rentieperiode geldt van 50 jaar.1) Voor betonbruggenstelt NEN 6723 [2] een referentieperiode van 80 jaar.Om te voldoen aan de prestatie-eisen voor levens-duur van bouwconstructies wordt op materiaal-niveau bij beton, maar ook bij andere materialen,veelal gewerkt met beschrijvende eisen, ook welsamenstellings- of receptuureisen genoemd. In deNederlandse betonnormen wordt voorgeschrevenwat de samenstelling moet zijn voor een bepaald toe-passingsgebied (milieuklasse), hoe er nabehandeldmoet worden, hoe groot de dekking op de wapeningmoet zijn en welke scheurwijdte toelaatbaar is. Imp-liciet wordt aangenomen dat, indien het beton aandie beschrijvende eisen voldoet, het in zijn toepas-sing voldoende duurzaam is om aan de ge?iste refe-rentieperiode te voldoen.Door de snel groeiende diversiteit in het aanbod aangrondstoffen voor beton zoals toeslagmaterialen vanzowel primaire als secundaire bron, hulpstoffen envulstoffen; door de grotere vari?teit aan betonsoor-tenzoalshogesterktebetonenzelfverdichtendbeton;doordedrukomzomilieuvriendelijkmogelijkbetonte maken en zo zuinig mogelijk om te springen metgrondstoffen,envanwegedetendensomsteedsmeerverantwoordelijkheid te leggen bij de aanbieders vanproducten, blijkendebeschrijvendeeisensteedsmeereen te nauw keurslijf om de markt- en maatschap-pelijke behoeften te vervullen. De behoefte explicietop levensduur te ontwerpen neemt daarom snel toe.In dit artikel wordt ingegaan op:? definitie en omschrijving van de begrippen;? het niveau waarop eisen worden gesteld;? expliciet ontwerpen op duurzaamheid;? testmethoden om op eisen te toetsen;? betonnormen en duurzaamheids-prestatie-eisen.D e f i n i t i e e n o m s c h r i j v i n g b e g r i p p e nPrestaties en functiesOnder een prestatie wordt hier verstaan een eigenschap(het vermogen) van het product (gebouw, bouwdeel,materiaal) dat vanuit kwalitatief/kwantitatief oogpuntkenmerkend is voor het gedrag van het product tijdensgebruik.Zo is van een betonnen kolom kenmerkend dat hetdruklasten kan dragen. Ook duurzaamheid is eenprestatie, een kenmerkende eigenschap!Onder een prestatie-eis die aan een product (gebouw,bouwdeel, materiaal) wordt gesteld, wordt verstaan eengrenswaarde waaraan een bepaalde prestatie van hetproduct bij gegeven gebruiksomstandigheden en eengegeven toepassing moet voldoen.Een prestatie-eis is dus kwantitatief.In bovenstaande alinea is de benaming functioneleeis gebruikt.Een functie van een product is een taak die het productmoet vervullen.Bijvoorbeeld: de afsluiting van een muur van eenhuis tegen weer en wind.Een functionele eis is een eis die aan een functie, die eenproduct (gebouw, bouwdeel, materiaal) verricht, wordtgesteld.In tegenstelling tot een prestatie-eis is een functio-nele eis in het algemeen kwalitatief.Vaak zullen voor het uitoefenen van een bepaaldefunctie verschillende prestaties door het productgeleverd moeten worden. Zo is voor het uitoefenenvandedraagfunctievaneenbrugsterktenodig,maarook stijfheid (doorbuigingseis); twee verschillendeeigenschappen voor ??n functie!Een (kwalitatieve) functionele-eis wordt dan vertaaldin verschillende (kwantitatieve) prestatie-eisen.Prestatie-eisen duurzaamheidDe duurzaamheid van een product is een prestatie, hetvermogen om ??n of meer eigenschappen bij de gegeventoepassing in de tijd uit te oefenen.Bijhetstellenvanelkefunctioneleeisaaneenproductis het vanzelfsprekend dat die functie over een vast-gelegde tijd, de beoogde gebruiksduur, uitgeoefendkan worden. Die periode noemen we de levensduur.