Paddestoelvloerendoor P. J. van TussenbroekIn de G.B.V. 1950 zijn twee methoden aangegeven voor het be-rekenen van de momenten in paddestoelvloeren:1. in art. 45 als doorgaande portaalspanten en2. in art. 46 met momentenco?ffici?nten.Nu valt het direct op, dat in art. 46 geen rekening is gehouden metde verhouding van de nuttige belasting tot het eigen gewicht enmet de verhouding van de stijfheden van de kolommen en vloeren.Een proefbelasting op gerepareerde paddestoelvloeren (doorbrand beschadigd) gaf een aanwijzing, dat de rekenmethodevolgens de momentenco?ffici?nten de optredende momenten nietjuist benadert.Bij een groot warenhuis in Rotterdam worden paddestoelvloerentoegepast met grote overspanningen. Voor controle van de be-rekende momenten heeft de constructeur op een verkleind modelproefbelastingen aan laten brengen en met de uitkomsten van deMoir? e-methode de daarbij ontstane momenten laten berekenen.Ook hierbij bleek dat er grote afwijkingen optraden ten opzichtevan het gestelde in art. 47 en 54B der G.B.V. 1950 (momenten-co?ffici?nten).Om nu een overzicht van de momenten te krijgen volgt hiernaeen berekening met de momentenco?ffici?nten volgens de G.B.V.,vervolgens als portaalconstructie en ten slotte met de 'N?herungs-rechnung f?r Pilzdecken' (DIN 1045).Bij de berekening volgens portaalconstructie kan ?f de gehele ?feen gedeelte van de kolomkop buigingsstijf worden aangenomen.Daarom worden eerst de benodigde 'crossco?ffici?nten' bepaald.In fig. 1 is:fig 2fig.3In fig. 3 is:fig. 4In fig. 4 is:fig. 5In fig. 5 is:Cement 8 (1956) Nr 13-14 333In fig. 2 is:4 = ? .(1-2).l f:4 = l..(0,5-)fig. 6In fig. 6 is:In fig. 7 en fig. 8 is de:fig. 9fig. 7fig. 8TABEL IIn fig. 9 is:De co?ffici?nten, volgende uit voorgaande formules, zijn in deTabellen I en 2 verzameld.Er zijn twee vloeren in beschouwing genomen, waarbij het enigeverschil in de kolommen is gelegen. In het eerste geval zijn dekolommen 60x60 cm2in het en het tweede geval 45x45 cm2.De kolommen staan in beide richtingen 6,00 m h.o.h.De kolomplaten zijn 2x2 m2en 6 cm dik.Voor verdere afmetingen zie de portalen I en II.Berekeningmetmomentenco?ffici?ntenZie art. 46 der G.B.V. 1950.De kolomafmetingen hebben g??n invloed op de momenten.TABEL 2334 Cement 8 (1956) Nr 13-14 fc?==ce.| overdr. co?ff.vanEJS /H8=e ?/SA-->B B-->-Ac5 c6. O2 O3 c7 c80,05 1,228 1,053 0,496 0,579 7,348 6,6480,06 1,281 1,064 0,495 0,596 7,657 6,7900,07 1,336 1,075 0,493 0,613 7,982 6,9370,08 1,395 1,087 0,491 0,630 8,322 7,0890,09 1,457 1,099 0,489 0,648 8,679 7,2460,10 1,523 1,111 0,486 0,667 9,054 7,4070,11 1,592 1,124 0,484 0,685 9,447 7,5750,12 1,665 1,136 0,481 0,705 9,861 7,7480,13 1,742 1,149 0,478 0,724 10,296 7,9270,14 1,823 1,163 0,475 0,744 10,754 8,1120,15 1,909 1,177 0,471 0,765 11.23.6 8,3050,16 2,000 1,191 0,468 0,786 11,743 8,5030,17 2,097 1,205 0,464 0,807 12,277 8,7100,18 2,199 1,220 0,460 0,829 12,841 8,9230,19 2,307 1,235 0,456 0,852 13,435 9,1450,20 2,422 1,250 0,452 0,875 14,063 9,3750,2 t 2,543 1,266 0,447 0,899 14,725 9,6140,22 2,673 1,282 0,443 0,923 15,425 9,8620,23 2,810 1,299 0,438 0,948 16,165 10,1200,24 2,956 1,316 0,433 0,974 16,949 10,3880,25 3,111 1,333 0,429 1,000 17,778 10,667a^=?. jover-drachts-co?ff.MA=M8==c2.q.P/==?.
Reacties