A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2004 116Kunstcentrum Antwerpen, het testament van L?on StynenPLANNEN VOORDESINGEL1 | Het maaiveld is zoveelmogelijk vrijgehoudenom in Le Corbusier'snavolging brede per-spectieven te gevenHera Van SandeNaar aanleiding van de Open Monumentendag op 14september 2003, opende het Internationaal Kunst-centrum deSingel in Antwerpen haar deuren. In verschei-dene literaire bronnen wordt naar dit magistrale oeuvreverwezen als `het testament van L?on Stynen (1899-1990)'. Het Vlaams Architectuurinstituut presenteerde ereen tentoonstelling over de ontstaansgeschiedenis en detoekomst van het complex (1958-2006). Aan de handvan foto's, plannen en maquettes werd naast een duide-lijk overzicht van deze evolutie, de situering van de archi-tect L?on Stynen en de toekomstplannnen van architectSt?phane Beel, ook het gebruikte materiaal beton door-gelicht.Het proces van het gehele complex is van lange ademgeweest. De architect zelf sprak van `een calvarie-weg'. De eerste tekeningen van L?on Stynen daterenreeds van 1956. De realisatie van het gebouw zelfgeschiedde tussen 1964 en 1987 in drie fasen. Naenkelerecente,kleinereingrepenvanSt?phaneBeel,staat er momenteel een grootschalige uitbreidingvan diens hand op het getouw.O n t s t a a n s g e s c h i e d e n i sHet Koninklijk Vlaams Conservatorium was sedertde negentiende eeuw gehuisvest in een herenhuis inde binnenstad van Antwerpen. Door een sterk toe-genomen aantal leerlingen werd de toestand in dejaren vijftig wegens het nijpende plaatsgebrek erbar-melijk. Als directeur van het kunstonderwijs, namStynen in 1956 het initiatief in handen om enkelevoorstellen voor een nieuw cultureel complex te sug-gereren. De stad Antwerpen stelde uiteindelijk voor-malig militair grondgebied ten zuidwesten van destad, de Wezenberg, ter beschikking. Dit onaange-tast stuk natuurgebied - omringd door groeneheuvels en water van oude vestinggrachten - leekStynen de ideale plek om zijn modernistische visievoor een stad in het groen te realiseren: een cultu-reel eiland, omringd door de modernistische aanlegvan een nieuw stuk stad met hoge kantoorschijvenin een weelde van groen. Deze droom duurde echterniet lang. Plannen voor de aanleg van de autosnel-weg E3 en spoorlijnen dwars door dit gebied heen,zouden het stedenbouwkundig ontwerp van Stynenvoor altijd amputeren. Het rakelings voorbijscherenvan deze verkeersaders stelde daarenboven extrahoge akoestische eisen aan het gebouw.Het gebouw zou in verschillende fasen gerealiseerdworden. De eerste fase is opgevat als een laagbouw:een transparante, onvolledige achtvorm van ??nbouwlaag verheven op palen, die twee binnentuinenomsluit. Het maaiveld werd zoveel mogelijk vrijge-houden om in Le Corbusier's navolging brede per-spectieven te geven. Het programma omvatte het con-servatorium, studio's en administratieve lokalen, enwerd in 1968 voltooid (foto 1). Een brede, langzaamhellende trap leidde naar het niveau dat in een vol-gendefasetevenszoudienenalsfoyernaardetheater-en concertzaal. De akoestisch ge?soleerde klassenbevondenzichsteedsaan??nzijde,waardoordebredegangen vrije zichten gaven op de binnentuinen en deandere delen van het gebouw (foto 2).De tweede fase met zalen en bibliotheek liet op zichwachten. Pas na het akkoord eveneens de studio-A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2004 1 17ruimten voor BRT 2 (nu Radio 2) te huisvesten, gafde toenmalige minister in 1973 toestemming voorvoortzetting van de werken. Sinds 1980 torent hetdominerende geheel van beide zalen met bijhorendeinfrastructuur boven de laagbouw uit. De concert-zaal telt 1000 zitplaatsen, de theaterzaal 750 (foto 3).Eenlaatsteuitbreidingin1987vandehandvanarchi-tect Paul De Meyer (vennoot van Stynen sinds 1946)huisvestte de uitbreiding van het Conservatorium ende publieksfoyer van deSingel. Om de annex alsnieuwbouw te realiseren werd de bebouwbareruimte onvoldoende geacht. Een bestaande vleugelwerd derhalve aangepast en verhoogd door hem teoverkoepelen. Vanaf dat ogenblik kreeg het centrumhaarvolwaardigewerkingenwerdhetInternationaalKunstcentrum deSingel opgericht (foto 4).H e t g e b r u i k v a n b e t o nIn 1966 luidde in het Nieuwsblad de kop van eenartikel omtrent de verbouwingswerken van deSin-gel: `Symfonie van beton en glas'. Het gehelecomplex is opgetrokken in beton en glas! Stynen zei:"Ik denk beton: de meeste architecten denken steenen gebruiken beton. Het is geen edele materie zoalshout of steen, maar ik werk er graag mee.""Als je beton gebruikt, moet je het ook laten zien; je moethet niet de rol van dienstmeid laten spelen en het bij-voorbeeld bedekken met marmer. Een betonconstructieis een entiteit. Dat wordt door iedereen aanvaard en ikheb er op de ministeries voor moeten vechten om eengebouw in naakt beton mogelijk te maken. Als je iets innaakt beton voorzag, werd je zo doorgestuurd, want datwas lelijk, dat ging niet. Dit werd zelfs gezegd door de2 | Symfonie van beton englas. Brede gangengeven vrij zicht op debinnentuinen