ONDERZOEK BEREKENINGOP DRUK BELASTEMORTELVOEGENDipl.-IngJ.N.J.A.Vambersky, directeur Raadgevend Ingenieursbureau Ir.EJACorsmit BV, 's-GravenhagePro(dr.irJ.C.Walraven, hoogleraar Technische Hogeschool DarmstadtOp basis van een Stupr?-onderzoek naar de druksterkte vanmortelvoegen, geeft dit artikel kritisch commentaar op de rekenregelsdie hierover in de VB zijn opgenomen. Nieuwe rekenwaarden en eenvoorbeeld verdiepen het inzicht. Ook de mortelvoeg tussen metstaalplaten versterkte kolommen wordt nader bekeken, waarbij heteffect van deze platen anders is dan in het verleden werd aangenomen.1. InleidingMortelvoegverbindingen zijn de belangrijkste en ook demeest toegepaste verbindingen in prefab-betonconstructies.Immers, bijna alle geprefabriceerde betonkolommen, -wan-den enz. worden op elkaar gestapeld met een mortelvoeg er-tussen.Ookandere prefab-betonelementen zoals vloerplaten en bal-ken kunnen hun ondersteuning vinden door middel van eenmortelvoeg.Het is dan ook belangrijk teweten hoe groothetdraagvermo-gen van op druk belaste mortelvoegen is, via welk mechanis;-me de krachten wordenovergedragen en welke invloeden bijverschillende detailleringen van belang zijn voor dit draag-vermogen.In 1973 werd SBR rapport 34 'Mortelvoegen in de montage-bouw' uitgebracht, waarin verslag werd gedaan van experi-menteel onderzoek naar de sterkte van centrisch en excen-trisch gedrukte mortelvoegverbindingen. Ook werden aan-bevelingen gedaan voor de berekening van mortelvoegver-?bindingen. Gebaseerd op dit SBR-rapport is artikel C-715 inde YB 1974 tot stand gekomen, welk artikel onveranderd inde huidige YB 1974/1984 is te vinden.Nu, na ruim lOjaar, zijn de ervaringen met mortelvoegen be-langrijk uitgebreid en zijn de toegepaste voegmortels duide-lijk verbeterd.De vraag rees ofde gekozen benadering van beginjaren ze-ventig nog altijd opgaat.De Stupr? Studiegroep 27 heeft YB artikel C 715 en de ach-tergrondenhiervangetoetstaan de huidigeinzichtenende re-sultaten van dit onderzoek samengevat in het Stupr? rapport'Op druk belaste mortelvoegen' (1983).Bij de opheffing oordeelde de studiegroep het nuttig de be-haalde resultaten nog eens kort samen te vatten en in te bren-gen bij de toenmalige CUR-YB-commissie 'WijzigingenYB'74'. Gezienhet tijdstipwaarop de resultatenzijn samenge-vat en ingediend, bleek het niet mogelijk de bevindingen vande studiegroep in de nieuwe voorschriften YB 1974/1984 opte nemen.Door middelvandeze publikatieworden de resultaten alsnognaar buiten gebracht.50Hetwerk van de studiegroep en de inhoud van dit artikel zijnin tweeen verdeeld. Het eerste deel behandelt de sterkte vancentrisch en excentrisch gedrukte ongewapende mortelvoeg-verbindingen; het tWeede deel behandelt de mortelvoeg tus~sen twee met staalplaten versterkte kolommen.De studiegroep was als volgt samengesteld:ir.MDragosavicing.M.H.WPeters (secretaris)-Dipl.-IngJ.NJ.AVambersky (voorzitter)prof.dr.irJ.C.Walravenmentoren: ir.M.Kroes en prof.irAJHogeslag2;Sterkte van centrisch en excentrisch gedrukte onge~wapende mortelvoegverbindingenIn de YB 1974/1984 deel C artikel 715.3 wordtde rekenwaar-de voor de sterkte van de mortelvoegveringf'v berekend metde formuleHierin is:'rio ~ reductiecoefficient, die de verhouding aangeeft tussenhet werkelijk gevulde voegoppervlak en het volledigevoegoppervlak;f3 ~ een Joint efficiency' coefficient die de verhouding geefttussen de sterkte van de mortelvoegverbinding en een-zelfde ongewapende monolietverbinding5 (1 - K) + ?2f3~K------ 5(1 - K) +K . ?2Hierin is K de verhouding tussen de rekenwaarde voor dedruksterktevande toegepastevoegmortel ende laagste reken-waarde voor de druksterkte van de beide aansluitende delen.Cement 1986 nr. 91614122 4 6 8 10~"J//0.2 / V~/0'11-'~-+---+---+------,1----+-----'----+-----?---Ig-o>''0Q; ~J)-".c ~:> 1/1-"~ """ ~t:0""11"'1lI-'--+- '-excentrischebelasting--..,-+--tJI\i1J:fI .+spanningsverdelingvolgens art. A-2D4.S.4b1doorsnede over voegGrafiek voor f32 In rekening te brengenvoegoppervlak1centrischebelasting-~--J---~II; ;,1]m is een reductieco?ffici?nt, waarmee het verschil in reke-ning wordt gebracht tussen de kwaliteit van de in het werkaangebrachte voegmortel en die van in laboratoriumomstan-digheden vervaardigde proefkubussen.l'm ~ de rekenwaardevoor de druksterkte vandevoegmortel;f'b ~ de laagste rekenwaarde voorde druksterktevan de beideaansluitende delen.? ~ bivofxlven geeft de verhouding weer tussen de kleinsteafmeting van het gedrukte voegoppervlak en de voegdikte v.v ~ Vo + de maximale toelaatbare maatafWijking.In figuur 1 is /3 grafisch weergegeven als functie van Ken ? .Deze figuur is ontleend aan [1].De formule voorf'v kanworden toegepast zowel voor de be-rekening van centrisch als van excentrisch belaste, ongewa-pende mortelvoegen. In het geval van excentrische belastingheeft de formule betrekking op de maximale drukspanning~ptredend langs ??n van de randen van de voegdoorsnede(fig. 2).is. Ook de meer dan lO-jarige positieve ervaring ten aanzienvan de kwaliteit van de voegen en voegmortels doet enigetwijfels rijzen overde zeerconservatievewaardevande
Reacties