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pD u u r z a a m h e i dcement 2001 5 17PRESTATIE- VERSUSLEVENSDUUR-EISENProf.dr. J. Bijen, TU DelftHet stellen van prestatie-eisen in de bouw is gebruikelijk als het gaat over functies als constructieve veiligheid,brandveiligheid, energiegebruik en dergelijke. Voor gebouwen is dit wettelijk geregeld in het Bouwbesluit. Aan delevensduur van bouwconstructies worden eveneens eisen gesteld. Dit leidt tot de behoefte expliciet te ontwerpen opduurzaamheid.1) Referentieperiode: beoogd tijdsbestek waarin de bouwconstructie moet blijven voldoen aan de eisen.Dit artikel is beperkt tot de technische levensduur.Het doel van het expliciet ontwerpen op duurzaam-heid is, de technische levensduur zo economischmogelijkaftestemmenopdebeoogdegebruiksduur.(NB: Vaak wordt de levensduur bekort om andereredenen dan technische; zo kan de functie van eenconstructie veranderen of voldoet de constructie eco-nomisch niet meer.)Bij prestatie-eisen op het gebied van duurzaamheidmoeten, evenals bij andere prestaties, de grens-waarden worden vastgesteld waarbij eigenschappenniet langer voldoen (fig. 1).In het algemeen zal het om een bepaalde mate vanschade gaan, waarboven het product niet langervoldoet. Die grenswaarde zal sterk afhangen van detoepassing van het product. Zo is het naar benedenvallen van stukken beton van een galerij van eenflatgebouw als gevolg van corrosie van wapeningniet toelaatbaar, maar constructief behoeft er noggeen direct gevaar te zijn.Bij duurzaamheid is een voorbeeld van zo'n eis datvan een betonnen wegdek in Nederland over eenperiode van 50 jaar de wrijvingsweerstand niet meerdan10%magafnemen.Wezienhieralwaarbijduur-zaamheid de schoen wringt. Eerst na 50 jaar wetenwe of het betonnen wegdek aan die eis heeft voldaan.De gebruiker wil echter van tevoren een zo grootmogelijke zekerheid dat zijn product een bepaaldeperiode meegaat en aan deze functionele eis voldoet,maar hoe stellen we dat vooraf vast?H e t n i v e a u w a a r o p e i s e n w o r d e ng e s t e l dFunctionele eisen en prestatie-eisen kunnen op hethoogsteaggregatieniveau,debouwconstructie,wordengesteld, maar ook op bouwdeel- of materiaalniveau.Van een brug kunnen we eisen dat aan de draag-functie-eis wordt voldaan, hetgeen zich vertaalt in(kwantitatieve) prestatie-eisen aan sterkte en stijf-heid. Voor de pijlers is een afgeleide functionele eisdat ze het gewicht van de bovenbouw en het verkeermoeten kunnen dragen. Het beton moet die prestatie,uitgedrukt in het vermogen een gekwantificeerdekracht te kunnen opnemen, kunnen leveren. Op hetniveau van het materiaal beton is een functionele eishet vermogen van beton om drukkrachten op tenemen en een prestatie-eis dat het beton eenbepaalde druksterkte in klasse B moet hebben.Vaak worden prestatie-eisen op het niveau van hetbouwwerk vertaald naar prestatie-eisen op bouw-deel- of materiaalniveau. Dan wordt aangenomendat als het materiaal aan een bepaalde prestatie-eisvoldoet, ook de bouwconstructie of het bouwdeel zalvoldoen. Daar schuilt een gevaar in. Zo moetde gekozen prestatie wel representatief zijn voor deduurzaamheid van de bouwconstructie. In hetVerenigd Koninkrijk wordt de druksterkte van beton(concrete grade) gebruikt als graadmeter voor deduurzaamheid. Hoe hoger de sterkte, des te beterde bestandheid tegen aantastingsverschijnselen.Voor de meeste aantastingsmechanismen is ditinderdaad juist. Maar deze verbetering is nietaltijd voldoende. Voor chloride-ge?nitieerde corro-sie bijvoorbeeld is de gebruikte cementsoort vangrotere invloed.Een ander voorbeeld: in het verleden werden bijmetselwerk eisen gesteld aan de sterkte van stenenen van metselmortel. Er werd aangenomen dat dehechtsterkte tussen mortel en steen een tiende deelwas van de druksterkte van de mortel, waardoor demuur voldoende buigsterkte zou hebben om wind-belasting te doorstaan. Later bleek dat de hecht-sterkte soms veel kleiner was dan ??n tiende van dedruksterkte van de mortel. Dat leidde in de praktijktot problemen. Uit onderzoek