en deandere delen van hetgebouw3 | De grote concertzaal telt1000 zitplaatsenfoto's 3, 4 en 5: Bastin &Evrard, Brusselingenieurs, zij die het beton hadden uitgevonden.Wanneer ik beton gebruik, moet ik trachten met datbeton een gevoelige ruimte te scheppen. Of het bekleed isof niet, maakt niets uit. Als het werk niets is in beton, ishet ook niets als het bekleed is." (L?on Stynen)In de optiek van het modernisme wilde Stynen hetbetonskelet in gevel en opbouw zo veel mogelijkzichtbaar laten, waarmee hij zich plaatste in de stro-ming van het `b?ton brut'. DeSingel, nu bekend alswit modernistisch gebouw, was oorspronkelijk eenin grijze tinten geschakeerd gebouw, volledig uitge-voerd in naakt beton. Aangezien de uitvoering vanbeton toen nog in de kinderschoenen stond, tradreeds na enkele jaren door carbonatatie en betonrotaanzienlijke schade op. Het beton werd hersteld enbeschermd door een witte homogeniserende verf-laag.In het gehele gebouw, zowel binnen als buiten, indraagstructuur als afwerking, speelde beton eenbelangrijke rol (foto 5). Ook zitbanken, terrastegelsen tuinmuren werden met beton als materiaal vorm-gegeven.Beide zalen zijn opgetrokken uit ontdubbelde beton-nen wanden, die omwille van akoestische redenenvertand werden uitgevoerd. Oorspronkelijk als naaktzichtbeton bedoeld, werden de buitenzijden vanbeide auditoria ? wegens slechte uitvoeringswijze ?weggestopt onder een spuitlaag van kiezelsteentjes-beton. De wanden aan de binnenzijde van de zalenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2004 1184 | DeSingel, aanvankelijkbedoeld om er het con-servatorium te huisves-ten, is nu met twee con-certzalen uitgegroeidtot een internationaalkunstencentrum5 | Schuine wanden envloeren geven de ruimtetussen de zalen een dra-matische indrukbestaan uit uitgewassen geprefabriceerde betonpa-nelen, met gangbare afmetingen.U i t b r e i d i n g s p l a n n e n v a nS t ? p h a n e B e e lSinds het ontwerp in 1958 evolueerde de werkingvan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium.Naast de bestaande gebruikers van het gebouw - hetConservatorium, het Internationaal KunstcentrumdeSingel en Radio 2 Antwerpen - deden bovendiennieuwe gebruikers hun intrede. Momenteel verleentdeSingel onderdak aan een aantal andere autonomeinstellingen, zoals het Vlaams Architectuurinstituuten de Posthogeschool voor Podiumkunsten.De ruimtewensen van de verschillende gebruikersevolueerden. Architect St?phane Beel (1955) werddaarom in 1996 aangezocht om de noden en moge-lijkheden van het gebouw te onderzoeken en om deuitbreiding te realiseren. De affiniteit van Beel voorhet bestaande gebouw is in het verleden door eenaantal kleine ingrepen reeds duidelijk gebleken. Zoontwierp hij onder meer een glazen deurpartij alsafsluiting van de wandelgang naar de foyer, waar eengroot zwart noppenpatroon op het glas als echo (innegatief) de gaten in de voorgevel herhaalde.De eerste fase van de uitbreiding ? een circulatie-as,artiestenfoyer en bijkomende loges ? is gerealiseerdin 1999-2000. De tweede fase ? met een hoogbouwaan de Jan Van Rijswijcklaan en een laagbouw terhoogtevandebermvandesnelweg?wordtnuverderuitgewerkt en zou voltooid zijn voor het seizoen2006-2007 (foto 6). Het bouwprogramma van zes-tienduizend vierkante meter omvat onder meer eenaantal publieksfuncties voor deSingel (tentoonstel-lingsruimte, sta-caf?, caf?-restaurant, multimediabook-bibshop), een theaterwerkplaats, extra zalen endansstudio's met bijhorende infrastructuur voor hetConservatorium en accommodatie voor de verschil-lende spin-offs, waaronder het Vlaams Architec-tuurinstituut, in de nabijheid van het kunstcentrum.De volumes van de uitbreiding sluiten perfect aanbij de sterk door Stynen bepaalde architecturale enstedenbouwkundige omgeving. De Toren van Beelbetekent meteen ook een nieuw architectuursignaalaan de Ring van Antwerpen.Het complex van deSingel draagt de kracht in zichaanpassingen en uitbreidingen toe te laten, zonderaaneigenheidinteboeten.DeuitbreidingvandeSin-gel door St?phane Beel Architecten kan het complexin zijn architectuur en programmatie alleen maarverrijken. A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2004 1 19T e n t o o n s t e l l i n gDe tentoonstelling `deSingel (11995588-22000066): het stenentestament van L?on Stynen' liep van 14 september toten met 5 oktober 2003. Ze werd samengesteld doorhet Vlaams Architectuurinstituut VAi (Saskia Kloos-terboer en Katrien Vandermarliere) in samenwerkingmet de Federatie van de Belgische CementnijverheidFebelcem (Jef Apers en No?l Naert), met steun vanhet Internationaal Kunstcentrum deSingel, en dankaan de Provincie Antwerpen, het Architectuurarchiefvan de Provincie Antwerpen. Het materiaal van dezetentoonstelling wordt op aanvraag beschikbaargesteld voor presentatie elders (+32 3 242 8972).6 | Architect St?phane Beeltekende voor de uitbrei-ding van het gebouw:hoogbouw aan de JanVan Rijswijcklaan enlaagbouw ter hoogtevan de berm van desnelweg. Een nieuwlandmark aan de Ringvan Antwerpen.
Reacties