bleek dat dit gebrekaan hechtsterkte samenhing met een hoog lucht-gehalte (> 12%).E x p l i c i e t o n t w e r p e n o p d u u r z a a m h e i dOnder expliciet op duurzaamheid ontwerpen wordtverstaan een ontwerpmethode, waarbij elk relevantaantastingsmechanisme wordt beschouwd en de bouw-constructie zodanig wordt ontworpen, dat de kans opfalen2) binnen de beoogde gebruiksduur als gevolg vanhet afnemen van de prestaties door die aantastings-mechanismen,benedeneengedefinieerdegrenswaardeblijft.Deontwerplevensduurzalinelkgevalmoetenovereen-komenmetwettelijkebepalingenvanhetBouwbesluit;zie daartoe de referentieperioden uit NEN 6702 [1].Wat betreft aantastingsmechanismen kan wordenuitgegaan van de milieuklassen volgens NEN 5950[3] of van de meer uitgebreide in de Europesebetonnorm EN 206, die op termijn NEN 5950 gaatvervangen (tabel 1).A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pD u u r z a a m h e i dcement 2001 5181 | Prestatieverloop in detijd zonder (a) en met(b) herstel na over-schrijden van kritischegrenswaardeprestatietijdabontwerplevensduurkritischegrenswaarde2) Met falen wordt bedoeld dat een veiligheids- of bruikbaarheidsgrenswaarde wordt onderschredenTabel 1 | Milieuklasse-indeling uit EN 206(sterk vereenvoudigde versie)1 XO Geen risico voor corrosie of aantasting(binnen lage vochtigheid)2 XC Kans op corrosie mede door carbonatatieXC1 Droog of permanent natXC2 Nat, zelden droogXC3 Beperkte vochtigheidXC4 Afwisselend nat en droog3 XD Corrosie mede door chloriden (geen zeewater)XD1 Beperkte vochtigheidXD2 Nat, zelden droogXD3 Afwisselend nat en droog4 XS Corrosie mede door chloriden uit zeewaterXS1 Aan zee, geen direct contact met zeewaterXS2 Blijvend onder waterXS3 Getijdezone, spatzone5 XF Vries-dooiaantastingXF1 Beperkt verzadigd met water, geen dooizoutenXF2 Beperkt verzadigd met water, dooizoutenXF3 Verzadigd geen dooizoutenXF4 Verzadigd, dooizouten of zeewater6 XA Chemische aantastingXA1 Zwak agressiefXA2 Matig agressiefXA3 Sterk agressiefVoor het bepalen van de kans op falen moet van debetonconstructie de snelheid van aantasting kunnenworden vastgesteld (zie fig. 1). Wanneer we die snel-heid,despreidingindiesnelheidalsmededespreidingin de materiaaleigenschappen kennen, kunnen wedie kans berekenen met een probabilistische analyse.Niet altijd kunnen we de aantastingssnelheid ineen formule uitdrukken en niet altijd zijn ervoldoende statistische gegevens aanwezig om dekans op falen te berekenen. Toch kan er hetvertrouwen zijn dat de ontwerplevensduur voldoetaan de wettelijke eisen of beantwoordt aan de doordeopdrachtgeverbeoogdegebruiksduur.Indatgevalwordtgestelddatdebetonconstructiezalvoldoenaande gestelde levensduureis. We noemen dit de deter-ministische methode. In wezen gebeurt dit ook metde beschrijvende betonnormen. Als een betoncon-structie in een bepaalde milieuklasse wordt gemaaktvolgens een vastgelegde samenstelling, nabehande-lingsmethode en dekking op de wapening, wordtaangenomen dat die constructie voldoet aan degestelde eis voor de levensduur. Daar ligt (meestal)geen probabilistische analyse aan ten grondslag.D u u r z a a m h e i d s - p r e s t a t i e t e s t e nDe crux bij duurzaamheids-prestatie-eisen is dewijze waarop wordt vastgesteld hoe het verloop vande prestaties tijdens de beoogde gebruiksduur is.Een systematisch stappenplan om dit vast te stellenisdeCIB-RILEMmethode?Voorspelling levensduurvan bouwmaterialen en bouwdelen [4]. De methodeomvat vijf stappen:? probleemdefinitie: gebruikseisen, gebouwsamen-hang, gedragscriteria, gedragseisen;? voorbereiding: degradatiefactoren, eigenschappendegradatiegedrag;? vooronderzoek: verkennende bezwijkexperimenten;? experimenteel onderzoek: bezwijkexperimenten,expositiecondities, feedback praktijk;? interpretatie: voorspellen van levensduur.Dit is een algemene aanpak, die met name geschiktis voor nieuwe producten of producten geplaatstonder nieuwe omgevingscondities.Voor een materiaal met een lange geschiedeniszoals beton, waarvan de aantastingsmechanismen/degradatiefactoren kwalitatief goed bekend zijn,spitst de methode zich toe op het experimenteelonderzoek, de duurzaamheids-prestatietesten.Inprincipezijndevolgendetestenteonderscheiden:? het volgen van de prestaties van een constructie ofproefconstructie onder praktijkomstandigheden;? een test waarmee de weerstand tegen eengestandaardiseerd aantastingsproces direct wordtvastgesteld, bijvoorbeeld een vorst-dooizouttest;? een test waarmee de weerstand van ??n van defasen in een aantastingsproces direct wordt vast-gesteld, bijvoorbeeld een versnelde carbonatatietest;? een test waarmee een aan duurzaamheidsprestatiesgerelateerde parameter direct wordt vastgesteld,bijvoorbeeld het meten van de chloride-diffusie-co?ffici?nt of het meten van de dikte van dedekking op de wapening.De eerste methode, het volgen van de prestatie vanconstructies of proefconstructies in de tijd, is het meestbetrouwbaar, maar door zijn lange duur meestal nieteconomisch. Toch kan aan de (lange) levensduur vanbouwconstructies veel vertrouwen worden ontleend,en ook inzicht worden verkregen in de aard en deernst van een aantastingsmechanisme. Een bekendvoorbeeld van `feedback' uit de praktijk is hetonderzoek naar de toestand van het buitenbeton vanflatgebouwen tijdens de 'betonrot-affaire` [5].Een voorbeeld van een onderzoek naar proef-constructies onder praktijkomstandigheden betreftdezogenaamde'vliegasbetonmuurtjes`[6].Murenvanbetonmeteenvari?teitinsamenstellingzijntienjaarbuiten ge?xposeerd. Een ander praktijkonderzoekbetrof de duurzaamheid van reparatie van aan debuitenluchtge?xposeerdegerepareerdegalerijplaten.Dit bracht aan het licht dat kunststofgebondenreparatiemortels vaak faalden [7].De andere testmethoden, waarbij dus niet onderpraktijkomstandigheden wordt ge?xposeerd, verei-A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pD u u r z a a m h e i dcement 2001 5 19sen goed inzicht in de degradatiemechanismen eneen bekende relatie van de testresultaten met hetgedrag onder praktijkomstandigheden.Bij de test waarbij het beton wordt blootgesteld aaneen gestandaardiseerd aantastingspoces, is ??n van deproblemen de representativiteit van dat proces voorde praktijk. De beschikbare vorst-dooizoutproevenbijvoorbeeld blijken slechts een representatief beeldte geven voor het beperkte samenstellingsgebied vanhet traditionele rivierzand- en grindbeton. Maar voorafwijkende betonsamenstellingen zoals bij betonmetbeton-enmetselwerkgranulaat,gevendeproeveneen veel slechter resultaat dan uit de praktijk blijkt.Bij een test waarin alleen ??n fase wordt getoetst is devraag of dat voldoende is om het hele aantastings-proces te beschrijven. De versnelde carbonatatiet-etst, waarbij betonnen proefstukken bij constantetemperatuur en vochtigheid aan een atmosfeer metverhoogd CO2-gehalte worden blootgesteld, geefteen te pessimistisch beeld van het carbonatatie-proces, zoals in figuur 2 is weergegeven.Bij de versnelde proef wordt een verband gevondendat aan de tweede diffusiewet van Fick beantwoordt:x = Atwaarin:x is de carbonatatiediepte;A is een constante;t is de tijd.Uit figuur 2 blijk echter dat in de praktijk de carbo-natatie asymptotisch een grenswaarde bereikt. Dat ishet gevolg van het feit dat er slechts een beperktezone in het beton onderhevig is aan drogen en natworden.De representativiteit van de carbonatatietest voor depraktijk wordt nog slechter als wordt bedacht datzelfs indien het carbonatatiefront de wapeningpasseert, er nog geen corrosie van betekenis behoeftte zijn. Eerst als de dekking op de wapening kleineris dan circa 20 mm dreigt er gevaar voor corrosie alsgevolg van carbonatatie [8]. De keuze voor deversnelde carbonatatietest leidt dus tot een veel tepessimistische inschatting van het gevaar voorschade door corrosie!De laatste test het vaststellen van een duurzaamheidgerelateerdeparametervraagteengrondigekennisvande betekenis van die parameter voor het aantastings-mechanisme. De chloride-diffusieco?ffici?nt bij-voorbeeld is zeker een belangrijke parameter voorhet chloride-indringingsproces, maar diffusie vanionen is niet het enige proces wat de indringingbepaalt.Zoutwaterabsorptieisverantwoordelijkvoorde indringing van de eerste 20 mm. Een model geba-seerd op alleen maar de tweede wet van Fick heeftdaarom zijn beperkingen. Met wat aanpassingenblijkt het model echter toch bruikbaar.Zo wordt in het model dat uit het DuraCrete-projectis voortgekomen en dat onder meer is gebruikt voorhet expliciet ontwerpen op duurzaamheid van debetonnen lining-elementen van de Westerschelde-tunnel, een ouderdomsfactor ingevoerd. Deze factorcompenseert naar de mening van de auteur nietalleen de ouderdom van het beton, dat wil zeggenhet afnemen van de diffusieco?ffici?nt in de tijd,maar ook de snellere chlorideopname in de opper-vlaktezone.Een volgende vraag is wat we testen: de constructie,hetgeprefabriceerdebetonproductofspeciaalgemaaktebetonnen proefstukken? Het eerste is weinig econo-misch en eigenlijk alleen maar bruikbaar voor kwa-liteitscontrole. Het tweede betekent dat we de poten-ti?le prestaties van de bouwconstructie vaststellen.Het werkelijke beton kan afwijken: een andere tem-peratuurhistorie, een andere nabehandeling en der-gelijke. Daarvoor moet gecorrigeerd worden,hetgeen mogelijk is door een parti?le veilig-heidsfactor toe te passen.Een volgende beslispunt is wanneer we beproeven.In elk geval moet het resultaat vaststaan voordat hetbouwwerk wordt opgeleverd. Maar als bij de opleve-ring blijkt dat de duurzaamheid onvoldoende is, zijnde 'rapen gaar`: de kosten van herstelwerken zijnmeestal torenhoog. In het algemeen zal wordengekozen voor een initi?le technische goedkeuring,waarna bij de uitvoering op de kwaliteit van de pro-ductie zal worden getoetst. Dat laatste kan bijvoor-beeld door te toetsen op grondstoffen en samen-stelling, die dan conform die van het beton met detechnische goedkeuring moet zijn. Zo af en toe kandan een verificatietest worden uitgevoerd om vast testellen dat het beton nog steeds aan de in het attestvastgelegde eisen voldoet. Deze tweedeling, initi?legoedkeuringenverificatie,geschiedtbijvoorbeeldbijhetzogenaamdeattestbeton,dathiernaaandeordekomt.Een laatste vraag is of de test absoluut of relatief moetA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pD u u r z a a m h e i dcement 2001 5202 | Indringing carbonatatie-front volgens x = At enin werkelijkheid buiten(beschut)121086420 21 3 4 5 6 7 8 10 20indringdiepte(mm)t (jaren)x=Atgemetenzijn. In het laatste geval wordt een directe relatiegelegd met een beton waarvan de goede duurzaam-heidsprestaties in de praktijk zijn bewezen. Bij hetattestbeton bijvoorbeeld werd het beton met poeder-koolvliegas vergeleken met beton wat voldoet aan deeisen voor de gekozen milieuklasse.Bijdeabsolutetestwordtgetoetstaaneenabsolutegrens-waarde.Zoisbijeenvorst-dooizoutproefeenbepaaldemate van massaverlies na x cycli de grenswaarde.B e t o n n o r m e n e n d u u r z a a m h e i d s -p r e s t a t i e - e i s e nDe Europese betonnorm EN 206-1 [9], die met aan-hangsels de nieuwe Nederlandse VBT 2000 gaatvormen, stelt in artikel 5.3.3. Performance-relateddesign methods dat aan de milieuklassen gerelateerdeduurzaamheideisenkunnenwordengesteld.Datkanmet ontwerpmethoden die gebaseerd zijn opprestaties en die kunnen worden gespecificeerd intermen van prestatiegerelateerde parameters, zoalsde oppervlakteaantasting van beton met een vorst-dooitest. In een informatieve annex wordt daaraanrichting gegeven. Daarin staat onder meer dat zo'nmethode gebaseerd dient te zijn op voldoendeervaring met de lokale praktijk onder lokaleomstandigheden, op gegevens van een aanvaardeprestatietestmethode voor het relevante aantastings-mechanisme of op het gebruik van een bewezenvoorspellingsmodel.Bijartikel5.2.5AdditionsdefinieertEN206k-waardenvoorpoederkoolvliegasensilicafume,maarbiedthetook ruimte voor alternatieven onder de kop Equivalentconcrete performance concept. Gelijkwaardigheid induurzaamheids-prestaties moet worden aangetoonddoor vergelijking met een referentiebeton dat aanalle eisen voor de relevante milieuklasse voldoet.In een informatieve annex wordt richting gegevenbij het bepalen van die gelijkwaardigheid.Demogelijkheidomvulstoffentoetepassenopbasisvan aangetoonde prestatie van het beton volgens EN206 heeft veel overeenkomsten met de NederlandseTechnische Goedkeuring voor poederkoolvliegas,het zogenaamde attestbeton conform BRL 1802 [10].Ook hier moet gelijkwaardigheid met beton datvoldoet aan de samenstellingseisen van NEN 6720[11]enNEN5950[3]voordebetreffendemilieuklasseworden aangetoond. Bij het attestbeton wordt bijvoor-beeld de weerstand tegen carbonatatie vastgesteldmet een versnelde test. Na de initi?le technischegoedkeuring verloopt de productie gecertificeerd.C o n c l u s i e sHet expliciet ontwerpen van betonconstructies opduurzaamheid is niet alleen mogelijk, maar ge-schiedt reeds in de praktijk. De behoefte aan dezemanier van ontwerpen is vooral aanwezig bij nieuwegrondstoffen,nieuwebetonsamenstellingen,nieuwebetonsoorten en nieuwe betontoepassingen. In diegevallen is deze wijze van ontwerpen op duur-zaamheid ook de enige methode die gehanteerd kanworden.Het expliciet op duurzaamheid ontwerpen vraagt inhet algemeen veel testwerk en is daarmee relatiefduur. Een logische combinatie is dan ook het vast-stellen van de geschiktheid van een beton voor eenbepaalde toepassing onder bepaalde gebruiks-omstandighedenmeteenexplicietemethode,gevolgddoor kwaliteitscontrole op de productie, gebaseerdop beschrijvende specificaties.Naarmateeenbetonquagrondstoffen,samenstelling,soort of toepassing minder nieuw is, zal de ontwerp-methode kunnen worden aangepast en goedkoperkunnen worden, bijvoorbeeld door er meerbeschrijvende elementen in op te nemen. Die laatstezullendangebaseerdzijnopdeverkregenervaringen.Op prestatie gebaseerde duurzaamheid-ontwerp-methoden en beschrijvende eisen liggen daarom inelkaars verlengde. L i t e r a t u u r1. NEN 6702, Belastingen en vervormingen, TGB1990.2. NEN 6723, Voorschriften Beton Bruggen (VBB1990).3. NEN 5950, Voorschriften Beton Technologie(VBT 1995). Eisen, vervaardiging en keuring.4. CIB/RILEM, Prediction of service life of buildingmaterials and components, CIB W80/RILEM71-PSL, publication 96.5. CUR-rapport 118, Inventarisatie schadeomvangvan in de periode 1950-1980 aan de buitenluchtblootgesteld betonoppervlak in de woningbouw.1984.6. CUR-rapport 2000-2, Duurzaamheid van betonmet poederkoolvliegas in de praktijk.7. CUR-rapport 180, Duurzaamheidsonderzoek,reparatie en bescherming van beton. 1995.8. CUR-rapport 90-3, Carbonatatie, corrosie envocht. 1990.9. EN 206-1, Concrete-part 1: Specification,performance, production and conformity. 2000.10. BRL 1802, Nationale beoordelingsrichtlijnbetreffende het KOMO-attest voor een combinatievan cement en poederkoolvliegas voor toepassingals bindmiddel in beton. BMC, Gouda, 1996.11. NEN 6720, Voorschriften Beton TGB 1990.Constructieve eisen en rekenmethoden (VBC1995).A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pD u u r z a a m h e i dcement 2001 5 21
Reacties